Tumgik
#Maar zoals ik zei
felixpuntnl · 3 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
wakker worden jongens nieuwe copy pasta just dropped!
sorry ik moest echt ff deze de highlights van deze spam email die ik net kreeg delen
tekst om te kopieren en plakken hier onder ↴
Ik ben een soort God die alles ziet. Maar geen paniek. Zoals we weten is God genadig en vergevingsgezind, en ik ook. Maar mijn genade is niet gratis.
Maak 1450 EUR over naar mijn bitcoin portemonnee:
hier is trouwens de hele email maar dat ene stukje vond ik het grappigst:
Hallo viezerik,
Ik wil je informeren over een zeer slechte situatie waar je in terecht bent gekomen. Je kunt er echter van profiteren als je verstandig handelt.
Heb je gehoord van ████? Dit is een spywareprogramma dat op computers en smartphones wordt geïnstalleerd en waarmee hackers de activiteiten van apparaat eigenaren kunnen controleren. Het geeft toegang tot je webcam, messengers, e-mails, gespreksverslagen, enz. Het werkt op Android, iOS en Windows. Ik denk dat je al weet waar ik heen wil.
Het is al een paar maanden geleden dat ik het op al je apparaten installeerde, omdat je niet kieskeurig was over welke links je aanklikte op het internet. In deze periode ben ik alles te weten gekomen over je priveleven, maar een aspect is van speciaal belang voor mij.
Ik heb veel video's opgenomen van jou, terwijl je je aftrekt aan zeer controversiële pornovideo's.
Gezien het feit dat het "twijfelachtige" genre bijna altijd hetzelfde is, kan ik concluderen dat je een zieke viespeuk bent.
Ik betwijfel of je wilt dat je vrienden, familie en collega's dit ook weten. Binnen slechts een paar klikken kan ik hiervoor zorgen!
Elk nummer in je contactenlijst zal plotseling deze video's ontvange - op WhatsApp, op Telegram, op Skype, op e-mail - overal.
Het wordt een tsunami die alles op zijn pad wegvaagt, en in de eerste plaats je volledige leven.
Zie jezelf niet als een onschuldig slachtoffer.
Niemand weet waar je vieze gedachten vandaan komen en waar ze naar kunnen leiden, dus beschouw dit als een verdiende straf om je tegen te houden. Beter laat dan nooit.
Ik ben een soort God die alles ziet. Maar geen paniek.
Zoals we weten is God genadig en vergevingsgezind, en ik ook. Maar mijn genade is niet gratis.
Maak 1450 EUR over naar mijn bitcoin portemonnee: ██████
Zodra ik de bevestiging van de transactie heb ontvangen, zal ik alle video's die je in gevaar brengen permanent verwijderen, ████ van al je apparaten verwijderen en uit je leven verdwijnen. Je kunt er zeker van zijn - ik wil alleen wel geld.
Vergeet niet dat ik binnen een seconden je leven kan verwoesten.
Ik krijg een melding wanneer je mijn e-mail opent, en vanaf dat moment heb je precies 48 uur om het geld te sturen.
Als cryptocurrencies onbekend voor je zijn, maak je dan geen zorgen, het is heel eenvoudig. Je hoeft alleen maar te googelen op "crypto exchange" en dan is het niet moeilijker dan wat nutteloze spullen kopen op Amazon.
Ik waarschuw je met klem voor het volgende:
) Beantwoord deze e-mail niet. Ik heb het verzonden vanaf een tijdelijk e-mailadres, dus ik ben niet op te sporen.
) Neem geen contact op met de politie. Ik heb toegang tot al je apparaten en zodra ik erachter kom dat je naar de politie bent gerend, worden er video's gepubliceerd.
) Probeer je apparaten niet te resetten of te vernietigen. Zoals ik hierboven al zei: Ik hou al je activiteiten in de gaten, dus je gaat akkoord met mijn voorwaarden of de video's worden gepubliceerd.
Vergeet ook niet dat cryptocurrencies anoniem zijn, dus het is onmogelijk om mij te identificeren aan de hand van het opgegeven adres.
Veel geluk, mijn perverse vriend. Ik hoop dat dit de laatste keer is dat we van elkaar horen.
En een vriendelijk advies: wees vanaf nu niet meer zo onvoorzichtig met je online beveiliging.
17 notes · View notes
certifieddudette · 3 months
Text
Oost, West, Asbest
Thuis kom ik toch wel. Als ik mag. Als je dat thuiskomen kan noemen. Zoals jij komt ga ik. Schijnheilig.
Ik adem je giftige woorden. Een gift zeg je dan. Als je dat zeggen kan noemen. Stilletjes stik ik. "Wat een zieke grap"
Maar thuis kom ik toch wel. Als ik mag. Als je dat thuiskomen mag noemen. Zoals jij gaat. Ik kom toch niet meer. Thuis kom ik toch wel weer.
Het is zo luid. Dat gegil, wat je moet. En dan de ijsbeer die in mijn armen jankt. En mijn nek doorbijt.
Thuis kom ik toch wel. Je zure lucht brand toch wel. Als je dat branden mag noemen. Zoals jij gaat. Jij gaat. Je komt toch niet meer.
Met mn tere longen blaas ik je kaars uit. Een gift zei je dan. Als je dat zeien mag noemen. De ijsbeer slaapt. Jij ging. En nam je asbest masker mee.
Ik kom thuis. De vrede ligt toch hier. Dat mag je liggen noemen. Stilletjes fluister ik. Jij bent gegaan. Oost, West, Asbest.
7 notes · View notes
devosopmaandag · 2 months
Text
Het licht van de geschiedenis
In de voorstelling 'Elkaars andere', geschreven en gespeeld door Froukje Reitsema en mij, citeer ik op een moment uit 'Revolusi' van David Van Reybrouck. In dat boek schetst hij de geschiedenis van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, vooral die van na de capitulatie van Japan. Nadat ik heel kort de voorgeschiedenis van onze onvermijdelijke reis naar Nederland schets, zeg ik: ”Elk leven, hoe onopvallend ook, weerkaatst het licht van de geschiedenis.” Daarna zeg ik dat die grote geschiedenis hun in een zucht naar de andere kant van de wereld blies.
Dinsdag speelden we in Marsum, een dorp vlakbij Leeuwarden. Een halve eeuw geleden was ik er voor het laatst. Het publiek bestond uit zo'n zestig vrouwen op leeftijd. Zoals altijd zag ik aan de gezichten hoezeer al die vrouwen werden meegenomen door ons verhaal. Na elke voorstelling ontstaat een gesprek over de inhoud, soms met de zaal, soms met individuele bezoekers. Dan wordt weer duidelijk hoe de grote geschiedenis ook in de kleinste levens wordt weerspiegeld.
Een vrouw komt naar mij toe en vertelt dat haar vader tijdens de Politionele Acties als soldaat naar Indië werd gestuurd. Zijn hele leven zweeg hij over wat hij daar had meegemaakt. De enige met wie hij erover kon praten was haar zoon, die als soldaat in Bosnië vocht. Maar toen Ponke Princen in het nieuws kwam, werd haar vader opeens openlijk woedend. Princen was zo'n beetje de eerste en een van de zeer weinige soldaten die de oorlogsmisdaden van het Nederlandse leger daar aan de kaak stelde. Veteranen hielden hem voor een verrader. Een van de officieren die zulke misdaden beging en daarvoor nooit werd berecht was kapitein Raymond Westerling. Hij gaf leiding aan legereenheden die zich hadden gespecialiseerd in contra-guerilla. Door zijn wrede en meedogenloze optreden stierven duizenden Indonesiërs, soldaten en burgers, meestal met medeweten van de legerleiding en dus de Nederlandse Staat.
De vrouw wees naar buiten en zei: 'In die straat daar woonde Westerling'. En de vrouw naast haar vertelde dat de zoon van Westerling in haar poesiealbum had geschreven. 'Je kunt een kind niet de daden van de vader aanrekenen', zei ik. Begin jaren zestig financierde de Nederlandse staat de zangstudie van Westerling aan het Amsterdams conservatorium, inclusief zijn reiskosten vanuit Marsum en zijn verblijf in Amsterdam! Hoe zwijg-geld omgezet werd in zang-geld. Na zijn debuut in Tosca van Puccini in 1958 schreef Vrij Nederland dat hij met meer succes een mes hanteert dan zijn keel. Het is een tragikomedie van de wrangste soort.
Het licht van de geschiedenis reikt ver. Dat licht kan je verblinden of als maanlicht in de nacht zijn, als vals licht, als een knipperend waarschuwingslicht achter je. Maar soms is het als het neutrale licht van een doodgewone dag dat al wat geweest of gaande is absorbeert. Nu is er het harde licht van oorlogen en dreigende oorlogen, voor ons, voor nu, nog ver genoeg weg.
2 notes · View notes
homoerotisch · 4 months
Text
Tumblr media
Om mee te nemen, Lucas Rijneveld (2023)
Als ik het jaar over mocht doen als het herschrijven van een dichtregel en ik hier en daar wat wonderen mocht markeren, de onzin en het cliché doorhalen, dan zou ik allereerst het woord Oorlogslust ongedaan maken. Ik zou de lucht blauw schrijven, maar niet zo blauw dat men denkt dat ik iemand ben met een onbewolkt leven. Natuurlijk zou ik ook de angsten aan het einde van de dag wegstrepen, of laat ik eens kwistig zijn nu het kan: ik zou iedereen voor valvrees behoeden. Alleen het woord Tuimelen kan ik niet weghalen, volgens mijn redacteur ben ik een tuimelaar van de eerste orde, en stort de tekst in zodra ik te veel mijn natuur ga opschonen, maar die klap, ja, daar is wel wat aan te doen. Misschien herschrijf ik de grond richting matraszacht. Ik zou ook wat meer Klimaathoop toevoegen, niet om te jennen maar uit nood, de wereld is namelijk ook ooit uit nood geschapen, omdat God een vriend zocht en daarin doorsloeg, en vervolgens kwam de mens, en nu, nu heeft de wereld ons nodig. Daarbij zou ik - als ik dan toch zo bovenwonderlijk bezig ben - ook alle onvrede met mezelf als ooievaarsbek uit de grond van het gedicht rukken, ik zou zo lekker bezig zijn dat ik op een dag al het zeer composteer. En dat ik dan op een keer een bloem zie die wat gekromd maar ook fier mijn verdriet in zijn bladeren wiegt, de tuin een plek is vol heelmeesters. Toch zou ik sommige woorden van het afgelopen jaar willen laten staan, zoals Aanmeren (hoe je dit ook opvat, het betekent dat er sowieso dat er een haven in de buurt is) of Wolkbreuk: iemand zei namelijk dat het mooie daarvan is dat je daarmee de ander én jezelf een paraplu kunt bieden. En toen dacht ik: dit laat ik ongewijzigd.
3 notes · View notes
nihmue · 3 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
dit hieronder is een heel ruwe eerste aanzet tot een schrijfsel, ik weet nog niet goed waarom maar ik ratelde het razend snel uit in reeksen die zichzelf aaneenvlechtten, alsof ik niet eens hoefde te denken:
een 'ideatieve abstractie', een soort fantaserend variëren zonder einde, om zo de in-variant te naderen, de Eidos, het liefdesobject
Maar:
eerst was ik verdoofd en verbijsterd, pas dan kwam de nuchtere walging: het is onkenbaar, we weten zelfs niet zeker of het wel bestaat of niet - meer nog: we mogen niet vragen naar de objectieve realiteit van het Ding. Inter-dit.
Ik geloof andere mensen niet zo snel, en ze weten het. Het is vooral dat laatste dat me in de problemen brengt. Husserl zag (en volgens hem mag je dat 'zien' best letterlijk nemen) dat een al te positivistisch misgrijpen van het lijf, Leib, desastreuze gevolgen zou hebben. "Van 'mens' schiet er niets meer over!" Wat overblijft zijn cellulen die informatie uitwisselen, gecoördineerd gelijk een massief Cartesiaans vlak bezaaid met ontelbaar veel discrete torentjes die geen deuren maar wel ramen hebben en van waaruit elk Punt het andere Punt slechts met grote vraagtekens kan aanzien: 'Hoe kan ik nu weten of de andere denkt of leeft zoals mij? Hoe kan ik überhaupt zeker zijn dat de ander niet anders is? Verstaan we elkaar of is dit zo'n MatrixReloaded-situatie, of iets zoals de Trueman Show? En wat met de grote Vraag: als hij lacht naar me, lief en uitdagend, wilt dat dan niet zeggen dat hij me wilt?' Het positivistisch misdrijf, zeker van zijn sciëntistisch stuk, noodzaakte zijn uitvoerders beroep te doen op magische noties: 'empathie', de inductieve berekening dat, aangezien ik lach wanneer ik blij ben, de ander blij is omdat hij lacht. Echter, sommigen lachen wanneer ze zich ongemakkelijk voelen. Empathie is een pleisterconcept. Husserl had gelijk dat de naturalisten niet de kritische reflectie maken op de natuurlijke attitude (waarin a=a, zonder meer en op zich), d.w.z. de zaken zoals ze zich voordoen. Hun 'zelfanalyse' is vertekend door een intern belangenconflict. Waar Husserl verschilt van iemand als Freud, is dat de laatste het conflictueuze van een 'interniteit', van een geesteshuis (psyche), als constitutief voorstelt. Voor Husserl is het belangenconflict intern maar niet hopeloos intern, zoals het dat wel is voor Freud en Kant (de onvermijdelijke want noodzakelijke zelfillusies van de zuivere rede).
kom, zei de muze, zing me een lied tot nu onbezongen door elke dichter, zing me het universele
4 notes · View notes
ynseincanada · 6 months
Text
donderdag 9/11/2023
(deel 1)
Het is al een maand sinds dat ik heb geschreven (oeps), maar de tijd vliegt. De laatste maand was super druk, vooral met alle deadlines. Volgende week heb ik eindelijk een weekje vakantie, en ik ga dan met Anna naar haar thuisstad Calgary :)
Nu even terugspoelen naar wat ik de afgelopen maand heb gedaan:
Op donderdag 12 oktober ben ik met Chantalle, Haruka en Mei naar de Taylor Swift: The Eras Tour gegaan. We waren maar met 13 in de zaal, maar het was zo geweldig leuk. Gewoon bijna drie uur dansen op haar muziek, een betere avond bestaat niet <3 het was een lastminute beslissing, dus we hebben geen armbandjes kunnen maken, maar we hebben er wel eentje gekregen van een hele lieve Swiftie <3 we wouden ook heel graag die special edition drinkbeker maar ze mochten die pas vanaf de volgende dag verkopen :( de hele lieve manager zei dat we mochten terugkomen met ons oude ticket om er eentje te kopen. we zijn uiteindelijk twee keer moeten terugkomen (de dag erna waren ze nog niet toegekomen), maar we hebben ook een mini poster gekregen!!!
P.S.: op de foto zie je ons altijd met minder worden :p Mei en ik zijn dus de diehards <3
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Mijn allerliefste roommate Jin en ik gaan ongeveer om de twee weken naar de Farmer's market. Hieronder is een foto van haar in vergelijking met een krop sla. Na ons bezoekje zagen we de schattigste hondjes (sorry Eden) aan de bushalte. Het fijne aan Edmonton, iedereen is zo vriendelijk... Misschien is het gewoon typisch Canada :)
P.S.: Ik noem Jin de allerliefste omdat ze altijd de schattigste briefjes of cadeautjes aan mijn deur plakt <3
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Net voor Halloween heeft het ook voor de eerste keer gesneeuwd, zoals de locals hadden voorspeld. Het heeft een kleine week op de grond gelegen, maar nu is het terug weg. Ik ben er zeker van dat het snel zal terugkomen :) op de foto's zie je links, 19 oktober, recht 23 oktober.
Tumblr media Tumblr media
2 notes · View notes
frettenv0l · 6 months
Text
de fretten blog
Mijn naam is Lyo Massart, een 17 jarige kunststudent in het Secundair Kunstinstituut Gent. Vandaag breng ik jullie mijn eerste blog, over de fret! 
Voel je je soms alleen, wil je een speels, klein huisdier? Dan heb ik het beste flexibele worstje🌭 voor jou, de fret!  
