Tumgik
#roos van elk
luegootravez · 3 months
Text
Tumblr media
Roos van Elk by © Stefano Galuzzi
17 notes · View notes
Photo
Tumblr media
Tod’s Spring 2019
Model: Roos van Elk
5 notes · View notes
fandomsinabookshelf · 2 months
Text
Trendy armband met eigen tekst: (Dutch) Must-Have!
Tumblr media
Trendy armband met eigen tekst: (Dutch) Must-Have! Hey fashionista's! Ben je‍ klaar om jouw ​outfit naar een hoger niveau te tillen? Dan⁢ heb ik goed nieuws voor je! Vandaag gaan⁤ we het hebben⁣ over dé must-have van het moment: trendy armbanden met eigen tekst. Ja, je hoort het goed, ⁣het is tijd om jouw persoonlijkheid‍ en stijl te laten stralen met ‍deze fashionable ​accessoires. ⁢Of je nu een liefdevolle boodschap wilt delen, een inspirerend citaat wilt tonen of gewoon je favoriete motto wilt ⁢laten zien, met een armband ‍met eigen tekst kun je jouw woorden letterlijk‌ om je pols dragen. Klinkt geweldig, toch? Dus, ⁣laten we snel in de ⁤wereld van trendy armbanden duiken en ontdekken waarom‍ deze must-haves niet mogen⁤ ontbreken⁤ in jouw sieradencollectie!Inhoudsopgave1. "Personaliseer je look met een trendy armband metVragen en ‌antwoordenDe weg voorwaarts1. "Personaliseer je look met⁣ een trendy armband metWil jij je look een persoonlijke touch geven? Dan hebben⁢ wij dé must-have voor jou! Een trendy armband met eigen tekst! Deze armband is ⁣niet alleen stylish, maar ook helemaal uniek. Met‍ onze custom ​armbanden kun ⁤jij ⁢je eigen boodschap, quote of namen laten graveren. Zo draag je‍ altijd een stukje van jezelf bij je. Het leuke aan onze trendy armbanden is ‌dat je ze kunt personaliseren op verschillende manieren. ​Je ⁣kunt kiezen uit​ verschillende materialen zoals roestvrij staal, leer of zelfs⁢ goud. Daarnaast kun je ook de kleur van de ​armband aanpassen. Ga je voor een klassieke zilveren ‌armband of durf je te gaan voor een⁢ opvallende kleur ⁤zoals roze of blauw? Combineer de ⁢trendy armband met een casual⁢ jeans en een witte blouse ⁢voor een chique look. Draag de‌ armband bij een zomers jurkje en slippers voor een ‍boho ‍chic uitstraling. Geef de armband cadeau ⁤aan een vriendin of familielid en⁢ laat ⁢een speciale boodschap graveren om te laten zien hoeveel ze voor je betekent. De ​mogelijkheden zijn⁤ eindeloos en jij bepaalt hoe jouw armband eruit komt te ⁢zien. Onze trendy ​armbanden met ⁤eigen tekst zijn niet alleen een fashion statement, maar ook een⁣ persoonlijk item dat je elke dag kunt dragen. Dus waar wacht ​je nog op? Personaliseer je look en bestel vandaag ⁣nog ⁢jouw ⁣trendy armband met eigen‍ tekst! Vragen en antwoordenQ: Wat is er zo trendy aan een armband⁢ met eigen tekst? A: ‍Oeh, dat is een goede vraag! Een armband met ⁢eigen tekst is helemaal hip op dit moment. ‍Het geeft je de mogelijkheid om een persoonlijke ⁤touch toe​ te voegen aan je‌ sieraden‌ en het is ‍ook nog eens ​een geweldige manier ​om je eigen stijl‌ uit te drukken. Q: Kan⁤ ik ⁤mijn eigen tekst⁣ kiezen voor de armband? A: Absoluut! Het​ leuke aan een‍ armband met eigen tekst is dat je helemaal vrij bent om te kiezen wat‍ je erop ‌wilt hebben. Of het nu een inspirerende ‍quote is, een speciale datum of gewoon je eigen‌ naam, de‍ keuze is�� helemaal ⁣aan jou! Q: Zijn deze armbanden ook geschikt als cadeau? A:⁤ Zeker weten! Een armband met eigen tekst is een perfect cadeau‌ voor elke gelegenheid. Of je nu je beste vriendin wilt verrassen met een‌ persoonlijk verjaardagscadeau ​of je ‍geliefde wilt laten zien hoeveel je​ van hem/haar houdt,‌ een armband met ⁤eigen tekst is altijd een schot in⁤ de roos. Q: Kan ik de armband dragen bij elke gelegenheid? A: Absoluut! Deze ⁢trendy armbanden zijn ​ontworpen om bij elke gelegenheid gedragen te worden.​ Of je nu naar een feestje gaat, een casual dagje uit hebt gepland ⁢of zelfs⁣ naar je werk gaat, een armband met eigen tekst voegt altijd een vleugje persoonlijkheid en stijl toe aan je outfit. Q: Zijn de armbanden van goede kwaliteit? A: Zeker weten! Bij onze trendy⁤ armbanden staat kwaliteit voorop. We werken alleen met materialen van hoge kwaliteit, zodat je armband lang​ meegaat en zijn⁣ mooie uitstraling behoudt. Daarnaast worden ‌de armbanden met veel zorg en aandacht met de ‍hand gemaakt. Q: Kan ik ​mijn trendy armband met eigen tekst‍ online bestellen? A: Jazeker! Het bestellen van een armband met eigen tekst is super eenvoudig.
Je kunt gewoon‌ online een bestelling plaatsen en je eigen ⁣tekst doorgeven.​ Binnen ‍no-time ontvang je jouw unieke ⁢armband bij jou thuis! Q: Zijn er nog ‌andere ‌trendy sieraden waar ik⁤ uit kan kiezen? A: Zeker weten! Naast de armbanden met eigen tekst hebben we nog veel ​meer​ trendy sieraden in ons assortiment. ⁤Van ​kettingen tot ringen⁢ en oorbellen, er is voor ieder wat wils. Dus neem vooral een kijkje​ en ontdek jouw perfecte sieraad! Q: Waar⁣ kan ik terecht voor meer informatie en om een ​bestelling ⁢te plaatsen? A: Voor ‌meer informatie‍ en ‍om‍ jouw trendy ⁤armband ‍met eigen tekst ⁢te bestellen, kun je een kijkje nemen op onze website. Hier vind je⁣ alle details ⁣over de armbanden en het bestelproces. Aarzel⁢ niet om contact met ons op‍ te nemen als je​ nog vragen hebt. We ⁢helpen je‍ graag verder! De weg voorwaartsEn dat was ‍het dan! Hopelijk heb je genoten van dit artikel over de trendy armband met eigen tekst, oftewel, de must-have ​van het ​seizoen. Nu weet je alles over deze hippe accessoire en hoe je ermee⁣ kunt pronken. Met⁢ een trendy armband met ‌je eigen tekst​ om je​ pols, zul⁤ je zeker de aandacht ⁢trekken en je ​persoonlijkheid laten zien. Of⁢ je nu kiest voor⁢ een inspirerende‌ quote, ⁢een grappige uitspraak of een liefdevolle boodschap, ⁤deze armband zal een echte eyecatcher zijn in je sieradencollectie. Dus waar‌ wacht je nog ‌op? Ga ‍snel op ⁤zoek naar de perfecte armband met eigen tekst die ​bij jou past⁤ en laat je creativiteit ⁢de vrije​ loop. ​Of het nu voor⁢ jezelf is of als cadeau‌ voor een speciaal iemand, ⁣het is een geweldige manier ‌om jouw unieke stijl‌ te laten zien. Bedankt voor het lezen en vergeet niet: ‌een trendy armband met eigen tekst is niet ‍alleen een‍ fashion statement,​ maar ook een persoonlijk statement. Dus laat zien wie je bent en draag jouw boodschap met ⁢trots! Wat vind jij van deze ​must-have armband? Laat het ons‌ weten in de reacties hieronder. En ‌vergeet niet om deze ‍blogpost te delen met je vrienden, zodat zij ook op de hoogte zijn van de nieuwste trends. Tot de ‌volgende keer!
