Tumgik
#ruimtelijke ordening
krispijnbeek · 9 months
Text
Ruimtelijke ordeningsverkiezingen 2023
De afgelopen 13 jaar was visie de olifant die het zicht belemmerde. Waar het eerste kabinet Rutte zo’n 10 jaar geleden verklaarde dat Nederland af is kondigde het laatste Kabinet Rutte de ‘grootste verbouwing van Nederland’ aan. Hoewel veel mensen dan denken aan het energiesysteem, gaat de verbouwing op veel meer terreinen spelen en veel meer aspecten van de leefomgeving raken. Het Planbureau…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
dejufuniverse · 2 years
Text
Alles moet wijken voor ’wensnatuur’
Door LEON DE WINTER
In het Kamerdebat van dinsdag sprak Caroline van der Plas over de term ’wensnatuur’. Dat is natuur die nu nog niet bestaat maar gewenst is door de elites. Caroline noemde een specifiek gebied bij de Veluwe dat nu een bos is. Maar dat bos moet wijken voor ’wensnatuur’.
Die wensnatuur heeft weinig te maken met de natuur die in Nederland bestaan heeft. Niks in Nederland is er van nature, behalve zeewater en de modder en steentjes waarmee de grote rivieren, die vanuit het zuiden in ons land samenkomen, de delta maken. Als we terug naar natuurlijke natuur willen, moeten we de Deltawerken opblazen, de Afsluitdijk en alle andere dijken doorsteken, en naar België en Duitsland vluchten, waar we ons eventueel kunnen melden als asielzoekers op de vlucht voor het water. Volgens de natuurwensers moeten we dat water niet willen tegenhouden omdat we de natuur niet willen belemmeren, of omdat we ruimte willen maken voor ’wensnatuur’.
Er is niets natuurlijkers voor ons deel van de wereld om onder te lopen wanneer er zware zuidwesterstormen staan. De Deltawerken zijn een majesteitelijk waterbouwkundig monument tégen de natuur. We zijn ooit bereid geweest de Zeeuwse eilanden te beschermen, en daarvoor zijn er werken uitgevoerd die hun weerga niet kennen.
Twaalfde eeuw
De gehele waterhuishouding van Nederland is net zo bijzonder. Die is sinds de twaalfde eeuw ontstaan om land geschikt te maken voor landbouw en veeteelt, en onze noeste landwerkers hebben die landerijen generatie na generatie optimaal benut en onze rivierdelta veranderd in de meeste effectieve landbouwgrond ter wereld. En in plaats van de landwerkers toe te juichen en hun werk de hemel in te prijzen beweren onze elites nu dat de landwerkers minder belangrijk zijn dan ’wensnatuurgebieden’.
Het is onmogelijk om in een land dat zo fundamenteel door mensen is gemaakt als de Nederlanden te spreken van natuurlijke natuur, tenzij je mijn overdrijving over het doorsteken van de dijken gaat uitvoeren. We kunnen niet meer terug naar hoe de delta vóór het aanleggen van de dijken eruitzag: het was een gebied waar de grillen van de rivieren en van de zee heersten. Alles wat momenteel bij ons groeit, is het resultaat van keuzes over de balans tussen landbouw-, leef-, vrijetijds- en industriegebieden. Daar komt dus nu een nieuw element bij: ’wensgebieden’. Daaraan moet de hele ruimtelijke indeling ondergeschikt gemaakt worden.
Onafgebroken hoorde ik dinsdag Kamergehamer op de gedachte dat het slecht gaat met de natuur. En dat is volstrekte onzin. Het gaat uitstekend met de natuur in Nederland. Het Veluwse bos dat moet wijken voor ’wensnatuur’ groeit en bloeit mede dankzij stikstof, en het mooie is dat die bosbomen CO2 eten. Waar gaat het wel slecht mee? Het gaat slecht met de ’wensnatuur’. Dus moeten de bossen weg en moeten er schrale gronden worden aangelegd voor bedreigde plantjes.
"Natuurlijk zit er iets anders achter de stikstofproblematiek"
Natuurlijk zit er iets anders achter de stikstofproblematiek. Het instellen van de suprematie van ’wensnatuur’ – de Natura 2000-gebieden – is een radicaal middel dat gebruikmaakt van het artificiële stikstofprobleem om iets anders te bereiken: de ’grote verbouwing van Nederland’, zoals minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) het noemde. Het NRCgaf in een artikel van 25 juli jl. aan dat landbouw beperkt moet worden tot Zeeland, noordelijk Noord-Holland, Friesland, Groningen, en Flevoland. De landbouwactiviteiten elders moeten worden afgebouwd. Heel Nederland moet op de schop, de steden moeten van de auto worden bevrijd, alles moet klimaatneutraal, mobiliteit wordt een schaarste-product, we zullen allemaal vleesloos gaan eten, want er zijn nauwelijks slachtdieren meer.
