Tumgik
#van geest
moneyisnobject · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
‘Domus’
Rob Doyle Design and Van Geest Design
357 notes · View notes
flyingprivate · 1 year
Photo
Tumblr media
Van Geest Design
47 notes · View notes
guy60660 · 2 years
Photo
Tumblr media
Domus | Rob Doyle | Van Geest
47 notes · View notes
Text
Tumblr media
Chris van Geest
6 notes · View notes
moradadabeleza · 2 years
Photo
Tumblr media
Ageeth van Geest
44 notes · View notes
bishopsbox · 1 year
Text
Tumblr media
Thanks to: @amore0429
Portrait of Cornelis van der Geest (1620). National Gallery, London.
by: Anton van Dyck
superb!
3 notes · View notes
noconcessions · 2 years
Text
Tumblr media
3 notes · View notes
malbecmusings · 2 years
Text
Tumblr media
A new zero emissions trimaran concept named Domus from Van Geest Design and Rob Doyle Design. I love the tech but from an aesthetic perspective she's a monstrosity.
5 notes · View notes
erikvelema · 2 months
Text
Dieper
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
Tumblr media
1 note · View note
moneyisnobject · 1 year
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Van Geest's "Pebble" 459-foot Superyacht Concept
23 notes · View notes
bauerntanz · 1 year
Text
25. Drachenfest am Speichersee Geeste
Tipp: Samstag und Sonntag: 25. #Drachenfest am #Speichersee #Geeste #Lingen, kein Eintritt
25. Drachenfest Geeste/Lingen – Speichersee Samstag, 6. Mai von 11:00 bis 18:000 Uhr Sonntag, 7. Mai von 11:00 Uhr bis 17:00 Uhr  Der Besuch des Drachenfestes ist kostenfrei. Für alle Freunde des Drachensports ist das Drachenfest am Speichersee ein besonderer Termin im Kalender, denn dort trifft sich alljährlich ein Großteil der Drachenszene aus ganz Deutschland und dem benachbarten Ausland. Am…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
sheltiechicago · 1 year
Photo
Tumblr media
The Domus trimaran - the "world's first zero-emission superyacht"
Devised by yacht design studios Van Geest Design and Rob Doyle Design, the Domus superyacht would be powered by a combination of hydrogen fuel cells, hydro generation and solar energy.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
0 notes
Photo
Tumblr media
Dood van een handelsreiziger - Chris van Geest
10 notes · View notes
bartvandijck · 5 years
Photo
Tumblr media
I become a bear, I dance, I eat, I drink, I die, I’m dead, I’m dead, I’m dead, I wake up
MOR MOR
video 2019
made by Casper Fitzhue & Bart Van Dijck as part of the project and exhibition URS Geest @ Ciap Kunstverein, Hasselt. In Romania 'mor mor' is the sound children produce when they imitate the bear, it literally translates into 'I die'. Every winter the bear dies symbolically to be reborn in the spring. 
watch fragment> https://youtu.be/taKTrl7EA44
1 note · View note
maximvandaele · 2 years
Text
"Bad philosophy" in een Anglo-Amerikaans handboek, en het mysterie van het bewustzijn: waarom zijn we er (bewust) in plaats van dat we er niet (bewust) zijn?
Tumblr media
Afgelopen semester moest ik voor het vak 'Biologie, hersenen en gedrag' stukken studeren uit een Engelstalig handboek neuropsychologie. Introduction to brain and behavior, van de hand van Bryan Kolb en Ian Q. Whishaw, is een typisch, lijvig 'textbook' met talloze kadertjes, illustraties, verschillende tekstkleuren enzovoort. De twee Canadese neurowetenschappers dragen hun handboek op "aan het eerste neuron, onze voorouders, onze families en de studenten die dit boek lezen".
Wetenschappelijk is dit een goed boek, maar een heel klein gedeelte ervan gaat de eerder filosofische toer op en slaat daar de bal eerder mis.