0 notes
regioonlineofficial · 3 months
Text
Hilversum - Vijf jaar geleden, op maandag 18 maart 2019 opent Gökmen Tanis het vuur in een tram op het 24-Oktoberplein in Utrecht. Schoten klinken op dat moment door de tram en later ook daarbuiten. Bij de aanslag komen vier mensen om het leven en raken zes mensen gewond. Sommige inzittenden weten ternauwernood te ontsnappen, velen lopen een trauma op. Mensen die de gebeurtenis van dichtbij hebben meegemaakt vertellen hun verhaal in KRO-NCRV 2Doc: De tramaanslag Paul zat in het tramstel waar de dader instapte, liep PTSS op en vertelt nu voor het eerst in de media over wat hij heeft meegemaakt. "Ik heb besloten mijn verhaal één keer te vertellen om het af te kunnen sluiten en daar wil ik het dan ook bij laten." Paul kroop door het oog van de naald: "Ik zag de dader staan met dat pistool, zag hem richten en proberen te schieten. Op dat moment denk je, dit is het einde." Diepe sporen bij nabestaanden René verloor zijn 19-jarige dochter Roos, nadat hij haar zelf met de scooter bij de tramhalte had afgezet. Het gemis is nog altijd groot bij René: "Elke ochtend als ik opsta en de woonkamer binnenkom, zeg ik 'goedemorgen liefie'. Dat zal nooit meer weggaan." Michael verloor zijn 74-jarige vader, Willem, bij de aanslag. Willem is het enige slachtoffer dat niet in de tram zat, maar in een auto op het 24-Oktoberplein. "Een heleboel mensen waren al uit hun auto gevlucht, maar omdat mijn vader slechthorend is had hij geen idee wat er aan de hand was. Vervolgens heeft de dader recht op hem geschoten." Tramaanslag De aanslag heeft ook diepe sporen achtergelaten bij hulpverleners. "Wij hielden ernstig rekening met het feit dat onder de slachtoffers ook de dader zou zitten", vertelt Mirjam de Jong. Zij is manager van het Calamiteitenhospitaal van het UMC Utrecht en moest zelf bijspringen om te helpen bij een reanimatie. Journalist Peter Huting was als een van de eerste ter plaatse. "Mijn chef riep tegen mij: 'Je moet nu gaan, er is geschoten op het 24-Oktoberplein'. Ik was er binnen tien minuten en zag gelijk onder de tram door het eerste lichaam liggen." Aanstaande 18 maart is het precies 5 jaar geleden dat de aanslag plaatsvond. De 42-jarige tramschutter kreeg een levenslange gevangenisstraf opgelegd. Hij kwam in december '23 in het nieuws nadat het Openbaar Ministerie 10 jaar extra celstraf tegen hem had geëist voor poging tot moord op een cipier. De rechter achtte hem schuldig, maar vond extra celstraf niet nodig voor de levenslang gestrafte.   KRO-NCRV 2Doc: De tramaanslag is geregisseerd en geproduceerd door Tijmen Beijes en Jeanneau van Beurden; studenten journalistiek van de Hogeschool Utrecht in het kader van CampusDoc. De film is gefinancierd door crowdfunding en sponsors. 2Doc: De tramaanslag wordt op maandag 18 maart om 22.20 uur door KRO-NCRV uitgezonden op NPO2
0 notes
silverwoodstore · 6 months
Text
Roos blauw oorringen
🌟 Omschrijving: Handgemaakte vergulde oorringen met glazen kralen. ✨ Materiaal: Deze oorringen zijn vervaardigd uit hoogwaardige vergulde draad en schitterende glazen kralen voor een luxe uitstraling. 📏 Maat: Deze oorringen zijn 6 cm lang, met een hangertje van 1.9 cm breed, wat een prachtige aanvulling is voor je oren. 💖 Uniek: Elk paar oorringen is met de hand vervaardigd, waardoor ze uniek en…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
zielsvlucht · 8 months
Text
De Tuinen
Deel 1 - 11 minuten leestijd - deel 1 van 4
Er was eens een groot dal dat ergens ver weg verscholen lag tussen de plooien van de kosmos. Een groene vallei onder een zachte, warme zon en omringd door bergen met hellingen vol bossen en klaterende stroompjes. Bloemenvelden strekten zich uit over het glooiende landschap als eindeloze tuinen. Daar vlogen de vlinders in cirkels achter elkaar aan, over tjirpende sprinkhanen en kleurrijke kevers in het gras. In de bossen waaiden glinsterende spinnendraden in de wind en kropen zoemende bijen over de boomstammen bij hun nesten. Libellen sputterden boven de golvende oevertjes van ondiepe plassen en zwermen van mugjes zweefden in de schaduwen van elke boom. Rupsen kropen over bladeren, of langs mos. Overal onthulde het zonlicht dauw in het gras en pluisjes in de lucht. Dat zonlicht was er altijd want de tuinen kenden enkel lente en zomer en het werd er nooit nacht.
Maar er was bijna niemand. In de tuinen werd niet gewoond, al staken er hier en daar de torens van forten boven het groen uit. Op zeldzame plaatsen liepen er paden, vergezeld door witte standbeelden van prinsen, prinsessen en fabeldieren.
Kleine Amia liep over één van die paden haar oudere broer achterna. Ze liep op blote voeten, tot ze moe werd. Uitgeput, stopte ze even om tegen een bloemstengel te steunen.
“Wacht! Ik kan niet volgen!” riep ze.
Sorre liep verderop en riep naar achteren: “Maar we zijn er net!”
Haar broer rende naar een grote steen die in het veld lag, en in één sprong vloog hij naar de top van de steen. Amia hijgde en bleef staan. Ze keek naar de bloemen naast het pad. Even dacht ze dat ze een insect zag tussen de grassprieten. Amia had niet graag insecten. Ze rende snel verder. Toen ze bij de steen was sprong ze haar broer achterna, maar ze vloog niet zoals Sorre. Ze gooide zichzelf klungelig tegen de wand van de steen en bleef daar dan liggen.
“Ah!” riep ze. En tranen schoten in haar ogen.
“Niet huilen!” zei Sorre bang vanop de steen. Hij wou niet dat hun moeder kwam.
Amia bleef sterk en huilde niet.
“Klim omhoog!” zei Sorre.
Amia nam een paar keer diep adem en klauterde dan de steen op. Het maakte wat vegen op haar jurk, maar al snel was ze tot bij haar broer geklommen.
“Wat wou je me tonen?” vroeg Amia hijgend.
“Iets dat ik geleerd heb.” zei Sorre.
Hij wees naar een doornplant die tegen de steen groeide. Er was een grote knop van de plant recht boven hen.
“Let op!” zei hij.
Hij hield zijn hand voor zich uit en concentreerde zich op de knop. Hij fluisterde iets. Het klonk als een liedje. Eerst gebeurde er niets en Amia vroeg: “Wat doe je?”
Dan begon de plant te bewegen. De knop groeide en ging langzaam open. Het was een bloem, een grote roos. Amia keek vol bewondering naar de verschillende bloemblaadjes die één voor één openden, als een geurige rode mandala.
“Wouw!” zei ze.
Sorre stopte en grijnsde naar haar.
“Gaaf hè?” zei hij.
“Ja!” zei Amia. “Zo mooi!”
