Tumgik
Relaxed
4 notes · View notes
Asperger zo saai als een asperge
Recensie Wat is er nou leuker dan lezen over een jongen met autisme, eigenlijk Asperger zoals hij de hele tijd benadrukt, maar inderdaad, ik kan ook heel wat bedenken dat leuker is dan dat. Daarom raad ik je ten strengste af om dit boek, ‘Alleen met mijn wereld’, te lezen, zelfs als je autistisch bent. Dit boek gaat over een jongen met Asperger syndroom genaamd Wessel Broekhuis, hij heeft dit boek zelf geschreven. Wessel is een jongen van 16, dat zou betekenen dat de jeugd zich best wel in hem zou moeten herkennen, het tegendeel is echter waar. Wessel sluit zich zo goed als volledig af van zijn buitenwereld en heeft eerst geen vrienden, het is best wel irritant om dit boek te lezen aangezien Wessel constant in de ik-vorm schrijft. Door dit perspectief krijg je het idee dat je een dagboek van een willekeurige autist aan het lezen bent, en als diegene ook nog eens niks meemaakt is dat niet echt interessant om te lezen. Over een dagboek gesproken, je krijgt af en toe ook nog een kijk op Wessels leven door zijn moeder, zijn moeders dagboek om precies te zijn. “Nierstraat, Maasstraat en rechts de Churchilllaan oversteken. Op de brug over de Boerenwetering houden we stil en wipt Wessel op uit zijn buggy om tussen de spijlen van de brugleuningen door te kijken naar de eenden, meeuwen en andere watervogels. Op de terugweg maken we een lus langs het beeld van Gandhi. Een gebogen gestalte ondersteund door twee spillebenen en een stok. Wessel lacht naar het vriendelijke kogelronde hoofd. Nemen we een andere route of lopen we aan de overkant, dan is Wessel van slag. ‘Rustig, schat. We komen zo langs je vriend. Kijk nu eens naar die kant. Ja, daar is hij.’ Bijna elke dag lopen we het vaste rondje.” –Elly’s dagboek, 1996 Dat alles in de ik-vorm is geschreven kan ook een positief iets zijn, ik kan me ook wel voorstellen dat je bij dit boek daardoor je heel erg kan inleven in onze jonge autist ondanks het verschil in mentaliteit. Als dat bij mij zo was geweest had ik dit boek veel leuker gevonden dan nu, ik vond het nu namelijk gewoon irritant. Als de hoofdpersoon nou echt iets spannends zou meemaken, zou dat leuk zijn om te lezen, in plaats daarvan gaat hij naar een metal concert en maakt hij een lijstje van de shirts die hij heeft gezien om te bewijzen hoe goed zijn geheugen is.
1 note · View note
Balansverslag 2016
Balansverslag 2016 Iedereen leest boeken, ikzelf kan niet zonder. Als het kan, lees ik elke maand een nieuw boek. Dit jaar heb ik me vooral gericht op Nederlandse literatuur. Mijn favoriete boek dit jaar was ‘ het diner’ van Herman Koch. Het is fijn nu ik mij gericht heb op Nederlandse literatuur dat mijn vader me altijd wel iets kan aanraden als het om die boeken gaat. Herman Koch is nu zeker wel een van mijn favoriete schrijvers. Samen met Tim Krabbé, vanwege het boek ‘het gouden ei’. Vorig jaar was mijn doel om meer Nederlandse literatuur te lezen, ik ben heel blij dat dat gelukt is en ik ga het zo houden. Daniel Toussaint, 3C
1 note · View note
BOY, Roald Dahl
Boy
Geschreven door:  Roald Dahl
Recensie door:  Daniel Toussaint 2C
  Boy is een boek over en geschreven door de meesterschrijver Roald Dahl. Hij is over de hele wereld bekend van boeken zoals Mathilda en Sjakie en de chocoladefabriek. Hij overleed in 1990 aan leukemie. Dit boek zal je net als al zijn andere boeken verbazen!
