Tumgik
kimberleyrutsblog · 4 years
Text
Non-Places, Antwerpen.
1 Inleiding Bij dit eindwerk hoort uiteraard ook een thesis, hierin leest u alle achtergrondinformatie met betrekking tot de beelden en het proces. Beginnende met een uitgebreide omschrijving van het project dat Non-Places, Antwerpen. wordt genoemd. Ik zal namelijk een architecturale reeks creëren met als onderwerp non-plaatsen in Antwerpen. Zeer interessante plaatsen, die voor mij altijd een bepaalde sfeer met zich meebrengen en waar mensen zich niet altijd van bewust zijn. Hoe ik deze locaties in beeld zal brengen en mijn verdere plannen rond het project staan uitgebreider beschreven in het volgende hoofdstuk twee. Aansluitend in hoofdstuk drie is het onderzoek naar het onderwerp en het gebruikte fotografisch genre, architectuurfotografie, te lezen. Hoofdstuk vier behandelt mijn inspiratiebronnen voor dit project om een zicht te krijgen op hoe ik tot dit specifieke resultaat gekomen ben. Dit wordt nog verder uitgebreid met het productieproces van dit eindwerk in hoofdstuk vijf. 2 Projectomschrijving
 2.1 Doelstelling, genre en onderwerp 
Tijdens mijn studie heb ik gemerkt dat één van de genres waarbinnen ik het liefst werk architectuurfotografie is. Ik heb er dan ook al snel voor gekozen om hierbinnen mijn eindwerk te realiseren. Als onderwerp zal ik hiervoor non-plaatsen in de stad Antwerpen gaan fotograferen. Interessante locaties in een interessante stad. Onder de term non-plaats begrijp ik plaatsen die overal ter wereld zouden kunnen zijn. Plaatsen die een doel hebben, maar dit doel heeft geen directe relatie met de locatie. Een doorgang of perron in een treinstation in Antwerpen zou theoretisch gezien naar eender welke stad ter wereld kunnen worden verplaatst en nog steeds hetzelfde doel hebben. In deze plaatsen zijn mensen anoniem, verliezen ze zelfs hun identiteit. Omdat de term niet eenduidig en vrij moeilijk te beschrijven is zal ik er later op terug komen. Voor dit eindwerk zal ik op zoek gaan naar non-plaatsen in de stad Antwerpen. Ik denk dan in de eerste plaats aan trein- en metrostations, parkeergarages en tunnels. Dit zijn vooral ondergrondse plaatsen, dit wil niet zeggen dat non-plaatsen niet in de openlucht voorkomen. In de ondergrondse- of overdekte ruimte komt bij mij het gevoel van in een non-plaats te zijn sterker binnen. Je bent in een afgesloten ruimte die zich driehonderdzestig graden rondom je voordoet. Je vangt minder op van de wereld buiten deze non-plaats. Er is daardoor een sterker gevoel van de plaats aanwezig en van de mensen die zich daar met jou bevinden. Om deze reden zal ik beginnen met naar de treinstations en de ondergrondse metro’s te trekken, al is het niet de bedoeling dit project tot louter transport te reduceren. Dit zijn nu eenmaal de plaatsen waar voor mij het idee van een non-plaats begonnen is. Hierna zal ik opzoek gaan in de stad en hopelijk nog vele andere soorten non-plaatsen ontdekken. In de beelden die ik van plan ben om te maken zal ik trachten de leegte in de locatie vast te leggen. Ook al zijn deze plaatsen vaak drukbezocht, toch zullen er geen personen in voorkomen. Het idee is dat je elke persoon in het beeld kan plaatsen, en die persoon zal er op zijn plaats zijn. De focus ligt op de plaats zelf en de architectuur. Hoe deze omgeving toch zorgvuldig geconstrueerd is, zelfs al wordt er zo weinig aandacht aan besteed. Sommigen van deze plaatsen zullen er zijn die we vaak voorbijlopen, maar toch nog nooit echt hebben opgemerkt. Beelden gemaakt in het zo bekende Antwerpen-Centraal, die toch onherkenbaar zullen zijn. Ik wil graag de aandacht vestigen op deze vergeten plaatsen, plekken binnen een gebouw die misschien helemaal nergens voor worden gebruikt. Of net de plaatsen waar we regelmatig gebruik van maken, maar er niet bij stilstaan. 