Een concreet geval van 'slechte' filosofie door wetenschappers vinden we in Kolb en Whishaws handboek, in het subhoofdstuk "Perspectives on Brain and Behavior". Daar wordt de geschiedenis van de filosofie van de geest nogal simplistisch weergegeven in drie etappes en mondt ze voorspelbaar uit in de 'juiste' visie. Maar zoals ik verderop zal beargumenteren, is dit een sterk onvolledige weergave, die vele filosofische vragen onbeantwoord laat.
Vroeger begrepen we niet hoe de geest werkt, nu wel... of toch?
Kolb en Whishaw stellen dat er drie visies zijn op hoe we de menselijke geest en gedrag kunnen verklaren. Er is het mentalisme dat stelt dat er een soort immateriële entiteit is die ons gedrag én onze gedachten en ervaring stuurt. Deze entiteit wordt soms een ziel, geest of psyche genoemd. Kolb en Whishaw schrijven deze visie toe aan Aristoteles en het (historische) christendom.
Een tweede visie is het dualisme. Deze visie, toegeschreven aan René Descartes (1596-1650) zou stellen dat rationele, bewuste gedragingen en gedachten bestuurd worden door een immateriële entiteit, terwijl de werking van de rest van het lichaam verklaard kan worden door te kijken naar ons zenuwstelsel (onafhankelijk van die immateriële entiteit die wel onze geest controleert).
Een derde en laatste visie op geest en gedrag is volgens de auteurs het materialisme. Dit is het filosofisch standpunt dat zowel onze geest als ons gedrag verklaard kunnen worden door de werking van het zenuwstelsel, zonder te verwijzen naar een immateriële entiteit.
Het materialisme is de visie die het best ondersteund wordt door de hedendaagse wetenschap, aldus Kolb en Whishaw. De definitieve doodsteek voor het mentalisme en dualisme is volgens Kolb en Whishaw het gegeven dat bewustzijn geen binaire toestand is (ofwel is iemand bij bewustzijn, ofwel is iemand bewusteloos), maar een spectrum (van volledig bij bewustzijn over vermoeidheid, dronkenschap en slaap tot comateuze toestand en de dood). Dat er een spectrum is tussen volledig bewustzijn en volledige bewusteloosheid toont voor Kolb en Whishaw aan dat het mentalisme en dualisme niet kunnen kloppen: de verschillende gradaties tussen bewustzijn en bewusteloosheid kunnen beter verklaard worden vanuit het zenuwstelsel zelf dan vanuit een soort externe, immateriële entiteit die zwakker of sterker is.
'Easy' versus 'hard problem of consciousness'
Uit bovenstaande vergelijking van drie visies blijkt dat Kolb en Whishaw aan slechte filosofie doen. Meer bepaald slagen ze er niet in te bepalen of we hier een filosofische dan wel een wetenschappelijke discussie we hier voeren.
Gaat het hier over de wetenschappelijke discussie hoe de hersenen en het lichaam werken? Dan is het 'materialisme' inderdaad de correcte visie. Er is geen magisch onzichtbaar ding (zoals een ziel) nodig om te verklaren hoe het lichaam (waaronder de hersenen) werkt en ons gedrag en onze ervaring beïnvloedt.
Gaat het hier over de filosofische discussie over hoe de werking van het lichaam (waaronder de hersenen) leidt tot de subjectieve ervaring van bewustzijn die we allemaal zelf hebben? Dan kunnen we zeker niet zeggen dat het 'materialisme' het laatste woord heeft. David Chalmers, de Australische filosoof die het filosofische debat over bewustzijn en geesten nieuw leven inblies, spreekt van een 'hard problem of consciousness'. Dat filosofische probleem is precies de vraag die ik hier zojuist stelde: hoe is het mogelijk dat mensen bewustzijn en subjectieve ervaring hebben? Hoe komt het dat we niet een soort zombies zijn (die geen subjectieve ervaring hebben en er dus nooit over konden nadenken)?