Dat de elites over deze plannen zo weinig onthullen, is veelzeggend: miljoenen burgers zullen zich verzetten tegen dergelijke diepgravende ingrepen in hun leefwijze. Teneinde dat verzet te beperken worden er dogma’s in het leven geroepen die als onaanraakbaar worden gepresenteerd: de ’science is settled’. Stikstof is een kolossaal probleem, wordt gesteld, en wie twijfelt aan de problematiek is een smerige stikstofontkenner.
Klimaatontkenner
Wie de menselijke maat van klimaatverandering ter discussie stelt, zoals oud-PvdA-kamerlid Jules de Waart deze week in De Telegraaf deed, is een gore klimaatontkenner die de toekomst van de mensheid op het spel zet. De dogma’s mogen niet onderwerp van kritiek worden omdat ze essentieel zijn bij het bespelen van de burger, die doordrongen moet raken van de stikstofcrisis en de klimaatcrisis, ofwel crises die hem moeten opjagen naar een groene utopie.
De herindeling van de ruimte betekent per definitie een culturele en sociaal-economische revolutie die alle facetten van het bestaan zal aanraken. Het samenleven, sinds de vroege Middeleeuwen organisch voortgekomen uit de tweedeling stad-platteland, zal van karakter veranderen. Het lijkt erop dat Nederland in een megastad met ’wensnatuur’ en beperkte landbouw getransformeerd moet worden. Tegenstand van de burger kan worden overwonnen met dogma’s, meewerkende media, en, heimelijk, zoals steeds duidelijker wordt, scherpe controle op dissidenten en dwarsliggers.
Ik heb het hier eerder opgemerkt: ik moet paranoïde zijn, want zo doortrapt zijn onze elites niet. Zij zijn altijd eerlijk en transparant, zeggen ze zelf.
1 note · View note
keynewssuriname · 17 days
Text
Commissie Monitoring RGM en Newmont geïnstalleerd
Tumblr media
Minister David Abiamofo van Natuurlijk Hulpbronnen (NH) heeft op vrijdag 05 april 2024 de commissie Monitoring RGM en Newmont geïnstalleerd op het departement. Dit met als doel, het uitvoeren van monitoringswerkzaamheden namens de Surinaamse Overheid bij de grootschalige goudmijnbouwbedrijven Zijin Rosebel Goldmines alsook Newmont. De commissie zal ook fungeren als liaison tussen beide bedrijven en de Overheid om open dialoog te bevorderen. "We hebben over het algemeen voor de mijnbouwsector een mijnbouwwet. Naast deze mijnbouwwet zijn er voor de twee specifieke goudoperaties van RGM en Newmont delfstoffenovereenkomsten. Deze overeenkomsten zijn door de Nationale Assemblée tot wet verheven. In deze delfstoffenovereenkomsten zijn er een aantal zaken geregeld wat betreft de communicatie van de bedrijven en de overheid", geeft de minister de commissieleden mee. Met deze commissie wordt getracht een goede en centrale coördinatie te bewerkstelligen, vandaar dat een aantal ministeries vertegenwoordigers hebben in de commissie Monitoring RGM en Newmont. De minister wees op het belang van een goed draaiende goudsector voor Suriname. "Een duidelijke communicatie tussen de overheid en deze twee bedrijven is van eminent belang, vandaar deze commissie is geïnstalleerd", zegt de NH-bewindsman. Abiamofo deed een beroep op de commissie om zich niet repressief op te stellen, maar begeleidend en adviserend naar de bedrijven toe, zodat van hun kant een goede bijdrage geleverd wordt. "U gaat aan de slag als commissie voor land en volk", laat de bewindsman optekenen. De voorzitter van de commissie Monitoring RGM en Newmont, Clyde Griffith, gaf aan dat de commissie reeds voor de installatie al bezig is geweest met het listen van taken van alle vakministeries. Deze proactieve approach zal worden voortgezet vanuit elk van de ministeries. De commissie gaat in de komende periode een kennismaking bezoek brengen aan de twee bedrijven, geeft de voorzitter aan. In de Monitoring RGM en Newmont commissie hebben zitting: Clyde Griffith als voorzitter, Genevieve Ceder-Wijngaarde als secretaris, Lindsey Sanné, Wilson Balansi namens NH, Mohamed Piroe namens het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, Shailesh Ramsingh namens het Ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie, Marvrick Boejoekoe namens het Ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport, Nancy Echteld namens het Ministerie van Financiën en Planning, Iemdaad Rodjan namens het Ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu, Shailesh Sewkaransing namens het Ministerie van Defensie en Frits Lalay namens het Ministerie van Justitie en Politie. Read the full article
1 note · View note
rotterdamvanalles · 2 months
Text
Wethouder Hans Mentink (in het midden, met stropdas) stelt in de Zweedsestraat de eerste van een serie verkeersdrempels in gebruik, 19-20 februari 1975 (geschat).