“Ja dat vind je mooi hè? Het is jouw bloem. Ik zal de knechten vragen hem naar huis te brengen voor jou.”
“Dat is lief!” zei Amia.
”Wil je nog iets mooi zien?” Vroeg Sorre.
Amia knikte enthousiast. Sorre glimlachte.
Hij stak zijn hand weer uit maar deze keer maakte hij er een vuist van. Hij keek de roos aan met een venijnige blik en sistte iets. Nog geen tel later schoot de bloemknop in brand. De rode blaadjes werden zwart in de vlammen. De stengel verkleurde en de smeulende knop brak af. Het viel naast hen op de steen, en stuiterde dan met veel rook naar beneden. Amia gilde. Ze keek geschrokken naar Sorre, maar Sorre gaf haar een gemene grijns.
“Oeps! Daar gaat je domme bloem!” zei hij gemeen.
Amia keerde zich om en liep weg, van de helling van de steen af.
“Nee wacht! Ik kan nog meer dingen tonen!” Zei Sorre lachend. Hij sprong haar achterna en zweefde mee naar beneden.
“Nee!” Riep Amia. Ze was zijn plagerijen grondig beu. “Sorre ga we-”
Plots schoof haar voet weg. Ze gleed uit op de helling, viel en stootte haar hoofd tegen de harde steen.
Amia werd terug wakker in het paleis. Ze lag op een gouden bank, omringt door schilderijen van wijde landschappen en standbeelden van gevleugelde ridders. Alle muren waren versierd met patronen van bloemen, sterren en kolkende melkwegen. Bewakers stonden aan de deuropeningen en Amia’s moeder zat aan het voeteinde van de bank. Ze keek Amia liefdevol aan toen ze ontwaakte.
“Hey.” zei Amia.
“Hey schat.” zei Merkure
Ze ging overeind zitten.
“Ik had een rare droom.” zei ze.
“Wat voor een droom?”
“Sorre stak een mooie bloem in brand.”
“Dat was geen droom.” zei haar moeder met een glimlach.
“Nee?”
“Nee. Je bent gevallen.”
Amia keek verward in het rond.
“Hoe ben ik hier dan geraakt?”
“De knechten hebben je gedragen.”
“Ik herinner me dat niet.”
“Soms als je je hoofd heel hard stoot, kan je vergeten wat er gebeurde.”
“Dat wist ik niet.” Zei Amia. “Heb jij dat al eens gehad?”
“Nee. Maar ik ken andere feeën die het al hebben meegemaakt.”
“Vielen ze ook van een steen?”
“Nee. Dat was op het slagveld. Hoe voel je je?”
Amia wou opstaan van de bank maar haar moeder hield haar zachtjes tegen.
“Moet ik blijven liggen?” vroeg Amia.
“Enkel als je je niet goed voelt.”
“Ik voel me prima!”
“Zeker?”
“Ja.”
“Oké. Heb je dan honger?”
“Ja.” zei Amia.
“Kom.”
Ze stonden recht en samen stapten ze door de versierde gangen van hun thuis. Een gouden paleis bovenop een bergtop in het midden van de tuinen. Door de glasramen kon Amia alles zien. De natuur, de ring van bergen die er omheen lag, en daarachter de sterren.
“Dus het was je broer die je zo op de stuipen gejaagd heeft?” vroeg Merkure.
Amia knikte.
“We dachten het wel. Hij beweerde natuurlijk onschuldig te zijn, maar vader heeft hem al preventief gestraft. Hij moet voorzichtiger zijn met jou.”
“Hij toverde.” zei Amia.
“Dat mag hij niet doen. Hij mag je niet jaloers maken.”
“Ik ben niet jaloers.” zei Amia. “Maar hij pestte me.”
“Dus jij liep weg. En viel.”
“Ja.” zei Amia.
Merkure zuchtte en zei: “Het is jouw schuld niet. Je kan je moeilijk verweren tegen zijn plagerijen als je niet kan toveren.”
“Waarom kan ik eigenlijk niet toveren?”
“Je bent speciaal schat. Iedereen heeft zijn eigen talenten, en jij hebt andere talenten dan je broer. Er zijn ook dingen die jij kan die je broer niet kan.”
“Maar alle feeën kunnen toveren.” Zei Amia. “Alle feeën behalve ik. Enkel ik heb andere talenten. Sorre zegt soms dat ik geen talenten heb. Waarom is dat?”
Haar moeder hurkte naast haar neer en met een warme glimlach zei ze:
“Sorre mag dat niet zeggen. Het is veel ingewikkelder dan hij begrijpt. Maar jullie zullen het begrijpen, jullie allebei, wanneer jullie ouder zijn.”
“Dat zeg je altijd.”
Later zaten ze met met hun tweeën aan de eettafel. Ze waren alleen, op twee bewakers na die geduldig wacht hielden aan de deur. Merkure had brood getoverd. Zelf at ze niets.
“Heb je honger?” vroeg Amia met een glimlachje.
“Nooit.” zei Merkure.
“Enkel ik.” zei Amia.
Merkure knikte. “Alle feeën kunnen eten, maar enkel jij moet eten.”
“Is dat ook omdat ik niet kan toveren?” vroeg Amia.
“Je bent heel slim.”
Maar meer zei ze niet. Amia geeuwde.
“Je moet gaan slapen als je eten op is.” zei haar moeder dan plots.
“Ik heb net op de bank gelegen!” protesteerde Amia.
“Je was bewusteloos. Je sliep niet. Veel tijd is verstreken terwijl je weg was en je moet extra rusten na zo hard te vallen.”
“Ik moet niet rusten. Er is niets gebeurd.”
“Er is wel iets gebeurd. Het was ernstig.”
“Maar ik voel niets meer.” zei Amia.
Haar moeder zei niets.
“Jullie hebben de pijn weggetoverd.” Dacht Amia dan luidop.
“We hebben je genezen. Het is allemaal goed gekomen maar het had ook kunnen mislopen als we niet op tijd waren.”
“Maar ik wil niet slapen. Sorre moet nooit slapen.” mopperde Amia koppig.
“Sorre moet nu ook op zijn kamer blijven. Hij is gestraft.”
“Maar hij slaapt niet. Hij speelt.”
Haar moeder keek haar streng aan.
“Gebruik een toverspreuk!” zei Amia geamuseerd. “Tover zodat ik wel wil slapen! Sorre zegt dat je dat kan. Toveren zodat iemand iets anders denkt.”
Merkure glimlachte, maar schudde haar hoofd. “Het leven draait niet om toveren, Amia. Je hebt veel vragen, maar zet het even uit je hoofd.”
En als bij toverslag, stopte Amia met er over na te denken. Haar gedachten dwaalden af, naar een venster in de buurt. Buiten zag ze de trappen voor het paleis die de bergtop afdaalden, tot in de tuinen.
“Waar komt de tuin vandaan?” vroeg ze.
“Dat weet je toch? Lang geleden hebben de kabouters de tuinen voor ons gemaakt.”
“En waar komen de bergen vandaan?”
“Je bent in een nieuwsgierige bui vandaag schat.” lachte Merkure. “De bergen zijn gemaakt door feeën. Niet door ons maar door andere oudere feeën. Zij maakten de grond waarop we nu lopen, en de baan van de zon.”
“De zon?”
“Nee, enkel de baan van de zon. De zon was er al maar zij hebben er voor gezorgd dat de zon nooit onder de horizon gaat. Lang lang geleden.”
“Waarom?” vroeg Amia.
“Als de zon onder de horizon gaat wordt het donker. Dan zie je niets meer.”
“Dan loop je overal tegen.” zei Amia.
“Ja.” Zei Amia’s moeder met een glimlach. “De nacht is niet voor ons.”
“Wat is er achter de bergen?” vroeg Amia dan.
Haar moeder keek mee het venster uit.
