Tumgik
#Calimero-gevoel
twafordizzy · 3 months
Text
Willem Wilmink heeft oog voor de Miss
bron beeld: limburger.nl Ik kan niet goed onder woorden brengen waarom schrijver/dichter Willem Wilmink (1936-2003) mij zo aanspreekt. Het heeft iets van doen met de bedriegelijke eenvoud in de woorden die hij kiest om gebeurtenissen in een mensenleven onder de aandacht te brengen. De muzikaliteit in zijn teksten die uitnodigen tot het maken van een lied. En met zijn Calimero–gevoel. De man van…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
dickvanas · 4 years
Text
Dick’s Prikkels: verpleging verdient meer!
Tumblr media
De haring, bloemen en klapsessies van de burgers werden zeker wel gewaardeerd door het verplegend en verzorgend personeel. Maar de bonus van 1.000,- euro is toch veel te weinig. ‘We moeten nog maar afwachten hoe en of die komt’, zo hoorde ik regelmatig mopperen in het programma. Het werd mij allemaal zaterdagavond wel duidelijk bij het discussie programma Hollandse Zaken van omroep Max. Ze hadden verpleegkundigen met een goed verhaal uitgenodigd en ook een aantal andere gasten, zoals de FNV, Tweede Kamerlid Lilianne Ploumen en de verzekeringsmaatschappijen. Maar die wilden (durfden?) niet mee te doen aan deze belangrijke discussie. Presentator Cees Grimbergen had soms zijn handen vol om ‘de strijdende partijen’ uit elkaar te houden. Maar het onderwerp leverde wel boeiende discussies op!
Verpleegkundige Suzanne had nog steeds grote moeite met het  Corona Unitpak. ‘Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld n zo’n pak als de afgelopen maanden, je kunt minder zien, minder horen, je patiënten minder goed in de gaten houden en je hebt ook minder contact met je collega’s, ik had nog nooit zoiets meegemaakt’. Suzanne is zelf werkzaam op een Intensive Care Afdeling. ‘Maar het is zelfs voorgekomen dat ik 10 patiënten aan de apparatuur in de gaten moest houden. Eigenlijk onvoorstelbaar!’. Ze zat er duidelijk nog vol mee.
Presentator Grimbergen kwam met de cijfers van het onderzoek dat is gehouden onder 6,600 medewerkers van ziekenhuizen, instellingen en thuiszorg door Hollandse zaken en vakbond FMV. ‘De coronacrisis heeft er bij medewerkers in de zorg zwaar ingehakt. Een grote meerderheid van hen, 85 procent, vindt dat zorgpersoneel in die periode te zwaar belast is. De helft voelt zich fysiek en emotioneel uitgeput. Ruim een kwart overweegt minder te gaan werken of te stoppen. Er is veel ergernis over het gebrek aan concrete waardering voor zorgpersoneel. Van de zorgmedewerkers voelde meer dan de helft zich tijdens hun werk onveilig en onvoldoende beschermd. Meer dan een kwart heeft het werk tijdens de coronacrisis zelfs als traumatisch ervaren’.
In de deze week aangekondigde bonus van €1.000? Die had volgens het zorgpersoneel bijna twee keer zo hoog moeten zijn: €1.850. En dan nog heeft een bonus alleen zin als er ook een stevige structurele loonsverhoging komt, vindt driekwart (74 procent).Vakbond FNV eist 5 procent meer loon, met een minimum van €200 extra per maand. De zorgmedewerkers vinden dat ze – gemiddeld – recht hebben op 7,6 procent erbij’.
Verpleegkundige Gerard Groeneveld zat al 47 jaar in het vak en hij vond het ook een mooi vak. Hij ging voor de aardigheid nog eens terug in de tijd. ‘Ik was in 1989 meegelopen met de grootse landelijke manifestatie van verplegend personeel die Nederland ooit meegemaakt heeft. Alles lag voor een dag plat. Het ging om meer handen aan het bed, dus minder werkdruk, en een beter salaris voor verpleegkundigen. Maar het is nu 31 jaar verder, en wat zijn we ermee opgeschoten? Nog helemaal niets!’, riep Gerard verontwaardigd. En hij heeft natuurlijk gelijk!