De Zweedsestraat is vernoemd naar het land Zweden. Deze straat heette van 1936 tot 1945 Duitschestraat.
De woonwijk Oud-Mathenesse ten westen van de Schiedamseweg ligt in de voormalige polder Oud-Mathenesse. Deze polder heet naar de ambachtsheerlijkheid Mathenesse die al in 1276 voorkomt. Een tweede wijk, eveneens in het westelijk deel van de stad, betreft de havenwijk in de voormalige polder Nieuw-Mathenesse ten zuiden van de Schiedamseweg.
Mr. Hans Mentink (1934) is een Nederlands jurist en politicus. Hij was wethouder namens de Partij van de Arbeid in Rotterdam.
Mentink werd in 1970 lid van de gemeenteraad voor D66. In 1973 stapte hij over naar de PvdA. Van 1974 tot 1982 was hij wethouder Ruimtelijke Ordening, Verkeer en Vervoer en Openbare Werken onder burgemeester André van der Louw. Onder zijn bewind werd de wederopbouwperiode beëindigd en onder meer een kantorenstop voor de binnenstad afgekondigd. Om de sturende rol van de gemeente, in plaats van het bedrijfsleven, in de ruimtelijke ordening te benadrukken deed hij in die tijd de uitspraak: de hoogbouw van Shell is de 'laatste erectie van het grootkapitaal' in Rotterdam.Onder zijn leiding kwamen onder andere de nieuwe Willemsbrug en de Blaakoverbouwing tot stand. Na zijn wethouderschap nam hij zijn oude beroep van advocaat weer op. De Rechtbank benoemde hem tot curator in een aantal spraakmakende failissementen, zoals van KEP, fabrikant van het z.g."fraudebestendige" paspoort en van het, in milieuschandalen verwikkelde bedrijf, Tankcleaning Rotterdam. Hij verdedigde met succes onder meer Mr. Pieter Slavenburg, President -Directeur van de van witwassen verdachte Slavenburg's Bank en Bram Peper in diens z.g. bonnetjes-affaire. In 2006 promoveerde Mentink aan de Rijksuniversiteit Leiden op een proefschrift over de Raad voor de Journalistiek.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bericht van 2024
Tumblr media
0 notes
fashionbusinessfun · 4 months
Link
Met ingang van het nieuwe jaar treden enkele nieuwe wetten en regels in werking op het gebied van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste veranderingen.
0 notes
kinetize · 8 months
Link
Schepen Jan De Graef neemt tijdelijk de bevoegdheden van collega Lotte Peeters over. — © jvdv Hamme – Schepen Jan De Graef (N-VA), bevoegd voor Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw, Erfgoed en Patrimonium, Dierenwelzijn en Hamse Investeringsmaatschappij, gaat in de...
0 notes
suikerpark · 9 months
Text
Omgevingsvergunning - inzage dossier Ruimtelijke ordening (Openbaar onderzoek/bekendmaking) (voor dossier inzake ruimtelijke ordening) Referentienummer OV/2023/128-OPMV_2023072556
1 note · View note
drugsinceu · 10 months
Link
0 notes
deheij · 1 year
Text
Prof. Franciska de Vries toont gelukkig voldoende nuance in #stikstofdebat. En nee ik ben geen 'ontkenner' (biologie, natuur en scheikunde ontkennen is dom immers). Ik zie echter ook te weinig metingen, zwakke wetenschap en te weinige ruimtelijke ordening plannen.