“Niets.” zei ze simpelweg.
“Niets?” vroeg Amia.
“Helemaal niets.”
“En de sterren dan?”
“De sterren zijn altijd overal om ons heen. Maar ze zijn heel heel ver. Zo ver dat je er nooit naartoe zou kunnen gaan, ook al loop je heel heel snel. Je zal er nooit geraken in nog geen duizenden jaren. Dus achter de bergen is er is niets. Duizenden jaren niets.”
“En met een tunnel? Kan je er dan geraken?”
“Ja dan wel. We kunnen sneller reizen door kosmische tunnels.”
“Papa zei dat elke ster een andere wereld is.” zei Amia.
“Op zijn minst.” zei Merkure met een knik.
“Gaan wij ooit naar een andere wereld gaan?” vroeg Amia.
“Ooit als je ouder bent zal ik je eens meenemen naar een andere wereld. Dat zal je fantastisch vinden.”
“Waarom niet nu?”
“Het is toch goed hier? In de tuinen? Hierboven in ons huis?”
“Ja.” zei Amia. “Maar ik wil weten hoe een andere wereld er uit ziet.”
“Ach. Er zijn zoveel andere werelden maar geen enkele is zo mooi als die van ons Amia. Sommige van de schilderijen die hier hangen moeten andere werelden voorstellen. Maar ze zijn nooit zo mooi als ons thuis. Er is geen betere plek in de kosmos dan hier.”
“Echt?”
“Echt.”
Amia was al weer in andere gedachten verzonken toen ze in haar slaapkledij haar kamer binnen slofte. Ze voelde een tocht en zag dat het venster open stonden. Waarschijnlijk had één van de knechten ze geopend. Amia stapte tot aan het dubbele venster en keek naar buiten, waar het nog steeds volop dag was en het altijd dag zou blijven. Aan de horizon werd de blauwe lucht dunner en kon Amia de sterren zien. Kleine fonkelende lichtpuntjes die in verre nevels dreven. Ze dacht aan alle werelden waarover ze gehoord had. Ze wou het zelf kunnen zien… Amia deed de vensters dicht en ging net haar bed in kruipen, toen ze iets hoorde. Boven haar.
Ze keek omhoog en daar zag ze het. Een reusachtig donker gedrocht hing aan het plafond met lange harige poten. Het staarde haar aan met vele doodse zielloze ogen. Twee enorme slagtanden kwamen uit de mond van het beest. Amia viel op de vloer uit schrik. Ze gilde en gilde en gilde.
Bewakers kwamen de kamer binnengestormd en zagen het monster hangen aan het plafond.
“Allemachtig! Dood het!” riep een van hen.
Er was een felle lichtflits en het monster werd geraakt. Het werd verschroeid en kwam los van het plafond. Het stortte neer op de vloer naast Amia, waar het dood bleef liggen met gekrulde poten. Ondertussen bleef Amia maar gillen. Haar moeder kwam ook de kamer binnen gelopen met een strijdgereede blik in haar ogen. Ze liep naar Amia, nam haar vast en droeg haar weg van het dode monster.
“Wat is het?!” vroeg ze aan de bewakers.
De twee mannen keken elkaar aan. Er kwam geen antwoord.
“Het is een monster!” Zei Amia al snikkend. “Met veel poten en veel ogen.”
“Een spin.” zei Amia’s vader plots vanuit de deuropening.
De bewakers gaven acht, maar de prins bleef in de hal staan.
“Wat is het dan?!” zei Merkure opnieuw.
“Een spin.” herhaalde hij.
“Komt dat van hier?”
“Oorspronkelijk komt het van Immer, zoals alle dieren in onze tuin. Maar ja. Van hier.”
“Hoe is het hier geraakt?” vroeg Merkure.
“Geklommen.” zei de vader schouderophalend. “De berg is niet zo koud bij een zomerse dag als deze en zoals veel kleine schepsels van de trollenwereld kunnen ze over wanden lopen.”
“Klein?!” piepte Amia. “Het is groter dan mijn bed!”
“Maar hoe is het door het krachtveld geraakt?!” vroeg Merkure. “Het paleis is beschermd met wel honderden spreuken tegen duistere wezens!”
“Dat klopt.” zei de vader. “Maar dit is geen duister wezen. Spinnen zijn magisch grijs. Ze hebben geen magische kwaliteiten.”
“Vidésurs, kijk dan toch naar dat ding!” riep Merkure kwaad.
Iedereen gaf het dode monster een blik. Ook Amia. Ze keek in de de acht natte ronde ogen van het harige monster en begon spontaan weer te huilen.
“Dat wezen ziet er uit als een levende moordmachine!” Zei Merkure. “Jij beweert dat het onschadelijk is?!”
“Nee. Niet onschadelijk. Het is een roofdier. Het doodt insecten en andere niet-magische dieren.”
De vader gaf Amia een vluchtige blik, onbewust.
“Als het krachtveld geen spreuk heeft tegen monsters zoals dit, dan moet er nu onmiddellijk één gemaakt worden!” zei Merkure woedend. “Ik wil nooit meer een insect, of een wat-dan-ook in de slaapkamer van mijn dochter tegenkomen! Wat doet zo’n verschrikkelijk beest ook in onze tuinen?”
“Dat zal je aan de kabouters moeten vragen. Zij hebben de tuinen gemaakt. Elk dier dat er leeft is waarschijnlijk nodig om de tuinen te onderhouden.”
“Jij zal het aan hen vragen!” riep de moeder kwaad.
“Als we er nog eentje kunnen vinden, zal ik het aan hen vragen.” zei Vidésurs met een geduldige knik. “En ik zal hen ook moeten vragen om het krachtveld aan te passen want dat is ook hun werk.”
“Kabouters! Typisch hen! Elk wild dier maar binnenlaten alsof het vrienden zijn!” Tierde Merkure met een bevende Amia in haar armen.
“Kabouters maken veel vrienden met dieren.” zei de vader met een glimlach. “Heren, ruim dit lijk op zodat mijn dochter kan gaan slapen. En speur het paleis af naar andere geleedpotigen. Doe een zoek-spreuk op grijze wezens. In dit paleis is er normaal maar ééntje.”
“Ja Prins Vidésurs!”
“Slaapwel Amia.” zei Vidésurs terwijl hij weer weg stapte.
“Slaapwel papa.” zei Amia die nog steeds geschrokken was.
Een bewaker sprak een toverspreuk uit en de dode spin verdween. Dan maakten ze beiden een buiging voor Amia’s moeder en gingen zij ook weg.
“Mama?” vroeg Amia. “Mag ik vanavond bij jou slapen?”
Merkure keek haar aan en zei. “Ja. Ik zal er voor zorgen dat er zeker geen monsters zijn. Oké?”
Lees deel 2
1 note · View note
madeliefkrans · 8 months
Text
"ze zeiden dat ik op een gegeven moment stil werd. dat ik als klein kind luid was, maar toen opeens stil werd. ze dachten dat het kwam doordat mijn gehoor achteruit ging. ik weet het allang niet meer. ik kan me alleen de operaties nog herinneren. in mijn pyjama naar het ziekenhuis en een knuffel mee. een kapje over mijn neus en mond en floep, weg, en floep, wakker. ik mocht een ijsje. eigenlijk mochten alleen kinderen die hun amandelen hadden laten weghalen een ijsje, maar ik ook. de dokter trok hard aan mijn oren, daarna een gehoortest. met piepjes en geruis en woorden die ik niet kon verstaan. 
ik sprong en ik sprong het hoogste, want ik was het grootste van ons alle drie. mijn vlechtjes in de lucht. elke dag koos ik twee elastiekjes en speldjes die bij mijn kleding pasten. dan vlocht mijn moeder mijn haar. ik kon het niet zelf. terwijl ik ontbeet, borstelde ze mijn haren, maakte een nette scheiding en vlocht ze mijn haar.
ik zat voor mijn raam. ik schreef een verhaal in mijn roze glitterprinsessenschrift. het schrift verstopte ik achter de grote teddybeer op de blauwe kast. niemand mocht het weten. ik verzon liedjes voor mijn raam. ik staarde naar mijn school. ik dacht aan degene op wie ik verliefd was. ik dacht elke dag aan hem. vier jaar lang. en toen was hij ook opeens verliefd op mij. wil je verkering met me? vroeg hij en ik zei ja. tuurlijk zei ik ja. maar ik werd bang. hij kwam opeens dichtbij, niet alleen maar veilig in mijn gedachtes. ik durfde niet meer en maakte het uit, tijdens kamp, in het zwembad. op de bonte avond zag ik hem huilen in de keuken en een juffrouw, zijn moeder, troostte hem. iedereen begon te huilen. alle jongens huilden, alle meisjes huilden en ik vroeg me af of het door mij kwam. ik kon niet huilen. ik zat voor ons huisje en wreef mijn beste vriendin over haar rug en vond het zielig voor een andere vriendin, want iemand had nu met haar vroegere vriendje. en degene die boven mij in het stapelbed sliep, belde elke dag met haar moeder die kanker had en degene die naast mij in een stapelbed sliep, vertelde enge verhalen over een pop. we speelden het wittesokkenspel en ik was degene die werd gedragen en de witte sokken droeg. we renden door bossen en controleerden ons elke dag voor teken. we aten aan tien lange tafels. stortregen en een meertje in de buurt. 
we zongen op het podium. hand in hand. onze ouders voor ons, op de klapstoelen die totaal niet lekker zaten. de gymmeester achter de laptop voor het geluid. na afloop kregen we een roos en een kleine bijbel en we renden over het schoolplein en ik wilde sorry zeggen, maar het lukte niet.
de juf pakte een vel bruin a2 papier en deelde kale, witte papieren paddenstoelen uit. kleur ze in, zei ze, voor haar vader, want die is ziek en ligt in het ziekenhuis. iedereen versierde zijn eigen paddenstoel en de juffrouw plakte ze allemaal op. ik bracht ons kunstwerk mee naar huis en toen naar het ziekenhuis. ik liet hem zien en mijn kale vader zei: oooo, wat mooi, en lachte. ik wist niet eens wat er mis met hem was. mijn moeder zei dat hij stenen in zijn buik had en dat die weggehaald zouden moeten worden. ik had geen flauw idee. later kwam hij weer thuis en groeide zijn haar weer aan. zijn mooie donkere haar. hij kon weer stoeien met gijs. en las weer voor als mama dat niet kon. hij stopte me weer in en we deden het woordenboekspel. dan pakten we het grote blauwe woordenboek en zocht ik een moeilijk woord op en dan vroeg ik aan mijn vader of hij wist wat het betekende.
ik gooide mijn dagboek weg. ik scheurde de bladzijdes uit mijn prinsessenschrift. niemand mocht het ooit weten. alleen het sleuteltje heb ik nog. die hangt aan dezelfde hanger als mijn lockersleutel. 
elk jaar verliefd op een ander. of dat dacht ik. de eerste keek me raar aan. de tweede ging van school en de derde ook. ik kwam ze tegen op een festival. ze waren vrienden, ze waren samen. ze kenden me niet. ze praatten met degene naast me. en de vierde? het is nog niet over. 
ik maakte briefjes en stuurde rozen en zette muziek op tijdens de les. s zei dat het niet erg was, dat het echt niet uit maakte, toen ik overstuur was. j zei dat ik niet moest huilen, toen ik zei dat ik dat wel moest. b vertelde over dat hij zijn opa dood in zijn stoel had gevonden en over het meisje op wie hij verliefd was. p had haar haar geknipt. en ik zei tegen a dat ik aan zijn kant stond en hij glimlachte. ik wist het antwoord niet. ik wist het antwoord nooit. ik hoorde nergens bij. altijd maar een beetje half en een beetje alsof. ze gaven me complimentjes. je ziet er leuk uit en je bent zo slim en je kan zo goed schrijven. dank je wel.
en ze lachten naar me. ze stonden voor het raam. het leek alsof ze omringd werden door licht. ze waren zo mooi. zo verschrikkelijk mooi."
1 note · View note
ilovetheater-nl · 11 months
Text
"Juf Roos gaat op avontuur" bekroond met VVTP Platina Ticket voor de verkoop van meer dan 90.000 theaterkaarten
Vandaag werd de cast, Sony en Blooming Media na de laatste voorstelling verrast met een VVTP-Platina Ticket voor de verkoop van meer dan 90.000 theatertickets voor “Juf Roos gaat op avontuur”. Het Nederlandse kinderprogramma gaat over een juf die in een molen woont en elke dag bezoek krijgt van haar buurjongen Gijs. Dit programma blijft niet alleen op televisie en YouTube, maar ook op het toneel,…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
antroposofiedoen · 11 months
Text
Dagindeling
Dit artikel wordt regelmatig bijgewerkt. 
‘s Avonds (voor het slapen gaan) laat ik de dag in achterwaartse volgorde aan mijn dan gesloten ogen voorbij gaan. Meestal doe ik dat in bed, half zittend half liggend. Ik besteed dan geen aandacht aan elk detail, omdat het oefenen anders te veel tijd in beslag zou nemen. Wel blijf ik wat langer stilstaan bij de reacties op hetgeen ik heb gedaan of nagelaten en hoe bepaalde interacties tussen mij en andere mensen die dag zijn verlopen (ik kijk er kort naar, ik probeer er ook iets bij te voelen, maar dat is dan ook alles). De overige momenten neem ik tamelijk snel door: ik heb dat gedaan, dat gedaan, dat gedaan, enz. In totaal neemt de ongeveer oefening 5-7 min. in beslag. Hierbij probeer ik zoveel mogelijk in de beeldenstroom te blijven en zo weinig mogelijk aan iets anders te denken.
Soms na het hardlopen laat ik het parcours (zoals in de vorige oefening) aan mij voorgaan. Ik probeer mij dan wederom niet elk detail, elke stap, elke ademhaling te herinneren, maar wel elke weg, elk bospaadje, enz. Ik blijf wat langer stilstaan bij het horen ruisen van de wind (hooguit een paar seconden), het eerste lente zonnetje, het waarnemen van bepaalde geuren of geluiden en hoe ik andere weggebruikers heb ervaren.
‘s Morgens en ‘s avonds mediteer ik een twintigtal minuten. Ik zit dan op een kussen (zafu) en een mat (zabuton) in de halve lotushouding. Het laatste is niet verplicht, maar het past bij mij en het is een houding waarin ik gemakkelijk kan mediteren. Ik praktiseer de Rozenkruis-meditatie om mij: 
los te maken van de zintuigelijke waarneming 
los te maken van het zogenaamde ‘hersendenken’ (begrijpen, oordelen, analyseren, herinneringen)
te verheffen tot een bovenzinnelijke bewustzijnstoestand
‘Meditatie moet ons uit het fysieke, uit het zinnelijke bevrijden.’ (Mieke Mosmuller – Meditatie, Occident, 2001)
Het uitvoeren van de Rozenkruis-meditatie is verspilde moeite als er niet wordt geprobeerd om dit kruis ook zo levendig mogelijk te aanschouwen. ‘Het beeld moet zó intensief worden voorgesteld, dat het beeld geleidelijk aan even sterk in de aanschouwing aanwezig is als de fysiek-zintuiglijke realiteit, ja sterker nog.’ (Mieke Mosmuller – Meditatie (Occident 2001). Dat gebeurt niet als ik bij wijze van experiment op een dag mijn ogen zou sluiten om een object waar te nemen dat ik zojuist in mijn omgeving heb gezien. Zo’n beeld is ‘koud’, inhouds- en levenloos. Er doen zich geen gevoelens en gedachten voor zoals bij het terugdenken aan een ingrijpende gebeurtenis. Om deze reden gaat aan de eigenlijke schouwing een voorbereidingsfase vooraf.