 Stel je voor, jouw oude vader gaat dood als je nog maar een jongen bent, en jouw moeder staat er ineens alleen voor. Dit gebeurt in het boek dat gaat over het leven van Roald Dahl: Boy. Roald Dahl is een geweldige schrijver van veel kinderboeken (die ook door volwassenen worden gelezen!).
 Hoewel hij geen makkelijk leven had, is het boek daarentegen heel leuk om te lezen. Dit boek is interessant omdat het allemaal echt is gebeurd. Daarnaast is dit boek ook grappig, zoals toen hij (alweer) een kwajongensstreek uithaalde die deze keer gelukkig wel goed afliep. Ik raad je zeker aan om dit boek te lezen!
0 notes
Schrijfopdracht  Nederlands: De laatste opdracht.
Daniel Toussaint 2C, 18-03-2016
Het was een donkere zomernacht, de hele avond had ik in de auto gezeten. Te kijken naar de slaapkamer van het hotel van mijn slachtoffer. Hij was atletisch gebouwd, rond de 25 en had zich niet geschoren. Rond 5 uur zou hij naar buiten komen. Het was nu kwart voor vijf. Ik zat daar al ongeveer een halfuur, nog een kwartier langer zou geen probleem moeten zijn. De zwarte Porsche Panamera stond in de schaduw van een grote eik. Er waren al een paar mensen geweest die de auto wilden fotograferen. Die lagen nu in de kofferbak, ik kon geen sporen achterlaten van bijvoorbeeld mijn kenteken. Ze waren gewoon op de verkeerde plek op het verkeerde moment geweest.
Vijf uur negenenvijftig, de man kwam naar buiten. Hij was één minuut te vroeg. Dat zou niks uit maken voor zijn dood. Die zou sowieso komen, vroeg of laat. Memento Mori, gedenk te sterven. Het slachtoffer had deze gedachte hoogstwaarschijnlijk niet, ook al was hij lid van de triades. 66 doden stonden op zijn naam, leuk getal. Ik stapte de auto uit, de deur viel dicht. Te hard. De man zag me en rende een steegje in. Ik had me nog zo voorgenomen voorzichtiger te zijn. Ik zette de achtervolging in. De steeg was maar nauwelijks verlicht, er brandden een aantal lampen van achteringangen. Meer niet. Steeds als de man in de schaduw terecht kwam raakte ik hem kwijt, om hem 1 of 2 seconden daarna weer te zien verschijnen. Hij keek achterom, ik lag niet meer dan 5 meter op hem achter. Ik zou hem met gemak kunnen inhalen, ik was veel sneller dan hij. Maar ik wachtte nog even om er een spel van te maken. Aan de rechterkant van de steeg hing een ladder van een brandtrap naar beneden. Mijn doelwit probeerde er op te klimmen, hij was te langzaam. Ik trok hem naar beneden en gooide hem tegen de muur aan. Hij leek bewusteloos, maar toen ik bij hem stond, sprong hij snel op en stompte mij in mijn gezicht. Dat had ik niet voorzien. Mijn ogen herstelden zich om te zien dat hij naar de waterkant rende. Hij wilde naar zijn jacht toe zwemmen. Hij sprong in het water, ik volgde. Ik zwom sneller dan hij, binnen vijf seconden had ik hem ingehaald en legde ik mijn arm om zijn nek. Ik wachtte tot hij niet meer tegenstribbelde en liet hem naar de bodem zakken. De politie zou zijn lijk vinden, maar geen vingerafdrukken. Het water zou deze wegspoelen. Ik klom uit het water. Een visser sprak me aan: ‘Beetje laat voor een zwempartijtje niet?’ Ik gaf hem een knikje en kleedde me om. Morgen zou ik weer terug naar de basis van MI6 in Londen vliegen. Mijn opdracht was voltooid.