 2.1.1 Non-plaatsen Non-plaatsen zijn een gevolg van globalisering en, zoals Marc Augé het noemt, supermoderniteit. De constante overvloed aan gebeurtenissen en evenementen heeft ervoor gezorgd dat we een nood hebben om alles een betekenis te geven. "This need to give a meaning to the present, if not the past, is the price we pay for the overabundance of events corresponding to a situation we could call 'supermodern' to express its essential quality: excess" (Augé 1995). Volgens Augé moet een plaats aan bepaalde voorwaarden voldoen om een echte plaats genoemd te kunnen worden. Plaatsen zijn "places of identity, of relations and of history.” (Augé, 1995). Hieruit volgt dat ruimtes die geen identiteit hebben, geen sociale en historische relatie, geen echte plaatsen zijn. Deze ruimtes noemen we non-plaatsen. Het zijn plaatsen waarin de mensen anoniem blijven. Men gaat op in de ruimte en de mensen. Een persoon wordt er slechts gereduceerd tot zijn functie. Een reiziger, passagier, klant, een wachtende persoon in een rij. Er doen zich geen gebeurtenissen voor die van belang zijn voor de personen of voor de rest van de maatschappij. Het interessante aan deze non-plaatsen is dat we ze wereldwijd tegenkomen, en ze wereldwijd zeer gelijkend zijn. We spreken dan over plaatsen als trein- en metrostations, luchthavens, tankstations, wassalons, parkeergarages, … Stuk voor stuk plaatsen die op zichzelf geen echte meerwaarde bieden aan de maatschappij. Hun functie is belangrijk, maar de plaats an sich biedt geen meerwaarde. Een goed voorbeeld hiervan zijn de luchthavens. Je vertrekt uit je eigen vertrouwde omgeving en laat deze volledig achter je wanneer je naar een ander werelddeel reist. Als je net aankomt is hier echter nog maar weinig van te merken. Je komt een gebouw binnen dat waarschijnlijk vrij gelijkend is aan hetgeen waaruit je vertrok. Er hangt eenzelfde sfeer, er is een gelijkaardige indeling. Bijna overal ter wereld zal je een vergelijkbare situatie aantreffen. Omwille van globalisering en modernisering komen non-plaatsen steeds vaker voor. Zonder context is het niet altijd mogelijk af te leiden waar ter wereld deze plaats zich bevindt. Moderne architectuur wordt in het algemeen steeds meer gebaseerd op internationale normen en minder op lokale tradities. Dit fenomeen wordt versterkt binnen een bepaalde groep van locaties, voornamelijk diegene die met transport te maken hebben. Non-plaatsen worden dikwijls niet opgemerkt omdat men er weinig tijd en vooral weinig aandacht aan besteed. Maar ze zijn overal. Ze geven je een gevoel van herkenning, al ben je er nog nooit geweest. Dit doet zich ook op kleinere schaal voor. Wanneer je in de stad Antwerpen in enkele metrostations bent geweest, zal je allicht ook in de andere, onbekende metrostations dat gevoel van herkenning hebben. Daarnaast bieden non-plaatsen een interessant perspectief wat betreft de personen die je er tegen het lijf loopt. Wanneer je een klein beetje aandacht besteed aan de mensen rondom je zal je merken dat de meeste personen zich op een gelijkaardige manier zullen gedragen. Deze mensen zijn vreemden voor elkaar, ze hebben geen contact, komen mogelijks uit totaal verschillende werelden. Toch zijn deze mensen op dezelfde tijd op dezelfde plaats. Samengebracht door een gemeenschappelijke noodzaak gedragen ze zich op eenzelfde manier. De enige relatie tussen hen is de ruimte. 
 2.2 Motivatie 
Ik heb besloten om als genre voor dit project architectuurfotografie te nemen. Doorheen de jaren is gebleken dat dit soort opdrachten mij het beste afgingen en dat het zeer goed aansluit bij mijn manier van werken. Ik wilde echter niet louter gebouwen gaan fotograferen. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een onderwerp dat mij aanspreekt en heb ik geprobeerd die twee te combineren in dit project. Als onderwerp heb ik voor non-plaatsen gekozen. Plaatsen als trein- en busstations, luchthavens en wachtzalen… hebben voor mij altijd een speciale, vreemde sfeer gehad die je op niet veel andere plaatsen tegenkomt. Ik denk dat deze sfeer door verschillende factoren wordt veroorzaakt. Er doet zich vaak een uiterst vreemde combinatie van mensen en gebeurtenissen voor. Op een internationale luchthavens zie je zoveel soorten mensen die allemaal in een andere tijdzone leven op hetzelfde moment, op dezelfde plaats. Mensen die totaal andere levens leiden en elkaars pad toevallig kruisen in een station. Het feit dat als je een beeld van een non-plaats ziet, je niet kan zeggen wat er zich achter die deur naar buiten bevindt. Stuk voor stuk elementen die bij mij vragen doen rijzen rondom deze locaties en de mensen die zich erin bevinden. De stad Antwerpen heb ik als locatie gekozen omwille van zijn verscheidenheid. De buurten die zo verschillend zijn, maar waar de metrostations toch zeer gelijkaardig zijn. Het drukke stadscentrum, de Schelde met zijn kaaien en het havengebied bieden ieder een waaier aan verschillende non-plaatsen. En na jaren in deze stad te studeren is het toch ook een beetje mijn thuis geworden. 