Vorige week zette in Botanist en Plantenliefhebber Richard Steenvoorden in het zonnetje. Op twitter betekent dat gelijk dat (extreme) natuurliefhebbers zo’n persoon framen en de foutjes uit zo’n stukje proberen te halen. Prima lijkt me, zo werkt een open gesprek en zo zou het debat in Den Haag ook moeten kunnen werken: Foutjes corrigeren, stapje voor stapje op inhoud vooruit gaan. Nu zo een paar…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
actuma · 1 year
Text
Rijk, medeoverheden en bedrijfsleven: snel zekerheid nodig over startdatum Omgevingswet
Tumblr media
De Omgevingswet kan verantwoord en zorgvuldig van start. Het onderliggende digitale stelsel is technisch voldoende gereed en vormt voor de invoering geen blokkade. Dat blijkt uit een derde serie van intensieve testen die door een externe partij is gevalideerd. Rijk, bedrijfsleven en de koepels van provincies, gemeenten en waterschappen vinden het van essentieel belang dat de Eerste en Tweede Kamer snel besluiten over de ingangsdatum. Het Rijk, medeoverheden en het bedrijfsleven scharen zich unaniem achter invoering per 1 januari 2024.  Dat schrijft minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) vandaag in een brief aan de beide Kamers. Het Koninklijk Besluit dat de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 regelt, is vandaag door de minister bij beide Kamers in procedure gebracht. De vorig najaar afgesproken streefdatum van invoering per 1 juli dit jaar is niet meer aan de orde. Cruciale stappen zetten Snel zekerheid over de invoeringsdatum is voor alle betrokkenen cruciaal om zorgvuldig de laatste stappen te zetten bij de inrichting van de werkprocessen en het vasthouden van kennis en personeel. Daarnaast hebben initiatiefnemers bij planvorming en vergunningverleningstrajecten zekerheid nodig over de wet- en regelgeving die van toepassing is.  Minister De Jonge schrijft verder dat de startdatum van 1 januari 2024 recht doet aan de wens van de VNG en het bedrijfsleven om tussen de definitieve vaststelling van de invoeringsdatum van de Omgevingswet en de daadwerkelijke invoering minstens zes maanden inregeltijd te hebben. Met deze periode wordt een zorgvuldige inwerkingtreding gewaarborgd. Minder regeldruk Rijk, medeoverheden en bedrijfsleven benadrukken dat de Omgevingswet van groot belang is voor het oppakken van urgente opgaven op het gebied van woningbouw, infrastructuur, landbouw, natuur en klimaat. De Omgevingswet bundelt een veelheid aan wetten en regels voor onze leefomgeving in één wet. Procedures worden gestroomlijnd. Er komt één digitaal loket waar consumenten en bedrijven kunnen checken welke regels van toepassing zijn en of het aanvragen van een vergunning nodig is. De Omgevingswet en het digitale stelsel vergemakkelijken een integralere besluitvorming met minder regeldruk in de dienstverlening aan consumenten en bedrijven. Bron: Rijksoverheid Read the full article
0 notes
moorsvital · 1 year
Text
Woonbegrippen op het niveau van de wet
Woning
Artikel  1 lid 3 Woningwet: Voor de toepassing van het bij of krachtens deze  wet bepaalde wordt mede verstaan onder:
woning: afzonderlijk  gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd, met het  daarbij behorende deel van de grond.
 Artikel 1 Wet geluidhinder: In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Woning: gebouw of gedeelte van een gebouw waar bewoning  is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening,  bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening, of, indien met  toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen  omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken,  de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van  laatstgenoemde wet;
  Artikel 1 sub a Leegstandwet: Voor de toepassing van deze wet met uitzondering van de artikelen 4,  8, 9 en 19 wordt verstaan onder:
a. woning: een gebouwde onroerende zaak  of een gedeelte daarvan, die een zelfstandige woongelegenheid vormt;
 Artikel 3 lid 6 Participatiewet: In deze wet en de daarop berustende bepalingen  wordt onder een woning mede verstaan een woonwagen of een woonschip.
 Artikel 1 lid 1 sub s Wet bevordering eigenwoningbezit: In deze wet en de daarop berustende bepalingen  wordt verstaan onder:
s. woning: gebouwde onroerende zaak voor  zover deze bestemd is om als zelfstandige woonruimte te worden gebruikt  alsmede de onroerende aanhorigheden.
 Artikel 3.16 lid 12 Wet inkomstenbelasting 2001: Voor de toepassing van dit artikel wordt onder  woning mede verstaan: een duurzaam aan een plaats gebonden schip of woonwagen  als bedoeld in artikel 1, onder l, van de Wet op de huurtoeslag, alsmede de  aanhorigheden van een schip of woonwagen.
 Artikel 3.19 lid 5 sub a en b Wet inkomstenbelasting 2001:
Voor de toepassing van dit artikel:
a. wordt onder woning mede verstaan: een  duurzaam aan een plaats gebonden schip of woonwagen als bedoeld in artikel 1,  onder l, van de Wet op de huurtoeslag;
b. blijft onder woning begrepen een werkruimte  waarvan de kosten en lasten, indien die werkruimte niet tot het  ondernemingsvermogen zou behoren, ingevolge artikel 3.16, eerste lid, niet in  aftrek zouden komen.
 Artikel 3.93 lid 3 Wet  inkomstenbelasting 2001: Voor de toepassing van dit artikel  wordt onder woning mede verstaan: een duurzaam aan een plaats gebonden schip  of woonwagen als bedoeld in artikel 1, onder l, van de Wet op de huurtoeslag,  alsmede de aanhorigheden van een woning, schip of woonwagen.