De volgende dag zat ik in het vliegtuig, van het groene landschap van Ibiza ging het uitzicht over op het diepe blauw van de tropische zee. Hoe verder we vlogen hoe grijzer de zee werd. Toen kwamen we boven de wolken en zag je de zon hevig schijnen. Vreemd gevormde wolken waren onder ons te zien, in één dacht ik zelfs het gezicht van de laatste opdracht te zien. Ik schudde het idee maar van me af, dat kon namelijk niet. Toch? Met deze gedachte viel ik in een diepe slaap, om gewekt te worden door het zware geroffel van de regen. Uit het raampje van het vliegtuig zag je het grauwgrijze Engeland. Daar was de Big Ben. Kleine stipjes in felgekleurde regenjassen bewogen zich langzaam over straat op zoek naar een taxi. We kwamen in de buurt van het vliegveld, het lag er stil bij. Het normaal zo groene gras lag nu in de modder van de door regen doorweekte aarde. Het vliegtuig landde met een schok, na even getaxied te hebben koppelde het vliegtuig aan de loopbrug. Mensen stonden op en pakten hun bagage uit de bakken boven hun hoofden, het vliegtuig stroomde langzaam leeg. Ik liep door de loopbrug de muffe lucht van het vliegtuig uit. Het vliegveld zelf daarentegen rook weer muf. De enorme gangen van Heathrow lagen er maar verlaten bij. Er waren maar een paar mensen die door de grauwgrijze gangen liepen, één enkel persoon op een feloranje pennyboard was degene die een beetje kleur aan het vliegveld bracht. Eenmaal langs de douane liep ik naar buiten om daar een buitenlandse man te zien met een bordje met mijn naam er op. Hij reed me over de kleurloze snelwegen naar het hoofdkantoor, toen ik naar buiten keek besefte ik het me pas. Dit was Londen, ik was weer thuis.
1 uur en 3 minuten later stond ik voor het gebouw, het hoofdkantoor. Het was gevestigd in een bank, er stonden gewoon loketten met mensen er in om de klanten van de bank te helpen. Een gewoon banktafereel. Het was niet te geloven dat hier een geheime organisatie plaatsvond. Toch was het zo. Ik liep naar de lift. Ik stapte in en legde mijn wijsvinger op het schermpje waar de etage was aangegeven. Een groen lijntje ging omhoog en omlaag en het schermpje werd groen. De liftdeuren gingen dicht en een verborgen knopje kwam uit de muur tevoorschijn. Ik drukte het in en voelde de lift schokken, langzaam ging ik omhoog. Ik zag de cijfers 1 tot en met 8 langs schieten, daarna werd het schermpje wit en gingen de liftdeuren open. Ik stapte de lift uit, de deuren gingen geluidloos achter me dicht. Ik liep door de volledig witte gangen naar de kamertjes waar de werknemers van MI6 zaten. Ik had de opdracht gekregen bij nummer 13 naar binnen te gaan, ik opende de deur en zag 13 glazen op tafel staan. Toen realiseerde ik me iets, 3 keer 13. Dat bracht ongeluk. Mijn onderbewustzijn zei me dat er iets mis was, ik had het al voorzien. Ik liep naar het raam en hoorde de deur achter me dichtvallen, een klik. Dat was niet gewoonlijk voor deze deuren, ik liep terug en probeerde hem te openen. Op slot. Nou ja, dat kon gebeuren. Ik ging zitten en hoorde een geluid boven me. Boven me was een pistool, de laser was geactiveerd toen ik was gaan zitten. Er zat een demper op. Een zachte maar venijnige plof was het laatste dat ik hoorde voordat alles zwart werd.
0 notes
De aanslag
Vragen in de oorlog                                     
  Wat zou jij doen als een vriend van de Duitsers in jouw straat wordt neergeschoten en de buren leggen hem voor jouw huis neer. Wat zou jij doen?
  Dit overkomt Anton Steenwijk in het boek: De Aanslag, geschreven door Harry Mulisch. Anton wordt opgepakt door de Duitsers, onderweg beleeft hij allemaal avonturen. Hij wil er achter komen waarom de buren Fake Ploeg voor zijn huis hebben neergelegd. Dit is zo’n boek dat je moet gelezen hebben!
  Mijn eerste argument  is dat dit boek heel spannend is. Ik vind het boek spannend omdat er soms iets gebeurt wat je niet had zien aankomen, bijvoorbeeld als Fake Ploeg, hoofdinspecteur van de politie, de grootste verrader en moordenaar van Haarlem en omstreken, wordt neergeschoten in zijn straat.