Juliën Hooikaas (22 jaar) had een wat ‘cynische’ oplossing. ‘Misschien moeten we de zorg in Nederland failliet laten gaan. Ik ben zelf ZZP’er en dan kun je zelf invullen welke diensten je niet wilt draaien. Dus als je geen avonddiensten of weekeinddiensten wilt draaien (is dat zo, red. ?). En dan moeten er voor die andere diensten ander personeel worden aangenomen. Dan wordt de zorg vanzelf onbetaalbaar en dan gaan ze failliet’. Hij had 6 weken geleden afscheid genomen van zijn ouders.’Ik wist dat ik ze voor langere tijd niet meer ging zien. Ik heb ze ook alleen maar telefonisch gesproken’. Hij was duidelijk ontevreden over de manier waarop verplegend personeel behandeld werd. 
Zorgpersoneel hunkert naar échte waardering, zo blijkt uit het MAX-onderzoek. De landelijke applausactie in maart gaf en geeft veel zorgverleners een dubbel gevoel, omdat een hogere beloning uitblijft. En juist meer salaris heeft voor de overgrote meerderheid (88 procent) de hoogste prioriteit. Daarnaast heeft zorgpersoneel dringend behoefte aan minder werkdruk, meer collega’s en minder bureaucratie. Volgens FNV-vice-voorzitter Kitty Jong is de werkbelasting van zorgpersoneel ‘echt veel en veel te hoog’. Ze vindt het kwart dat overweegt minder te werken of te stoppen ‘schokkend’ met het oog op het toch al grote personeelstekort. En dan komt er mogelijk ook nog een tweede corona-golf aan, waarvoor veel zorgmedewerkers blijkens het onderzoek bang zijn.
Uit het onderzoek van Max en FNV spreekt veel onmacht en cynisme over de arbeidsomstandigheden en de waardering aldus Grimbergen. ‘Driekwart (74 procent) denkt na de corona-crisis te kunnen fluiten naar een loonsverhoging. Het frustreert een even grote groep dat ze als zorgmedewerkers niet mogen staken. En dat terwijl het gros (90 procent) vindt dat er hard met de vuist op tafel moet worden geslagen!’.
Kitty Jong van FNV voorspelt een hete herfst en acties voor hoger loon in de zorg. De bonus is een begin. Maar er is meer nodig. ‘Nu ervaren veel zorgmedewerkers niet zozeer applaus, maar eerder een opgestoken middelvinger, vooral vanuit de politiek’.
Verpleegkundige Niels Jalles wist precies te verwoorden hoe veel verpleegkundigen zich momenteel voelen. ‘De meeste hebben het gevoel dat ze uit een oorlogsgebied komen en hebben een burnout of zitten daar tegen aan. Het vak staat op deze manier niet in verhouding tot dat van de verpleging’.
Maar het ging natuurlijk niet alleen om salarissen voor de verpleging. Het gaat  ook al jaren over het tekort van de handen aan de bedden. Ton van der Meer heeft met zijn vriendin Joline de actiegroep ‘Niet klappen, maar Tappen’ opgericht. ‘Het is mijn taak om ouders op te vangen van wie hun kind net is overleden. Dat is natuurlijk een hele zware periode voor die mensen. En daar willen we graag steun bij geven. Maar ik merk ook al heel lang dat we hier eigenlijk personeel tekort voor hebben om alle diensten te bieden die ze nodig hebben. En dat is best moeilijk’, aldus Joline.