Chalmers contrasteert dat 'hard problem of consciousness' met het 'easy problem of consciousness'. Dat 'easy problem' is de vraag hoe de hersenen en het zenuwstelsel werken. Deze vraag is, zoals gezegd, een wetenschappelijke vraag, die 'gemakkelijk' is omdat ze door voldoende onderzoek beantwoord kan worden. Het 'hard problem' is daarentegen de filosofische vraag hoe het mogelijk is dat we überhaupt subjectieve ervaring hebben.
Het verschil tussen wetenschap en filosofie
Kolb en Whishaw slagen er, zoals zovelen tegenwoordig, niet in om het verschil te zien tussen wetenschappelijke en filosofische discussies over hersenen, gedrag en geest. Verwonderlijk is dit nu niet: filosofie is in veel wetenschappelijke opleidingen nog altijd afwezig (of hoogstens een keuzevak). Het verschil tussen wetenschap en filosofie wordt miskend en onderkend. Terwijl grote (natuur)wetenschappers zoals Albert Einstein, Niels Bohr en Werner Heisenberg halfweg de twintigste eeuw nog aan serieuze (wetenschaps)filosofische reflectie deden, beweren enkele decennia later wetenschapspopularisators zoals Neil DeGrasse Tyson en Stephen Hawking zonder veel gêne dat filosofie verouderd is; overbodig gemaakt door de wetenschap.
Opvallend genoeg wordt het verschil tussen wetenschap en religie wél algemeen erkend. Ook Kolb en Whishaw vermelden het expliciet:
Some people may question materialism’s tenet that only the brain is responsible for behavior because they think it denies religion. The theory, however, is neutral with respect to religion. [...] [Many] behavioral scientists hold religious beliefs [...]. Science is not a belief system but rather a set of procedures designed to allow investigators to confirm answers to a question independently. (Kolb en Whishaw, p. 13)
Zoals Kolb en Whishaw terecht opmerken, is de vraag hoe het lichaam (waaronder de hersenen) werken geen religieuze vraag. Dat bijvoorbeeld de prefrontale cortex in sterke mate verantwoordelijk is voor planning en redeneren, zegt niets over de waarheid of onwaarheid van religieus geloof. Het is daarom des te merkwaardiger dat Kolb en Whishaw (en zovele anderen) niet inzien dat de werking van de hersenen evenmin iets zegt over de (on)waarheid van filosofische opvattingen (zoals mentalisme, dualisme of materialisme).
De vraag hoe het lichaam (waaronder de hersenen) werkt, is een wetenschappelijke vraag, omdat er maar één 'juist' antwoord op de vraag mogelijk is - zelfs al weten we het nog niet helemaal. Het hard problem of consciousness is dan weer een filosofische vraag, omdat er niet zomaar één 'juist' antwoord op mogelijk is.
Hoe komt het dat we bewustzijn en subjectieve ervaring hebben?
Welke antwoorden zijn er zoal voorgesteld als antwoord op het hard problem of consciousness? Hoe beantwoorden zij de vraag hoe het komt dat mensen subjectieve ervaring en bewustzijn hebben? Er zijn twee soorten voorgestelde oplossingen voor het probleem. De eerste klasse oplossingen probeert de vraag te beantwoorden door een theorie te geven over wat bewustzijn en materie eigenlijk zijn. Zo zijn er het idealisme (alleen bewustzijn bestaat), dualisme (bewustzijn en materie zijn fundamenteel verschillend), zwak reductionisme (alleen materie bestaat, zelfs al begrijpen we niet waarom er toch bewustzijn is) panpsychisme en neutraal monisme (materie hééft bewustzijn - het zit erin).
Een andere categorie filosofische standpunten verwerpt het 'hard problem of consciousness'. Men verwerpt dan het onderscheid tussen het 'hard' en 'easy problem of consciousness' dat ik hierboven schetste. Volgens zulke theorieën is de vraag hoe het komt dat we subjectieve ervaring hebben dus geen filosofisch probleem, maar een wetenschappelijk, neuropsychologisch probleem (= sterk reductionisme) of zelfs helemaal geen probleem, een illusie (= eliminatief materialisme).