 Artikel 3.111 lid 1 Wet  inkomstenbelasting 2001: In deze afdeling en de daarop  berustende bepalingen wordt verstaan onder eigen woning: een gebouw, een duurzaam aan een plaats gebonden  schip of woonwagen als bedoeld in artikel 1, onder l, van de Wet op de  huurtoeslag, of een gedeelte van een gebouw, een schip of een woonwagen, met  de daartoe behorende aanhorigheden, voorzover dat de belastingplichtige of  personen die behoren tot zijn huishouden anders dan tijdelijk als  hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van:
a. eigendom, waaronder begrepen economische eigendom, of een recht  van lidmaatschap van een coöperatie, indien met betrekking tot die woning de  belastingplichtige of zijn partner de voordelen geniet, de kosten en  lasten op de belastingplichtige of zijn partner drukken en de  waardeverandering de belastingplichtige of zijn partner grotendeels aangaat;
b. een recht van vruchtgebruik, een recht van bewoning of een recht  van gebruik dat de belastingplichtige krachtens erfrecht heeft verkregen,  indien met betrekking tot die woning de belastingplichtige de voordelen  geniet en de kosten en lasten op hem drukken.
 Artikel 13 lid 5 en lid 6  Wet op de Watersnoodschade 1953:
6.  Voor de toepassing van artikel 12 en van de vorige leden wordt verstaan onder  woning: een pand, een gedeelte van een pand of een geheel van panden, bestemd  voor bewoning door één gezin. In de genoemde bepalingen wordt verstaan onder  bedrijfspand: een pand, een gedeelte van een pand of een geheel van panden,  dienende voor de uitoefening van een bedrijf of van een zelfstandig beroep.
 Artikel 1 sub k Wet op de  huurtoeslag: In deze wet en de bepalingen die daarop berusten wordt  verstaan onder:
k. woning:  een gebouwde onroerende zaak voor zover deze als zelfstandige woonruimte,  onvrije etage dan wel andere onzelfstandige woonruimte is verhuurd, alsmede  de onroerende aanhorigheden;
 Artikel 10 lid 2 Wet op de  vennootschapsbelasting 1969: Voor de toepassing van dit  artikel wordt onder woning mede verstaan: een duurzaam aan een plaats  gebonden schip of woonwagen als bedoeld in artikel 1, onder l, van de Wet op  de huurtoeslag, alsmede de aanhorigheden van een woning, schip of woonwagen.
 Artikel 1 lid 1 sub b Wet op  het overleg huurders verhuurder: In deze wet en de daarop  berustende bepalingen wordt verstaan onder:  
b. woongelegenheid:
1°. woning;
2°. standplaats als bedoeld in artikel 1, onder j, van de Wet op de  huurtoeslag; en
3°. woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder l, van de  Wet op de huurtoeslag;
  Woonruimte
Artikel  7:233 BW: Onder woonruimte wordt verstaan een gebouwde  onroerende zaak voor zover deze als zelfstandige dan wel niet zelfstandige  woning is verhuurd, dan wel een woonwagen of een standplaats, alsmede de onroerende  aanhorigheden.
 Artikel  1 lid 1 sub j Huisvestingswet 2014: In deze wet  en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
j. woonruimte:
1° besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere  ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden, en
2° standplaats.
 Artikel 116 sub b Waterschapswet: Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de  daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
b. woonruimte: een ruimte die blijkens  zijn inrichting bestemd is om als een afzonderlijk geheel te voorzien in  woongelegenheid en waarvan de delen blijkens de inrichting van die ruimte  niet bestemd zijn om afzonderlijk in gebruik te worden gegeven;
 Artikel 7.1 lid 1 Waterwet: In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt,  tenzij anders bepaald, verstaan onder:
woonruimte: een ruimte die blijkens zijn inrichting bestemd  is om als een afzonderlijk geheel te voorzien in woongelegenheid en waarvan  de delen blijkens de inrichting van die ruimte niet bestemd zijn om  afzonderlijk in gebruik te worden gegeven.
 Artikel 6a Wet gelijke behandeling op grond van handicap of  chronische ziekte:  In deze paragraaf wordt onder woonruimte verstaan:
a. een tot bewoning bestemde gebouwde  onroerende zaak die een zelfstandige woning vormt, of een tot zelfstandige of  onzelfstandige bewoning bestemd gedeelte van een gebouwde onroerende zaak,  met inbegrip van de daarbij behorende gemeenschappelijke ruimte;
b. een woonwagen, zijnde een voor bewoning  bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of  in delen kan worden verplaatst;
c. een woonschip, zijnde een schip dat  uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning;
d. een tot bewoning bestemd verblijf van een  binnenschip.