 2.3 Moodboard 
3 Genre-onderzoek: architectuurfotografie
 3.1 Binnen de geschiedenis van de fotografie
 Niépce en het eerste beeld Architectuurfotografie ontstond samen met het allereerste blijvende beeld. Joseph Nicéphore Niépce legt in 1826-1827 het uitzicht uit zijn werkkamer vast. Hij doet dit in een belichtingstijd van maar liefst acht uur en noemt dit beeld La Cour du Domaine du Gras. Het beeld omvat slechts enkele daken en een openstaand raam. Toch is het een cruciaal beeld in de geschiedenis van de fotografie. Voorheen werden namelijk al vaker foto’s gemaakt. Men slaagde er echter nooit eerder in een beeld blijvend te bewaren, deze eerdere pogingen vervaagde telkens na een tijdje. Henry Fox Talbot Iets later in Engeland was het uitvinder en fotograaf Henry Fox Talbot die voor belangrijke ontwikkelingen in de fotografie zorgde. Hij creëerde de calotypie, maakte beelden en afdrukken van voornamelijk architecturale aard. In 1835 maakt hij het beeld “Latticed Window at Lacock Abbey”, een van zijn bekendste werken. Daguerre en de beginjaren In de beginjaren van de fotografie werd er voornamelijk aan architectuurfotografie gedaan. Dit is te wijten aan het feit dat de technieken die in deze tijd werden gebruikt een zeer lange belichtingstijd nodig hadden. Architectuur verleende zich daarom als ideale onderwerp in deze beginfase. Louis Daguerre maakte in 1839 een beeld van de Boulevard du Temple in Parijs. Het eerste scherpe beeld dat hij weet te maken met zijn eigen techniek de Daguerreotypie. Bovendien was het ook de eerste keer dat een persoon op foto werd vastgelegd. De lange belichtingstijd zorgt ervoor dat voorbijgangers niet konden worden vastgelegd. De schoenpoetser bleef echter voor langere periode op dezelfde plaats staan, daardoor is hij wel in beeld. Halverwege de negentiende eeuw werd fotografie pas een echte trend. De beschikbaarheid van de Daguerreotypie, die in 1839 aan het grote publiek werd voorgesteld, was een reden voor de toenemende populariteit. De evolutie in de fotografische processen en de veranderingen van de maatschappij en de steden zorgden voor interessante taferelen. Doordat het medium zo veelvuldig werd gebruikt is het een uitstekend middel om culturele veranderingen over de tijd heen en in de verschillende gemeenschappen te vergelijken. Figuur 1 La Cour du Domaine du Gras, Joseph Niépce, 1826 Figuur 2 Latticed Window at Lacock Abbey, Henry Fox Talbot, 1835 Figuur 3 Boulevard du Temple Parijs, Daguerre, 1839. 8 Frankrijk in 1850 Een voorbeeld hiervan is de Missions Héliographique, een project dat in 1851 werd opgestart door de Franse overheid, met name de Commission des Monuments Historiques. Het doel is om alle monumenten en bekende gebouwen vast te leggen op beeld. Voorheen was men afhankelijk van architecturale tekeningen, maar fotografen konden de klus veel sneller klaren dan tekenaars. Specifiek aan deze tijd was dat beelden zowel als documentatie als kunst gezien werden. De beelden gecreëerd voor dit project moesten in eerste instantie dienen om de overheid te informeren over de staat van de monumenten, maar werden ook tentoongesteld als kunstwerken. Voor het project werden de volgende fotografen geselecteerd: Édouard Baldus, Hippolyte Bayard, Gustave Le Gray, Henri Le Secq, en Auguste Mestral. Niet toevallig allemaal leden van Le Société Héliographique of ’s werelds eerste fotografische gemeenschap. Ze werd in 1851 opgericht en zorgde voor grote verandering in de wereld van de fotografie. Zo’n veertigtal fotografen, wetenschappers en intellectuelen kwamen samen en deelden hun kennis en ideeën. Met als doel fotografie sneller te laten evolueren en beter te integreren in de samenleving als geheel. Dit project stond slechts een drietal jaar, waarna het werd vervangen door Société Française de Photographie, die tot op vandaag nog steeds bestaat. Architecturale documentatie Albert Lévy was zowel in Europa als in de Verenigde Staten actief, voornamelijk in de jaren 1870-1890. Hij bouwde een aanzienlijke catalogus uit waarin hij de architectuur van beide werelddelen verzamelde. Hij was dan ook een van de eerste fotografen die op beide een studio had. Lévy focuste vooral op nieuwe architectuur van belangrijke architecten. Zijn meest invloedrijke werk was waarschijnlijk zijn architecturale serie uit de jaren 1870. De reeks wordt simpelweg “Albert Lévy’s architecturale fotografische reeks” genoemd. Deze was gevuld met albumine prints van architectuur in de Verenigde Staten en verschillende landen in Europa waaronder Duitsland en Frankrijk. Lévy laat een uitgebreide collectie aan beelden na, die een interessante kijk op de architectuur in de negentiende eeuw oplevert. Doordat hij geruime tijd actief was en op zoveel verschillende locaties fotografeerde brengt dit een mooi overzicht voort van de situaties en vernieuwingen waarvan hij getuige was. Figuur 4 [Romeinse Ark bij Orange], Baldus, 1851. Figuur 5 Portail Milieu d' Aubeterre, Le Gray, 1851. Figuur 6 245-247 Commomwealth, Lévy, 1883. 