  Mijn tweede argument is dat het meeslepend is. Ik vind het boek heel meeslepend omdat je je echt kan inleven in hoe Anton zich voelt, bijvoorbeeld hoe hij zich voelt als de aanslag wordt gepleegd. Het is ook heel meeslepend omdat het heel goed geschreven is, de spanning wordt op een heel goede manier opgebouwd.
  Mijn derde argument is het nadenk argument, ik ben toen ik het boek uit had, gaan nadenken over het boek. Ik ging mezelf ook vragen stellen, bijvoorbeeld: zijn dit soort dingen echt gebeurd? Dat leek mij namelijk best wel eng, dat je gevangen wordt genomen als je nog maar twaalf jaar oud bent.
  Mijn vierde argument is het argument van de vraag. Nadat de aanslag wordt gepleegd stelt Anton zichzelf een vraag: waarom hebben de buren Fake Ploeg voor hun huis neergelegd? Was het toeval? Of was het met opzet? Die vraag kan je als je het boek leest oplossen, al eerder dan dat Anton het zelf ontdekt.
  Ten slotte wil ik zeggen dat ik dit een geweldig spannend en meeslepend boek vind, ik hoop dat je het zal gaan lezen. Dus, als je wilt weten hoe Anton de oorlog overleefd nadat er een aanslag wordt gepleegd voor zijn huis? Dan moet je dit boek gelezen hebben!
Daniel Toussaint 1c
De Aanslag, Harry Mulisch
 https://www.youtube.com/watch?v=tFy1NAWFZd8
0 notes
Schrijfwedstrijd
Vriend en Vijand
  Alex en Sven waren beste vrienden, ja ik zeg waren. Totdat de oorlog kwam, ze waren allebei zestien jaar oud. Je moest je aansluiten bij het leger als je 17 was. Je zou deze twee vrienden kunnen zien als tweelingen, ze zagen er hetzelfde uit, ze vonden dezelfde dingen om te doen leuk en zo maar door. Ze waren zelfs op dezelfde dag geboren! En daarom ook op dezelfde dag jarig, ze vierden het altijd samen. Hun zestiende verjaardag was een groot feest geweest, maar de zeventiende zat er aan te komen, de leeftijd waarop je een kant moest kiezen van de oorlog… Vandaag de dag is het 5 mei 2176, 10 mei zat er aan te komen, de dag dat ze een kant moesten kiezen bij het ritueel.
0 notes
Recensie het gouden ei
Het gouden ei
Pas op: spoiler!!!
Stel je voor: je bent met je vriend(in) op reis en bij het tankstation verdwijnt diegene ineens, dat overkomt Rex Hofman in Het gouden ei van Tim Krabbé. In Het gouden ei lees je over de spannende zoektocht van Rex naar wat er met Saskia is gebeurd. Zelfs lang nadat ze is verdwenen, zelfs terwijl hij al een andere vriendin heeft, kan hij haar, en wat er met haar is gebeurd, niet uit zijn hoofd zetten. 8 jaar na haar verdwijning, zet hij een advertentie in de krant om nog een keer te proberen er achter te komen wat er met Saskia is gebeurd. Dat levert ook het gewenste resultaat op, maar dat heeft voor hem wel noodlottige gevolgen.
Rex gaat met zijn vriendin Saskia op vakantie in Frankrijk, vlak voor aankomst bij hun vakantiebestemming, staat Saskia erop dat ze nog even stoppen bij een tankstation. Ze bied zelfs aan dat zij daarna gaat rijden op du autoroute de soleil. Ze bied ook nog aan een blikje bier binnen voor hem te halen, maar als ze het gaat halen komt ze niet meer terug.                            Het leek wel alsof ze van de aardbodem was verdwenen.
Ik vind Het gouden ei een geweldig boek, het is spannend en mooi geschreven. Als je dit boek ziet denk je misschien: wat een vreemde naam voor een thriller! Daarom moet je het boek lezen zodat je erachter kan komen waarom dit boek zo heet.
Ik ga nu uitleggen waarom het boek van Tim Krabbé het gouden ei heet, Saskia heeft toen ze klein was een nachtmerrie gehad. Een nachtmerrie over het gouden ei:
Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar één hoop. Er vloog nog zo’n gouden ei door de ruimt, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot!