Het cynisme onder zorgmedewerkers groeit, zo gaf Grimbergen aan. ‘Tijdens de coronacrisis werkten ze zich het snot voor de ogen. Als soldaten aan de frontlinie zagen ze dagelijks coronapatiënten sterven. Als dank voor hun tomeloze inzet werd er voor hen geklapt, kregen ze Hollandse Nieuwe en heel veel bossen bloemen. Dat vinden ze te weinig’. En ik kan me dat helemaal goed voorstellen. Omroep Max en Cees Grimbergen verdienen met Hollandse Zaken een ‘tien en een griffel’,  een programma dat u echt alsnog eens zou moeten bekijken, desnoods in de herkansing. En de verpleging is zeker geen Calimero, alleen hebben wij Nederlanders dat nog niet goed door. Ik vond het een mooie discussie en Hollandse Zaken verdient zeker meer kijkers! Chapeau. (Door Dick van As)
0 notes
arthurlots01-blog · 6 years
Text
Openmonumentendag 2018
Tumblr media
Martelaarsplein
Tumblr media
Tentoonstelling in Sint-Gorikshallen
Tumblr media
Sint-Jan-Baptist Ten Begijnhofkerk
Tumblr media
Tentoonstelling over slavernij in Sint-Jan-Baptist Ten Begijnhofkerk
Tumblr media
Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen 
Vorige zondag ben ik met enkele vrienden naar de Openmonumentendag in Brussel geweest. Dit was op aanraden van onze leerkracht esthetica meneer De Greef. We zijn allen tesamen dus met de trein naar Brussel gegaan. We hebben hier drie monumenten bezocht: De Sint-Jan-Baptist Ten Begijnhofkerk, het Martelaarsplein en de Koninklijke Sinthubertusgalerijen. Ik zal telkens een woordje uitleg geven over de verschillende monumenten en daarna mijn eigen mening.
1: SINT-JAN-BAPTIST TEN BEGIJNHOFKERK: In het midden van de 17de eeuw besloten de Brusselse begijnen een nieuwe kerk te laten bouwen op de funderingen van het bestaande gotische gebedshuis dat aan Sint-Jan was toegewijd. De werkzaamheden begonnen in 1657. Eerst werd het oude koor vernieuwd, daarna het schip en de barokke gevel naar het model van de vlakbij gelegen jezuïetenkerk van de Augustijnen die omstreeks 1620 door Jacques Francart was gebouwd. In het begin van de 18de eeuw, toen het begijnhof niet minder dan 1.084 huizen telde op een oppervlakte van 7 hectare, werd de kerk met een sierlijke opengewerkte klokkentoren bekroond. Net als de voorgevel, die tot de rijkst gedecoreerde van België behoort, kreeg het interieur een zeer verzorgde afwerking. Aan de buitenkant vertolken de talrijke in- en uitzwenkingen, de superpositie van ordes, de frontons met voluten en de rijke ornamentering volop het vocabularium van de barok. Die barokke vormentaal keert terug in de aankleding van het interieur met zijn uitkragende kroonlijsten, de met voluten geflankeerde nissen en de vele gevleugelde putti met bolle wangen in stuc. Daarbij komt nog een rijk geheel van barokmeubilair bestaande uit de altaren, de biechtstoelen en de preekstoel.
Na eerst naar het infopunt in de Sint-Gorikshallen te zijn geweest, waar op dat moment ook een fototentoonstelling gaande was over skaten in het verleden, vertrekken we te voet naar de Sint-Jan-Baptist Ten Begijnhofkerk. Met zijn majestueuze voorgevel vol decoraties en ornamenten spreekt de kerk meteen tot de verbeelding. Door zijn typische barokstijl word je terug gekatapulteerd naar het oude Begijnhof. Wanneer we de kerk binnengaan, wordt dit gevoel alleen maar versterkt, hoewel er door de tentoonstelling over slavernij die aan de gang is ook wel een stukje verloren gaat. De hoge plafonds en het reusachtige orgel geven je een echt Calimero-effect. Op dat moment zijn Matthieu Ha en Maïa Aboueleze er samen met hun gasten Cayo Scheyven, Étienne Gilbert, Emiko Ota en Nori Kajio een uniek concert aan het spelen, in een samenspel tussen orgel, Japanse trommel, fluit, zang en accordeon. De krachtige ritmes van de oosterse instrumenten nemen het op tegen het orgel, de bewaker van de kerk. De Begijnhofkerk en haar akoestiek worden partners in dat spel. Zoals voorheen gezegd is er ook een expositie over slavernij, vroeger en nu, bezig. Ik snap niet helemaal de link tussen de Begijnhofkerk en slavernij, waardoor ik niet echt de moeite deed om te begrijpen wat de kunstenaars en schrijvers probeerden uit te leggen. Toch is het altijd interessant om iets bij te leren over het verleden.