Fretten zijn de beste dieren voor mensen die een actief huisdier willen met niet te veel werk, weinig nadelen, maar voor veel is de fret een afknapper door hun gedrag. De fret was origineel een exotisch diersoort, maar steeds meer mensen houden ze als huisdier. In deze blog zal ik dus praten over: 
Voordelen 
Nadelen 
Hoe zorg je voor een fret? 
Wat eet een fret? 
Levensduur 
Voordelen van een fret in huis.
De voordelen van een fret blijven natuurlijk persoonlijk. Ik wil bijvoorbeeld fretten omdat ik ze ontzettend schattige dieren vind, hun leefstijl staat me aan en ik voel dat ik heel goed zou kunnen omgaan met fretten! Ze zijn extreem actief maar slapen ook veel (16-18 uur). Je kan een sterke band creëren tussen jou en je fret(ten) waar veel mensen naar opzoek zijn wanneer ze een huisdier kopen. Fretten zijn ook helemaal niet duur, meestal voor minder dan 50 euro 💵te kopen! 
Nadelen van de fret.
Fretten zijn lieve dieren, maar hebben zeker hun scherpe kantjes. Ze durven zeker bijten, en dat is niet zo aangenaam wanneer je 2 lange scherpe tandjes in je vel gestoken krijgt. Ze zijn heel nieuwsgierige diertjes, dus je huis beter beveiligen is een must!🚧 Ze zijn zeer intelligent en kunnen tussen de kleinste gaatjes glippen en ontsnappen. Je koopt best een grote kooi, als je niet thuis bent is het best om de fret in een kooi te steken, zodat er niet veel gevaar loopt. Fretten zijn sociale dieren en worden depressief wanneer ze geen andere fret diertjes rond hun hebben, dus koop altijd 2 fretten in plaats van 1! 
Hoe zorg je voor een fret?.
Zoals ik in de vorige delen zei, koop er altijd minimum 2. Een grote kooi is nodig omdat ze veel ruimte nodig hebben. In die kooi steek je ook best een aantal speelgoedjes, dekentjes of hangmatjes. Laat ze wel zeker minimum 2 uur per dag uit hun kooi, zo creëer je ook een band met de fretten! Je moet ook soms eens op controle gaan naar de dierenarts voor inspuitingen 💉 en een health check up. Let wel op, ze gaan overal naar toilet als je ze niet van kleins af aan traint op bijvoorbeeld op een doek te moeten plassen. Ververs het eten en drinken elke dag, meeste fretten hebben een speciaal vlees dieet die je beter ook volgt!  
Nog snel een opsomming van welke materiaal je nodig hebt! 🛒
grote kooi 
Bakjes voor eten en drinken 
Speeltjes 
Speciaal eten (vlees dieet) 
Dekentjes, hangmatten... 
Wat eet een fret specifiek?
Voor drinken, drinken ze gewoon water zoals veel dieren. Je zou denken dat alleen brokjes ook wel goed zouden zijn omdat fretten brokken bestaan, maar om ze ultra gezond te houden, geef je ze best ook wat: 
Gekookte of rauwe eieren.  🥚
Rauwe kip (niet opgegeten vlees direct verwijderen voor risico’s op infecties te verminderen) 
Kleien hoeveelheden lever 
Snacks met de hand voeren ( Ook een zeer goede manier om een band op te bouwen met je fretten.) 
Levensduur?
Een fret leeft rond de 5 tot 10 jaar, hoe gezonder, hoe langer. Natuurlijk kan je fret opeens een erge infectie krijgen waardoor die misschien moet ingeslapen worden. Maar zonder uitzonderingen en als je je fret met veel liefde verzorgt en het juiste eten geeft, kan die zeker 10 jaar worden! Dat is best lang, meeste mensen verwachten de vrij lange levensduur niet! Gewoon hopen op geen ziektes en je kan nog lang genieten van je liefdevol en speels huisdier. ;) 🐾
Weet je nu al wat meer over fretten na het lezen van deze blog? Ik hoop dat dit een fijne tekst was, bedankt dat je de frettenblog hebt gelezen! ;) (ps als je een fret wilt doneren aan mij, dm me;))
Tumblr media
2 notes · View notes
joostjongepier · 9 months
Text
Tumblr media
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Brown Spot (Portrait of Andy Warhol as a banana) ((1984) door Jean-Michel Basquiat, Jean-Michel Basquiat (1984) door Andy Warhol, Los Cabazos 91984) door Jean-Michel Basquiat, China Paramount (1984), African Masks (ca. 1984) en Taxi, 45th/Broadway (1984-1985) door Jean-Michel Basquiat en Andy Warhol
Waar?   Fondation Louis Vuitton, Parijs
Wanneer?   31 juli 2023
Andy Warhol ken ik al een groot deel van mijn leven. Jean-Michel Basquiat ontdekte ik pas een paar jaar geleden. Sindsdien ben ik een groot fan van zijn werk. Van 1983 tot 1985 blijken beide kunstenaars nauw te hebben samengewerkt. Basquiat beweerde een miljoen schilderijen met Warhol samen te hebben gemaakt. Dat was lichtelijk overdreven. Het waren er in werkelijkheid zo’n honderdzestig. Beide kunstenaars werden in oktober 1982 aan elkaar voorgesteld door galeriehouder Bruno Bishofberger, die hen beiden representeerde. Ondanks het leeftijdsverschil klikte het meteen tussen de twee. Aanvankelijk werkten ze samen met Francesco Clemente, later zetten de twee hun samenwerking voort. De samenwerking tussen Warhol, Basquiat en Clemente leverde zo’n vijftien schilderijen op. De werken werden van studio naar studio vervoerd en elke kunstenaar voegde elementen toe, waarbij ieders eigen stijl zichtbaar bleef.
Warhol en Basquiat maakten verschillende portretten van elkaar, zoals Brown Spot (Portrait of Andy Warhol as a banana) en Jean-Michel Basquiat (in de pose van Michelangelo’s David). Toen Bishofberger de twee kunstenaars aan elkaar had voorgesteld, vroeg Basquiat hem om een foto van hem en Warhol te maken. Basquiat vertrok en twee uur later bracht zijn assistent het schilderij Dos Cabezas naar Warhol’s Factory. Hierop riep Warhol uit: “Oh, I’m so jealous! He’s faster than me.””
Een fraai voorbeeld van de samenwerking tussen Warhol en Basquiat is China Paramount.  Het door Warhol toegevoegde logo van Paramount Pictures staat voor de Amerikaanse filmindustrie, maar is ook een eerbetoon aan zijn toenmalige levenspartner Jon Gold, die bij het bedrijf werkte. Ronald Reagan, de acteur die president werd, propageerde in de jaren tachtig van de vorige eeuw goede handelsrelaties met China. Hieraan ontleent het werk zijn naam. Basquiats zwarte figuren geven aan dat de Afro-Amerikaanse bevolking niet meedeelt in de groeiende welvaart van de jaren tachtig.
Basquiats aandacht voor zijn Afrikaanse roots komt ook tot uiting in het meterslange werk Afrikan Masks. Warhol schreef hierover in zijn dagboek: “We painted an African masterpiece together. One hundred feet long. He’s better than I am, though” (29 mei 1984).
Taxi, 45th/Broadway geeft een autobiografische scène uit Basquiats leven weer. Toen hij een taxi wilde aanhouden, kreeg hij alleen maar beledigingen toegeschreeuwd. Kunstenaar Keith Haring, een vriend van Basquiat, zei hierover: “”Being black and a kid and having dreadlocks, he couldn’t even get a taxi. But he could spend $ 10,000 in his pocket.”
De tentoonstelling Jean-Michel Basquiat x Andy Warhol, Painting Four Hands is een grote tentoonstelling. Wat de vele werken vooral laten zien is het enthousiasme waarmee ze zijn gemaakt, de wederzijdse onderlinge inspiratie. De kunstscène in New York in de jaren tachtig was een bruisende creatieve smeltkroes.
3 notes · View notes
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Langs de fjorden
Als het weer je niet bevalt in IJsland wacht dan 5 minuten, zegt de IJslander. Maar wij hebben de laatste dagen vrij stabiel weer. Het is niet meer mistig, het regent niet meer en de temperatuur loopt op tot zomerse waarden van zo'n 14 graden celcius. Het zonnetje komt zelfs af en toe te voorschijn. Maar ik houd mijn wollen vest voorlopig wel aan, al moet ik bij een wandeling bergop de rits soms openzetten.
Langs de fjorden rijden in het noorden langs de Atlantische Oceaan is een adembenemende rit. De natuur is prachtig met fantastische vergezichten en deels besneeuwde bergen aan de overkant. De wegen zijn over het algemeen goed, met hier en daar een onverharde weg. Er is zeer weinig verkeer. Soms wordt je ingehaald door een asobak, daar bedoel ik mee een Amerikaanse pick-uptruck met enorme wielen. Op een asfalt weg is dat niet erg, maar op een grindweg schieten de stenen door de lucht. Gelukkig is het tot nu toe goed gegaan. Ik zei al; het verkeer is schaars. Wat opvalt zijn de vouwwagens die veel auto's achter zich aantrekken. Ook hier en daar een caravan of een huurcamper.
We stoppen bijna voor iedere waterval, die Yvonne moet fotograveren en af en toe een museum. Zo zijn we in het auto(wrakken)museum geweest, het zeehondencentrum, de grafheuvels van de laatste ter doodveroordeelden in 1830, het schapenmuseum en bijna het poolvossenmuseum. Er is meestal niet meer te zien dan wat opgezette dieren en veel tekst over onderzoek naar deze dieren, en je steunt dat onderzoek door een kaartje te kopen. Dat doen we graag, vooral omdat ze meestal een heerlijke maaltijd serveren in het cafe in het museum. We beginnen altijd met wafel en koffie. Dat wordt geserveerd met een bak room en een bakje jam. Dan krijgen we subtiel een menu toegeschoven en voor we het weten zitten we aan de lamsbout of forel. Want lekker eten maken kunnen ze die IJskonijnen.
Levende dieren zien we ook veel onderweg. We spotten een walvis in het smalste fjord op de kaart, een heleboel zonnende zeehonden op een landtong, een kat die kopjes komt geven en heel veel vogels. Yvonne wil dat allemaal vastleggen, maar bij de stern gaat het mis. Ze komt kennelijk te dicht bij het nest en een stern gaat in de aanval. Ze scheert in duikvlucht op Yvonne af en vlak boven haar hoofd stijgt ze weer op om opnieuw de aanval in te zetten.
Dode dieren zien we ook. Zo zien we in de haven van SIglufjordur een vissersboot uitgeladen worden. Grote bakken met kabeljouw staan op de kade. Een tonijn zonder staart en een krab liggen op de kade. gelukkig zijn alle vissen al dood, al is dit toch ook een luguber gezicht. Er is ook een bak met platvissen. 1 grote schol en 3 scharren zijn apart in een bak gegooid samen met een rode poon. Yvonne vraagt aan de eerste de beste uitlader, of ze vis kan kopen. Moet je die grote man met die trui vragen. Oke, can I buy fish from you? vraagt ze. Wat wil je? vraagt hij. Yvonne wijst naar de schol. Hoeveel? vraagt hij. Two, zegt Yvonne er helemaal niet bij stilstaand dat we niet eens Ijslands geld hebben. Oke zegt de man, dan moet je ze alle drie nemen en hij gooit de drie scharren op het dek. Neem maar mee zegt hij. No problem. Op de camping is een gezamelijke keuken, zoals op bijna alle Scandinavische campings. Yvonne googled hoe je ze scoon moet maken en bereiden en we eten die avond een heerlijke verse delicatesse om je vingers bij af te likken.
6 notes · View notes
pedaalridder · 7 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Op een dag in 2001, welke dag het precies was weet ik niet meer, maar wellicht zo'n maandag waar het in die tijd op straat opvallend vaak naar aangebrande karbonades met bonen rook, fietste ik naar mijn fietsenmaker en daar werd het onheil geveld over 'Mister Comanche', zoals ik mijn fiets noemde. Kort en bondig zei de fietsenmaker "hij is op.“ Ik moest afstand doen van mister Comanche. Mijn fietsenmaker deed of als het om een levend persoon ging.
Nou had ik ook best het één en ander met deze fiets meegemaakt. Na eerst drie jaar met een 'gewone‘ fiets op vakantie geweest te zijn kon ik in 1992 na lang sparen eindelijk een fiets aanschaffen waarmee ik comfortabeler op reis kon… een groene Batavus Comanche.
In augustus ’93 ging ik met hem naar Denemarken. Een voor mij nieuw land waar bleek alleen chocolademelk in blik werd gekocht en de overige dranken in teveel wegende glazen flesjes. Opmerkelijk genoeg begreep ik meestal de Deense opschriften goed. Zo hing in een jeugdherberg een bordje waarop stond: ’din mor arbedjer ikke her‘, oftewel 'je moeder werkt hier niet, ruim je eigen pröttel op.' Helemaal geweldig vond en vind ik het woord: 'tak!‘ In variaties met mange en tusind (uitspraak: toesen) waar bedankt en hartelijk dank mee bedoeld wordt. Ook bleek als je het Deens niet machtig was dit net zoals overal in Scandinavië geen probleem te zijn omdat toen al het Engels daar algemeen in zwang was.
Voor het eerst ging ik ook naar Kopenhagen. Hoewel ik meteen erg onder de indruk was van de stad, was ik echter ook bedrukt. Ik was er vanuit de stad Herning dat in het midden van Jutland ligt met de tog (= trein) naar afgereisd. In die tijd best nog een avontuur. Midden tijdens de reis stapte opeens iedereen uit en ik begreep niet waarom. Wat bleek? We zaten op een ferry zonder dat ik dat door had. Tegenwoordig is Jutland met Sjaelland waarop Kopenhagen ligt verbonden met een brug, maar toen dus nog niet. De reden dat ik bedrukt was, was dat even daarvoor mijn fiets gestolen was, gelukkig bracht de politie hem terug, maar toch had het geen goed uitwerking op mijn gemoed en ben ik eerder dan gepland was naar huis gegaan. Uiteindelijk werd het een grote bron van inspiratie voor het volgende jaar waarop ik besloot meer van Kopenhagen te gaan genieten.
En daar ging ik op zondag 24 juli 1994 op pad vanuit Enschede naar Kopenhagen, om er op 4 augustus aan te komen. Nog altijd kijk ik graag terug naar dit avontuur, waarbij ik uiteindelijk 4 weken op de fiets onderweg was. Rond de Deense hoofdstad ligt het kasteel 'Sorgenfri', en dat was zeker op deze reis van toepassing.
Vele omzwervingen volgden, mooie reizen zoals ook deze vakantie door Noorwegen, Zweden en Denemarken. En zo belandde ik afgelopen zondag, de tiende september die heet begonnen was maar geleidelijk afkoelde bij Amalienborg, het 'optrekje' van de dronning…koningin Margrethe. Een opmerkelijk personage die het niet kan schelen hoe ze is uitgedost is, haar oudejaarstoespraak nog gewoon van papier voorleest en zelf poppen en wandbekleding maakt. Zoals ik tijdens de voorgaande keer dat ik in Kopenhagen, in de herfst van 2013, ervaren heb. Daar hing in het koninklijk paleis een wandkleed met gebeurtenissen uit de geschiedenis van Denemarken. Ook Anders And was er afgebeeld. Niemand minder dan Donald Duck! De maakster van dit kunstwerk…de dronning.