Na een tijdje in dit boek te hebben gelezen verandert de verhaallijn ineens, naar een man genaamd Raymond Lemorne. Pas aan het einde van het boek kom je erachter wat hij met Saskia heeft te maken, namelijk dat hij haar heeft ontvoerd.
      Ik heb het spannend argument, het vragend argument, het goede verhaallijn argument en het goed geschreven argument.
Ik vind dit boek heel erg spannend omdat Tim Krabbé het heel goed en opbouwend heeft geschreven. Daardoor word je steeds meer meegetrokken in het boek. Zoals ik zei heeft hij het heel goed opbouwend geschreven waardoor je je steeds meer gaat afvragen wat er gaat gebeuren, dan komt het vragend argument erbij. Dat heb ik omdat je je tijdens het lezen vragen gaat stellen, in het begin al als Saskia opeens is verdwenen. Dan vraag je je echt af hoe dat nou kan. Of als Lemorne 2 lifters doodschiet, dan vraag je je af hoe het kan dat hij dat zo zonder problemen kan doen. Alsof hij het allemaal heel gewetenloos doet. ‘Jawel, dat zal wel gaan,’ zei Lemorne. Hij ging in de auto zitten en dacht na. Door de voorruit keken de jongens hem met nog niet helemaal durvende glimlachen aan. Lemorne pakte het pistool uit het dashboardkastje en stapte uit. Hij koos een van de jongens als eerste, en schoot hem dood. Hij had de ander ook onmiddellijk dood willen schieten, maar de langzame manier waarop de onderlip van de jongen van zijn snorretje vandaan zakte sloeg hem met stomheid, en het duurde een paar seconden voor hij weer schoot. Het goede verhaallijn argument heb ik om de 3 verhaallijnen, eerst vanuit de ogen van het slachtoffer (Saskia), de moordenaar (Raymond Lemorne) en als laatst uit de ogen van de partner van het slachtoffer (Rex Hofman). Tim Krabbé heeft dit boek heel goed geschreven, dat is ook een van de redenen waarom dit heel spannend is. Maar dat is ook de reden waarom het boek makkelijk te begrijpen is, hij heeft alle karakters goed uitgewerkt waardoor je ook meer begrijpt over wie het op dat moment gaat. Je kan het boek dus goed begrijpen. Dat is handig want dan kan je het boek best wel snel uitlezen, zelf heb ik dit boek thuis in 3 dagen uitgelezen. Dat komt omdat dit boek net geen 100 bladzijdes heeft, het heeft er 99.
Volgens recensenten is dat de enige reden waarom dit een populair boek is op de leeslijsten van studenten en leerlingen, ik vind van niet. Dit is een super goed en spannend boek met een heel goede verhaallijn. Dus, als ik moest kiezen tussen een gouden ei en dit boek, zou ik zeker dit boek kiezen.
  Daniel Toussaint 12-06-2015 klas 1c
0 notes
De donkere kamer van Damokles
De belangrijkste foto’s van je leven
  Henri Osewoudt, de hoofdpersoon uit De donkere kamer van Damokles, komt noodlottig aan zijn eind. Henri Osewoudt is een verzetsstrijder die heldendaden verricht in opdracht van ene Dorbeck. Als hij hem de opdracht geeft om met Zéwüster twee mensen te vermoorden, doet hij dit meteen. Henri en Dorbeck lijken als twee druppels water op elkaar. Henri ziet zichzelf door zijn minderwaardigheidscomplex als de mislukte versie van Dorbeck. Omdat hij zo veel op hem lijkt. Maar zijn ze niet eigenlijk een en dezelfde persoon?
Ik heb het over het spannende boek ‘De donkere kamer van Damokles’. Geschreven door Willem Frederik Hermans.
  Door de manier waarop de tante van Henri hem zonder respect beschrijft aan haar vriendinnen, krijg je de indruk dat hij nogal zielig en raar is:
-          Hij is een zevenmaands kindje. Ja, en moet je weten, hij is niet eens echt geboren.  Zijn moeder heeft hem op een dag verloren in de po, tegelijk met haar ontlasting.