2: MARTELAARSPLEIN: Het Martelaarsplein is de eerste belangrijke verwezenlijking van neoclassicistische architectuur in Brussel. Het plein heette eerst Sint- Michielsplein en werd ook place de la Blanchisserie genoemd naar de blekerij waar de lakens werden gedroogd. De nieuwe naam moest de slachtoffers herdenken die vielen tijdens de bloedige septemberdagen van 1830. Het initiatief voor de bouw van een homogeen architecturaal geheel van woningen kwam van privéontwikkelaars, maar werd nadien overgenomen door de Stad Brussel, die de realisatie ervan toevertrouwde aan ingenieur-architect Claude Fisco. De gevelfronten van het plein worden gekenmerkt door een benedenverdieping met schijnvoegen bekroond door een bovenbouw in kolossale orde, geritmeerd door pilasters. Het volledige complex werd gebouwd tussen 1774 en 1776. Centraal op het plein trekt het memoriaal van de Martelaren de aandacht. Het geheel is opgevat als een vierkante, overdekte galerij met rondboogarcades die uitgeven op een binnenplein waar het nationaal monument staat.
Na de Sint-Jan-Baptist Ten Begijnhofkerk te bezoeken, vertrokken we naar het Martelaarsplein. Op het plein trekt het monument van Guillaume Geefs (1838) meteen de aandacht. Met zijn neoclassictische stijl beeldt het de vrijheid af met aan haar voeten de Belgische leeuw. Dit staat symbool voor de Belgische onafhankelijkheid in 1830. Ook de huizen rond het monument zijn allemaal in neoclassicistische stijl gerenoveerd, een prachtig staaltje werk van Claude Fisco. Voor de rondleiding moet je blijkbaar op voorhand gereserveerd hebben, wat we niet wisten en deze is uitsluitend in het Frans, dus die hebben we niet gedaan. Wel hebben we enkele woorden opgevangen waaronder dat op dit plein vele soldaten, die in de oorlog van 1830 gesneuveld zijn, op dit plein begraven zijn geweest en dat we momenteel dus op hun graf stonden. Een lugubere gedachte. Op de muren van de crypte onder het monument stonden de namen van alle soldaten die hier overleden en begraven zijn, al bij al een paar duizenden. Al bij al is het plein een plek van rust en stilte, zoals het hoort op een herdenkingsplaats die eigenlijk een begraafplaats is.
3: KONINKLIJKE SINT-HUBERTUSGALERIJEN: Het ambitieuze project van de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen werd in de jaren 1830 aangevat door architect Jean-Pierre Cluysenaer. De werkzaamheden begonnen in 1846 en waren bijna voltooid bij de officiële opening op 20 juni 1847. Cluysenaer ontwierp een galerij van 210 meter lang en gaf ze een architecturale allure die kon wedijveren met de grote Europese steden. Door de onregelmatigheden van het terrein maakt de galerij halverwege, aan het centrale zuilenportaal, een lichte knik. De gevel aan de Grasmarkt vertoont een superpositie van de Toscaanse, Ionische en Korinthische orde, die binnen in de galerij herhaald wordt. Aan de buitenkant is de bepleistering grijs en zet ze de architecturale versieringen in blauwe hardsteen luister bij; binnenin is de bepleistering dan weer roze. De vernuftige glazen overkapping op zelfdragende gebogen spanten, met ruiten die als visschubben over elkaar zijn geplaatst, is een buitengewoon voorbeeld van zenitale verlichting uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Wie kent ze niet, de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen. Hoewel ik er al enkele keren ben geweest, blijft de vernuftigheid en schoonheid van de galerijen mij verbazen. Ze behoren tot de oudste overdekte passages in Europa. Van meet af aan bestemd voor hoogstaande cultuur en luxueuze handelszaken, werden ze opgedragen aan de eerste koninklijke familie van het nog jonge België dat pas enkele jaren eerder, in 1830, zoals we weten van hierboven, zijn onafhankelijkheid had verworven. Men vindt er een bioscoop, een hoedenwinkel, beroemde chocolatiers en zelfs een messenwinkel of men kan er iets drinken op een terrasje met zicht op de flanerende voorbijgangers en toeristen. Het glazen dak is perfect voor zowel zonnige als regenachtige dagen. Met zijn 210 meter lengte doet hij een beetje denken aan de winkelstraten van Parijs. Je merkt de inspiratie van Italiaanse palazzi in de decoraties van de grote zuilenpoorten van de galerij. We waren van plan om hierna ook nog het théâtre royal des galeries in de galerij te gaan bezoeken, maar dat was enkel geopend op zaterdag.