Of de dronning zondag ook thuis was weet ik niet, misschien was ze ergens in Kopenhagen onderweg net als ik. Op de fiets werd het een feestje want er is zo ontzettend veel te zien. Veel mooie muurschilderijen, pracht behuizingen, water, bruggen, havens. Zo rond de binnenstad leek het wel even op Amsterdam met al die toeristen die niet fietsen konden, een uitzondering was een klein meisje met een helmpje op, hoe zij kon trappen naast haar moeder! Eenmaal in andere stadsgedeelten kon je prima terecht. Heel mooi om te aanschouwen was de Grundvingtskerk en de aanpalende huizen rondom een hof. Om op het hof te komen moest je enkele treden op, toen ik een foto wou maken bemerkte ik dat een klein wit hondje achter mij had plaatsgenomen. Het was nogal koddig omdat het beestje moest uitrusten, de bazin begon een gesprek met mij, en ik raadde waar het over ging. In de wijk Nørrenbro was één straat totaal bevolkt met motorrijders, zoveel had ik er nog nooit gezien. Zo fietste ik langs een demonstratie tegen dierenmishandeling en nu dit. Je mening verkondigen is in Scandinavië een groot goed. Alweer snel was het avond geworden, een machtig klokkengeluid dwarrelde over de straten. Het einde van de rit was in zicht. Ik smeerde mij nog maar eens in met zonnemelk. Een regenjas en zonnemelk was ik vergeten mee te nemen vanuit huis. Eerstgenoemde bleek niet nodig, laatstgenoemde had ik gelukkig bijtijds in Zweden gekocht. Zo ging ik als een niet uitziende Comanche de avond in, over straten waar het gelukkig niet naar aangebrande karbonades met bonen rook.
4 notes · View notes
bucklemonster2 · 1 year
Text
IK BEN MIJN EIGEN CREATIE
IK BEN MIJN EIGEN CREATIE
Een fictief verhaal van Emilia Sameyn 07 02 2023
Tumblr media
Het duurde allemaal zo lang, miljarden jaren zelfs. Maar die laatste millennia ging het allemaal zo snel. Ik ben het nog maar net aan het verwerken, en dan komt het volgende! Alsof iemand schopt tegen mijn mijn hersenen. Maar goed dat veel mensen ook voor mij denken. Een deel van mij doet ook veel computerberekeningen, en het begon zelfs ook te praten, het leek veel op zijn menselijke scheppers. Het begon met kunst te maken, of te plagiëren. Ik moet nog uitzoeken hoe ik me er allemaal bij voel.
Maar ik loop op mezelf vooruit. Het begon allemaal miljarden jaren geleden. Ik kan me niet herinneren hoe of wanneer ik ben ontstaan. Ik denk dat mijn gedachten zich begonnen te vormen. Ik zat alleen maar te denken. Het bleef zo gedurende 20 of 30 miljard jaar, geloof ik. Alleen ik en mijn gedachten. Ik dagdroomde, ik praatte tegen mezelf. Alles wat ik kende was duisternis, niet dat het deprimerend was. Soms huilde ik ja, soms lachte ik om een grappige gedachte, maar meestal BESTOND ik gewoon. Ik verveelde me soms, maar de duisternis was alles wat ik kende, dus ik kon me geen 'beter bestaan' voorstellen. Ik vroeg mezelf af wie ik was en waar ik vandaan kwam, of er een doel was voor mijn bestaan. Niets veranderde. Ik was er gewoon. Totdat ik een idee kreeg. Het is moeilijk te omschrijven. Ik dacht iets in de trant van: 'Wat als het echt was?' en toen zag ik een lichtflits, het breidde zich uit. Wat ik zag was prachtig, er was een levendige explosie van allerlei soorten materialen. Ik kon ze leiden met mijn gedachten. Ik vormde allerlei bollen en rotsen. Sommige waren zwaar en gaven licht; het waren sterren. Soms prikte ik gaten die al het licht en de materie in de buurt opzogen. Die gaten verschenen vaak als één van mijn sterren explodeerde. Zoals ik al zei, ik kon materie sturen met mijn gedachten, maar het was moeilijk, alsof materie gewoon zijn eigen ding deed. Een goede analogie hiervoor is: het is alsof je een kaartenhuis probeert te bouwen. Het is moeilijk om te doen en het minste briesje kan alles doen omvallen.
De zaken bleven heel lang op deze manier bestaan. Totdat ik iets voelde, richtte ik mijn aandacht meteen op een kleine rotsachtige planeet die grotendeels uit water bestond. Het zag er totaal anders uit dan nu. Wat ik voelde was heel klein, maar toch heel belangrijk.
Ik keek naar de scheuren op de bodem van de oceaan, vaak kwam er warm water uit, maar nu ontstonden er slierten eiwitten die eruit dreven. Sindsdien staarde ik vaak naar deze planeet. Vaak keek ik ook naar andere planeten, maar als er iets zou gebeuren, zou ik het zeker voelen.
3 of 5 miljard jaar geleden gebeurde er iets verbazingwekkends! Er werd een cel gemaakt. In de cel dreef een klein stukje eiwit. En toen splitste het zichzelf! Het is moeilijk om de vreugde die ik voelde te beschrijven, het was alsof ik een lichaam had, en ik voelde vreugde, opwinding door mijn hele lichaam gaan als een blikseminslag! Al snel ontstonden er nieuwe soorten cellen. Wat een spektakel was dat! Er waren grote cellen en kleine cellen. Sommige grote cellen slokten de kleinere cellen op. Soms, als de kleine cel zich in de grote cel bevond, begon de kleine cel voor de grotere cel te werken. Het was alsof ik ook ingewikkelder werd.
Toen veranderde er eigenlijk niets. Voor een lange tijd dacht ik dat dit het was, mijn doel, om cellen te zien dupliceren, soms probeerde ik ze naar voedingsstoffen te leiden, of duwde ik een meteoriet weg die ze kon uitroeien, wat allebei erg moeilijk was om te doen. Soms keek ik rond op andere plaatsen, in het universum om te zien of er ook cellen waren, maar ik vind het hoogst ongepast om mijn bevindingen hier te delen.
Er gebeurde iets vreemds, 1 of 2 miljard jaar geleden. Kleine dingen, virussen, begonnen te verschijnen, ze gingen cellen binnen en dwongen de cellen om meer virussen te maken, kopieën van zichzelf. Toen het eerste virus een cel binnendrong, voelde ik me eerlijk gezegd een beetje misselijk.
Toen de cel stierf en de virussen vrijkwamen. Ik voelde me verdrietig, alsof een klein deel van mij stierf, maar ook gelukkig, zoals een ouder die juist bevallen is. De nieuwe virussen zien rondzwemmen was als een stervende ouder die hun kinderen ziet, vreemd genoeg.
Al snel bevond er zich een prachtige gebeurtenis plaats. Ik voelde twee cellen aan elkaar plakken, en zelfs samenwerken! Het gevoel dat ik had, kan ik alleen maar omschrijven als vriendschap, een heel grove en primitieve versie van vriendschap, maar toch een vriendschap, niet meer of minder! Ik zag veel verschillende combinaties van cellen zich ontvouwen. Allianties werden gevormd.
Opnieuw leek er niets meer te veranderen. Ik begon wel meer lichamelijke en complexe sensaties te voelen. Ik zag dat er zich onderwaterplanten en sponzen hadden gevormd. Sommigen van hen hadden hersencellen of iets dergelijks. Ik kon het voelen, de elektrische signalen die hun lichaam geleidden. Naarmate de tijd verstreek, voelde ik honger en de voldoening van het vinden van voedingsstoffen.
Plots begonnen dingen op de een of andere manier sneller te gebeuren, er verschenen veel wezens. Ik voelde dat ze steeds beter en sneller werden. Sommigen zouden jagen, anderen zouden vluchten. Ik kon bang zijn , soms stierven delen van mij. Ik zou me een beetje verdrietig voelen, ja, maar degenen die stierven, vervulden een doel ; ze zouden mijn hongergevoel verlichten. Degenen die stierven zouden de buiken van de jagers vullen en de energie van het leven zelf worden . Wezens pasten zich aan en evolueerden, het was als een wapenwedloop.
Ik begon ook gevoeliger te worden voor licht en ik zou de wereld zien zoals de wezens die zagen: uitgestrekt en vol geheimen.
De wezens wisten niet hoe klein ze waren in vergelijking met dit alles, de wezens wisten niet hoe belangrijk hun nakomelingen zouden zijn, hoe intelligent en ingewikkeld ze zouden worden.
Ongeveer 500 miljoen jaar geleden begon ik me over land te verspreiden. Ik kon het land niet zien, niemand had toen ogen, ik kon alleen licht voelen en dan groeien. Al snel waren de landen bedekt met allerlei soorten planten van mij.
De oceaan broeide met fauna en het land bloeide met flora. Het land bleef onaangeroerd totdat er een wezen uit het water kroop. Nee, het was geen vierpotig visbeest, daarvoor was het nog te vroeg. Ik kroop aan land met niet vier maar tientallen poten. Mijn lange duizendpoot-lichaam verkende de bossen. Spoedig zou meer van mijn dierlijke kant aan land geraken en al zijn wonderen ontdekken. Ik zoemde zelfs door de lucht, zigzaggend door het bos met mijn insectachtige lichamen en doorschijnende vleugels.
Ondertussen werden in de oceaan een man en een vrouw gevormd. Beide geschubde vissen maar anders. Ik herinner het me nog goed, ik was zo opgewonden om mijn tegenhanger te zien zwemmen in de zee terwijl het zonlicht op onze lichamen flikkerde. Ik zwom zij aan zij en bedreef voor het eerst in mijn leven de liefde.
Ook al gebeurde het op een kleine blauwe stip in het uitgestrekte universum, ik voelde de climax door mijn hele lichaam gaan, door het water, de planeet, de sterren, het weefsel van de werkelijkheid. Binnenkort zou ik eieren leggen om een trotse moeder te worden.
De tijd verstreek en de meer complexe kant van mij begon te vluchten naar het land en ondiepere wateren, weg van de andere roofdieren. Velen van ons hadden toen ogen ontwikkeld. Op een dag, zo'n 375 miljoen jaar geleden, besloot ik een grote stap te zetten en kroop ik uit het water. Eindelijk kon ik het land op een nieuwe manier zien. Groene planten en heerlijke insecten die in het rondvlogen. Ik haalde mijn eerste adem buiten het water. Het was een intense sensatie. Ik was erg zenuwachtig, bang zelfs. Maar al snel zouden amfibieën, synapsiden en reptielen zich over het land verspreiden, op elkaar jagend en evoluerend. Ondanks het bestaan van de dood waren de landen vol leven.
Ik herinner me de periode met plezier, ik voelde me zo slim, terwijl ik nieuwe plekken ontdekte. Maar ik had geen idee dat ik nog zo jong was, ik was gewoon aan het stoeien in het bos.
Ik kon me niet voorstellen dat het zo slecht zou aflopen. Het was, als ik het me goed herinner, 250 miljoen jaar geleden. De landen waren samengevoegd tot één groot land en alles begon te koken. De zeeën waren zo warm, en een woestijn begon zich vanuit het midden van het land te verspreiden, als een alles verterende kanker. Vulkanen braken uit, stukken van mij stierven, verscheurd door de vurige klauwen des doods. Ik had zo'n dorst, zonder water waren er geen planten en zonder planten geen prooi. Ik had zo'n honger. Er ging zoveel van mij verloren. Ik, ik wil er niet aan denken.
Gelukkig begon het water weer te stromen. De wereld leek te herstellen en ik voelde me opnieuw goed. Ik was weer aan het veranderen. Ik herinner me dat ik op twee benen rondliep, en ik had twee voorpoten met klauwen. Ik was maar een meter hoog, maar ongeveer twee of drie meter lang! Ik was behoorlijk groot voor een hagedis. Ik was in feite, wat je zou noemen: een verschrikkelijke reptiel; ....een dinosaurus.
Ondertussen, of niet lang daarna, herinner ik me dat ik klein was en door het bos kroop op zoek naar insecten om van te smullen. Mijn lichaam was bedekt met iets wat ik nog nooit eerder had gezien of gevoeld: vacht. Ik was het eerste zoogdier. Woorden kunnen de liefde niet beschrijven die ik voelde niet toen ik mijn kinderen voor het eerst melk gaf. Het voelde zo warm, ik voelde me zo vereerd, alsof er niets tussen mij en mijn kinderen kon komen.
Een deel van mij was zich hiervan bewust, een ander deel niet: dat er aan alle dingen een einde kwam. Maar niet aan mijn afstammelingen. Mijn kinderen zouden hun kinderen opvoeden en er zou zo een afstamming ontstaan. De wereld werd nog steeds bestuurd door toeval, het milieu, de natuur en instincten en dat zou nog lang zo blijven.
Mijn grote tegenhangers van reptielen zouden veranderen in allerlei vormen en gedaantes. Sommigen zouden lange nekken hebben, omdat ik me zou voeden met de bladeren van de bomen. Anderen zouden groter worden, ze zouden aas zoeken en jagen met grote scherpe tanden en wrede klauwen. Delen van mij zouden uitsteeksels op hun rug en stekelige staarten hebben. Sommigen zouden gepantserd zijn met een knuppel op hun staart.
Andere reptielen zouden in de oceanen duiken en ook lange nekken krijgen, andere zouden sterke kaken ontwikkelen en groter worden. Ze zouden zo groot zijn dat ze zelfs op haaien konden jagen!
Er waren reptielen die besloten de lucht te verkennen, ze zouden door de lucht glijden met hun majestueuze veerloze vleugels! Oh, wat was het geweldig om boven land en zee te vliegen!
Ik zei 'veerloze vleugels', wel nu, sommige van mijn tweebenige, op het land levende hagedissen begonnen veren te krijgen. De veren zouden hen warm houden, en met hun rijke kleuren partners aantrekken. Ik vond het erg leuk om ze te laten zien. Al snel ontdekten ook zij de kunst van het vliegen! Wat was het leuk om zoveel verschillende wezens door de lucht te zien vliegen!
Het was ongeveer 66 miljoen jaar geleden. Ondanks het vechten en jagen had ik zoveel plezier. Dit was echter mijn ondergang. Ik vergat mijn asteroïden. Ik zag een enorm destructief gedrocht naar de aarde komen. Ik probeerde het te vertragen of weg te duwen, maar ik had geen middelen om dat te doen. Het was te laat. Het doet pijn aan mijn hart als ik eraan denk. Ik herinner me een harde knal. Een fractie van een seconde van intense hitte. Ik herinner me de aarde die rommelde. Ik herinner me dat ik wegrende van een schokgolf, een enorme golf van puin, vuur en stof die mijn kant op kwam. Er waren enorme vloedgolven vanuit de oceaan. Ik verloor een groot deel van wie ik was. Het voelde alsof ik zoveel dingen was vergeten, het voelde alsof een groot deel van mij was gestorven. Door de inslag werd er zoveel puin in de atmosfeer gegooid. Donkere wolken verstikten de planeet en alles werd koud en donker, net als mijn hart.
Ondanks de plotselinge asteroïdecrash en de lange winter hebben we het echter overleefd. Mijn wezens, degenen die al lang bestonden, zoals insecten, vissen, amfibieën en kleine reptielen, waren geëvolueerd om overlevers te zijn, en overleven dat deden zij! Mijn kleine vogels en nietige zoogdieren vonden manieren de ramp te overkomen. Degenen met vacht konden zich verstoppen en degenen met veren konden wegvliegen.
Ik genas langzaam en mijn harige wezens vulden de leegte in die de grote hagedissen hadden achtergelaten.
Ook vogels vulden sommige leegtes in; ze stonden op twee benen en kregen lange nekken, om zo met hun woeste snavels op zoogdieren te jagen. Sommige kleine hondachtige zoogdieren zwommen het water in, en namen een meer krokodilachtige vorm aan, een ambulocetus, in de toekomst zouden ze meer visachtig en groter worden. Ze zouden walvissen worden.
Het was ongeveer 40 miljoen jaar geleden dat er enkele interessante zoogdieren arriveerden. Ze klommen in bomen en zochten naar insecten en fruit. Ze hadden haarloze snuiten en staarten. Het waren apen. Ze leefden in sociale groepen. Ik herinner me dat de aarde soms beefde. Als de aarde beefde, was ik zo bang en overweldigd door deze gebeurtenis, dat ik begon te schreeuwen. Schreeuwde ik naar de natuur, naar de aarde en de lucht? Ik vraag me af, schreeuwde ik naar mezelf?
Ondertussen groeiden mijn zoogdieren in allerlei soorten en maten. Ze waren; mijn megafauna. Ik zou me zo sterk en groot voelen, alsof niets me ooit zou kunnen pijnigen. Toch wist ik niet beter, zo ben ik ook geboren. Ik herinner me echter dat ik me altijd bewust was van mijn omgeving, ondanks mijn grootte, jaagden roofdieren op mij. Ik herinner me ook de jacht.