  Op een gegeven moment is er een belangrijke ontmoeting, hij ontmoet een officier genaamd Dorbeck. Die een beter gelukte versie van hemzelf is. In het boek wordt de ontmoeting zo beschreven:
De officier gaf Osewoudt een hand en keek hem recht in de ogen. Osewoudt zag dat de ogen van de luitenant op precies dezelfde hoogte als de zijne lagen. Het waren grijsgroene ogen, die hem aankeken of zij iets bijzonders in hem zagen. Nog nooit hadden ogen hem aangekeken op zo’n manier, behalve als hij zichzelf in de spiegel zag.
-          U bent even lang als ik, zei Osewoudt, en ik ben afgekeurd voor de militaire dienst.
-          Ik bijna ook. Maar ik heb me uitgerekt.
  Het boek is in de hij-persoon geschreven, maar dat maakt niet dat je je niet kan inleven in hem. In het boek beschrijft Osewoudt alles wat hij ziet en meemaakt, daardoor krijg je een heel goed beeld van de situatie waarin hij zich bevindt. Hierbij een voorbeeld:
Hij bleef staan voor een dubbele deur van licht eikenhout. Nergens aanwijzingen als ‘Bellen’ of ‘Kloppen’. Hij duwde tegen de rechterdeur en de deur gaf mee. Hij kwam in een marmeren vestibule met links een portiersloge, waarin een oude man rondjes van wit papier op de ruggen van boeken zat te plakken.
Hierin zie je hoe nauwkeurig hij alles beschrijft waardoor je een duidelijk beeld krijgt van wat er gebeurt. Het boek speelt zich af in Amsterdam, in de tijd van de tweede wereldoorlog. Zelf heeft Hermans, de schrijver van het boek, de oorlog meegemaakt. Hij leefde van 1921 tot 1995. Hierdoor weet hij heel goed wat er allemaal gebeurde in de oorlog. Dat merk je aan de manier waarop dit boek is geschreven. Dit boek heeft een duidelijk thema: schuld en onschuld. Het thema schuld en onschuld speelt niet alleen in het boek een belangrijke rol, maar ook in de oorlog. In het boek is dit thema tot in de details uitgewerkt, een voorbeeld is de fotografie die een heel belangrijke rol speelt. Aan de ene kant omdat de verzetsstrijders zich met foto’s identificeren, aan de andere kant omdat Dorbeck een soort gekopieerde foto van Osewoudt is. Alleen heeft Dorbeck zwart haar en wel baardgroei in tegenstelling tot Osewoudt. Op een gegeven moment probeert Osewoudt aan de mensen die hem hebben opgepakt te bewijzen dat Dorbeck bestaat. Hij zegt dat er een foto is gemaakt van hen samen, deze blijkt niet te bestaan. Ik denk omdat Dorbeck gewoon niet heeft bestaan en dat Osewoudt aan dezelfde ziekte leed als zijn moeder, hij zag dingen die er niet waren. Zo staat beschreven hoe de Leica wordt ontdekt:
Osewoudt begon te gillen:
-          Dat is een andere foto! Dat is een foto die gemaakt is op de zolder van Moorlag, toen ik daar met Ebernuss was. Maar daarnaast moet de foto zitten waar ik met Dorbeck opsta! Het was de volgende opname!
Selderhorst, Spuybroek, de meneer en de fotograaf hielden de hoofden bij elkaar en keken naar het ene zwarte rechthoekje op die lange strook glashelder celluloïd. Zij waren alle drie minstens een hoofd groter dan Osewoudt. Osewoudt rukte opnieuw aan de film, al had hij gezien dat er inderdaad maar één foto opstond.
  Schuld en onschuld, bestaan en niet bestaan. Er is geen ontkomen aan.
Wanhopig omdat deze, zo belangrijke foto, niet blijkt te bestaan loopt hij naar buiten en wordt hij ter plekke neergeschoten, zelfs zijn laatste woorden gaan over Dorbeck.