'Zurück zu den Sachen selbst': fenomenologie meets filosofie van de geest
Wie heeft er nu gelijk? Wel, zoals gezegd is het een filosofische discussie, dus er is niet één 'juist' antwoord. In de rest van dit artikel geef ik mijn persoonlijke, filosofische visie op dit probleem, op het moment van het schrijven van dit artikel.
'Fenomenologie' is een woord dat voor mensen zonder filosofische achtergrondkennis of interesse nogal bedreigend complex overkomt. Fenomenologie is echter niet veel meer of minder dan de studie van ervaring en bewustzijn - zoals we deze spontaan ervaren. De fenomenologie ontstond in Europa in de twintigste eeuw. Fenomenologen gaan 'terug naar de dingen zelf' zoals we ze spontaan ervaren.
Laten we het hard problem of consciousness eens 'fenomenologisch' bekijken. We sommen even de volgende zaken op die we kunnen zeggen over onze ervaring en ons bewustzijn. Deze zaken klinken onnoemelijk banaal, maar hebben tegelijk grote filosofische relevantie:
Ik ben een mens.
Ik ben mezelf.
Ik leef, ik ben niet dood.
Ik ben al heel m'n leven mezelf. Ik zal ook de rest van m'n leven mezelf zijn.
Ik ben één persoon en niet meerdere.
Ik heb één leven en geen meerdere. Als ik sterf, dan is het waarschijnlijk gedaan met mijn ervaring en bewustzijn.
Als ik slaap, dan ben ik er nog. Anderen die niet slapen, zouden dat kunnen zien.
Ik kan onmogelijk rechtstreeks ervaren wat het is om iemand anders te zijn.
Al deze zaken gelden ook voor alle andere mensen.
Zoals gezegd zijn dit uiteraard triviale uitspraken. Iedereen erkent ze onmiddellijk en neemt ze in het alledaagse leven spontaan aan. Als we ze echter plaatsen naast wetenschappelijke kennis over het zenuwstelsel enerzijds, en het 'hard problem of consciousness' anderzijds, wordt het spannender.
Wat zit er nu eigenlijk in de structuur van onze lichamen, onze hersenen of wat dan ook, dat er toe had moeten leiden dat net al deze bovenstaande gegevens kloppen? Het volgende is geen retorische of emotionele, maar een serieuze filosofische vraag: waarom ben ik mezelf, die specifieke persoon, en niet een ander? Er zijn meer dan zeven miljard mensen in leven, nog meer mensen zijn al overleden, en zullen er waarschijnlijk nog miljarden komen na ons. Tussen die tientallen miljarden historische, hedendaagse en toekomstige mensen ben jij jij. Waarom is dit zo? Waarom ben ik mezelf en niet een jager-verzamelaar 10 000 jaar geleden, een middeleeuwse boer in Zuid-Amerika of een ruimtekolonist in het jaar 2500? Waarom ik, tussenin al die tientallen miljarden? En waarom ben ik een mens en geen ander dier? En waarom heeft iedereen één geest en geen meerdere? Waarom hebben we één leven en geen meerdere? Waarom is er niet één geest voor de hele mensheid - we zouden met zo'n 'hivemind' toch net zo goed kunnen overleven? En - met een knipoog naar de ultieme filosofische vraag - waarom ben ik er (met bewustzijn) in plaats van dat ik er niet ben (en zo geen bewustzijn zou hebben)?
Er zit niets 'ingeschreven' in de materie dat ertoe had moeten leiden dat ik ben (in plaats van niet ben), dat ik juist mezelf (en geen ander) ben, enzovoort. Er is niets in de materie zelf dat onvermijdelijk ertoe leidt dat alle fenomenologische gegevens zo hadden moeten zijn zoals in het lijstje dat ik bovenaan geschreven heb.
Een triviaal antwoord op deze vragen is: kijk gewoon rond je, en je ziet dat je jezelf bent en niet bijvoorbeeld je oma of de president van Amerika. Maar mijn vragen bedoelde ik niet in die zin van "wie ben jij eigenlijk?" Met "waarom ben jij jij?" bedoel ik: waarom ben jij jezelf terwijl je evengoed een van die miljarden anderen had kunnen zijn - of helemaal niet had kunnen zijn? "Niet hoe de wereld is, is het mystieke, maar dat zij is", schreef Ludwig Wittgenstein ooit. Ik zou dit hier lichtjes aanpassen: "Niet dat er bewustzijn is, is het mystieke, maar hoe zij is".
Het uitgebreide hard problem of consciousness
Dat is wat ik zelf het 'uitgebreide hard problem of consciousness' noem. Het is volgens mij het resultaat van een combinatie van fenomenologie en het hard problem of consciousness. Zoals gezegd is Chalmers' hard problem de vraag hoe het mogelijk is dat mensen bewustzijn en ervaringen hebben. Het uitgebreide hard problem of consciousness is dan de vraag hoe het mogelijk is dat mensen bewustzijn en ervaringen hebben, die dan ook nog eens de specifieke vormen aannemen die ze aannemen (bv. ik ben mezelf, ik ben één persoon, ...).
Solipsism vs. the world
Een mogelijke oplossing voor het uitgebreide hard problem of consciousness is het solipsisme. De filosofie van het solipsisme zegt dat alleen mijn subjectieve ervaring zeker bestaat. Johan Braeckman en Etienne Vermeersch omschrijven het solipsisme als volgt in De rivier van Herakleitos:
Ik zie mensen rondom mij die zich gedragen alsof ze een 'geest' hebben, net zoals ik die bezit. Met andere woorden, ik zie mensen die mij de indruk geven plezier te hebben, pijn te ervaren, verlangens te koesteren... Ik ga ervan uit dat zij hun plezier, hun pijn en verlangens ervaren zoals ik mijn plezier, pijn en verlangens ervaar. Maar zekerheid hierover kan ik nooit hebben, aangezien ik onmogelijk hun pijn, plezier en verlangens kan voelen. Ik kan me min of meer inleven in hun ervaringen, [...] maar ik blijf gevangen in mijn eigen perceptie daarvan. (p. 141)
De filosofie van het solipsisme zegt dat alleen mijn subjectieve ervaring bestaat. De subjectieve ervaring van alle anderen bestaat niet, want ik kan alleen mijn eigen subjectieve ervaring waarnemen.
Het solipsisme klinkt als een absurde, contra-intuïtieve theorie, maar het beantwoordt wel degelijk het uitgebreide hard problem of consciousness. Het solipsisme doet dit door erop te wijzen dat aangezien ik het enige bewustzijn ben dat met zekerheid bestaat, het niet anders kan dan dat mijn bewustzijn al zijn huidige fenomenologische eigenschappen (ik ben mezelf en geen ander, ik ben één persoon, enzovoort) aanneemt. Alle eigenschappen van het bewustzijn kunnen niet anders zijn dan wat ze zijn, omdat ik nu eenmaal het enige bestaande bewustzijn ben.
Er zijn veel pogingen gedaan om het solipsisme te bekritiseren, wellicht omdat het zo absurd klinkt en omdat het doet denken aan de houding van een peuter: die lijkt zich te gedragen alsof alleen hijzelf bestaat en de rest van de wereld niet. Naarmate mensen opgroeien, voelen ze 'intuïtief' dat deze theorie niet klopt: ook anderen en de buitenwereld bestaan en ook anderen hebben gevoelens en ervaringen zoals ik die zelf heb.