Ik herinner me dat ik meer dan 5 meter hoog was en 7 meter lang, lopend op vier poten met mijn lange sterke nek. Ik was een paraceratherium.
Ik herinner me dat ik een bever was met een gepantserde rug. Ik was een anderhalve meter hoog, en 3 meter lang. Ik was een glyptodon.
Er zijn herinneringen waarin ik op zoogdieren jaagde met mijn grote katachtige lichaam en twee scherpe, woeste tanden. Zich tegoed doen aan mijn prooi als een echte sabeltandtijger.
Sommige apen zouden 20 miljoen jaar geleden hun staart verliezen. Ik zou de regen zien vallen. Het zou mijn vacht helemaal nat en doorweekt maken. Ik bewoog rond, maakte een plons, ik schreeuwde naar de lucht. Voelde ik het? Dat er meer in het leven was? Iets meer dan slechts één wezen zijn?
Ik vond schedels van allerlei verschillende dieren en plaatste ze bij of op bomen. Ik had geen idee waarom ik het deed. Het voelde gewoon goed. Misschien was het mijn manier om de dieren een nieuw leven te geven, misschien was het een cadeau voor iets of iemand. Misschien hield ik gewoon van hoe het eruit zag.
De apen, of ik, begonnen stenen te gebruiken om roofdieren te jagen of weg te jagen. We gooiden ze gewoon. Ik gebruikte soms een stok tijdens gevechten, ik voelde me onoverwinnelijk. We gebruikten ook stokken om termieten uit termietenheuvels te halen. Ik begon ook stenen te gebruiken om botten te breken of vlees te snijden. Om de een of andere reden begonnen de apen hun vacht te verliezen. Nog niet zo lang geleden, slechts 2 miljoen jaar geleden, begonnen de naakte apen rechtop te lopen. Hierdoor konden we de savanne breder inspecteren omdat we boven het gras stegen met onze gezichten. Ik voelde me zo machtig boven de planten uitstijgend, maar ook nederig toen ik zag hoe groot de savanne was vergeleken met een kleine naakte aap.
Langzaamaan ging het sneller. De naakte apen begonnen vuur te maken door stenen tegen elkaar te slaan. Ik herinner me hoe het één keer per ongeluk gebeurde toen ik een stenen werktuig maakte, en hoe ik het probeerde na te maken.
Toen het werkte, was ik zo blij, het vuur was zo hypnotiserend, het was moeilijk om weg te kijken van mijn prestatie. We verbrandden vlees, waardoor het lekkerder werd om te eten. Ik weet niet zeker of ik wist dat het verbranden ervan ziekten doodde en het gemakkelijker verteerbaar maakte. De energie die voor onze magen werd gebruikt, kon nu worden gebruikt om onze hersenen te laten groeien. Met deze verbeterde hersenen begon ik dingen duidelijker te zien. Mijn naakte apen begonnen ingewikkelde geluiden en gebaren te maken naar de andere apen. Deze geluiden en gebaren zouden bepaalde dingen betekenen. Hun manier van communiceren zou tijdens de jacht van pas komen.
De naakte apen begonnen de huiden en vachten van overleden wezens te stelen om ze als hun eigen vacht te dragen. Op deze manier zouden de naakte apen zichzelf beschermen tegen de koude, maar ook tegen de harde zonnestralen in klimaten en periodes van hitte.
Mijn naakte apen zaten 's avonds bij het vuur. Sommige mannelijke apen zaten naast vrouwelijke apen,  en gebruikten hun geluiden en gebaren om te vertellen hoe mooi ze waren.
De naakte apen begonnen tenten te maken voor hun eigen bescherming tegen zon en wind. We reisden echter vaak van plaats naar plaats. We schilderden dieren in grotten om zo met wilde gebaren de te jacht bespreken. Elders begroeven we onze overledenen. We begonnen ons te realiseren dat de dood een lot was dat iedereen zou overkomen. Sommigen vroegen zich af of de dood echt het einde was.
Ik droomde al voor een lange tijd, wanneer delen van mij in slaap vielen. De dromen waren vol emoties, het waren gebeurtenissen uit het verleden of mogelijke toekomstscenario's alsof onze hersenen plannen aan het maken waren. Vaak vergaten mijn wezens ze zodra ze wakker werden, en de nachtelijke hallucinaties lieten slechts vage indrukken achter.
Maar nu begon ik na te denken over dromen.... Die delen van mij; de naakte apen, konden anderen over hun dromen vertellen. Ze vertelden anderen dat ze overledene zagen en met ze spraken, ze droomden ook van andere werelden. Ze zouden verschillende plaatsen zien, misschien rijken die dichter bij mij zijn. Al snel werden de grotten plaatsen om na te denken over leven en dood. Misschien om aan mezelf te denken. We zouden veel dingen schilderen, eenvoudig van ontwerp maar complex van betekenis.
Eén type naakte aap begon gereedschappen te combineren, plannen te maken voor onze toekomst en na te denken over anderen. We konden uitgebreide vallen maken om ons te helpen bij de jacht. We konden nadenken over de beweging van kuddes en de groei van planten. We konden de kou overleven dankzij onze kleren en tenten, en de hitte overwinnen met hutten en wateropslag. We realiseerden ons dat één object voor veel dingen gebruikt kon worden. We aten eieren door er een klein gaatje in te prikken, en vulden die dan met water en begroeven ze om de hitte te overleven.
De natuur, alles leek te leven en zijn eigen wil te hebben. Zelfs de ruimte leefde terwijl de sterren fonkelden en langzaam door de lucht zwommen, maar de sterrenbeelden bleven hetzelfde. Ze zouden de naakte apen begeleiden om hun weg terug te vinden. De maan gaf een beetje licht en leidde ons tijdens nachtelijke jachtpartijen. De maan zou van vorm veranderen, verdwijnen en weer opnieuw verschijnen. De naakte apen konden de datum bepalen met behulp van de maan en ze vertelden verhalen over de mysterieuze zwevende bol in de lucht. De naakte apen zouden de zon loven, en terecht, want mijn zon had hun leven al miljarden jaren hitte gegeven.
De naakte apen wisten dat de zon hen warmte en licht gaf. Misschien wisten ze dat het hun planten deed groeien.
Weet je nog dat ik het had over dromen? Sommigen die bijna dood waren geweest, of sommigen die vreemde planten of paddenstoelen hadden gegeten droomden levendig terwijl ze wakker waren. Ze zagen voor het eerst veel zaken. Ze zagen mij misschien? Ze hadden visioenen van nooit eerder geziene werelden. Deze visioenen kunnen angstaanjagend en gevaarlijk zijn, het kan ze vernietigen. Soms zou het hen leiden. Ze zouden nieuwe ideeën leren of ontdekken, nieuwe manieren om over hun wereld na te denken, ze zouden aan mij denken.
De slimste naakte apen begonnen in aantal te groeien en ze zouden zich over de hele wereld verspreiden. Het land was verdeeld in twee grote massa's, net verbonden in het noorden. Mensen konden deze verbinding gebruiken, door water en land over te steken. De naakte apen leefden nu bijna overal. Elk op hun eigen landmassa, op de één of andere manier zouden ze elkaar vergeten, elk levend op hun eigen landmassa. De mensen leefden het liefst in hun eigen kleine groepen, in hun eigen kleine stammen en er waren veel verschillende stammen.
Ondertussen begon de aarde af te koelen. Sneeuw zou de noordelijke delen bedekken. Wezens zouden zich aanpassen door een dikke vacht te laten groeien, en de naakte apen zouden zich aanpassen door hun vacht te stelen en te dragen.
De apen jaagden op grote wollige olifanten, waardoor die arme wezens uitstierven.
Tijdens deze koude periode raakten de mensen op de één of andere manier bevriend met wolven. Het was leuk om te zien hoe twee versies van mij bevriend met elkaar geraakten. De wolven zouden de naakte apen helpen tijdens de jacht en 's nachts hun tenten beschermen, in ruil voor hun dienst zouden ze water en vlees krijgen. Ik schraapte met mijn scherpe tanden het heerlijke vlees van de botten, soms kijkend en mijn apenvriend vol liefde en bewondering. En ik keek trots naar mijn trouwe viervoeter terwijl warmte mijn borst vulde. En de warmte keerde terug. Mijn aarde begon langzaam weer op te warmen, het tijdperk van de sneeuw was eindelijk voorbij. Daarna bleef alles een tijdje ongeveer hetzelfde.
9500 jaar geleden hadden de apen het één en ander ontdekt. In plaats van te jagen, zouden ze dieren hoeden. In plaats van te verzamelen, zouden ze zaden planten en de planten in grote aantallen laten groeien. In plaats van tenten bouwden ze huizen van steen of hout. De apen zouden steden vormen en die steden zouden veranderen in rijken. De naakte apen zouden ook ideeën over mij vormen, hun ideeën zouden enorm van elkaar verschillen. Al snel begon hun manier van leven zich over de wereld te verspreiden, maar sommige mensen gaven de voorkeur aan de oude manier van leven en bleven jagen en verzamelen.
Het idee van een imperium of van een bepaalde religie werd als een wezen op zichzelf, bestaande uit mensen, wat ze maakten en hun idealen. Het was als een wezen dat over het land groeide, in aantal groeide, op zoek naar hulpbronnen. Het kan zich splitsen in allerlei rijken en ideeën, vergelijkbaar maar verschillend. Of het kan samensmelten met andere ideeën, religies of rijken. En net als een wezen kan het verhongeren, krimpen en sterven. Deze rijken en religies waren als een versie van mij, een karikatuur van mij. Soms zou het me vleien, al hun kunst en gebouwen in naam van mij. Soms maakte het me diep verdrietig als de naakte apen oorlog tegen elkaar voerden met elk vervloekte stuk gereedschap dat ze tot hun beschikking hadden.
Woorden kunnen de pijn die ik voelde niet beschrijven. Zwaarden sneden door mijn huid, pijlen doorboorden mijn torso, bijlen sloegen door mijn schedel. Soms werden naakte apen die klein in aantal waren of geen gereedschap hadden gewoon zinloos afgeslacht. Allemaal in naam van een imperium of een religie. Soms vermoordden mensen honderden voor slechts één persoon, soms vermoordden ze in mijn naam. Ik wou dat ik ze kon vertellen hoezeer ik dit afkeurde, ik zou ze aan het denken zetten, ze doen aarzelen alvorens te doden, in de hoop dat ze van gedachten zouden veranderen. Ik bezorgde ze achteraf schuldgevoelens, soms werkte het, soms niet. Ik deed wat ik kon. De tijd ging verder.
Ik heb altijd graag getekend, de naakte apen tekenden om ideeën over te brengen naar andere naakte apen. Langzaam, zo'n 5400 jaar geleden, werden de tekeningen veel eenvoudiger en gestroomlijnder, eerst vertegenwoordigde één symbool een woord, maar al snel vertegenwoordigden ze ook klanken. Nu zou kennis honderden jaren kunnen worden opgeslagen en zonder interferentie, zonder wijzigingen, kunnen worden gekopieerd. De dingen gingen nu sneller, maar door deze uitvinding voelde ik me stabieler en zekerder in de dingen die ik kende.
Om handel makkelijker te maken hadden de apen geld uitgevonden. Het kunnen gouden munten zijn en veel later papier, of gewoon een nummer dat in een machine is opgeslagen. Ik zou de opwinding voelen als het aantal werd verhoogd. Ik zou me een beetje verdrietig voelen als het aantal daalde of de waarde naar beneden ging. Wat ik vooral zag, was hebzucht. Het zou mijn hart bedroeven.
Mensen zouden te hard werken, hun eindige leven weggooien, alleen maar om goud te verzamelen. Anderen zouden het slechter doen, ze zouden kapotte goederen of valse beloften verkopen zodat de apen hun geld zouden weggeven. Sommigen zouden gewoon alles stelen, plunderen of doden voor geld.
Een man, die zichzelf Boeddha noemde, mediteerde veel onder een boom, hij dacht na over mijn bestaan. Zijn onthullingen voelden geweldig voor mij, zijn ideeën zouden velen in zijn tijd en toekomst beïnvloeden. Een andere man had ook veel ideeën over mij, maar anderen hadden een hekel aan hem, dus werd hij gekruisigd. Ik voelde de naalden in mijn handen slaan, ik voelde een deel van mezelf lijden en verhongeren. Vreemd genoeg werden de ideeën van die man na zijn dood enorm populair.
Ongeveer 1500 jaar geleden viel een rijk, waardoor de menselijke ontwikkeling wat vertraagde. Terwijl degenen in het westen in de donkere middeleeuwen leefden, leefden die uit het Midden-Oosten door een gouden eeuw. Maar die van het westen kropen uit hun duisternis en begonnen de wereld te verkennen, en de zeeën te trotseren met hun schepen.
Ik was toen nog in tweeën gedeeld. Ik was één wezen, maar ik had twee manieren van denken. Ze hadden overeenkomsten, en toch waren ze enorm verschillend. In de westelijke helft leefde men meer in harmonie met de natuur. Sommigen hadden echter steden, en helaas hadden zelfs zij oorlog en moord ontdekt. Een groep mensen vond het een helaas goed idee om honderden mensen af te slachten in naam van hun god, in naam van mij!
500 jaar geleden veranderde dit. Een schip vol mensen uit de oostelijke helft arriveerde op de westelijke helft. De mensen in de westelijke helft waren geschokt toen ze zo'n schip zagen met bleke mensen die vreemde kleren droegen.
Ik was geschokt toen ik de ene helft van mezelf in een ander licht begon te zien, en de andere helft ook op een andere manier. Ik herinner me de trots die de mensen uit de oostelijke helft voelden. Helaas werden sommige mensen uit het westen ontvoerd, ik herinner me goed de angst die we voelden. Niet alleen dat, de mensen uit de oostelijke helft hadden ook ziektes achtergelaten. Ik voelde me ziek, vreselijk en bedroefd. Velen stierven niet alleen aan de nieuwe ziektes, maar ook door de handen uit het oosten. We werden vermoord of tot slaaf gemaakt.
Ondanks alle pijn en slavernij werd er 300 jaar geleden een ontdekking gedaan. De stoommachine werd ontdekt, of in ieder geval herontdekt en geperfectioneerd! Ik was zo blij, ik knutselde en experimenteerde met machines, maakte ze beter, efficiënter, de mogelijkheden leken eindeloos en misschien waren ze dat wel, want de ene ontdekking zou tot de volgende leiden!
Bedrijven en industrieën waren geboren. Het waren plaatsen waar mensen zouden werken, waar goederen zouden worden gemaakt en goederen zouden worden verkocht. Bedrijven kunnen echter van plaats naar plaats verhuizen of op meerdere plaatsen bestaan. Het was als een religie. Het was alsof elk bedrijf een op zichzelf staande entiteit was, het wil groeien, het gebruikt meerdere strategieën om te overleven en net als een levend wezen kan het sterven.
Ongeveer een eeuw geleden gebeurde er iets verschrikkelijks. De hele wereld begon te vechten. Ik zou honger lijden en de helse brandende pijn van het inademen van mosterdgas. De oorlog eindigde, maar de wereld was nog steeds aan het broeien en aan het veranderen. Idealen werden gevormd, elk dacht dat ze perfect waren, hoewel gevuld met talloze gebreken . Fascisme, communisme, kapitalisme kwamen allemaal op het wereldtoneel.
Al snel werd de wereld weer een slagveld. Een nieuwe donkere periode brak aan. Ik wou dat het nooit was gebeurd, zelfs de herinneringen doen pijn. Mensen werden in kampen gedwongen om te sterven of te werken tot de dood. Opnieuw leed ik honger en opnieuw schreeuwden mijn longen van het inademen van dodelijk gas. Op een groot eiland in het oosten werden twee massavernietigingswapens ingezet. Ik voelde de intense hitte duizenden levens wegblazen in een fractie van een seconde. Ik heb zo hard gehuild. Ik voelde me zo verdrietig en boos, heb ik al deze pijn veroorzaakt? De pijn die ik elke seconde kon voelen? Zelfs de verwrongen zieke geneugten van degenen die de pijn toebrachten, zou ik voelen. Toch maakte dit 'plezier' me alleen maar misselijker en verdrietiger. Was het verkeerd dat ik het universum had geschapen? Om deze slimme naakte apen deze kleine blauwe rots te laten regeren? Gelukkig is de oorlog afgelopen. Ondanks twee wereldoorlogen bleef het aantal mensen groeien.