Het komt erop neer dat voorbij zondag een heel leuke dag was. Perfect om te ontspannen en de kans te krijgen om dingen te gaan bekijken die je anders niet kunt zien. Tussen de bezoeken aan de monumenten in een beetje ronddwalen door Brussel is iets wat ik aan iedereen zou aanraden. Vooral als je dit kan doen met enkele goede vrienden.
0 notes
kleindeensgeluk · 6 years
Text
Wie mij op de sociale media volgt, heeft mijn furie ongetwijfeld al mogen trotseren. We zijn boos. Op onze nieuwe gemeente. Die de regels aangaande kinderopvang nogal, ehh, mens-onvriendelijk interpreteert.
Heb je zin in meer tirade, lees dan helemaal door tot het einde (maar sla het middenstuk niet over want je kunt helpen!).
Ben je niet zo geïnteresseerd in tirade maar wel in het helpen van uw favoriete klein Deens geluk-familie, lees dan direct hieronder verder, want we hebben iets in de aanbieding dat bijna nergens te vinden is, als jij degene bent die ons kan helpen.
Deel 1: help ons!
Woonruimte in Kopenhagen.
Een kamer. In Kopenhagen.
Ik herhaal: een kamer. In Kopenhagen.
En dan ook nog gratis.
Voor het komende half jaar.
Wat moet je daarvoor doen?
Goed en betrouwbaar en lief zijn met kleine kinderen (ervaring met 1-jarigen is een grote pre)
2 a 3 werkdagen in de week op onze Ida passen
Een gezellige huisgenoot zijn (met ook een beetje een eigen leven)
Idealiter ben je een student, of iemand anders die het leuk vindt een tijdje in onze stad te wonen en niet volledig verzorgd en geëntertaind hoeft te worden.
Wat wij zo iemand te bieden hebben:
Een geweldig avontuurlijke, vrolijke en lieve eenjarige als nieuwe beste vriendin, waar je 2/3 dagen per week mee mag buitenspelen/puzzels mag maken/liedjes mee zingen/Nederlandse (of Duitse of Deense) woordjes oefenen.
Huisvesting bij ons in ons lieflijke rijtjeshuis in Kastrup, een voorstad van Kopenhagen op 20 minuten fiets- en 15 minuten metroafstand van het centrum.
  Wij zijn niet zo moeilijk. Hebben sinds kort een groot huis met een groot hart. Houden ervan om bezoek te hebben. Daarom dachten we: waarom bieden we niet gewoon dat, waar wij veel van hebben (ruimte) en vragen daar dat, waar we weinig van hebben (tijd) voor terug? Precies zoals een nieuwe, deelgerichte economie bedoeld is?
Mocht je nu denken: dit is precies iets voor X of Y: stuur het door!
Mocht je nu denken: dat lijkt me juist zelf wel wat, een half jaartje op de leukste klein Deens geluk-baby ter wereld passen, schrijf me dan: [email protected]. Wie weet ben je precies de goede match en kunnen we een deal maken (we houden wel heel erg van duidelijke afspraken).