9 Verandering 1900 Aan het begin van de twintigste eeuw duikt de term “straight photography” op. Het wordt gebruikt door een groep fotografen die zich wil afzetten tegen het picturalisme. Onder andere Edward Steichen en Alfred Stieglitz pleitten dat het medium wordt aanvaard zoals het is en niet aan andere kunstvormen, zoals de schilderkunst, gelijkgesteld moet worden. De volgende decennia wint deze pure fotografie aan populariteit. Steeds meer fotografen focussen zich op het creëren van scherpe en gedetailleerde beelden. Eén van de fotografen die hierdoor sterk werd beïnvloed is de Amerikaan Paul Strand. Hij is onder andere bekend omwille van zijn grafische stadsbeelden waarin hij een bepaalde afstand behoudt. Door deze afstand lijkt hij niet in interactie te treden met het tafereel dat hij vast legt en beïnvloedt hij zijn onderwerp niet. Alsook slaagt hij er vaak in om een optisch effect van vervlakking te creëren. Dit is onder meer te zien in wellicht zijn meest bekende werk Wall Street (1915). Strand springt zeer zorgvuldig om met de schikking van vlakken en lijnen, met lichte en donkere partijen in het beeld. Modernisering twintigste eeuw Het feit dat fotografie werd gebruikt als een soort spiegel van de samenleving was al langer bekend. In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw kende dit een echte opleving. Na de Grote Oorlog was er sprake van een enorme golf van modernisering en werd de wereld opnieuw opgebouwd. Dit was voor kunstenaars en met name architectuurfotografen een uitgelezen kans om hun kunnen te tonen. Eugène Atget begint in 1898 met het fotograferen van het Parijse straatleven en de architectuur. Hij brengt de modernisering in beeld, met name de gebieden die zouden verdwijnen of in verval raken als gevolg van de modernisering. Atget had grote invloed op Berenice Abbott, al pakte zij het net iets anders aan. Ze legde weliswaar de veranderingen van de jaren dertig in New York vast, maar in plaats van te tonen wat er aan het verdwijnen was toonde ze het nieuwe leven. De nieuwe technologieën en manier van leven, de moderne ‘urban’ architectuur. New York by Night (1932) is waarschijnlijk haar meest bekende beeld. Op 20 december 1932 tussen 16:30 en 17:00 vastgelegd vanop de Empire State Building met een belichtingstijd van vijftien minuten. De overgang van dag naar nacht, terwijl de duisternis al over Manhattan valt en de mensen nog in hun kantoren aan het werk zijn. Dit is de nieuwe manier van leven in de Verenigde Staten. Ze was een zeer belangrijk persoon in het vastleggen en tonen van de Amerikaanse stadsverandering, veroorzaakt door de menselijke benadering van stadsplanning en architectuur. Abbott blijft het veranderende New York fotograferen in de jaren dertig en publiceert later het boek Changing New York. Figuur 7 Wall Street, Strand, 1915. Figuur 8, Atget,Parijs 1924. Figuur 9 New York by Night, Abbott, 1932. 10 Nasleep WO II Iets later in Nederland was de Rotterdamse architectuurfotograaf Gerrit Burg bezig met het vastleggen van zijn eigen stad. Hier legde hij een groot aantal plaatsen en gebouwen vast die kenmerkend waren voor zijn Rotterdam. In deze tijd werden er vaak verbonden gesloten tussen architecten en fotografen. En omdat fotografen niet snel ver reisden om foto’s te maken waren deze vaak met mensen in hun eigen regio. H. Baan en J. Wils zijn enkele van de architecten waarvoor Burg regelmatig beelden maakte. Burg bracht de oorlogsverwoesting en de wederopbouw van Rotterdam in kaart na de Tweede Wereldoorlog. Deze wederopbouw in de jaren veertig en vijftig zorgde voor een opleving van de architectuurfotografie waarbij steeds vaker architectuurfotografie wordt gebruikt in lifestylemagazines. New Topographics In 1975 in New York wordt een tentoonstelling gehouden genaamd New Topographics: Photographs of a Man-Altered Landscape. Een tentoonstelling die, ondanks zijn geringe succes, wereldwijd vele fotografen beïnvloedde en tot op vandaag een belangrijke rol speelt in de fotografie. Werk van verschillende fotografen werd er samengebracht. De exposanten werden later in de jaren 80 als voorlopers en inspiratiebronnen gezien. Dit is te wijten aan het feit dat er geen traditionele natuurlandschappen te zien waren, zoals dat werd verwacht in deze tijd. Het was geen pure reportagefotografie zoals deze de overhand had. In plaats daarvan lag de nadruk op de “man-altered landscapes”: door de mens gecreëerde en beïnvloedde landschappen. In het algemeen kon men er vele banale taferelen zien die in 1975 als vrij nieuw werden ervaren. Hierdoor waren de beelden die deze fotografen maakten niet louter landschappen, maar toonden ze de evolutie van hun cultuur. Frank Gohlke bracht vooral de infrastructuur in beeld, het Becher echtpaar en Lewis Baltz toonde dan weer voornamelijk industriële sites. Robert Adams en Joe Deal zorgden ervoor dat ook de suburbanisatie vastgelegd werd. Daarnaast vestigt Nicholas Nixon zijn aandacht op de stedelijke densiteit. De verlaten straten en “trailer parks”, kantoorgebouwen en magazijnen in industriegebieden komen allemaal in beeld. En ondanks deze wijde variatie aan onderwerpen werd er over de gehele expositie een bepaalde stijl gehanteerd. Alles werd in beeld gebracht zoals het in de realiteit was. De beelden waren zeer neutraal, afstandelijk en descriptief. Figuur 10 Filtergebouw Maastunnel Rotterdam, Burg, 1941. Figuur 11 Water Towers USA, Becher, 1988. Figuur 12 Interstate 25, Eden, Colorada, Adams, 1968 11 Stadsgezichten Naast zijn portretten en scènes in regenwouden is Thomas Struth vooral bekend om zijn stadsgezichten. Hij studeerde aan de kunstacademie van Düsseldorf, waar hij studeerde onder kunstenaars als Gerhard Richter en Hilla en Bernd Becher. Struth begint als fotograaf met de verlaten straten van Düsseldorf in beeld te brengen. Hij fotografeert in zwartwit en neemt altijd hetzelfde centrale standpunt in van het midden van de straat. Later trekt hij naar New York en vele andere steden om ook deze in beeld te brengen. Langzaamaan wijkt hij uit van zijn standaard zwartwit beeld en centraal perspectief en begint hij ook kleurenbeelden te maken en verschillende standpunten in te nemen. In deze onderzoeken van de steden worden de veranderingen van de maatschappij zichtbaar in de veranderende omgeving en architectuur. Alsook de verschillen in karakter van de verschillende stadsdelen en de structuur van de stad die hiermee samenhangt. Figuur 13 Clinton Road London, Struth, 1977. 
3.2 Binnen de hedendaagse fotografie 
Todd Eberle Eberle gaat op zoek naar details en texturen, hoekjes en kantjes die niet in het oog springen en vaak genegeerd worden. In zijn beelden is de controle van de fotograaf voelbaar aanwezig. Het is duidelijk dat hij symmetrie en de juiste verhoudingen in een beeld belangrijk vindt. Vooral zijn minimalistische architectuurbeelden geven een nieuw inzicht in de gebouwen. Hij brengt onderwerpen als de textuur van een bepaalde ondergrond, onderdelen van liften of andere elementen, of plafonds in beeld. Stuk voor stuk aspecten die in het voorbijgaan vaak over het hoofd gezien worden. Hij duikt in zijn bouwwerken en gaat opzoek naar elementen die belangrijk zijn voor het geheel, maar vaak niet erkend worden. Eberle is “proposing fresh ways of seeing, thinking about, and interpreting architecture" (Joseph P. Rosa, 2011). In de meeste van zijn beelden vinden we prachtige, felle kleuren terug. Figuur 14 Planalto Palace, Sao Paulo, Brazilië, Eberle. Figuur 15 Palace of Itamaraty I, Brazilië, Eberle. Figuur 16 New York, Eberle, 2005. Figuur 17 Le Corbusier, India, Eberle. 13 Iwan Baan Iwan Baan is een Nederlandse fotograaf die na zijn studie verder ging binnen de documentairefotografie. Later werd dit ingeperkt tot zijn interesse in de interacties tussen personen, gemeenschappen en maatschappijen en de manier waarop deze samengaan met de architectuur rondom hen. Baan werkt vaak in opdracht van architecten om hun bouwwerken vast te leggen op beeld als ze net of nog net niet klaar zijn. Toch keert hij bijna altijd later weer terug naar deze plaatsen om te zien wat voor invloed het op de omgeving heeft. Wat hij echt interessant vindt is hoe mensen er gebruik van maken, hoe het een eigen leven begint te leiden. Baan is niet iemand die simpelweg de architectuur vastlegt. In zijn beelden vertelt hij over het leven en de interacties die binnen de architectuur voorkomen. Hij doet onderzoek, werpt er een documentaire blik op en gebruikt de architectuur als kader voor zijn eigenlijke onderwerp. Hij is opzoek naar dieper inzicht in de locaties, maar het is toch de onvoorspelbaarheid van het echte leven die het interessant houdt. “People interact with their surroundings in ways fully out of control of the architect and city planner. I was interested most in how people inhabit the city, and adapt their surroundings to their needs. Much of life takes place in the corners, fringe and pockets of the city, as opposed to the grand, open plazas intended for interaction.” (Baan) Figuur 18 Reimagining the Workplace, Baan. Figuur 20 Pearling Path Bahrain, Baan, 2019. Figuur 19 Rolex Leaning Centre, EPFL, Lausanne, Baan, 2010. 14 Bert Danckaert De fotografie van Bert Danckaert sluit aan bij het conceptuele en het minimalisme. Vele van zijn beelden komen heel eenvoudig over, al zijn ze heel precies uitgekiend in wat wel en niet getoond wordt. Het interessante aan zijn werken is dat door de ‘ongeziene’ plaatsen te fotograferen het niet altijd duidelijk is waar, of zelfs op welk werelddeel, hij zich bevindt. Danckaert keert zich af van hetgeen men als interessant beschouwd. Hij richt zijn camera op vergeten hoekjes, ongeziene plekjes en non-plaatsen. Op deze manier toont hij ons de stukjes van de stad die we nog nooit hebben gezien, al komen we er nog zo vaak langs. Hij slaagt erin een twee dimensioneel landschap te creëren. Zijn beelden hebben weinig of zelfs geen diepte. Hij houdt het zeer afstandelijk en neutraal. Het zijn vlakke beelden van een ondiepe ruimte en zijn daarmee niet wat men doorsnee verwacht. Danckaert maakt afwijkende kunst. Figuur 21 Simple Present, Danckaert, 2011. Figuur 24 Simple Present, Danckaert, 2007- 2013. Figuur 25 Simple Present, Danckaert, 2007 – 2013. Figuur 22 Danckaert. Figuur 23 Danckaert. 
 4 Inspiratiebronnen
 4.1 Binnen de (hedendaagse)fotografie 
Walter Niedermayr Walter Niedermayr is een van de fotografen die voor mij een grote inspiratie is. Ik kijk met bewondering naar zijn prachtige berglandschappen, bruggen en bouwwerven. Op zijn website is ook het project “Raumfolgen” te zien waarin hij onder meer ziekenhuizen en gevangenissen fotografeert. De sfeer die hij in deze beelden weet te leggen is uiterst bizar. Een koud, bijna huiveringwekkend gevoel met zich meebrengend zijn deze beeld zeer inspirerend voor mijn eigen reeks. Voornamelijk de gangen met wachtruimtes zijn voor mij herkenbaar in het verhaal van een gebrek aan identiteit hebben. Zowel met als zonder personen aanwezig in het beeld vertellen ze dit verhaal. De lege gangen tonen ons dat er zich geen activiteiten in afspelen, er gebeurt niets, er is niemand. Je voelt de bevreemdende sfeer van de mensen die er slechts snel doorheen wandelen en daarna weer verdwijnen uit deze omgeving. Ze willen er niet meer tijd in doorbrengen dan nodig is om op hun bestemming te raken. Hetzelfde wordt nog maar eens verstrekt in de beweging van de voorbijganger in andere beelden, de personen zijn onherkenbaar en anoniem. Figuur 27 Les Deux Alps 80, Niedermayr, 2018. Figuur 28 Artefakte 10, Niedermayr, 2002. Figuur 26 Artefakte 44, Niedermayr, 2002. 16 Figuur 31 Raumfolgen, Niedermayr, 2005. Figuur 29 Raumfolgen, Niedermayr, 2001. Figuur 30 Raumfolgen, Niedermayr, 2001. 17 Olawale Sanni Olawale Sanni is een freelancefotograaf uit Chicago die ik via sociale media ontdekt heb. Op zijn profiel ben ik meerdere beelden tegengekomen die voor mij een bron van inspiratie kunnen vormen bij dit project. Beelden die soms vrij abstract zijn, waar hij interessante kadrages maakt en slechts bepaalde delen of hoeken van een gebouw in beeld brengt. Ik besef dat de beelden die ik hier aanhaal soms vrij minimalistisch zijn en veel in detail treden. Dit zal zeker een punt zijn waarbij ik toch een verschil zal moeten creëren tussen Sanni’s beelden en degene die ik in dit project zal presenteren. De beelden die ik hier bekijk zijn zeer interessant, toch zal ik er mij niet te veel op mogen toespitsen en genoeg ruimte en diepte moeten creëren. Figuur 34 Put it in Park, Sanni. Figuur 33 Trapped in you Mind, Sanni. Figuur 32 The Silver Lining, Sanni. 18 Stefan Bleihauer Deze Duitse fotograaf vestigt zijn aandacht onder andere op industrie en havens in zijn reeks “Amber”. Locaties in de eerste plaats gebouwd met het oog op functionaliteit, grote partijen staal en beton. Deze locaties zijn voor vele mensen niet interessant, enkel praktisch. Het is niet van groot belang hoe ze er uit zien. Bleihauer vindt net hierin prachtige beelden. Hij gaat op zoek naar motieven en kleuren, maakt er abstracte beelden mee. Hij neemt vaak onderdelen van het grote landschap uit hun context door ze te isoleren. Dit maakt het uiterst interessant en doet de vraag rijzen naar wat er allemaal nog meer is. Maar voornamelijk haal ik inspiratie uit de reeks die hij “Blackbox” noemt. Beelden genomen op non-plaatsen: wegen, bruggen en de luchthaven van Berlijn. Het meest interessante voor mij aan zijn beelden is dat hij net datgene in beeld brengt waar men overheen kijkt. Mensen zijn vaak te druk bezig met het bereiken van hun bestemming dat ze onderweg niet al te veel aandacht hebben voor hun omgeving. Ik bewonder hoe hij een gevoel van rust weet te creëren op deze locaties. Het zijn plaatsen die we gevuld met mensen kennen. Bleihauer weet ze volledig verlaten in beeld te brengen. Dit in combinatie met de zachte kleuren en lijnen in deze reeks brengen rust. Het feit dat deze locaties zo verlaten zijn geeft een bevreemdende sfeer aan de beelden. Figuur 35 Blackbox, Bleihauer, 2014. Figuur 36 Amber, Bleihauer, 2013. 19 Matthias Heiderich Matthias Heiderich is een fotograaf die mij vooral aanspreekt omwille van zijn kleurrijke stadsgezichten. Beelden variëren van zeer minimalistische pure architectuur tot stadsgezichten met aanzienlijk veel detail, kleur en textuur. Vele van zijn beelden zijn in steden of de industriële regio’s errond genomen. Plaatsen waar veel mensen komen, ook al zijn ze niet te zien in de beelden. Hij leerde zichzelf de kunst van het fotograferen en begon door de grijze, monotone stad Berlijn op een kleurvolle manier in beeld te brengen. Later zet hij dit concept verder op andere plaatsen en in andere steden. “I see it as part of my photographic work to find colourful spots in the city and I’ve spent a lot of time during the last few years finding as many as possible in Berlin.” (Heiderich, 2016) Hij gaat op zoek naar kleurrijke elementen en fotografeert deze tegen een helderblauwe hemel. Op deze manier creëert hij veel contrast en felle kleuren. Veelal worden zijn beelden bijna een grafisch spel van lijnen en kleurvlakken. Dit aspect is niet per se iets wat betrekking heeft op mijn persoonlijke werk. Wat mij vooral aanspreekt in deze beelden is de keuze van de locaties en de manier waarop hij deze veelzijdige omgevingen in beeld brengt. Veel voorkomend gaat het om drukke plaatsen met veel kleur, toch ervaar ik ze als rustig voor het oog. Na verschillende van zijn reeksen bekeken te hebben merk ik dat er, ondanks zijn herkenbare stijl, vrij veel variatie in de beelden terug te vinden is. Ik waardeer hoe hij erin slaagt om zowel deze grafische en kleurrijke beelden, alsook zeer rustige beelden, meer richting het monotone en minimalisme, te combineren. Rechtstreekse inspiratie voor mijn projecten haal ik vooral uit de tweede soort. Ik vermoed dat dit er mee te maken heeft dat dit dichter bij mijn eigen werk aanleunt. Beelden die iets rustiger zijn, minder felle kleuren en minder fel licht bevatten zijn treffender voor mijn eigen werk. De ideeën achter de beelden zijn zeer interessant. Vegen kleur vinden in een grijze stad. In zijn reeks Materials II spreekt hij over praktische plaatsen die als overgang moeten dienen naar andere plaatsen. We zien doorgangen, wegen en vooral trappenhuizen. Het is een concept dat vrij dicht aansluit bij mijn eigen ideeën rondom de non-plaatsen. Figuur 37 Summa, Heiderich, 2018. Figuur 38 Material II, Heiderich, 2016. Figuur 40 Summa, Heiderich. Figuur 39 Material, Heiderich. 20 Mark Power “26 Different Endings, which depicts those landscapes unlucky enough to fall just off the edge of the London AZ, a map which could be said to define the boundaries of the British capital.” (Power) Met deze kaart ging Power op zoek naar de plaatsen die er net niet meer op staan. Hij is er zich heel erg van bewust hoe dit telkens weer kan veranderen met elke nieuwe uitgave. Dat er ergens een persoon is die de beslissing neemt waar de grens valt. Welk deel van het landschap niet meer de moeite waard is om binnen de grenzen van Londen gerekend te worden. Of ook wel de grens van erbij horen of buitengesloten worden. De beelden stralen een sfeer van verval, verlatenheid en een verloren toekomst uit. Als kijker denk ik te kunnen begrijpen waarom net deze plaatsen er niet meer bij horen. We zien rommelige garages die ooit een meerwaarde boden. De typische rode bussen geparkeerd omdat hun dienst erop zit. Een tennisbaan die niet gebruikt lijkt te zijn in lange tijd. Stuk voor stuk vage overblijfselen van wat ooit grote dromen en verwachtingen waren. De plaatsen die we zien kunnen naar mijn mening vaak als non-plaatsen beschouwd worden. Het zijn de absolute uithoeken van Londen. De grens waar het overgaat in het onbekende. In de hele reeks is geen enkele persoon te zien, toch zijn de beelden gevuld met menselijke aanwezigheid. Dit geeft voor mij weer hoe het als een non-plaats beschouwd zou kunnen worden. Maar benadrukt anderzijds ook de triestigheid van het landschap. Als ik naar deze beelden kijk krijg ik het gevoel dat ik erin kan treden en zelf op ontdekking kan gaan. Je voelt dat Power voor ons een frame creëerde in het landschap. Hij toont ons hetgeen we niet zien, en geeft ons de kans het te ontdekken in zijn beelden. Wat ik erg waardeer in deze beelden is hoe ze gekadradeerd zijn. Je voelt hoeveel aandacht eraan is besteed. Er is bijna altijd een duidelijk lijnenspel te volgen dat je in het beeld trekt. Het zachte licht dat op de onderwerpen valt in combinatie met een grijs wolkendek weerspiegelt voor mij nog maar eens de treurigheid van het landschap. Er is geen zon te bespeuren om de boel op te vrolijken. Dit geeft een gevoel van afzondering van de rest van de wereld. Van buitengesloten worden. Figuur 41 26 Different Endings, Power, 2003-2007. Figuur 43 26 Different Endings, Power, 2003-2007. Figuur 42 26 Different Endings, Power, 2003-2007. 
 4.2 Binnen andere kunstvormen 
Marek Jarotta Marek Jarotta is een Slovaakse kunstenaar. In zijn tekeningen en schilderwerken zijn vaak nonplaatsen en ‘tussenplaatsen’ te zien Zijn vroegere werk neemt een gelijkaardig standpunt in dan wat ik met dit project probeer te realiseren. We zien wachtruimtes en trappen, bankjes en balies. “At the heart of my work is a paradox. You can’t find one person in my pictures, just abandoned spaces which are disappearing in grey noise. Only footprints and fragments remain. The sturdy, durable matter of architectural bodies becomes an ephemeral, transient element somewhere on the interface between abstraction and reality. It is like time stops in waiting rooms and gateways as we journey from point A to B.” (Jarotta, 2016) Voor mij omschrijft dit precies wat er gebeurt in deze non-plaatsen. Je bent op een plaats met als enig doel naar een andere plaats reizen. Je wacht, de tijd verstrijkt maar niets veranderd. De vele mensen die zich daar met jou bevinden zijn allemaal hetzelfde. Ze maken als het ware deel uit van de ruimte, deze personen zijn altijd aanwezig. Het wordt pas echt interessant als de ruimte leeg is, dit creëert een bevreemdende sfeer. Het geeft ons het gevoel dat er iets grondig mis is. Dit is nu net hetgeen Jarotta in zijn werken toont. De ruimtes zoals ze zijn op zichzelf, zonder de invloed van mensen. Het zijn geen exacte weergaven van locaties. De ruimtes gaan op in het niets of hebben vervaagde plekken. Ik bewonder zijn kunnen om het gevoel van het wachten in een non-plaats in zijn werken weer te geven. Het concept wordt in de tekeningen echt zichtbaar. In zijn latere werken zien we dat zijn aanpak iets veranderd. Hij creëert nu geen verlaten non-plaatsen, maar meer de alledaagse scenario’s die zich er voordoen. We zien mensen wachtend op een vlucht, de roltrap nemend, zich haasten om de trein te halen. Ook deze beelden zijn voor mij een zeer interessante kijk op de ruimtes en geven meer inzicht in het menselijk handelen daarbinnen. Figuur 46 Almost Home, Marek Jarotta, 2019. Figuur 44 Departure, Marek Jarotta, 2016. Figuur 45 Nonplaces 20, Marek Jarotta, 2013. 