  Huurprijs
Artikel  7:237 lid 2 BW: Onder huurprijs wordt verstaan de prijs die is  verschuldigd voor het enkele gebruik van de woonruimte.
 Artikel  1 lid 2 sub a Huisvestingswet 2014: Indien de  gemeenteraad bij de aanwijzing van categorieën woonruimte op grond van  artikel 7 gebruik maakt van huurprijsgrenzen of koopprijsgrenzen wordt  verstaan onder:
a. huurprijs: prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd  voor het enkele gebruik van een woonruimte, uitgedrukt in een bedrag per  maand;
 Artikel  1 sub d Wet op de huurtoeslag: In deze wet  en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder:
d. huurprijs: de prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het  enkele gebruik van een woning;
 Artikel  1 lid 1 Woningwet: Voor de toepassing van het bij of krachtens deze  wet bepaalde wordt verstaan onder:
huurprijs: prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik  van een woongelegenheid, uitgedrukt in een bedrag per maand;
  Woonwagen
Artikel  7:235 BW: Onder woonwagen wordt verstaan een voor bewoning  bestemd gebouw, dat is geplaatst op een standplaats, in zijn geheel of in  delen kan worden verplaatst en waarvoor een omgevingsvergunning voor een  bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet  algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend.
 Artikel  3 lid 6 Participatiewet: In deze wet en de daarop  berustende bepalingen wordt onder een woning mede verstaan een woonwagen of  een woonschip.
 Artikel  6a sub b Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte: In deze paragraaf wordt onder woonruimte verstaan:
b. een woonwagen, zijnde een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst  op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
 Artikel  1 sub l Wet op de huurtoeslag: In deze wet  en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder:
I. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een  standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
 Artikel  1 lid 1 Woningwet: Voor de toepassing van het bij of krachtens deze  wet bepaalde wordt verstaan onder: woongelegenheid:  
b. woonwagen, zijnde een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op  een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, en
c. standplaats, zijnde een kavel die is bestemd voor het plaatsen van een  woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de  openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen  worden aangesloten.
  Servicekosten
Artikel  7:237 lid 3 BW: In deze afdeling wordt verstaan onder kosten  voor nutsvoorzieningen met een individuele meter: de vergoeding in verband  met de levering van elektriciteit, gas en water voor het verbruik in het  woonruimtegedeelte van het gehuurde op basis van een zich in dat gedeelte  bevindende individuele meter. Onder servicekosten wordt verstaan de  vergoeding voor de overige zaken en diensten die geleverd worden in verband  met de bewoning van de woonruimte. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen  zaken en diensten worden aangewezen waarvoor de vergoeding moet worden  aangemerkt als servicekosten.
 Artikel  5 lid 3 Wet op de huurtoeslag: Als  servicekosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden uitsluitend  in aanmerking genomen:
a. kosten voor het in bedrijf zijn van lift-, ventilatie-, hydrofoor- en  alarminstallaties, en van verlichting van door de huurder met anderen  gemeenschappelijk gebruikte ruimten, met een maximum van € 12 per maand;
b. schoonmaakkosten van de lift en andere gemeenschappelijke ruimten, met  een maximum van € 12 per maand;
c. de kosten voor de diensten van een huismeester, met een maximum van €  12 per maand;
d. kapitaals- en onderhoudskosten van dienstruimten en gemeenschappelijke  recreatieruimten, met een maximum van € 12 per maand.
  Standplaats
Artikel  7:236 BW: Onder standplaats wordt verstaan een kavel,  bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig  zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen  of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
 Artikel  1 lid 1 sub e Huisvestingswet 2014: In deze wet  en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
e. standplaats: kavel, bestemd voor het plaatsen van een  woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de  openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden  aangesloten;
 Artikel  1 lid 1 sub j Huisvestingswet 2014: In deze wet  en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
j. woonruimte:
1° besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere  ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden, en
2° standplaats.
 Artikel  1 sub p Wet basisregistraties adressen en gebouwen: In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
p. standplaats: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig  aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent  plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor  woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte;
 Artikel  24 leden 1 en 2 Wet basisregistraties adressen en gebouwen:
1. De gebouwenregistratie bevat de volgende authentieke gegevens met  betrekking tot standplaatsen:
a. de identificatiecode van de standplaats;
b. de identificatiecode of de identificatiecodes van de nummeraanduiding  respectievelijk de nummeraanduidingen die onderdeel is respectievelijk zijn  van het aan de standplaats toegekende hoofdadres en de aanwezige  nevenadressen;
c. de geometrie van de standplaats, en
d. een aanduiding waaruit de actuele dan wel de historische status van de  standplaats blijkt.