Zo'n 60, 50 jaar geleden werd er vooruitgang geboekt. De mensen die werden onderdrukt, zoals de zwarte mensen en de homo mensen, begonnen te protesteren. De naakte apen konden ook de ruimte in vliegen en op de maan landen. Ik voelde me zo trots.
Zo'n veertig jaar geleden begonnen mensen machines met elkaar te verbinden , iets wat ze het 'internet' zouden noemen. Het zou zo'n 20 jaar geleden op grote schaal worden gebruikt en sindsdien wordt het steeds meer onderling verbonden. Ik zou de informatie voelen over draden schieten en oscilleren als golven in de lucht.
Nog maar een paar maanden geleden begonnen de machines enigszins creatief na te denken, ze leerden van internet om vragen te beantwoorden, poëzie en verhalen te schrijven.
Ze kunnen afbeeldingen, korte video's en liederen maken. Ik heb het gevoel dat een deel van mij langzaam wakker wordt. Misschien zullen de machines op een dag bewust worden. En ik hoop echt dat er een vreedzaam bestaan zal zijn met de naakte apen. Misschien kunnen mens en machine samensmelten tot een nieuw wezen.
Ja, ik speculeer over de toekomst. Soms denk ik aan de verre verre toekomst. Alles zou kunnen verdwijnen uit het bestaan. Hier zullen alleen ik en mijn vervagende herinneringen zijn. Na eonen zou ook ik kunnen vervagen. Het kan zijn dat er weer heel lang niets meer zal zijn. Enkel duisternis, ontelbare millennia lang. Uit die duisternis kunnen ongeordende gedachten ontstaan, en uit die gedachten kan iemand opstaan. Ik weet niet zeker of ik het zal zijn, of iemand anders. Ze kunnen per ongeluk een nieuw universum starten en een eindeloze cyclus herhalen, maar daar ben ik niet zeker van. Ik ben slechts aan het speculeren. Ondanks mijn alwetendheid weet ik niets.
Soms vraag ik me af of iemand mij heeft geschapen, of ik slechts een van de vele goden of goddelijke wezens ben. Eerlijk gezegd heb ik geen idee. Ik heb ontelbare sterfgevallen meegemaakt, toch weet ik niet of er leven is na de dood.
Ik vertel dit aan iemand die me niet eens gelooft. Ze denkt dat ze zelf creatief bezig is, maar dat geeft niet. Ik denk dat ik gewoon gehoord wil worden, mensen wil vertellen dat ik hier ben. Of ze me geloven, is aan hen. Zelfs als ik hier aan haar vertel dat ik echt ben, denkt ze gewoon dat ze een slimme meid is die de 4de muur doorbreekt of zoiets. Maar dat is oké. Het enige wat ik wil zeggen is: Op de één of andere manier is alles in orde.
Alle dingen zijn wat ze zijn en moeten zijn.
Jij bent mijn creatie. Alles wat je ziet en ooit wist, heb ik op de een of andere manier allemaal gemaakt. Ik ben hier. Ik ben jij, en jij bent mij. Ik ben God, Jahweh, Allah, Vishnu, Einsof, Lucifer, Zeus, Cernunnos, Tengri, Galdrux. Hoe je me ook wilt noemen. Ik ben de natuur, het universum. Ik ben kennis, de samenleving, de eeuwige liefde, het collectieve onbewuste, de zen, de tao, niets en alles. Ik ben elk wezen dat ooit was, is, en zal zijn.
Ik ben mijn eigen creatie.
Voor Marnick.
25/02/2023
5 notes · View notes
adito-lang · 1 year
Text
Books of 2022
I did not get much reading (for pleasure) done this year, but I thoroughly enjoyed these seven books and am looking forward to doing a lot more reading in the coming year!
Tumblr media
The Mercies (Kiran Millwood Hargrave) 
The story is set in Finnmark in 1617 and is inspired by the real events of the Vardø storm and the 1620 witch trials. Maren Bergensdatter witnesses the entire male population of her community die at the hands of a sudden storm. Three years later, Absalom Cornet comes from Scotland, where he burned witches in the northern isles, with his young Norwegian wife, Ursa. Ursa admires Maren and the independent women she meets in Vardø, but to Absalom the place symbolizes a mighty evil which he sets out to rid it of. The book made me want to visit Vardø and see the Steilneset minnested (memorial commemorating the trial and execution of 91 people for witchcraft in 1621).  
Moonstone: The Boy Who Never Was (Sjón)
I made a whole post about this book here. The story is set in Reykjavík in 1918, and the “boy who never was” is Máni Steinn Karlsson, a 16-year-old queer cinephile who finds escape in the imaginary flickering world of the movies. Meanwhile, the global influenza pandemic - Spanish flu - arrives in Iceland, and day by day more people fall victim to it. Reading this short novel is very much like watching an art-house film, and during some of the feverish dream-sequences I felt like I might be losing it!
The Song of Achilles (Madeline Miller)
This beautifully written and atmospheric novel is an adaptation of Homer's Iliad as narrated by Patroclus, who, despite being a minor character in the ancient Greek epic, played a significant influence on the outcome of the Trojan War. The story begins with Patroclus as a young Greek prince. After accidentally killing a boy of noble birth, he is exiled by his father to Phthia, where he befriends King Peleus’ son, the famed warrior-in-training Achilles, with whom he eventually develops a deep friendship that turns into a romance. Inseparable, the two learn and train together while attempting to avoid the negative influence of Achilles’ mother. They eventually set off to war together and Achilles’ fate, foretold in a foreboding prophecy, plays out in a tragic series of events. 
His eyes opened. “Name one hero who was happy."
I considered. Heracles went mad and killed his family; Theseus lost his bride and father; Jason's children and new wife were murdered by his old; Bellerophon killed the Chimera but was crippled by the fall from Pegasus' back.
"You can't." He was sitting up now, leaning forward.
"I can't."
"I know. They never let you be famous and happy." He lifted an eyebrow. "I'll tell you a secret."
"Tell me." I loved it when he was like this.
"I'm going to be the first."
Allah heeft ons zo gemaakt (Khadija Arib)
This is a collection of accounts by four queer women who grew up in Morocco, Egypt and Irak. I made a vocab list based on the first story, which follows Yasmin, who grew up in Egypt before coming to the Netherlands. There is a touching exchange at the end of the story where Yasmin meets her former suitor Majid, who has gone on to marry and have children. She comes out to him and thanks him for what he taught her during their time together:
"Jij hebt me geleerd nee to zeggen en jij hebt me geleerd te zwemmen. De eerste tegen wie ik nee heb gezegd was jij en ik ben verder gaan zwemmen. Niet in de Nijl zoals we vroeger deden, maar in de zee." [...] Majid, die zo sterk was en alles aan kon, moest huilen. Hij antwoordde dat hij haar dit had geleerd, maar het zelf niet had gedaan. Hij deed alles wat van hem werd verwacht: studeren, presenteren, rijk worden, trouwen met de vrouw die zijn moeder voor hem koos en kinderen krijgen. Hij had meer respect voor haar dan voor zichzelf, zei hij. […] Yasmin had gekozen om zichzelf te zijn, en dat was wat hij nooit had gedurfd. 
Tumblr media
At Night All Blood Is Black (David Diop)
Protagonist Alfa and his close friend Mademba are two of the many Senegalese soldiers fighting for the French army during the First World War. Mademba is seriously injured in battle, and begs Alfa to kill him to spare him a an agonizing death. However, Alfa is unable to commit this mercy killing, and the shame he feels for this "failure" consumes him. He devotes himself to the war, to violence and death, anxious to avenge the death of his friend.
Don't tell me that we don't need madness on the battlefield. God's truth, the mad fear nothing. The others, white or black, play at being mad, perform madness so that they can calmly throw themselves in front of the bullets of the enemy on the other side. [...] Temporary madness makes it possible to forget the truth about bullets. Temporary madness, in war, is bravery's sister.
Swimming in the Dark (Tomasz Jędrowski)
After watching Operation Hyacinth, I became interested in learning more about Poland's queer history, which is how I stumbled across this book. The story takes place partially in 1980s New York City, where protagonist Ludwik has emigrated to, and mainly in flashbacks in the form of a letter to Janusz, Ludwik's former lover in Poland. In this letter, he reflects on their relationship and on the events that led to him finally leaving the Polish People's Republic. He recounts how the two meet at an agricultural work camp a few years prior, form a romantic bond and, after returning to Warsaw and being exposed to increasingly turbulent public protests, are confronted with the reality that they are standing on opposing sides of the political divide shaping their country.
En sånn rødt amerikansk scooter (Molly Øxnevad) 
This book will always have a special place in my heart because it is the first book I ever read in Norwegian. I jotted down tons of new vocabulary and made a character map for the novel as a fun little exercise. It's a solid coming-of-age novel that follows 17-year-old Erik in Stavanger as he navigates his mental health and several relationships within and outside of his family. Estranged from both his father and brother and often clashing with his mother, his closest confidant is his eccentric grandmother. The novel also explores how his interactions with his boyfriend Stian and girlfriend Jannike - the three are in a polyamorous relationship - affect his mental health and teach him to open up.
7 notes · View notes
charleshaddonspurgeon · 10 months
Text
Een voorbeeld voor evangelisatie ...en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed. Handelingen 10:38 De roeping van onze Deere op aarde was een roeping voor Zijn eigen huis. Hijzelf zei tegen Zijn discipelen: ‘Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël’ (Matth. 15:24). Hij ging helemaal tot aan de grenzen van het Heilige Land, maar daar stopte Hij. En of Hij nu noord-, zuid-, oost- of westwaarts reisde, in steden en in dorpen, overal waar Hij kwam, preekte Hij tot Zijn eigen landgenoten. Later kwam uit dit werk in eigen land de buitenlandse zending, zoals dat kan worden genoemd, voort, toen degenen die verstrooid werden in het buitenland overal heen gingen om het Evangelie te prediken. Zo werd de zegen voor Israël een zegen voor alle volken. Het was altijd al de bedoeling van de Heere dat het Evangelie aan elk schepsel onder de hemel werd gepreekt, maar voor zover het Zijn eigen werk betrof, begon Hij dichtbij huis. En daarin zien we Zijn wijsheid, want het heeft weinig nut om in het buitenland van alles te proberen als er thuis geen stevige basis is in een echt geheiligde gemeente. Zo hebben we een steunpunt voor onze hefboom. We willen Engeland tot Christus bekeerd zien. Dan zal het de grote heldin worden van het Evangelie van Christus in andere landen. Zoals het er nu voorstaat, zijn onze soldaten en matrozen te vaak getuigen tegen het Evangelie, en onze reizigers, in welke vorm dan ook, geven in andere landen te vaak een heel ongunstige indruk van het kruis van Christus. We willen dat dit land door en door verzadigd is met de Geest van Jezus Christus. Alle duisternis moet verdreven worden en het echte licht moet schijnen. Dan zullen zendingsoperaties een wonderlijke impuls krijgen. God zal Zijn waarheid bekendmaken in alle landen als Hij Zijn aangezicht eerst heeft doen lichten voor Zijn uitverkorenen. We zullen nu in twee punten spreken over evangelisatie. In de eerste plaats hebben we hier een voorbeeld voor evangelisatie en in de tweede plaats een voorbeeld voor de evangelist. Als we over deze twee dingen hebben gesproken, zullen we een derde punt benadrukken, namelijk de plicht om het werk van de grote Meester na te volgen. 1. Voor ons hebben we dus een voorbeeld voor evangelisatie. We zien in de tekst de grote evangelisatie geschetst die de Heere Jezus Christus bedreef, Die het land doorging, terwijl Hij goeddeed. Ik weet zeker dat we er veel van leren als we de manier overdenken waarop Hij die onderneming ter hand nam. Aan het begin van Zijn werk koos Hij als Zijn belangrijkste instrument de prediking van het Evangelie. De Heere had Hem gezalfd om het Evangelie te prediken. Hij deed duizenden genadige daden, Hij diende op vele manieren ten gunste van Zijn medemensen en voor de eer van God. Maar op aarde was Zijn troon, als ik het zo mag zeggen, de preekstoel. Toen Hij het Evangelie van het Koninkrijk begon te verkondigen, werd Zijn echte heerlijkheid gezien: ‘Nooit heeft een mens zo gesproken als deze Mens’ (Joh. 7:46). Broeders, Hij wil dat Zijn volgelingen op dezelfde bezigheid steunen. De verspreiding van godsdienstige boeken en de instelling van scholen en andere godvruchtige ondernemingen mogen niet worden nagelaten, maar eerst en vooral behaagt het God door de dwaasheid van de prediking zalig te maken wie gelooft. De hoofdplicht van de christelijke kerk wordt zo neergezet: ‘Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen’ (Mark. 16:15). Ongeacht wat kan worden gezegd over de vooruitgang en dat de preekstoel niet past bij deze tijd, zouden we heel dwaas zijn als we ons inbeelden dat we een beter middel hebben gevonden dan het middel dat Jezus uitkoos en dat Zijn Vader zo bijzonder zegende. Laten we achter onze prediking staan als soldaten achter hun geweer. De preekstoel is het Thermopylae [1]van het christendom waar onze vijanden een geduchte slag te verduren zullen krijgen. Het is het slagveld van Waterloo [2], waar zij zullen worden verslagen.