STAP 1
In stap 1 laat ik een bol/zaadje uitgroeien tot een bloem/plant. Dit wakkert mijn concentratievermogen aan. Ik merk op: de plant is onderhevig aan de zuivere hartstochtloze groeiwetten. Dtt gebeurt al bij het eerste uitkomen van het zaadje: de plant kan niet anders dan gehoorzamen. Hoe anders is dat bij mens!
STAP 2
In stap 2 vergelijk ik de bloem/plant met de mens. Ik merk op: ten opzichte van de plant beschikt de mens over de mogelijkheid om zich vrij te bewegen. Hij kan gaan en staan waar hij wil en is een slaaf van zijn driften (lager zelf). Dat blijft hij totdat hij tot het inzicht komt: zo wil ik het niet langer! Ik wens een zuiverdere manier van leven (hoger zelf).
‘Als de mens eenmaal begint met mediteren, dan voltrekt hij daarmee de enige werkelijk volledig vrije handeling in het menselijk leven’ (Rudolf Steiner, Meditatie – wezen en techniek, Pentagon 2012).
STAP 3
In dit besef laat ik uit de plant groen sap en uit de mens rood bloed stromen. Deze twee sapstromen laat ik vervolgens samenkomen in het gedachtebeeld van een rode roos. De rode roos is een symbool voor het zuivere leven (het hogere zelf) waarin het lager zelf is overwonnen. De concentratie is inmiddels merkbaar toegenomen.
‘Je kunt feitelijk pas van meditatie spreken, als je het concentratiepunt van de gedachte in het voorhoofd ervaart. Van daaruit kun je veilig mediteren, mits je het denken op kracht houdt, ook tijdens de overgave. Overgave betekent niet: alles loslaten, ook de concentratie. Het is een ingespannen denken, dat zich opent voor het bovenzinnelijke. Dat openen is de overgave, maar de inspanning blijft gehandhaafd.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
STAP 4
Het kost moeite om dit ‘gebied van de zuivere intelligentie’ te betreden ’waar niets van eigen belang, sympathie of antipathie meer een rol speelt, en waar je toch meer jezelf bent dan waar ook’ (Mieke Mosmuller – Meditatie, Occident 2001). Daarom laat ik nu het beeld van de rode roos overgaan in een zwart kruis, waarop – omheen het punt waar de twee balken elkaar kruisen – een krans ligt van zeven stralende rode rozen (symbool voor de zeven chakra’s). Nu gaat de meditatie over in schouwen (contemplatie). Op levendige (geconcentreerde) wijze aanschouw ik dit Rozenkruis door mijzelf open te stellen voor gevoelens die in mij opkomen als ik naar dit kruis kijk. Zintuiglijke prikkels dringen zich naar de achtergrond in de mate waarin het mij lukt om mijzelf volledig over te geven aan dit beeld, om alleen maar dit kruis te zien/zijn. Zo bereidt ik mij voor op de fase van de inspiratie.
‘Het mediteren en contempleren moet een zó krachtige activiteit worden, dat de meditatie geen denkbeeld blijft, maar gebeurtenis, lotgeval wordt.’ (Mosmuller, Mieke – Meditatie, Occident 2001)
Er wordt gezegd dat het lang kan duren, alvorens ik de vruchten van deze oefening kan plukken. Om deze reden kan ik nu (nog) niets zeggen over wat er op uitvoeringsfase (stap 4) volgt, namelijk de stadia: imaginatie, inspiratie en intuïtie (zie voor een heldere beschrijving van deze fasen het hoofdstuk ‘Meditatie zonder voorafgaande oefening van het zuivere denken’ in het boek Meditatie van Mieke Mosmuller (Occident, 2001). Wat ik wel weet is dat er nu bovenzinnelijke waarnemingen kunnen optreden en dat deze imaginaties/beelden veel helderder zullen zijn dan de beelden ik zelf heb opgebouwd. Maar ook dat ze geen herinneringen kunnen zijn aan wat dan ook, zelfs niet aan vorige levens. Later zou er ook een zekere samenhang/betekenis in de beelden gaan ontstaan. Daarna vindt er wederom een verdere ontwikkeling plaats (zie het gedeelte ‘De drempel van de geestelijke wereld’ in het boek Meditatie, Steinervertalingen, 2000).  Pas in de laatste fase van het inspiratie/intuïtie stadium zou er ook contact met het hogere Zelf (ken uzelve!) mogelijk moeten zijn.
‘Meditatie is de weg voor de ziel om waarnemingsvermogen voor de geestelijke – bovenzinnelijke – wereld te verwerven … Meer dan ooit is het nodig te weten wat je doet, want je stoot je neus niet aan het niet-tastbare.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
Ik heb gezegd dat ik op dit moment (nog) niets kan zeggen over wat er op de uitvoeringsfase volgt, maar Mieke Mosmuller kan dat wel, en daarom geef ik haar hier nu het woord: ‘Bovendien groeit er toch iets in je, al “zie” je helemaal niets, dan alleen het met moeite vastgehouden zinnebeeld. Dichterbij dan dit beeld begin je een bewegende kracht te ervaren, die niet meer alleen het krachtpunt tussen de ogen is. Het wordt een zich verruimend krachtenveld, waarin je geen “punt” meer bent, maar een veel groter geheel. Eerst breidt het veld zich uit naar het gebied van mond en strottenhoofd, dan naar het gebied van het hart, maar ook van de armen en de handen. Heel, heel veel later, als het onderlijf en de benen allang niet meer voelbaar zijn, strekt het veld zich ook vaag tot daar uit. Vaag, veel minder welomschreven dan in hoofd, borst en armen. Het zijn niet meer de lichamelijke gewaarwordingen, want je beleeft jezelf niet meer als lichaam. In plaats daarvan is het zich verruimende krachtenveld gekomen, maar het is in zeker opzicht nog met het lichaam verbonden, je kunt het immers lokaliseren. Er wordt een “tweede” mens geboren, met een “tweede” lichaam, dat boven gedifferentieerd is, onder uitvloeit in vaagheid.  De tijd breekt aan, dat je voelt dat je de voorstelling van het zinnebeeld moet gaan loslaten; dat je je geheel en al aan dit krachtenveld moet gaan overgeven. Dat wil je ook, maar het komt je voor als “niets”. Het heeft geen andere inhoud meer dan bewegende kracht, niet helemaal helder begrensd. De tijd breekt aan, dat je voelt dat je de voorstelling van het zinnebeeld moet gaan loslaten; dat je je geheel en al aan dit krachtenveld moet gaan overgeven. Dat wil je ook, maar het komt je voor als “niets”. Het heeft geen andere inhoud meer dan bewegende kracht, niet helemaal helder begrensd.  Je wilt iets hebben om je aan vast te houden, het zinnebeeld was tenminste nog iets. Nu moet je zien één te worden met het bewegende, deinende, golvende krachtenveld. Daarmee laat je het fysieke lichaam voor een of enkele ogenblik(ken) los, volkomen. Dat geeft huivering, angst, onzekerheid – al dan niet bewust. Als het bewust is, kun je trachten te overwinnen. Is het onbewust, dan dwaal je nu af, val je terug in het gewone voorstellen. Je moet opnieuw beginnen of stoppen en de volgende keer opnieuw trachten …  Het kan zijn, dat het dan lang duurt voordat je weer zover komt, dagen, weken, nog langer. Je moet meer kracht verzamelen om deze beproeving te doorstaan. Het is een examen, maar er wordt geen kennis gevraagd. Moed wordt gevraagd, de moed om tot de allereerste loslating van het fysieke bestaan – en daarmee van je geliefde persoonlijkheid – te komen.  