2. De gebouwenregistratie bevat de volgende niet-authentieke gegevens met  betrekking tot standplaatsen:
a. de aanduiding dat de opneming in de gebouwenregistratie is gebaseerd op  een proces-verbaal als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, indien  dit het geval is;
b. de aantekening «in onderzoek», indien toepassing is gegeven aan artikel  39, tweede lid, of 41, tweede lid;
c. de ingangsdatum en in voorkomende gevallen de einddatum van de  geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over de standplaats, en
d. de dagtekening en het inschrijfnummer van het brondocument dat ten  grondslag ligt aan de opneming, een wijziging of het niet langer geldig zijn  van gegevens ten aanzien van de standplaats.
 Artikel  1 sub j en sub l Wet op de huurtoeslag: In deze wet  en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder:
j. standplaats: kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop  voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare  nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden  aangesloten;
l. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een  standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
 Artikel 1 lid 1 sub b Wet op het overleg  huurders verhuurder:  In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
b. woongelegenheid:  
1°. woning;  
2°. standplaats  als bedoeld in artikel 1, onder j, van de Wet op de huurtoeslag; en
3°. woonwagen  als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder l, van de Wet op de huurtoeslag;
Artikel 1 lid 1 Woningwet: Voor de  toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: woongelegenheid:
(…) en
c. standplaats,  zijnde een kavel die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen  aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere  instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
  Zelfstandig  woning
Artikel  7:234 BW: Onder zelfstandige woning wordt verstaan de  woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder  daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.
  Gezamenlijke  huishouding
Artikel  1 lid 4 en lid 5 Algemene Ouderdomswet:
4. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun  hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen  voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de  huishouding dan wel anderszins.  5. Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht  indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en:
a. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de toepassing van  deze wet daarmee gelijk zijn gesteld;
b. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden  van een kind van de een door de ander;
c. zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de  huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; of
d. zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke  huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke  huishouding, bedoeld in het vierde lid.
 Artikel 1:3 lid 2 Wet arbeid en zorg: Voor de  toepassing van deze wet is sprake van ongehuwd samenwonen als twee ongehuwde  personen een gezamenlijke huishouding voeren. Van een gezamenlijke  huishouding als bedoeld in de eerste volzin is sprake indien de betrokkenen  hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen  voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de  huishouding danwel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
 Artikel 2a lid 3 Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945: Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in het eerste lid kan  slechts sprake zijn indien twee personen gezamenlijk voorzien in huisvesting  en bovendien beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding dan  wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien. Onze Minister kan nadere  regels stellen voor de toepassing van de eerste volzin.
Artikel 1a Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945: Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in het tweede lid kan  slechts sprake zijn indien twee personen gezamenlijk voorzien in huisvesting  en bovendien beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding dan  wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien. Onze Minister kan nadere  regels stellen voor de toepassing van de eerste volzin
  Rekenhuur
Artikel  5 lid 1 Wet op de huurtoeslag: In deze wet  en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder rekenhuur: de  huurprijs die de huurder per maand is verschuldigd, of, als dat lager is dan  de huurprijs, een bedrag dat gelijk is aan de maximale huurprijsgrens, bedoeld  in de krachtens de artikelen 10, eerste lid, en 12, tweede lid, van de  Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte daarover gestelde regels, vermeerderd  met:
a. een bedrag voor door de huurder  verschuldigde servicekosten, en
b. in geval van huur van een woonwagen zonder  eigen aandrijving het bedrag dat verschuldigd is voor de huur van de  standplaats.
  Huurtoeslag
Artikel  1 sub e Wet op de huurtoeslag: In deze wet  en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder:
e. huurtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2,  eerste lid, onderdeel h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen  in de kosten van het huren van een woning;
 (Artikel 2 lid 1 sub h Algemene wet  inkomensafhankelijke regelingen: In deze wet en de daarop berustende  bepalingen, alsmede in inkomensafhankelijke regelingen, wordt verstaan onder:
h. tegemoetkoming: een financiële bijdrage van het Rijk op grond van een  inkomensafhankelijke regeling;)
   (Grens)  verhuurderheffing
Artikel  1.1 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II: Onder  de naam verhuurderheffing wordt een belasting geheven van de in artikel 1.4  bedoelde belastingplichtigen.
 Artikel  1.4 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II:  Belastingplichtig voor de verhuurderheffing is de natuurlijke persoon, de  rechtspersoon of de groep die bij aanvang van het kalenderjaar het genot  krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van meer dan tien  huurwoningen.