Dat is dan ook de beste weerlegging van het solipsisme: de vaststelling dat je een mens bent. Menselijk al te menselijk. Fysiologen die bijvoorbeeld de werking van het hart ontraadselden, hebben terecht aangenomen dat het menselijk hart op dezelfde manier werkt in ieder mens. Wat geldt voor het hart, moet ook gelden voor het hoofd. Aangezien andere mensen, op grond van het feit dat ze tot dezelfde biologische soort behoren, exact dezelfde fysiologische opbouw hebben, moeten ze ook wel exact hetzelfde soort subjectieve ervaringen en bewustzijn hebben als ons. Het bestaan van cardiologische en neurologische stoornissen doet niets af van de geldigheid van deze analogische redenering, maar bevestigt ze juist.
Aangezien het solipsisme niet kan kloppen, moet er dus een ander antwoord zijn op het uitgebreide hard problem of consciousness. De eerder besproken voorgestelde antwoorden op het 'gewone' hard problem of consciousness, zoals dualisme en panpsychisme, zijn hierbij ontoereikend. Deze theorieën proberen immers enkel te verklaren hoe het mogelijk is dat er bewustzijn en subjectieve ervaring is en niet hoe het komt dat deze bewustzijn en subjectiviteit ook nog eens zijn specifieke vormen (zie lijstje hierboven) aanneemt.
Er moet iets zijn dat ervoor zorgt dat we subjectieve ervaringen hebben in de specifieke vormen waarin we ze hebben. Wat is dit iets dan, daarvoor zorgt?
Het mysterie van het bewustzijn
Misschien wel het meest overtuigende antwoord op deze vraag komt niet vanuit de academische filosofie, maar vanuit de wereldreligies.
Een centrale overtuiging in het boeddhisme is dat van het 'afhankelijk ontstaan' (pratītyasamutpāda). Deze overtuiging is duivels eenvoudig: dingen bestaan omdat andere dingen bestaan. Als dit bestaat, dan bestaat dat ook, als dit er niet meer is, dan is dat er ook niet meer. Alles is afhankelijk van alles. We hebben dus bewustzijn simpelweg als gevolg van andere dingen - wat die dingen verder ook mogen zijn.
Een ander mogelijk antwoord op de vraag hoe het komt dat wij überhaupt subjectieve ervaringen hebben, is Thomas Aquinas' derde argument voor het bestaan van God: het argument uit contingentie. Alles had evengoed niet kunnen bestaan, maar het bestaat toch, daarom moet er iets zijn dat alles doet bestaan. Dit iets 'noemen wij God', schreef Aquinas. Het argument uit contingentie gaat over alles, dus het moet ook gelden voor ons bewustzijn: we hadden evengoed geen bewustzijn kunnen hebben, maar we hebben het toch. Er moet dus iets zijn dat ons bewustzijn geeft. Dit iets noemen wij God.
Op het eerste zicht kunnen de boeddhistische en de theïstische visie niet meer verschillen. Aquinas schrijft dat er iets is (God) die alles altijd in stand houdt. De boeddhistische doctrine van afhankelijk ontstaan leert daarentegen dat alle dingen (waaronder ons bewustzijn) afhangen van andere dingen. Maar die 'andere dingen', zijn zeker niet noodzakelijk God zoals in het theïsme, stelt het boeddhisme.
Toch zijn deze visies eigenlijk niet meer zo verschillend wanneer we het puur filosofisch bekijken. Zowel God (theïsme) als de andere dingen die dingen afhankelijk doen ontstaan (boeddhisme) zijn een antwoord op de vraag hoe de wereld (en dus ook het bewustzijn) is ontstaan. Zowel God als de afhankelijk ontstane andere dingen zijn oneindig en wellicht onbegrijpelijk.
Het verschil is hier misschien dus niet zozeer filosofisch, maar vooral cultureel: theïsten aanbidden God, boeddhisten niet. Sowieso is er iets dat ons bewustzijn mogelijk maakt, en sowieso blijft dat dat iets mysterieus. Eigenlijk maakt het niet zoveel uit of je dat dan God, afhankelijk ontstaan, Brahma, Shangdi, Zeus, Thor of gelijk wat anders noemt: het blijft even geheimzinnig!
0 notes