Maar er wordt een tweede zelfoverwinning gevraagd. Tot nu toe was je steeds zelf degene, die het hele innerlijke proces in gang zette. Je bent de denker, je bent tevens de gedachte, alles is jouw inzet, ook al is de inhoud nog zo onzelfzuchtig …  Nu moet je de moed vinden om uit dit krachtenveld te treden terwijl het zonder jou verder beweegt. Het is nog steeds van jou, door jou opgewekt, maar je treedt in de aanschouwing ervan, je stelt je er innerlijk tegen over. Dit is het spiritueel-concreet geworden “denken over het denken”. Je gebruikt het element van de denkkracht om van buiten af de denkkracht als bewegend veld te aan schouwen. Dan laat je niet alleen je fysieke lichaam los, maar ook je etherlichaam. Je begeeft je buiten het fysiek-etherische, buiten het levende lichaam dat op aarde je instrument is. Maar dan wordt werkelijk alles anders. Nog steeds kan het zijn dat je “niets” ziet, dan alleen het krachtenveld en jezelf erbuiten. Maar let op: alles verandert nu. Eerst keek je vanuit je levende lichaam om je heen. Nu kijk je voor een ogenblik vanuit de omgeving naar je levende lichaam, naar je krachtenveld. Als de moed om los te laten groot genoeg is, dan wordt het levenslichaam, het krachtenveld, tot een soort spiegel, waarin dat wat in de omgeving is, maar wat je in eerste instantie nog steeds zelf bent, gespiegeld wordt. Je voelt hoe je wordt meegevoerd in beweging buiten je “normale” zelf, je wordt bewogen, gedacht, voorgesteld – en dit bewogen worden, gedacht worden, voorgesteld worden, spiegelt zich in het krachtenveld. Dit neemt andere vormen, andere bewegingen aan, die niet meer uit jouw persoonlijkheid stammen, maar die jouw ziel als instrument gebruiken om zich kenbaar te maken. Hiervoor is een nog veel grotere overgave nodig. Er mag geen enkel verzet, geen eigen impuls, geen eigen gedachte meer zijn, alles is bereid zich te laten bewegen, denken en voelen.  Het is een proef, die moet worden afgelegd. De voorbereiding kan langdurig zijn. Alles wat je tot nu toe hebt opgebracht aan wilsinzet, waardoor je je concentratie versterkt hebt, waardoor je een krachtenveld bent geworden, waardoor je je erbuiten in de aanschouwing ervan hebt gesteld, die gehele wilsinzet moet nu stil worden, vervloeien, zich overgeven. Zou je dit gedaan hebben op een minder hoog niveau van wilsinzet in het denken, dan zou je dieper in het graf van je lichaam begraven zijn geraakt dan je aanleg is. Nu echter wacht je de opstanding uit het graf, maar daartoe moet je geheel bewust je wil kunnen ontspannen, zodat deze zich niet meer beweegt, niets meer wil dan alleen overgave. Je voelt dan hoezeer je gewend bent je te weren, voortdurend. Je zet je schrap met je wil, nu nog steeds, ook al valt er geen uiterlijk doel meer na te streven en is je innerlijke ontwikkeling je enige streven – naar het schijnt. Nu steekt nog eens in alle hevigheid de storm van de begeerte, van de zelf-wil op. Zodra je je wil gebiedt zich te ontspannen, drijf je hopeloos af van je meditatieve concentratie. Je zakt terug in je lichaams-denken, of je valt in slaap. Het loslaten van alle eigen wil staat gelijk aan het loslaten van de wil van deze incarnatie: dat wil je helemaal niet, je durft het niet. Wie kan jou garanderen dat je niet zult sterven? Dat je niet onherroepelijk bevrijd wordt van de banden met het lichaam, zodat je niet meer terug kunt? Hier sta je werkelijk aan de drempel met de geestelijke wereld en je durft deze niet te overschrijden. In je twijfel, je matheid, je angst verschijnt nog eens je totale hindernis voor je geestesoog. Je moet vechten, elke meditatie opnieuw, om het vervloeien van je wil te kunnen verdragen. Met het denken kwam je dankzij de concentratieoefeningen vrij gemakkelijk los van je verstand; je gevoel bevrijdde zich in de meditatie; maar je wil verzet zich. Je voelt hoe die wil verbonden is met de lichaamsprocessen, want plotseling wordt je gewaar hoe je ademhaling half willekeurig verloopt. Voordien merkte je geen ademhaling meer op, nu komt deze met alle kracht in het aandachtsveld. Dat wijst erop dat je terug bent gevallen in je lichaam, dat je concentratie- en meditatiekracht niet sterk genoeg is. Je hebt de proef niet doorstaan en moet verder streven. Je moet leren, je aandacht gericht te houden op je concentratiekracht, en deze niet laten afleiden naar de processen die met je lichamelijke wil zijn verbonden, zoals de ademhaling.  Pas wanneer je zover afstand hebt kunnen doen van je persoonlijkheid en je lichaam, wordt het mogelijk bevrucht te worden door de geestelijke wereld. Maar dan is je kennende verhouding geheel en al veranderd. Je staat niet meer tegenover een object of wezen dat je wilt leren kennen, het wezen spreekt door jou. Je bent volledig bewust doorgedrongen tot het intuïtieve kennen. Je bent één met het te kennen object, omdat dit zich in jou heeft uitgegoten. Je leeft erin, het leeft in jou.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
‘Wanneer je de innerlijke weg niet kunt zien als een spannende tocht, als een sprookje waarin het op volharding aankomt, heeft het geen zin hem te gaan.’ (Mosmuller, Mieke – Meditatie, Occident 2001)
Zie voor meer details over de Rozenkruis-meditatie: De wetenschap van de geheimen der ziel (Steinervertalingen 2019 – hoofdstuk ‘Inzicht in hogere werelden’) en Macrokosmos en microkosmos (Steinervertalingen 2015 – achtste voordracht).
‘s Morgens – op een vast tijdstip en/of op andere momenten van de dag – besteed ik aandacht aan één of meerdere van Rudolf Steiners nevenoefeningen. De tijdsduur van deze oefeningen varieert van een aantal seconden tot hooguit vijf minuten. Voor een bespreking van de oefeningen verwijs ik hier kortheidshalve naar het hoofdstuk ‘Inzicht in hogere werelden (Over de inwijding of initiatie)’ in het boek De wetenschap van de geheimen der ziel en het gedeelte ‘Imaginatie, inspiratie en intuïtie’ uit het boek Meditatie).
Tot slot, als aanvulling op het voorafgaande: ‘In de antroposofische scholingsweg ben je op jezelf aangewezen. Het is een weg die in de regel niet snel tot spectaculaire resultaten leidt, de belangrijkste kwaliteiten die je onderweg moet ontwikkelen zijn geduld en doorzettingsvermogen’ (uit het ‘Nawoord’ van Meditatie, Steinervertalingen 2000).
0 notes
luegootravez · 2 months
Text
Tumblr media
Roos van Elk by © Annemarieke van Drimmelen
4 notes · View notes
sophievis · 1 year
Text
Rondje cultuur
Tumblr media Tumblr media
We hadden deze dag rondje cultuur, we kregen 4 verschillende workshops door heel Enkhuizen. We begonnen de dag met studio foto bij Roosmarijn Broersen, zij is fotograaf en zij ging ons leren over hoe we op verschillende manieren foto's kunnen maken
Daarna gingen we naar licht en techniek in cayen, die workshop kregen we van Mathew Fransen die ging ons van alles leren over hoe het licht op festivals en dat soort dingen wordt geregeld en we mochten zelfs zelf even met het licht spelen.
Toen hadden we hip hop, dat hadden we van Roos Scholten. Dat was niet zo speciaal die ging ons een dans aanleren. Beetje jammer alleen dat ze elke keer iedereen moest motiveren om mee te doen.
En als laatste gingen we naar het binnenmuseum, daar hadden we de workshop verf streken van een museumdocent, dat was wel leuk. We hadden alleen niet heel veel tijd maar verder was dat wel leuk om te doen.
Dit was mijn dag met rondje cultuur.
0 notes
Text
Voor Iedere Dag | Ochtend Overdenking Toen Hij reeds dicht bij de helling van de Olijfberg was gekomen, begon de hele menigte van de discipelen zich te verblijden en God met luide stem te loven om alle machtige daden die zij gezien hadden. (Lukas 19:37) Lees verder Psalm 100:1—5. Ik hoop dat de leer dat Christenen somber moeten zijn snel uit het universum verdwenen is. Er zijn geen mensen in de wereld die zo’n recht hebben om blij te zijn. Er niemand met een grotere reden om vreugdevol te zijn dan de heiligen van de levende God. Alle Christelijke plichten moeten vreugdevol gedaan worden, zeker het loven van de Heere. Ik ben in gemeenten geweest waar de toon niet droeviger kon. Ze zongen zo verschrikkelijk langzaam dat ik me afvroeg of ze ooit aan het einde van Psalm 119 zouden komen. Met de uitdrukking van Watts, de eeuwigheid zou voor hen te kort zijn om er doorheen te zingen. De geest van de mensen leek zo klam, zo zwaar, zo dood dat het leek dat ze hun geest voorbereidden op de galg in plaats van de zegen van de altijd genadige God. Broeders, echte lof laat de klokken van je hart luiden en hangt de vlaggen uit. Hang je vlag niet halfstok wanneer je God looft. Nee, hijs elke kleur en laat elk vaandel wapperen in de wind. Laat alle krachten en hartstochten van je geest juichen en zich verblijden in God, je Verlosser. Zij “verblijden” zich. Wij zijn soms gewoon vreselijk bang om te blij te zijn. Sommige Christenen denken dat vrolijkheid een gevaarlijke dwaasheid is, of zelfs een verderfelijke ondeugd. De vreugdevolle 100ste Psalm is in de Engelse versies gewijzigd. In het tweede vers staan de woorden, “Dien de HEERE met vrees.” Maar de Schotse versie heeft minder distels en meer roos. Luister en vang de heilige blijdschap, “Dien de HEERE met blijdschap” (Psalm 100:2). Ter overdenking Het loven van God vereist geen dwaasheid of iets wat de aandacht op onszelf vestigt. Het betekend niet zingen “als of” we het menen! Geestelijk zingen drukt ware en hartelijke dankbaarheid uit naar God (Efeze 5:19—20; Kolossenzen 3:16) in vreugdevolle harmonie en een gezond volume (2 Kronieken 5:13). Preek 678, 25 februari 1866
0 notes
regioonlineofficial · 6 months
Text
De namen van Holocaustslachtoffers die zijn gegraveerd in een Stolperstein, gelegen voor het huis waar ze voor het laatst vrijwillig in vrijheid hebben gewoond: Marcus van Leeuwen, Henriëtte van Leeuwen-van Baale, Elizabeth Reijna van Leeuwen, John van den Bergh, Rudolfine van den Bergh-Jessel, Kaatje Frenk, Mietje Frenk, Sophia de Sterke, Joseph Kan en Werner Gans. Vierde ceremonie Donderdag 2 november vond een indrukwekkende bijeenkomst plaats in Raadhuis De Paauw. Deze vierde Wassenaarse Stolpersteine-ceremonie werd georganiseerd door de gemeente Wassenaar in samenwerking met de Werkgroep Stolpersteine Wassenaar. De ceremonie werd ingeleid door Margaret de Vos van Steenwijk, de voorzitter van de Werkgroep Stolpersteine. De ontroerende bijeenkomst vond plaats tijdens een heftige periode. In de woorden van burgemeester Leendert de Lange: “In het licht van de recente geweldsuitbarstingen in Israël vindt de gemeente Wassenaar dit moment extra belangrijk. Wij dulden geen polarisatie, antisemitisme en haat. De vredesvlag symboliseert de gevoelens van de gemeente Wassenaar, want er is niets belangrijkers dan vrede en vrijheid”. Aangrijpende verhalen, de toekomstige generatie en een bijzondere gast In aanwezigheid van familieleden van de slachtoffers, vrienden, wethouders, gemeenteraadsleden en overige belangstellenden, werden aangrijpende verhalen verteld over de dorpsgenoten die slachtoffer werden van de Holocaust. De oudsten waren 80, de jongste nog maar 13 jaar oud. De verhalen van de slachtoffers zijn bijeengebracht in een fraai vormgegeven brochure die binnenkort op de website van de gemeente Wassenaar te downloaden is (www.wassenaar.nl). Onder deze slachtoffers waren ondernemers die leidinggaven aan een bedrijf en midden in het leven stonden, bewoners en verpleging van een Joods rusthuis en een gelukkig gezin dat zo genoot van hun Wassenaarse huis. Muzikaal intermezzo Na het vertellen van de verhalen en een hartverwarmend muzikaal intermezzo door cellist Thomas Kanter, was het de beurt aan de groepen 8 van de Herenwegschool om een bijdrage te leveren. De leerlingen zongen een emotioneel lied. Ze hadden op school een les gevolgd over de verschrikkingen in de Tweede Wereldoorlog en hebben deze tien struikelstenen in het centrum van Wassenaar geadopteerd. Zij zorgen daarmee voor het onderhoud. Onder de toehoorders bevond zich ook Hare Excellentie Shefali Razdan Duggal, de ambassadeur van de Verenigde Staten, waarvan bekend is dat ze een speciale interesse heeft in de Holocaust. De organisatie was oprecht vereerd door haar aanwezigheid. De ambassadeur legde tevens een roos bij de Stolperstein die als eerste werd onthuld. De Stolpersteine De tien nieuwe Stolpersteine werden na de ceremonie in het Raadhuis officieel onthuld voor of bij de Raadhuislaan 4, Raadhuislaan 11, Jonkerlaan 75 en Lange Kerkdam 33a. Stolpersteine zijn kleine, gouden stenen. Op elke steen staat de naam van het slachtoffer, daaronder zijn of haar geboortejaar, plaats en datum van deportatie en plaats en datum waar hij of zij is vermoord of overleden. Een Stolperstein wordt ook ‘struikelsteen’ genoemd. Het is de bedoeling dat voorbijgangers met hun hoofd en hart struikelen en zo stilstaan bij het leed dat deze Holocaustslachtoffers is aangedaan. Want ‘een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is’. Opdat deze mensen nooit vergeten worden.
0 notes
Photo
Tumblr media
'n Roos met n storie #petorianews In 1991 het Pedri een middag by ons huis in Pretoria gekom en n aankondiging gemaak. "Ek het werk gekry - van Maandag af lewer ek 15 Pretoria News koerante af. Hy was 7 jaar oud en het n BMX fiets gehad. Die News het vir hom n denimsak gegee vir die koerante. Nodeloos hy het vir 7 jaar koerante afgelewer. Die Pretoria News het n roosboom vernoem. Deur die jare het die Pretoria Newsroos saam met ons gereis. Hennie maak elke jaar stiggies van die oorspronklike 3 roosbome. Daar is nou nog net een wat nog oorleef het deur die jare. Ouboet jou rose blom. @pretoria.news (at Kameel Huise Tussen Spore) https://www.instagram.com/p/Cn7iTkSMjr9/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
dino4949blog · 1 year
Link
0 notes