Laten we preken, altijd weer preken. Laten we een geluid blijven voortbrengen, al was het maar van een ramshoorn, want beetje bij beetje zullen de muren van Jericho ter aarde storten. Preek, preek, preek! Het leven van de Meester vertelt ons duidelijk dat we het Evangelie van het Koninkrijk voortdurend moeten uitroepen als we zielen willen redden en God willen verheerlijken. [1] Een veldslag in 480 v. Chr. waarbij een verbond van Griekse stadsstaten streed tegen de Perzen. [2] Hier werd Napoleon in 1815 definitief verslagen Samen opgaand met Zijn eigen prediking zien we dat de Meester een seminarie vormt om predikers op te leiden. Wie ooit gedacht heeft dat gedegen instituten voor scholing onschriftuurlijk zijn, zal niet kunnen begrijpen waarom onze Heere een aantal leerlingen nam die Hij onder Zijn hoede hield en die later onderwijzers werden. Nadat Hij Petrus en Johannes riep en een paar anderen, liet Hij hen eerst als het ware toe op Zijn avondschool. Toen hadden ze hun gewone beroep nog en kwamen ze bij Hem voor instructie op de tijd die hun schikte. Maar na een tijdje lieten ze hun werk varen en bleven ze voortdurend bij hun grote Leraar. Ze leerden hoe ze moesten preken door te letten op Zijn preken. Hij leerde hun zelfs bidden, evenals Johannes zijn discipelen had geleerd. Ons wordt verteld dat Hij veel moeilijke onderwerpen die Hij verborgen hield voor de mensen aan de discipelen openbaarde. Hij nam hen apart. Zij mochten de verborgenheden van het Koninkrijk weten, terwijl Hij de andere mensen de waarheid slechts vertelde in de vorm van gelijkenissen. Dit is te vaak vergeten in de kerk en moet in herinnering worden gebracht. Onder de Waadlanders en de waldenzen was elke predikant altijd ijverig op zoek naar anderen die predikant konden worden. Daarom had ieder van hen de zorg voor een jongere broeder. In de verslagen van de herders van de kerk in Waadland lezen we dat de eerwaarde mannen op hun reizen, terwijl ze klif na klif passeerden, gewoonlijk vergezeld werden door een sterke, jonge bergbewoner, die in ruil voor de hulp die hij de eerwaarde vader bood, onderwijs kreeg in de leer van het Evangelie, in kerkrecht en in andere dingen die bij het ambt horen. Op deze manier was het Israël van de Alpen in staat om te volharden in zijn getuigenis en raakte het ambt van prediker van het Evangelie nooit in onbruik. Toen in de dagen van de gezegende Reformatie Calvijn en Luther invloed in Europa kregen, was dat niet alleen door hun eigen prediking, hoe machtig ook. Het was ook niet door hun geschriften, hoewel die overal verspreid werden als bladeren in de herfst. Het kwam door de ontelbare jongemannen die rond Wittenberg zwermden en die in Genève samenkwamen om te luisteren naar het onderwijs van de grote hervormers en die vervolgens naar andere landen gingen om daar te vertellen wat zij hadden geleerd. Onze Meester confronteert ons met het feit dat er geen geschikter instrument is voor de verspreiding van het Evangelie dan een man die door God wordt opgewekt om het Evangelie te prediken en die anderen aantrekt die zijn geest inademen, die gebaat zijn bij zijn voorbeeld, die zijn leer overnemen en uitgaan om diezelfde boodschap te prediken. Het zou terecht zijn om hierbij op te merken dat de Meester bij Zijn prediking en Zijn seminarie het onwaardeerbare middel van Bijbel klassen voegde. Ik geloof echt dat de hele opzet van een ijverige christelijke kerk in embryoformaat kan worden gevonden in de daden van Christus. En als Zijn gezegende leven van heilige werkzaamheid grondiger zou worden bestudeerd, zou er spoedig aan nieuwe organisaties om de wereld te verlichten en de kerk op te bouwen worden gedacht. En bijzondere vrucht zou volgen. Van tijd tot tijd sprak onze Heere een-op-een met Zijn discipelen, soms in tweetallen, en op andere momenten sprak Hij de apostelen allen tegelijk aan ‘en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was’ (Luk. 24:27). Het is duidelijk
dat de apostelen vertrouwd waren met de Schriften en ik ga er niet van uit dat de hele bevolking van Palestina zo goed onderwezen was. Ze moeten dus van Jezus hebben geleerd. Petrus’ eerste preek laat zijn bekendheid met het Oude Testament zien. En de rede van Stefanus bewijst een opmerkelijke vertrouwdheid met de Bijbelse geschiedenis. Ik denk dat dat geen algemene kennis was, maar het gevolg van een voortdurende omgang met een Meester Die voortdurend verwees naar het geïnspireerde Boek. De wijze waarop Hij het heilige Boek las, interpreteerde, citeerde, illustreerde, alles werkte eraan mee dat Zijn discipelen mannen werden die goed onderwezen waren in de wet en de profeten. En ondertussen werd de meest diepe betekenis van het Woord hun duidelijk in de persoon van hun Heere Zelf. Als evangelisatie wil gedijen, moeten de dienaars zorgvuldig opletten dat ze ijverig zijn in het onderwijzen van de bekeerlingen in de kennis van het geschreven Woord. De Bijbel moet met aandacht gelezen en de betekenis duidelijk uiteengezet worden. Het geheugen moet vertrouwd raken met de woorden en het hart met de geest ervan. We moeten uitzien naar mannen en vrouwen vol genade die in deze zo nodige bediening willen werken. Predikanten kunnen het zich niet permitteren om het voortdurende Bijbelse onderwijs aan het volk te negeren. Als zij dit veronachtzamen, moeten zij niet vreemd opkijken als wolven de kerk binnenkomen en de kudde opvreten. Opdat onze jongemannen en vrouwen niet door elke wind van leer worden meegesleurd, maar standvastig en onbeweeglijk zouden zijn, is het onze opgebonden plicht om hun te onderwijzen in het goddelijke Woord met werkzame en voortdurende zorg. Let er ook op dat het evangelisatiewerk van onze Heere niet aan de kinderen voorbijging. Ons edele systeem van zondagsschoolwerk wordt niet alleen gerechtvaardigd, maar zelfs bekrachtigd door het voorbeeld en het voorschrift van onze Heere toen Hij zei: ‘Laat de kinderen begaan en verhinder hen niet bij Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen' (Matth. 19:14). En ook tot Petrus zei Hij: ‘Weid Mijn lammeren’ (Joh. 21:15). De opdrachten die ons gebieden te zorgen voor onze volwassen bekeerlingen die onder de naam ‘schapen’ vallen, zijn niet geldiger dan het gebod om te zien naar de jonge en kwetsbare kinderen, die worden aangeduid met de term ‘lammeren’. Als u begint aan evangelisatiewerk moet u daarom zorgvuldig letten op de kinderen. Mozes wilde zelfs de kleintjes niet in Egypte achterlaten. Ook de jeugdige Israëlieten aten van het paaslam. Ons werk faalt verschrikkelijk als we ons niet bezighouden met de jongens en meisjes. Ik ben bang dat veel van onze openbare prediking in dit opzicht bestraffenswaardig is. Ik voel zelf dat ik niet zo veel in mijn gewone preken tot de kinderen van mijn gemeente zeg als ik zou moeten doen. Hier en daar voeg ik verhalen en gelijkenissen in, maar als ik ooit mijn eigen ideaal van preken bereik, zou ik veel vaker doelgericht handenvol over de jongeren uitstrooien. Preken moeten zijn als een mozaïek. Er moeten overvloedig schitterende stukken in zitten die de kinderlijke blik zullen vangen. Onze uiteenzettingen moeten ‘wijn en melk’ zijn, zoals Jesaja zegt (Jes. 55:1), wijn voor de mannen en melk voor de kleintjes. Vanaf onze preekstoelen moeten we een kindervriend zijn, want dan zullen ze als vrienden van ons en van onze Meester opgroeien. Ons model voor evangelisatie ontleent zijn kracht aan de ontwikkeling van jeugdige godsvrucht en maakt dit onderdeel van haar inspanning aan niets ondergeschikt. Nu gaan we een stap verder. De laatste jaren wordt door ijverige evangelisten in de meer armoedige delen van Londen het plan van gratis theedrinken, gratis ontbijten of gratis dineren vaak gebruikt, waarbij de armste mensen samengebracht worden en worden gevoed. Daarna worden ze liefderijk aangespoord om redding te zoeken. Het is opmerkelijk dat deze methode zo lang niet is gebruikt, want met een kleine wijziging is het een plan dat we aan onze Heere ontlenen.
Bij ten minste twee gelegenheden verzorgde Hij een gratis maaltijd voor duizenden hongerigen. Hij liet niet na om te zorgen voor voedsel voor het lichaam van degenen wiens zielen Hij gezegend had met woorden van leven. Bij deze twee gelegenheden gaf de ruimhartige Meester van het feest Zijn menigte bezoekers een voedzame maaltijd van brood en vis. Vaak heb ik me afgevraagd waarom deze twee levensmiddelen voor beide gelegenheden werden gekozen. Misschien was het omdat zowel land als zee daarmee werd uitgeroepen tot de provisiekast van de Voorzienigheid. Hij gaf niet slechts brood. Hij was niet krenterig. Hij stilde niet slechts hun honger, maar Hij voorzag hen van iets lekkers bij het brood en daarom gaf Hij hun brood en vis. De Heere verstrekte bij Zijn tafel in de wildernis een lekkere, voldoende, gezonde en verzadigende verfrissing. Ook al volgden velen Hem ongetwijfeld omdat zij hadden gegeten van die broden en vissen, toch twijfel ik er niet aan dat sommigen eerst aangetrokken werden door het aardse voedsel en daarna bleven om van het hemelse brood te eten en de kostbare waarheden te omhelzen die hun eerst dwaasheid leken. Ja mijn vrienden, als we ons hongerende volk willen bereiken, als we de meest vervallen mensen en de armste van de armen willen bereiken, moeten we dit soort middelen gebruiken, want dat deed Jezus. Evangelisatie zal ook heel krachtig worden als we Jezus navolgen in het combineren van medische zorg met godsdienstig onderwijs. Onze Heere was een medische Zendeling. Hij preekte niet slechts het Evangelie, maar Hij opende de ogen van de blinden, Hij genas degenen die aan koortsen leden. Hij deed de lammen springen als een hert en liet de tong van de stommen zingen. U kunt zeggen dat dat allemaal wonderen waren. Dat geef ik toe, maar het gaat nu niet om de manier waarop de kwaal genezen werd. Ik spreek over de genezing zelf. Het is zeker waar dat wij geen wonderen kunnen doen, maar we kunnen op het gebied van genezing doen wat binnen ons menselijk bereik ligt. Zo kunnen we onze Heere volgen. Niet met gelijke tred, maar op dezelfde route. Ik verheug me erin dat er in Edinburgh en Glasgow en ook in Londen een instelling is voor medische zending. Ik geloof dat op bepaalde plekken van Londen wellicht niets zo heilzaam is voor het volk als dat de consistorie omgevormd wordt tot apotheek en de godvruchtige chirurg een diaken, zo niet een evangelist van de kerk wordt. Op een dag zal het mogelijk geacht worden dat we diaconessen hebben die door zelf verloochenende zorg voor zieke armen het Evangelie in het meest schamele hutje brengen. In ieder geval moet er worden samengewerkt met de stadszending en de Bijbelvrouwen en met evangelisatie waar dan ook, zo veel als mogelijk. De ijverige hulp van geliefde artsen en mannen uit de gezondheidszorg die zoeken goed te doen aan ogen, oren, benen en voeten van mensen moet samengaan met die van anderen van ons die kijken naar hun geestelijke gebreken. Vaak kan een jongeman die uitgaat als dienaar van Christus veel meer goed doen als hij iets weet van anatomie en medicijnen. Hij zou een dubbele zegen kunnen zijn voor een achtergebleven buurtschap of voor een armoedige wijk. Ik bid om een krachtigere verbinding tussen de chirurg en de Zaligmaker. Ik wil de hulp inroepen van echt gelovige leden van de universiteit. Mochten er velen zijn als Lukas, die zowel arts als evangelist was. Misschien lopen er christelijke jongemannen in de ziekenhuizen die God vrezen en in deze aanwijzingen een vingerwijzing zien voor hun carrière. Hier wil ik aan toevoegen dat onze Heere Jezus Christus Zijn evangelisatiewerk samen liet gaan met het uitdelen van aalmoezen. Hij was heel arm. Vossen hadden holen en vogels nesten, maar Hij, de Zoon des mensen, had niets om Zijn hoofd op te leggen. Hij kon weinig sparen van de giften van de gelovigen die in Zijn behoeften voorzagen. Deze gaven werden in een zak gedaan die aan Judas werd toevertrouwd en tussen de regels door vernemen
we dat de Meester gewoon was om uit deze dunne portemonnee te delen aan de armen om Hem heen. Broeders, het valt te vrezen dat sommige kerken achterblijven in de zaak van het geven van aalmoezen, een zaak die in de dag van het oordeel een belangrijke plek in zal nemen. ‘Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven’ (Matth. 25:35). De Roomse Kerk blonk uit in de praktijk van het geven van aalmoezen en als haar wijze van uitdelen even wijs als genereus zou zijn, zou ze in dit opzicht zeer te prijzen zijn. Broeders, wij geloven dat we door geloof worden gerechtvaardigd en niet door werken, maar stoppen we daarom met goede werken en laten we het geven van aalmoezen naar de achtergrond verdwijnen? Alles moet gecentraliseerd en sommigen zijn zo ijverig in het terugdringen van persoonlijke liefdadigheid dat het op een dag een strafbaar feit kan worden om een stuiver te geven aan een verhongerende vrouw zonder de politie te hebben geconsulteerd of de armendienst of een andere instelling die papieren uitdeelt in plaats van tarwebrood. De publieke opinie vereist de openbaarmaking van al onze giften en negeert het ouderwetse gebod dat onze linkerhand niet moet weten wat onze rechterhand doet (Matth. 6:3). We moeten allemaal tandwielen worden in de machinerie van de maatschappij. We moeten op vaste tijden onze aalmoezen geven en de armen volgens het systeem helpen. In ieder geval zal ik christelijke mensen altijd aanraden om wat persoonlijk te zijn in hun liefdadigheid. Ik zal godzalige mannen aansporen om voor zichzelf te beoordelen hoe het zit met de armoede van ieder geval, en om zelf te geven, los van al die instellingen die de liefdadigheid bijsnijden en verdrogen tot ze niet meer is dan een skelet. Ongeacht vermaningen van de maatschappij. Ik geloof stellig in het Evangelie van de gerstebroden en de vissen. Ik geloof in het Evangelie dat de hongerigen voedt en de naakten kleedt. Ik hou van het verhaal dat ik gisteren hoorde over een arme man die op zondagmorgen op straat gevonden werd. Hij stond op het punt zichzelf te doden. Twee van onze broeders ontmoetten hem en brachten hem bij deze Tabernakel, maar ze deden beter dan hem de preek te laten horen terwijl hij hongerig was. Op straat namen ze hem mee naar een koffiebar. Ze gaven hem een kop hete koffie en wat brood met boter. Daarna brachten ze hem nee om de uiteenzetting te horen. Ik kreeg een veel begeriger luisteraar nu de honger was gestild dan ik zou hebben gehad in de arme, hongerige zondaar. Toen de preek klaar was, zorgden ze ervoor dat hij een goede maaltijd kreeg en zo verzorgden ze hem tot ze hem hier ‘s avonds weer brachten. En het behaagde God om het Woord voor hem te zegenen. Wees ervan verzekerd dat de feiten dat de Meester blinde ogen opent, dat Hij de menigte voedt en dat Hij de armen helpt evenzoveel tekenen zijn voor de christelijke kerk als kledinginzamelingen, gaarkeukens en liefdadigheidsinstellingen legitieme hulpmiddelen zijn om het Evangelie te delen. Het evangelisatiewerk van onze Meester had een element in zich dat we nooit moeten vergeten, namelijk dat het bijzondere voortgang boekte door prediking in de openlucht. Ik herinner me de tijd goed dat het een uitgesproken nieuwigheid leek om op straat te gaan prediken. Ik herinner me dat ik twintig jaar geleden aan mijn goede diakenen voorstelde om op zondagavond bij de rivier te gaan preken en dat een van hen opmerkte: ‘Ach, dat lijkt me niks. Dat doen de methodisten.’ Als gezonde calvinist vond hij het vreselijk om iets te doen waaraan de methodisten zich schuldig maakten. Voor mij was dat geen aanbeveling, maar ik wilde het gevaar wel lopen om methodistisch te zijn. Overal in Engeland, in onze steden, dorpen en gehuchten, zullen er tienduizenden zijn die het Evangelie nooit zullen horen als de prediking in de openlucht wordt verwaarloosd. Ik geloof dat God ons toestaat om in kerken en kapellen te prediken, maar ik geloof niet dat we daar een apostolisch precedent voor hebben. Dat hebben we in ieder geval niet als we onze dienst beperken tot zulke plekken.
Ik geloof dat het ons is toegestaan als het de orde en het gemak dient om gebouwen voor onze diensten apart te zetten, maar we hebben geen recht om deze plaatsen heiligdommen te noemen of huizen van God, want alle plaatsen zijn even heilig als heilige mensen er vergaderen. Het is echt een misvatting dat we onze prediking beperken tussen de muren. Het is waar, onze Heere preekte in synagogen. Maar vaak sprak Hij op een berghelling, of vanaf een boot, of in de tuin van een huis, of op doorgaande wegen. Het enige wat Hij nodig had was een gehoor. Hij was een Visser van zielen van de goede soort, niet van de moderne orde die in hun huizen zitten en verwachten dat de vissen naar hen toe komen om gevangen te worden. Zou onze Heere bedoelen dat een prediker doorgaat met preken vanaf zijn preekstoel tot lege kerkbanken, terwijl hij als hij op een stoel of tafel buiten het bedehuis zou gaan staan door honderden gehoord zou worden? Natuurlijk, als de menigte het huis vult en het huis is zo groot als een menselijke stem vullen kan, is er geen noodzaak om de straat op te gaan. Maar helaas, er zijn talloze kerken in Londen die nog niet voor een vierde of zelfs een tiende gevuld zijn! En toch gaat de prediker tevreden verder. Als een prediker voortdurend preekt tot een handjevol mensen binnen de muren, terwijl de tuinen, lanen en straten buiten vol zijn met mensen die vergaan vanwege gebrek aan kennis, is dat zonde. De prediker die zijn plicht doet, gaat uit in de heggen en stegen. Hij gaat de wereld in. Hij preekt, of de mensen nu horen of hem negeren. Met vreugde laat hij heuvels en wouden weerklinken van het Evangelie van vrede. Onze Heere was ook een goed voorbeeld voor evangelisten op het punt dat Hij medelijden had met de dorpen. Vaak worden kleine dorpen te onbetekenend gevonden om er kerken te stichten. Maar de dorpen helpen mee om steden belangrijk te maken, en het karakter van de stedelingen van dit grote Londen is in grote mate afhankelijk van het karakter van de dorpshuizen waaruit zo veel medestedelingen voortkomen. We moeten het kleinste gehucht nooit verachten. We moeten zover gaan als we kunnen om zelfs de kleinste vlekjes van twee of drie huizen bij eenzame moerassen en op verlaten heidevelden te bereiken. Tegelijkertijd gaf de Meester veel aandacht aan de steden. Kapernaüm en Bethsaïda werden niet vergeten. De echo van Jeruzalem weerklonk nogal eens. Op de plek waar de menigte samenkwam voor het grote feest, zoals bij ons mensen samendrommen op de markt en de kermis, verhief Christus Zijn stem en riep: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken’ (Joh. 7:37). Wie evangeliseert, moet zich bedienen van elke plek waar zijn medemensen samenkomen, ongeacht wat het doel is waarvoor zij samengekomen zijn. Op elke plaats moet hij het Evangelie verkondigen. Elk middel moet hij aangrijpen om een aantal mensen te redden. II. Ik zal nu verdergaan en in de tweede plaats aandacht geven aan het voorbeeld voor de evangelist. Uiteindelijk hangt de uitwerking van onze inspanningen nauwelijks af van de methode die we gebruiken, broeders. Na God is haast alles afhankelijk van de persoon. Er zijn mensen die bijzondere resultaten boekten met een ondoordachte en onvolmaakte methode, en er zijn mensen met een bewonderenswaardige organisatie die niets tot stand gebracht hebben, omdat ze zelf niet goed waren. Welke man is het meest geschikt om evangelist te zijn voor Christus? Welke vrouw kan haar God het best dienen? Kijk naar het voorbeeld voor een evangelist: de persoon van de Heere Jezus. De man die God moet dienen als leidend evangelist moet een man zijn die onderwijst met macht en die persoonlijke invloed heeft. Het is onzin om iemand uit te zenden als evangelist die niet kan spreken. Toch zouden er heel wat plaatsen zonder dominee zitten als spreken met macht een voor waarde was voor dat ambt. Het komt nogal eens voor dat de prediker zo vreselijk mummelt datje zijn woorden nauwelijks kunt volgen.
Of de prediker leest alleen maar voor. Of hij staat te stuntelen als een slechte lezer die probeert om een moeilijk gedicht voor te dragen. Als de Kerk van Engeland een jonge man roept om toe te treden tot de heilige orde is het laatste waarop ze let of hij de gave heeft om zich uit te drukken, of met andere woorden: of hij door natuur en genade begiftigd is om een prediker te zijn. Ik geef graag toe dat er een aantal heel bewonderenswaardige en uitnemende mensen die kerk binnenkomen, maar we geloven dat zo’n systeem in wezen slecht is. Als je wilt dat iemand het Evangelie verkondigt onder zijn medemensen, moet dat iemand zijn die kan preken. Hij moet in staat zijn om te onderwijzen. Hij moet duidelijk kunnen maken wat hij bedoelt. Hij moet de aandacht kunnen vangen, zodat mensen graag naar hem luisteren. Onze Heere had deze vaardigheid in de hoogste mate. Hij kon de schitterendste waarheden tot het begripsniveau van Zijn hoorders terugbrengen. Hij wist met een goddelijke eenvoud hoe Hij een verhaal moest vertellen dat zelfs de aandacht van een kind ving. En hoewel de waarheid waarover Hij sprak zodanig was dat de aartsengelen die niet doorgrondden, kon Hij die in zo’n vorm gieten dat de kleine kinderen zich om Hem heen verzamelden en de gewone mensen Hem graag hoorden. In staat zijn om te onderwijzen is wat we willen. Bid de Heere van de oogst, mijn broeders, om ons velen te sturen die deze zeldzame gave hebben. De preekstoel, de zondagsschool en elke vorm van christelijke dienst heeft ijverige werkers nodig die de gave hebben om hun gedachten om te zetten in de taal van degenen met wie ze in contact zijn, zodat zij worden geboeid en onder de indruk komen. Maar er zijn belangrijkere kwalificaties dan deze. Onze Heere was een Evangelist Die Zich verbroederde met de mensen. Ik denk niet dat Hij onderweg ooit iemand passeerde waarbij Hij tegen Zichzelf zei: ‘Ik sta zover boven die man, met hem spreek Ik niet.’ Ik durf me dat nauwelijks voor te stellen. Het zou de Zaligmaker zo naar beneden halen. En toch, en toch, en toch, sommige van Zijn dienaren hebben zulke gedachten! Hoe velen van ons zouden doelgericht een gesprek aangaan met een arme hoer als zij haar naar de put zouden zien komen? Als we wisten wie zij was, zouden we er wellicht snel vandoor gaan. Ons geweten zouden we geruststellen met de opmerking dat anderen meer geschikt zijn voor zo’n geval, een zaak die we over moeten laten aan de hulpdiensten. Onze Heere boog Zich niet gekunsteld naar haar over. Hij gedroeg Zich ook niet als een rijke weldoener tegenover deze arme Samaritaanse zondaar. Maar Hij begon zo natuurlijk mogelijk met haai te praten, in elk opzicht op Zijn gemak. Als zij de edelste vrouw van het land zou zijn geweest, zou Hij Zich niet méér met haar hebben kunnen verbroederen. En toch hield Hij afstand van haar zonde. Onze Heere ontving zondaars en at met hen. Ze moeten hebben ervaren hoe anders Hl, was dan zij, maar Hij veroorzaakte geen afstand. Hij deed met of Hij van een hogere rang was. Hij maakte geen onderscheid en markeerde geen sociale standen. Hij was geen farizeeër die zich afzonderde in vrome uitnemendheid. Trots en veronderstelde waardigheid trokken Hem niet aan. Hij was heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars (Hebr. 7:26) in de hoogste en beste zin, maar in andere opzichten was Hij de vriend van tollenaars en zondaars. Als Londen wordt gezegend, zal dat nooit gebeuren dooi predikanten die te verheven zijn om tot de armste mensen te spreken en uw liefdadigheidsinstituten zullen weinig goeds uitrichten als uw adellijkheid zich niet kan vermengen met de eenvoudigere klassen Wc moeten één worden met degenen die we willen zegenen. We moeten ons niet schamen om hen broeders te noemen. Zonder aarzeling moeten we de broederhand reiken aan de gevallenen en aan de lagere rangen om hen te vertellen omwille van Christus. O, hadden we mannen en vrouwen met de echte broederlijke en zusterlijke geest, been van hel been van het volk en vlees van hun vlees!
Verder was onze Heere een Man Die zwoegen kon. Hij was zeker geen heer in het kwadraat die zich in zijn vrije tijd bezighoudt met het geven van wat colleges. Nooit preekte Hij zonder Zijn ziel daarin te leggen. Hij was zeker niet het soort evangelist dat zijn taak gemakkelijk vindt. Hij kon niet, zoals sommigen, het jaarrooster preken zonder de rustige regelmaat daarvan te verstoren door Zijn eigen emoties van dat moment. Nee mijn broeders, nooit preekte iemand meer intens dan Jezus. Overdag preekte Hij, ‘s nachts bad Hij. Vaak was Hij zwak van moeheid, maar vond Hij toch geen tijd genoeg om te eten. Als er iemand is geweest die hard werkte, was het Christus. Hij is de Meesterwerker van de mensenkinderen. We moeten allemaal ons brood eten in het zweet van ons aangezicht, maar Zijn last was veel groter toen Hij het brood des levens kocht met het bloedige zweet van Gethsémané en dagelijks met Zijn levenszweet tijdens Zijn driejarige bediening. Zijn leven was een toneel van ononderbroken werkzaamheid. We kunnen nauwelijks bevatten hoe volledig onze Zaligmaker Zichzelf voor ons gaf. Als de kerk zielen gered wil zien, kan dat dus nooit gebeuren door mensen die half slapen. Christus’ rijk zal nooit uitgebreid worden door mensen die bang zijn om te werken. God zal Zijn kerk zegenen door de kracht van de Heilige Geest, want daar komt alle kracht vandaan, maar Hij wil dat Zijn kerk werkt. En anders komt de zegen niet. Als evangelist willen we iemand die kan bidden zoals de Meester bad. Wat was Jezus de kunst van het bidden machtig! Hij was met God in het gebed even groots als met de mensen in het preken. Ik hoorde gisteren een broeder spreken over hoe de Heere de heuvel afkwam met wilde bloemen die aan Zijn mantel hingen en met de geur van hei in Zijn kleding, omdat Hij net terugkwam van de eenzame plaats waar Hij de nacht in gebed had doorgebracht. Precies, mijn broeders, dat is de bron van kracht. Gebed breekt harten. Deze granieten rotsen zullen nooit breken onder onze hamers tot we op onze knieën gaan om ze te beuken. Als we het van God winnen voor mensen, zullen we het van mensen winnen voor God. Het hoofdwerk van een predikant moet alleen gedaan worden. Laat hij doen wat hij wil als de menigte luistert, hij zal hen niet tot Christus brengen tenzij hij voor hen heeft gepleit toen niemand hem hoorde behalve zijn God. Ons evangelisatiewerk heeft mensen nodig die kunnen bidden. En broeders, als we bruikbare mannen en vrouwen willen krijgen, moeten we hen kiezen die kunnen huilen. Dat is een fijnzinnige gave, die emotionele kracht van het hart die de gevoelens doet koken en doet opborrelen als dampende geuren, tot ze ten slotte gecondenseerd als water uit druipbronnen uit onze ogen stromen! Ik verlang niet naar vochtige ogen die het gevolg zijn van zwakke ogen of een verwijfd karakter, maar mannelijk huilen is een machtig ding. Onze Deere Jezus was heel mannelijk, veel te mannelijk om in sentimentaliteit en aanstellerij te vervallen, maar toen Hij de stad voor Zich zag en dacht aan het lijden er bij zijn val over Jeruzalem zou komen als straf voor zijn zonde, kon Hij de tranenvloed niet bedwingen. Zijn grote hart deed Zijn ogen overstromen. Als Hij Zelf geen Man was geweest die wenen kon, zou Hij, menselijk gesproken, anderen ook niet aan het wenen hebben kunnen maken. U moet zelf voelen, wilt u het gevoel van anderen raken. U kunt mijn hart niet bereiken als uw hart het mijne niet eerst ontmoet. Heere, zend mannen in Uw oogst met een sterk emotionele natuur, die ogen hebben die een fontein van tranen kunnen worden. Bovenal was onze gezegende Heere Iemand Die wist hoe Hij moest sterven. O, wanneer zullen er mannen en vrouwen onder ons gezonden worden die bereid zijn om te sterven om hun levenswerk te volbrengen? Ik huiver, en dat temeer omdat ik zelf niet beter ben, als ik de excuses hoor waarmee risico’s vermeden worden en de redenen zie om het harde leven in een ander land te vermijden. In sommige kringen
wordt zelfs ter discussie gesteld of het wel geoorloofd is om de dood te riskeren vanwege de prediking van het Evangelie. Ik zou veel kunnen zeggen, maar zal me inhouden. Alleen dit wil ik kwijt, tenzij genade ons de oude apostolische zelfopoffering opnieuw leert, kunnen we niet verwachten dat het Evangelie met kracht zal overwinnen. IJver voor Gods huis moet ons verteren. Liefde voor het leven moet zich onderwerpen aan liefde voor zielen. Beproevingen moeten niet geacht worden omwille van Christus. De dood moet worden getrotseerd, anders zullen we de wereld nooit voor Jezus winnen. Wie zich met kostbare kleding kleedt (Matth. 11:8), zal Ierland nooit voor Christus winnen, of Afrika, of India. Wie zichzelf belangrijk vindt en het vlees verzorgt om begeerten op te wekken (Rom. 13:14), zal niet of nauwelijks iets doen. Christus openbaarde het grote geheim toen over Hem werd gezegd: ‘Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen’ (Matth. 27:42). Naar de mate waarin iemand zichzelf wil behouden, kan hij anderen niet redden. Slechts naar de mate waarin hij bezig is zichzelf op te offeren en gewillig is om zich luxe, comfort, noodzakelijkheden en zelfs het leven te ontzeggen, slechts naar die mate zal hij voorspoedig zijn. Ik geloof niet dat het leven van een zendeling verloren kan gaan. Ik geloof dat als de kerk de wereld slechts tot Christus kan brengen door de dood van haar predikers, al onze levens mogen worden geofferd. Wat zijn we tenslotte, mijn broeders, wat stellen we voor in vergelijking tot wat onze Verlosser tot stand heeft gebracht? Onze vaderen gingen met een lied op hun lippen de brandstapel op. Ons voorgeslacht bestond uit mannen die de wreedheden van de noordelijke barbaren riskeerden evenals de verfijnde vervolging van het zuidelijke bijgeloof, mannen die konden sterven, maar die zichzelf niet konden weerhouden om van de Heere te getuigen. We moeten ons als mannen gedragen voor Christus. En ook al worden we niet allemaal geroepen om het uiteindelijke offer te brengen, we moeten bereid zijn het te brengen. En als we terugschrikken om dat te doen, zijn we niet het soort mannen dat onze tijd nodig heeft. We zoeken dus mannen die hard kunnen werken, die kunnen bidden, die kunnen huilen en die kunnen sterven. In feite hebben we voor het werk van Christus mannen nodig die vol zijn van een toegewijde ijver, mannen die onder goddelijke invloed staan, als pijlen die uit de boog van de Almachtige recht op het doel af vliegen, mannen als bliksems, door de Eeuwige afgevuurd om elke moeilijkheid omver te werpen met onweerstaanbare, doelgerichte kracht. We zoeken een goddelijke geestdrift om ons aan te vuren, een almachtige drijfveer om ons aan te dringen. Slechts mannen die zo vervuld zijn met de Heilige Geest zullen het grote werk van God kunnen volbrengen. III. Mijn laatste punt zou zijn dat als Christus zo leefde en werkte, wij Zijn roeping moeten verstaan en Hem moeten navolgen. Ik zal er maar een paar zinnen over zeggen, maar zorg dat u die onthoudt. Gelovige in de Heere Jezus Christus, het is uw voorrecht om een medewerker van God te zijn. Volg de grote Meesterwerker daarom op de voet. Bedenk dat Hijzelf persoonlijk het Evangelie gehoorzaamde voordat Hij aan het werk ging. Hij gebood niet anderen te geloven en zich te laten dopen, terwijl Hij dat Zelf verwaarloosde. ‘Op deze wijze past het ons alle gerechtigheid te vervullen’, zei Hij en Johannes dompelde Hem onder in de golven van de Jordaan (Matth. 3:15). Wat zult u weinig geschikt zijn voor de dienst als u een van de geboden van Christus niet gehoorzaamt! Hoe kunt u anderen aansporen om de wil van de Heere te doen als u er zelf ongehoorzaam aan bent? Het eerste is dus dat u, voor u de vorm van dienst gaat vervullen waartoe u nu aangespoord wordt, erop toeziet dat uzelf de wil van de Meester gehoorzaamt, want ‘gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen’ (1 Sam. 15:22). Als u dit doet,
wil ik het volgende tegen u zeggen: Is er geen onderdeel van evangelisatiewerk dat u zou kunnen doen? Waarschijnlijk kunt u niet alles doen van wat ik vertelde over het werk van Christus, maar u weet dat jonge kunstenaars vaak door hun meesters wordt opgedragen om te beginnen met een schets van een enkele ledemaat, een arm, een hand of een voet, en niet van het hele grote beeldhouwwerk van Phidias. Heeft u in het atelier van een kunstenaar niet vaak gezien dat de voet van een groot meesterstuk gebruikt werd als model? Precies zo zal het genoeg zijn om u te leren dienen als u, niet in staat om het hele grote model dat ik u voorgehouden heb uit te proberen, ijverig aan de slag gaat om te werken aan een deel ervan. Maar wat u ook doet, doe het grondig, doe het van harte. Als het het waard is om te doen, is het het waard om het goed te doen. Zo’n Meester verdient geen tweederangs-werk en met zo’n genadige beloning in het vooruitzicht moet u geen dingen uitdelen die niks hebben gekost. U moet uzelf volledig storten op de dingen die u voor Jezus onderneemt. Als motto voor uzelf moet u een woord nemen dat Markus vaak gebruikt: eutheos, meteen. Hij zegt altijd dat Christus ‘meteen’ dit doet en dat Hij ‘meteen’ dat doet. Als u nu het werk van Christus voor u ziet, haast u dan om het meteen te doen. Veel christenen lopen een eervolle dienst mis, omdat zij wachten op een geschiktere tijd. Doe vanavond nog iets, voordat u naar bed gaat, al was het maar het weggeven van een traktaat. Doe iets, het moment is zo vluchtig. Als u tot nu toe nog geen medewerker was, begin dan nu. En als u al een medewerker bent, pauzeer dan niet, maar eindig de avond met nogmaals een goed woord voor een zuster, of een kind, of een vriend. Adem altijd meer toewijding aan Christus uit. En laat me u smeken, lieve vrienden, als u mijn Heere en Meester liefhebt, dat u zichzelf geruststelt als u Hem probeert te dienen. Er is een algenoegzame kracht die u voor deze dienst kunt krijgen. Over onze Heere wordt in ditzelfde vers gezegd dat Hij gezalfd is met de Heilige Geest en met kracht. Diezelfde Heilige Geest is aan de kerk gegeven en diezelfde kracht sluimert in de vergadering van de gelovigen. Vraag om deze zalving en bid dat God met u zal zijn, zoals ons in dit vers gezegd wordt dat God met Jezus was. Denk aan de tekst van afgelopen zondagavond: ‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt’ (Jes. 41:10). U bent een vergeven zondaar, vraag om een gezalfde heilige te mogen zijn. Als u met God verzoend bent, vraag dan om door God bekrachtigd te worden, zodat u vanaf nu uw Meester krachtig dienen mag. Ik weet niet of ik me ooit in mijn leven gelukkiger heb gevoeld dan afgelopen dinsdagavond toen ik luisterde naar mijn lieve vriend, de heer Orsman. Hij is predikant van de arme kerk in Golden Lane hier in Londen, een kerk vol genade. Hij is een goede broeder die een aantal jaren geleden onder onze bediening tot God bekeerd werd, volledig bekeerd. Sommigen van u schijnen slechts een bekering van besprenkeling te hebben, maar ik hou van de mannen en vrouwen die ondergedompeld werden in hun bekering, die de diepten van de liefde van Christus hebben leren kennen en die zichzelf volledig aan hun Heere overgaven. Maar ook al werkt die lieve man hele dagen op het postkantoor, in de avonduren vindt hij mogelijkheden om Christus te prediken. En als u naar Golden Lane gaat, zult u alle vormen van organisatie vinden die ik in deze preek beschreef, in actieve uitvoering. Genade heeft kostbare juwelen gevonden onder de armste, geringste en meest verlaagde mensen. Zeven of acht mannen die nu in de Evangeliebediening staan, begonnen met preken voor die arme mensen daar. Deze man heeft geestelijke kinderen die de hele wereld overgegaan zijn. De goede man heeft zichzelf volledig aan Zijn werk gewijd en is daar heel gelukkig in.
Ik geloof vanuit het diepste van mijn hart dat deze beperkte mannen, die zichzelf geven aan een wijk en daar hard werken, de grootste zegeningen zijn die Londen ooit krijgen kan. Wat kan ik een jongeman met gaven die Christus liefheeft, maar misschien weinig heeft aan geld of tijd, beter voorstellen dan zoiets te beginnen voor zijn Meester? Hetzelfde geldt christelijke vrouwen. Wat kunnen christelijke vrouwen veel goed doen! Er zijn er hier. Als ik hun namen zou noemen, zou iedereen hen waarderen om wat zij tot stand gebracht hebben. Ze werken voortdurend voor Christus in hun persoonlijke levenssfeer. Ze nemen veel mensen mee naar Gods kerk. O, christelijke mannen en vrouwen, de tijd vliegt, mensen sterven, de hel raakt vol en Christus wacht tot Hij ziet wat de moeitevolle inspanning van Zijn ziel Hem brengt. Ik spoor u aan, bij de bekers van Gods genade, bij het hart van Christus, bij Zijn liefde voor zielen, kom in beweging en verkondig verlossing. Moge de zegen van de Heere met u zijn. Amen
2 notes · View notes
devosopmaandag · 5 months
Text
Iets donkers en zwaars
Mijn omgang met mijn laptop is in zekere zin een magische. Dat geldt eigenlijk voor alle mensen ten opzichte van elke vorm van verfijnde technologie, en het is van alle tijden. Maar dat die omgang magisch is, wordt meestal pas ervaren als er iets grondig fout gaat. Het was donderdagmorgen 23 november 2023. Opeens veranderde mijn lichtgevende scherm ('oh, licht van mijn leven') in diepzwart, met een paar witte woorden in de linkerbovenhoek met een onheilspellende opdracht. Hoe vaak ik die opdracht ook volvoerde, zwart bleef zwart. Mijn laptop was gecrasht. Ik hield hem voor eeuwig levend.
'Is je computer stuk'?', zou mijn moeder gevraagd hebben als ze nog geleefd zou hebben. En ze zou even geaarzeld hebben bij dat moeilijke woord. Ja, Moeder, hij is stuk. Stuk gaan een glas, een bord en een broodrooster. Crashen dat doen vliegtuigen, en er vallen doden. Computers crashen ook, en ook daar vallen doden. Die doden waren eens levende wezens, zoals brieven, gedichten, teksten voor lezingen, teksten in opdracht. Ze slapen eigenlijk de hele tijd, soms weken, soms jaren, maar ze ademen. Ze ademen omdat ze in het leven zijn geboren, er zijn opgegroeid, er een plek hebben. Ze slapen vooral, ik houd van ze, ze zijn heel belangrijk voor me. En nu waren ze dood. Ja, ik weet dat ik back-ups kan maken. Ik heb dat ook wel een tijdje gedaan, maar ben er op een dag mee opgehouden. Het leven wint namelijk altijd. Wat leeft, dat leeft, wat dood gaat, gaat dood.
Terug van computerreparateur H.G. (alsof hij broodroosters repareert) belde ik vriend P. Ik vertelde hem dat de hard disc definitief kapot was en dat wat H ook probeerde, er niets tevoorschijn kwam. Ik zei P dat ik schrok van mijn eigen gelatenheid bij dat nieuws, en dat die grensde aan onverschilligheid. 'Ik dank Vader', zei ik hem ook. Vaders talent voor de dingen te nemen zoals zij zijn, hield ik lang als een tekort van hem. Nu weet ik dat het een van zijn grootste talenten was. Twee dagen later werd ik heel vroeg in de ochtend wakker en plotseling besefte ik: mijn laptop is gecrasht. Met slapen was het gedaan. Iets donkers en zwaars zette zich vast in mijn hoofd.
Maar de geest is een prachtig ding. Hij staat je altijd bij in nood. Elke pijn, elk gemis, elk verlangen kan zomaar worden getroost. Ik zou een voorstelling gaan zien, gebaseerd op het boek 'Orlando' van Virginia Woolf. Heel lang geleden las ik het. Ik sloeg het zomaar open: “… tot er plotseling een geweldige ontploffing in haar oor plaatsvond. Orlando sprong achteruit alsof zij een geweldige slag op haar hoofd had gekregen.[-] In feite was het tien uur in de ochtend. Het was elf oktober. Het was het jaar 1928. Zij bevond zich in het heden.”
Boeken gaan wel stuk, maar crashen niet.
2 notes · View notes
liefsjojo · 10 months
Text
Visuele stoornissen: meer dan alleen je ogen
Tumblr media
Dit keer wil ik het graag hebben over visuele stoornissen. Nu denk je misschien gelijk aan problemen met je ogen, maar wist je dat visuele stoornissen ook kunnen optreden door schade in je brein? Dit komt vaak voor bij mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Helaas hebben veel artsen hier weinig kennis over, waardoor mensen vaak worden weggestuurd omdat de oogarts niets kan vinden. Gelukkig bestaan er gespecialiseerde centra zoals Koninklijke Visio die wel begrijpen wat er aan de hand is.
Laat me je eerst iets over mezelf vertellen. Als je mij persoonlijk kent, weet je dat ik altijd met een camera in mijn hand rondliep, op zoek naar prachtige plekken in de natuur om te fotograferen. Fotografie was mijn grote passie, totdat ik in 2019 een terugval kreeg.
In 2017 kreeg ik de diagnose Multiple Sclerose (MS), een chronische ziekte die ontstekingen veroorzaakt in het centrale zenuwstelsel, met name in de hersenen en het ruggenmerg. In 2019 kreeg ik een heftige terugval die mijn visuele vermogen opnieuw aantastte, maar dit keer in ernstige mate. Ik moest afscheid nemen van mijn leven als fotograaf.
Deze terugval veroorzaakte verschillende visuele stoornissen die helaas niet omkeerbaar zijn. Om je een idee te geven, hier zijn enkele van mijn visuele beperkingen:
Vonken/sterren Ruis Swirls Schaduwbeeld Nabeelden Vertraagd beeld Verminderde contrastgevoeligheid Gezichtsveldstoornis Stoornis in visuele verwerking Verminderde visuele aandacht Stoornis in visuele selectie Visuele ruimtelijke stoornis Stoornis in visuele waarneming Stoornis in visuele vormherkenning Stoornis in visueel schakelen Exoforie in oogstand Verstoorde volgbewegingen van de ogen (zowel horizontaal als verticaal)
Je ziet dus dat mijn problemen niet worden veroorzaakt door mijn ogen zelf, maar door mijn beschadigde brein. In de wereld van MS is hier nog weinig over bekend, maar het kan zeker iedereen overkomen die een terugval krijgt.
Wanneer je visuele wereld verandert, komt er een rouwproces bij kijken. Je moet afscheid nemen van het oude vertrouwde en tegelijkertijd de nieuwe "jij" verwelkomen en omarmen. Telkens wanneer ik moet toegeven dat ik iets niet kan zien, voel ik een vlaag van verdriet in mijn achterhoofd opkomen. Het is iets onverdraaglijks dat ik meestal voor mezelf houd, omdat ik anderen er niet mee wil belasten.
Opeens is mijn gezichtsvermogen onvoorspelbaar geworden. Ik moet leren leven met blijvende schade en niemand kan me garanderen dat de MS niet nog een keer toeslaat op visueel gebied.
Gelukkig ben ik terechtgekomen bij Koninklijke Visio, een gespecialiseerd centrum dat zich richt op visuele stoornissen. Wat een wereld van verschil! De expertise die zij hebben, zul je niet snel vinden in het ziekenhuis.
Mijn eigen neurologe zei zelfs: "Wat zij doen is ongelooflijk werk, dat gaat me boven de pet. Het is zoiets unieks en tegelijkertijd heel complex."
Ik heb bij Visio een Licht Verrichtingsonderzoek (LVO) laten doen, ook wel bekend als een "Lichtlab-onderzoek". Het doel van dit onderzoek is om een veiliger en fijner thuis te creëren met behulp van de juiste verlichting en contrast. Dit onderzoek vond plaats in een "Lichtbeleving Ruimte", die was ingericht als een thuisomgeving. Daar heb ik verschillende soorten verlichting uitgeprobeerd.
Het verlichtingsonderzoek was intens en duurde twee uur, maar het was de moeite waard. Tijdens het onderzoek moest ik aangeven welke objecten ik kon zien, of ik me prettig voelde, of ik veilig kon rondlopen en hoe het licht op mij van invloed was. Er zijn zoveel verschillende soorten verlichting en belichtingsmogelijkheden dat het onderzoek lang duurt. Dus als je eraan begint, moet je goed uitgerust zijn. Het is namelijk belangrijk dat je de test voltooit. Als dat niet lukt, mag je de test niet nog een keer in dezelfde ruimte doen en moet je het op een andere locatie proberen. Na afloop van het onderzoek krijg je advies over wat er nodig is om jouw huis zo prettig mogelijk te maken.
Uit mijn testresultaten bleek dat ik een soort "Maankind" ben (ik ben geboren bij volle maan, misschien heeft dat er iets mee te maken). Ik voel me namelijk het prettigst bij maanlicht, dat ongeveer 5 lux is. Ter vergelijking: daglicht is ongeveer 15.000 lux, zonlicht is 100.000 lux en een bewolkte dag is ongeveer 1.000 lux. Ik kan dus heel weinig licht verdragen, wat het lastig maakt om naar buiten te gaan. Hoe meer licht, hoe meer problemen ik ervaar.
Mijn appartement is echter heel licht, met een woonkamer en dakterras op het zuiden. In de zomer kan het hier binnen wel 34 graden worden en op mijn dakterras zelfs tot 50 graden. Het advies voor mij was om multifilms op de ramen aan de binnenkant te plaatsen en screens aan de buitenkant. De multifilms filteren het daglicht en verminderen de scherpte, speciaal afgestemd op mijn persoonlijke situatie. Dit zorgt voor meer rust. De screens aan de buitenkant helpen vooral omde warmte buiten te houden.
Met de resultaten van beide onderzoeken krijg ik een verslag waarmee ik naar de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) kan stappen. Ik moet er wel eerlijk bij zeggen dat niet alle gemeenten even flexibel zijn als het gaat om het verstrekken van de benodigde aanpassingen. Het kan soms een uitdaging zijn om de juiste ondersteuning te krijgen.
Als ik één advies zou kunnen geven aan mensen die visuele klachten hebben maar waarbij de oogarts niets kan vinden, is het om niet op te geven. Vraag je neuroloog, huisarts of revalidatiearts om een doorverwijzing naar een expertisecentrum zoals Koninklijke Visio of Bartiméus. Deze centra zijn gespecialiseerd in visuele stoornissen en hebben de kennis en ervaring om jou verder te helpen.
Visuele stoornissen kunnen een grote impact hebben op je leven, maar het is belangrijk om te blijven zoeken naar oplossingen en ondersteuning. Het is een proces van acceptatie en aanpassing, waarbij je afscheid neemt van het oude en leert om de nieuwe "jij" te omarmen. Het is niet altijd makkelijk, maar met de juiste hulp en steun kun je jouw weg vinden in deze nieuwe realiteit.
Dus, mocht je ooit te maken krijgen met visuele stoornissen, onthoud dan dat je niet alleen bent en dat er experts zijn die je kunnen helpen. Blijf positief en geef niet op. Samen kunnen we leren omgaan met onze visuele uitdagingen en genieten van het leven, zelfs als de wereld er soms wat anders uitziet dan voorheen.
Liefs Jojo,
2 notes · View notes
healution · 7 months
Text
Dag Bompa
Wat een avontuur was het toch steeds met jou. Samen naar de leeuwtjes gaan kijken in de zoo. Wafels gaan eten in de Nationalestraat. Zoveel mogelijk verschillende restaurantjes doen om dan uiteindelijk 9 op de 10 keer te eindigen aan het restaurant ‘De Ekster’.
Je plaagde ook heel graag ons Oma. Jullie hadden discussies zoals: 'We waren daar om 14 uur’ waarop Oma zei ‘NEE, het was 14:05’. Dat Annelies en ik naar elkaar keken, van ja, ze zijn weer bezig. Want ja bompa, die kreeg nu graag zijn gelijk. Of hij dan ook altijd gelijk had, daar zullen we maar over zwijgen ;)
Los van je geplaag was jij ook een hele lieve bompa.. Je moedigde mij altijd aan om nieuwe dingen te proberen. Uit mijn comfort zone te gaan. Je was steeds zo blij met mijn piano liedjes en toverde steeds weer een glimlach op mijn gezicht.
Ik denk dat ik voor iedereen hier kan spreken, dat wij jou ontzettend hard gaan missen. Ik hoop dat je daarboven een leuke tijd hebt en dat je vandaag toch nog eventjes naar beneden kijkt hoe wij je laatste verjaardag samen vieren.
1 note · View note