5 Eigen project
 5.1 Productie
 Dit project is gestart in het station Antwerpen-Centraal en in de metrostations errond. Ik ben hier begonnen met fotograferen met het idee van non-plaatsen in mijn hoofd. Omdat ik nog geen exacte locatie in gedachten had ben ik naar verschillende plaatsen in de omgeving en naar verschillende stations getrokken. Mijn voortgang werd echter sterk onderbroken door de pandemie. Ik was niet meer in staat in stations en op andere drukke locaties te fotograferen. Dit probleem heb ik proberen oplossen door het project aan te passen, ik heb verschillende andere, gelijkaardige ideeën getracht. Uiteindelijk bleek dat mijn eerste insteek, de non-plaatsen, toch de meest interessante was. De beste oplossing leek om de quarantaine uit te zitten en daarna verder te werken aan de non-plaatsen, deze keer gelimiteerd tot de stad Antwerpen. Ik ben aan dit eindwerk begonnen door simpelweg naar het centraal station te gaan, er te zoeken naar interessante plaatsen en veel beelden te maken. Ik deed daarna hetzelfde in de omgeving rond het station en de metrohaltes die zich onder de grond bevinden. Hoe meer beelden ik had, hoe duidelijker het project zich begon te vormen in mijn hoofd. Zo kon ik doeltreffender te werk gaan. Leerde ik niet op objecten, maar op de ruimten zelf te focussen. Na redelijk wat plaatsen die met openbaar vervoer te maken bezocht te hebben, probeerde ik het ook wat anders aan te pakken. Het was niet de bedoeling dat dit een eenzijdige reeks over tram en trein zou worden. Om deze redenen trok ik richting de haven, parkings, parkeergarages, de fietstunnel naar Linkeroever en wandelde ik door de stad op zoek naar verborgen plekjes. Deze plaatsen bleken iets lastiger te zijn dan verwacht. Zoals ik eerder al aanhaalde zijn non-plaatsen voor mij duidelijker identificeerbaar in afgesloten ruimtes. Dit maakte het in de stad en het havengebied moeilijk voor mij om de ruimtes op zichzelf in beeld te brengen. Ook is er een groot contrast tussen de beelden die buiten en binnen gemaakt zijn. De sfeer en belichting is zo verschillend dat ze moeilijk te combineren zijn, ook al zijn ze in vele opzichten gelijkaardig. Om deze reden heb ik er dan ook voor gekozen om op de expo enkel beelden die binnen genomen zijn te gebruiken. Dit zijn voor mij de plaatsen waar het gevoel van een non-plaats het sterkst binnenkomt en naar mijn mening ook de sterkere beelden in de reeks. Omdat het niet enkel om overdekte ruimtes gaat heb ik er wel voor gekozen het expoboek aan te vullen met beelden die in de haven en op andere openlucht locaties in de stad genomen zijn.
 5.2 Beelden
 6 Besluit
 Uit dit onderzoek concludeer ik dat het begrip non-plaats een niet-eenduidige term is. Ze laat ruimte voor interpretatie. Door naar beelden te kijken van Mark Power, Stefan Bleihauer, Matthias Heiderich en Marek Jarotta heb ik verschillende standpunten leren kennen en heb ik mijn eigen visie kunnen aanscherpen. In dit project heb ik geprobeerd om weer te geven hoe ik persoonlijk non-plaatsen zie. Als grote ruimtes waarin je verloren raakt, in de omgeving en in de mensen. Je wordt door meerdere barrières van de echte wereld afgezonderd. Je verliest je identiteit en wordt er anoniem. Net als elke andere aanwezige word je gereduceerd tot je functie binnen de ruimte. Het zijn plaatsen waar we niet zijn, maar waar we deel van zijn. Hoeveel tijd we er ook in doorbrengen, mensen zijn niet belangrijk in non-plaatsen. In mijn beelden zijn ze omwille van deze redenering niet zichtbaar. Het zijn beelden waarin elke persoon kan worden ingebeeld, en hij zal hier op zijn plaats zijn. Persoonlijk ervaar ik dit idee heel sterk in locaties die met verplaatsingen te maken hebben. Plaatsen waar we enkel tijd in doorbrengen omdat we eigenlijk op weg zijn naar een andere plaats. Hierom is het project grotendeels opgebouwd uit beelden in het openbaar vervoer, tunnels, wegen en trappen. 
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Non-Places, Antwerpen.
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Non-Places, Antwerpen. 
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Laatste nieuwe beelden, verschillende locaties in Antwerpen. 
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Voorlopige beelden non-spaces in Antwerpen. (1/3)
1 note · View note
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Voorlopige beelden non-spaces in Antwerpen. (2/3)
1 note · View note
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Voorlopige beelden non-spaces in Antwerpen. (3/3)
1 note · View note
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Eerste beelden. 
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Hier nog enkele beelden genomen aan het station van Turnhout. Dit is een klein station en ik ben er dan ook achter gekomen dat dit niet heel erg geschikt is voor het project. De beelden die ik heb kunnen nemen zijn zowel van het perron zelf als de voor- en zijkant van het stationsgebouw, niet echt ‘onbekende’ kanten van het station dus.
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
© Stefan Bleihauer
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Inspiratiebeelden door  © Wale Sanni
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Inspiratiebeelden door  © Matthieu Venot en  © Robert Schlaug
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Inspiratiebeelden door  © Bert Danckaert
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Eerste beelden van de kerk in Weelde.
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Eerste beelden gemeentehuis, lagere school en parochiezaal Weelde. 
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Eerste beelden sporthal Weelde.
0 notes
kimberleyrutsblog · 4 years
Text
Aangepaste Projectomschrijving
“Voor dit eindwerk wil ik graag een architecturale reeks maken. Maar voor mij draait architectuur om meer dan enkel mooie bouwwerken. Ik wil graag de kleine hoekjes en kantjes en details van en gebouw of locatie in beeld brengen. Dingen die mensen in hun haast misschien niet eens opmerken, of er geen aandacht aan besteden omdat ze het niet interessant genoeg vinden.”
Het oorspronkelijke idee van mijn eindwerkplan kan en wil ik nog graag behouden. De locaties waar ik dit zal proberen realiseren zullen aan de omstandigheden aangepast moeten worden. In plaats van verborgen hoekjes en kantjes in grote, publieke plaatsen te fotograferen zal ik nu op zoek gaan naar deze plekjes in mijn eigen dorp.
Ik woon al mijn hele leven in het dorpje Weelde, en ik wil het graag op een andere manier tonen dan men gewend is. Ik zal dit doen door vergeten plekjes en onopvallende, oninteressante hoeken van de gekende gebouwen en locaties in beeld te brengen.
Om te beginnen denk ik dan aan het gemeentehuis, de sporthal, het zwembad en de school. Gebouwen die voor de mensen uit het dorp heel goed gekend zijn.  
Eerste beelden zijn hier al te zien.
0 notes