DEEL 2: hoe het zo kwam
Voor de ramptoeristen onder ons: hoe het zo kwam
Denemarken is de heilstaat. Vinden sommigen. Ik geef toe, ik vond het in het begin soms ook. En soms vind ik het nog weleens, hoor. Maar mijn ervaring met onze gemeente, en zo je wilt met decentralisering van belangrijke taken als kinderopvang, is niet zo best. Dus als ik nog één keer een wauwel-artikel lees over hoe goed het in Denemarken allemaal geregeld is met toegankelijkheid van kinderopvang voor iedereen enzo, dan ontplof ik.
Hoe het zou moeten zijn
Want ja, in theorie staat het allemaal netjes in de wet: vanaf 26 weken heeft een kind recht op opvang. Binnen een straal van 4 kilometer van de woonplek. Dat mag in een buurgemeente, als je net verhuisd bent. Het mag ook in buurgemeente, als je daar werkt en dat handiger is. Als het de gemeente niet lukt daarvoor te zorgen, dan moet er een alternatief zijn in de vorm van subsidie voor een zelf te kiezen alternatief. Tot zover het wetboek.
Bureaucratie from hell
In de realiteit zit je tegenover een ambtenaar en zijn of haar willekeur-terreur. In ons geval, bij het dossier kinderopvang, betekent dat een gemeentelijke afdeling plaatstoewijzing die regeert per decreet. Dat decreet luidt ‘blijf nee zeggen want elk kind dat geen opvang heeft, kost ons niks’. Misschien heeft het er ook mee te maken dat onze gemeente (Taarnby, een voorstad) een Calimero-complex heeft en alles doet om de gemeente Kopenhagen dwars te zitten. Er gaan ook geruchten dat onze gemeente harder loopt voor niet-Denen dan voor wel-Denen (maar dat is natuurlijk lastig te staven). Ik doe een greep uit de antwoorden waar we ons mee geconfronteerd zagen, in de krap 5 maanden na onze verhuizing.
‘Nee, u moet achteraan aansluiten op de wachtlijst van 14 maanden. U bent toeverhuizer’ (tilflytter, ik heb hier geen Nederlands woord voor geloof ik) (dit was een maand voordat de papa weer aan het werk zou gaan en we dus opvang nodig zouden hebben)
‘Nee, u krijgt de eerste 3 maanden geen subsidie voor een alternatief, u bent toeverhuizer’
‘Ok we hebben wel een plek op 5 kilometer fietsafstand de stad uit’
‘U moet langer wachten voor een plek dichterbij huis, u bent toeverhuizer’
‘Nee als enige gemeente in het land subsidiëren wij geen toegezegde opvangplekken in buurtgemeenten’
Nu snap ik heus wel dat het -gezien de babyboom- niet heel makkelijk is om ineens 100 extra opvangplaatsen uit je hoge hoed te toveren. En ik snap ook dat we het nooit helemaal volgens ons ideaalplaatje zullen krijgen.
Even over solidariteit en belasting betalen enzo
Maar het onderwerp kinderopvang, dat begint en eindigt bij het solidariteitsprincipe van ‘iedereen betaalt belasting om kinderen en veilige en stabiele en pedagogische omgeving te bieden zodra ouders weer gaan werken’ is voor ons verworden tot iets dat wel heel erg ver van solidariteit afstaat. Het is nu een gevecht over interpretatie van regels, bezwaarschriften, geweigerde subsidies, en het gevoel dat ons welbevinden als burger er helemaal niet toe doet ‘want we doen het gewoon volgens de wet’. Ja ammehoela met je wet.
Goed. Tot zover. Tot een volgende keer, met een vrolijker onderwerp. (Kerst ofzo?) (Of onze nieuwe oppas die via dit blog hiernaartoe is getoverd misschien?).
Gratis huisvesting in Kopenhagen gratis huisvesting in Kopenhagen gratis huisvesting in Kopenhagen! Wie mij op de sociale media volgt, heeft mijn furie ongetwijfeld al mogen trotseren. We zijn boos.
0 notes