  Ik vind dit een heel spannend en realistisch boek, ook al heb ik de oorlog zelf niet meegemaakt. Ik krijg door dit boek wel een heel goed beeld van hoe het in de oorlog geweest moet zijn. Je kon niet aan de oorlog ontsnappen, het was een kwestie van leven en dood.
0 notes
Brief aan ...
Nederlands opdracht Daniel Toussaint
2C
Beste,
  Ik schrijf nu wel een brief aan je, maar eigenlijk weet ik niet wat je naam is. Ik denk dat alle lezers van het boek graag zouden weten hoe je heet, vanwege het mooie verhaal dat je vertelt. Ik schrijf nu een brief omdat ik een paar vragen heb. Ten eerste, wat is er gebeurd tussen jou en Oeroeg dat jullie uit elkaar zijn gegroeid? Dat jullie naar andere scholen zijn gegaan is een feit, maar dat betekent toch niet dat jullie geen contact meer hoeven te hebben? Ik vind het wel zonde van zo’n mooie vriendschap die al vanaf de geboorte tot stand was gekomen. Komt het door de stad Batavia zelf? Heeft hij te veel bij zijn vrienden en vriendinnen te doen? Heeft hij het daar te druk met naar de bioscoop te gaan zonder jou? Ik weet het niet hoor. Komt het misschien doordat Oeroeg aan het veranderen is? Geestelijk bedoel ik dan, ik meen namelijk dat jullie allebei in de puberteit zitten en dan gebeuren dat soort dingen wel eens. Ik had ook gehoord dat het voor Lida steeds lastiger is hem in bedwang te houden. Het is natuurlijk zo dat hij anders is opgegroeid, de meeste mensen van die school zijn waarschijnlijk niet zo vroeg hun vader verloren omdat die hun beste vriend wilde redden van de verdrinkingsdood. Het is wel goed dat hij dat heeft gedaan. Anders was ik nu geen brief aan jou aan het schrijven. Mijn tweede vraag luidt als volgt. Aan het einde van het boek kom je een gewapende man tegen bij het meer waar Oeroeg zijn vader is verdronken. Je twijfelt of het Oeroeg is maar wat hoop je. Hoop je dat het Oeroeg was of niet? Zo ja, waarom is dat dan zo? Omdat je hem zo lang niet had gezien? Als dat zo is, is het raar dat je niks tegen hem hebt gezegd. Misschien was het hem wel en kon je hem weer terug brengen naar de beschaafde wereld zodat hij weer normaal kan leven in plaats van als een soort bosjes man bij een meer. Dit was mijn brief.
Groet, Daniel Toussaint. Een lezer die heel erg van je boek heeft genoten.
0 notes
Balansverslag
Balansverslag van Daniel 2015
  Het afgelopen jaar heb ik weer veel boeken gelezen, ik vind lezen heel erg leuk omdat je je fantasie er bij gebruikt. En lezen is handig omdat je woordenschat er groter van wordt. Als ik een of ander woord niet weet vraag ik het meestal aan mijn vader of zoek ik het op. Ik lees ook heel veel als ik op vakantie ben of als ik me verveel. Ik lees vooral veel thrillers, dat is mijn favoriete genre geworden. Eerder was mijn favoriete genre sci-fi, dat is nudus veranderd naar thrillers. Van alle boeken die ik tot nu toe heb gelezen is mijn favoriete boek: Honger van Scott Sigler. Ik vind het een echte aanrader. Het is ook een thriller. Ik had me voor dit jaar voorgenomen om meer boeken voor volwassenen te lezen, daarom was ik heel vaak in de bibliotheek bij de volwassenen-afdeling te vinden op zoek naar leuke boeken. Ik ben heel blij dat ik ben begonnen met dit soort boeken, het is ook grappig dat mijn vader of moeder me vraagt of ze een boek van mij ook mogen lezen. Wij hebben op zolder een hele grote boekenkast vol met Nederlandse schrijvers zoals Harry Mulisch, ik lees daar tot nu toe niet echt veel van. Ik hoop me volgend jaar nog meer te richten op echt Nederlandse literatuur, dat is mijn doel.
  Balansverslag Daniel vrijdag 11 september 2015
0 notes