 Artikel  1.2 lid 2 sub a Wet maatregelen woningmarkt 2014 II: In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan  onder:
a. heffingsvermindering: vermindering van de verhuurderheffing op  grond van een definitieve investeringsverklaring;
  Huurcommissie
Artikel  3a Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte:(Externe link)  1.Er is een huurcommissie.  2.De huurcommissie bestaat uit een  bestuur en minimaal vier en maximaal tien zittingsvoorzitters. Daarnaast  bestaat de huurcommissie uit zittingsleden uit de kring van huurders  onderscheidenlijk de kring van verhuurders. Voor de behandeling van  geschillen als bedoeld in artikel 4a kunnen ook personen van buiten de kring  van huurders onderscheidenlijk de kring van verhuurders zittingslid zijn. Het  bestuur bestaat uit een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.  3.Het bestuur en de  zittingsvoorzitters hebben tot taak binnen de huurcommissie de eenheid en de  kwaliteit van de uitspraken, adviezen en verklaringen te bevorderen. Zij  kunnen met het oog hierop regels stellen. Bij de uitvoering van deze taak  treden zij niet in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke  beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak.  4.Indien ten aanzien van het stellen  van de regels, bedoeld in het derde lid, tussen het bestuur enerzijds en de  zittingsvoorzitters gezamenlijk anderzijds een verschil van mening bestaat,  beslist het bestuur. Indien binnen het bestuur een verschil van mening  bestaat, beslist de voorzitter. Indien binnen de kring van  zittingsvoorzitters een verschil van mening bestaat, wordt onderling bij  meerderheid van stemmen beslist, waarbij bij een staking van de stemmen  binnen die kring het bestuur beslist.  5.In afwijking van artikel 20 van de  Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, heeft het bestuur, in plaats van het  zelfstandig bestuursorgaan, de bevoegdheden en taken die zijn genoemd in dat  artikel.
0 notes
keynewssuriname · 17 days
Text
Gebruik pesticiden zorgen voor veel ziekteverschijnselen in Nickerie
Tumblr media
Het is gebleken dat het gebruik van pesticiden heel wat ziekteverschijnselen veroorzaakt bij bewoners van Nickerie. “Ziekteverschijnselen, zoals kanker”, zei minister Marciano Dasai van de Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) donderdag in het parlement. De bewindsman zei dat het ministerie bezig is met het Krin Birti project, waarbij vertegenwoordigers van ROM naar Nickerie, Paramaribo, Commewijne en Saramacca gaan om onder andere de effecten van pesticiden te onderzoeken. Dit project wordt uitgevoerd in deze districten, omdat er in deze districten heel veel pesticiden en andere middelen zijn die voor vervuiling zorgen. “In Nickerie hebben we gezien dat, als gevolg van het gebruik van pesticiden, er ziekteverschijnselen, zoals kanker zijn ontstaan.” De minister zei dat er onderzoek wordt gedaan naar het verband tussen het gebruik van pesticiden en de ziekteverschijnselen. De eerste lancering van dit project vond plaats op 22 februari in Saramacca. De slogan van het Krin Birti Project, “Kon Bondru Kon na Wan Gi Wan Moro Betre Sranan”, vat de kerngedachte van het project perfect samen: eenheid in actie voor een beter Suriname. “Laten we allen samenwerken om onze leefomgeving schoon te houden en te zorgen voor een duurzamere toekomst voor ons geliefd land.” Read the full article
1 note · View note
nieuwsvandaag · 1 year
Text
Flexwoningen een oplossing voor woningtekort in Breda
In november maakte de gemeente Breda bekend dat zij circa 500 flexwoningen (tijdelijke woningen) wil realiseren op drie locaties in Breda. Het gaat om de Stadionstraat (tegenover Stada Stores), Bredestraat (Haagse Beemden) en Donkerstraat (Teteringen). Hiervoor is een haalbaarheidsonderzoek gestart. Vandaag heeft minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) bekend gemaakt dat Breda de […] from Nieuws Vandaag https://ift.tt/EUiD2IF
0 notes
jouregio · 2 years
Text
Invoering van de Omgevingswet naar 1 juli 2023
Invoering van de Omgevingswet naar 1 juli 2023
17-10-2022 JOURE – Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet is meer tijd nodig om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom opteren minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), provincies, gemeenten en waterschappen voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023, in plaats van 1 januari…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
haarlemupdates · 2 years
Text
In Noord-Holland 184.000 woningen erbij mits aan randvoorwaarden wordt voldaan
In Noord-Holland 184.000 woningen erbij mits aan randvoorwaarden wordt voldaan
In de provincie Noord-Holland kunnen tot 2030 184.000 nieuwe woningen bijgebouwd worden. Dat is het bod dat de provincie vandaag officieel heeft aangeboden aan minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Wel is van groot belang dat knelpunten worden weggenomen en aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan door het Rijk. De regering vroeg eerder dit jaar alle provincies…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes