Tumgik
#er is me verteld dat er meer burgers dan boeren zijn maar aan de hand van deze uitslag zou je denken dat iedereen akkerbouw ambities deelt
meraus · 1 year
Text
nou jongs, zet je schrap voor 4 jaar van de bedrijfsbelangen partij
1 note · View note
wintertuin · 7 years
Text
Wintertuinsessie: de boerenerfenis
Tumblr media
Op donderdag 26 oktober zijn muzikant Broeder Dieleman en schrijvers Marieke Lucas Rijneveld en Leo Pleysier te gast tijdens de vierde Wintertuinsessie. Deze literaire talkshow staat geheel in het teken van ‘de boerenerfenis’, en wordt geleid door schrijver Willem Claassen. Hij gaat met de gasten in gesprek over de rol van de boerenachtergrond in hun teksten en muziek: de drie gasten putten namelijk ieder op geheel eigen wijze uit hun plattelandsjeugd voor hun verhalen. Willem, zelf boerenzoon, vraagt zich af wat de artistieke aantrekkingskracht is van een jeugd tussen de weilanden. In aanloop naar zijn sessie schreef hij onderstaand verhaal.
Maar wij gaan oe
Carnaval 2017. De prinsenreceptie in Beuningen is lang een tamme bedoening, tot rond een uur of elf mijn zwijgzame, altijd rustige broer en zijn vrienden het podium beklimmen. Ze treden op als de Achterhoekse boerenrockformatie Normaal. Het stro dat ze aan het begin van de avond in een olieton naar binnen hebben gesmokkeld gooien ze tijdens ‘Oerend hard’ de zaal in. Bier vliegt door de lucht. In de zaal gaat het eindelijk los. Het publiek danst en springt. Mijn oude buurjongen gaat voorop in dit feestgedruis. Ik sta stil tussen de feestende menigte in mijn carnavalskostuum, een verkleurd joggingpak uit de jaren negentig, en ik heb kippenvel. 
Ooit was Nederland een agrarische samenleving, maar de boer is in de afgelopen twee eeuwen in een behoorlijk tempo een minderheid geworden. Na de Tweede Wereldoorlog is het echt hard gegaan, met de Europese landbouwhervorming, de schaalvergroting, de ruilverkaveling, het verdwijnen van de boerenknecht, van het gemengd bedrijf, van de middelgrote boerenbedrijven, en zelfs van de minister van landbouw.
Tumblr media
Midden in die storm van veranderingen wordt in 1973 Normaal opgericht.   Ik bun moar een eenvoudige boerenlul / en doar schoam ik mien niet veur, zingt frontman Bennie Jolink en daarmee geeft hij de in de verdrukking gekomen boeren een stem. De landelijke radio draait ineens dialectmuziek en in feesttenten in heel Nederland ontstaan nieuwe concertrituelen, met T-shirts die kapot worden gescheurd en het gooien van stro en bier. Høken en deurdonderen. Het is een eigen versie van rock & roll, van de kont tegen de krib, van fuck you wereld, en het heeft alles te maken met identiteit.  
Een neef, zoon van een varkensboer, vertelde eens op een verjaardag van een tante – ik was toen een jaar of tien – dat er een vechtpartij op zijn middelbare school was geweest tussen boeren en ‘stadsen’. De stadsen waren in de meerderheid en wonnen. Hoe hij over de stadsen sprak, is me altijd bijgebleven. Zoveel weerzin. Ze waren alles wat hij niet was. In mijn woorden: onoprecht, glad, ijdel, macho, schreeuwerig, achterbaks. Later begreep ik dat de boeren en de stadsen in dit geval maar enkele kilometers uit elkaar woonden en dat de stadsen in vele categorieën vallen onder te verdelen, als je er goed naar kijkt.
Maar het verschil tussen stad en platteland was en is er. De boeren hebben een eigen cultuur, een eigen leefstijl, met de daarbij horende trots, argwaan en onzekerheid. Dan is het fijn om muziek te hebben die je keihard in de tractor kunt draaien, zeker als je met een volle hooiwagen dwars door de stad moet. 
Ik ben nooit de ideale boerenzoon geweest. Ik hield van de dieren om me heen, zij waren een vanzelfsprekendheid, maar de ambities om daar iets meer mee te doen ontbraken. Met Normaal had ik weinig en met tractors evenmin. Toch liep ik in mijn puberjaren wel op school rond met een shirt van Rowwen Hèze. Ik zat op de havo. De alto’s waren op één hand te tellen. Ik koos voor iets wat tussen alto en mainstream in zat. Jack Poels zong ook in het dialect, maar zijn band was iets minder ruig en naar mijn idee iets minder plat dan Normaal. Rowwen Hèze durfde snelle hoempamuziek af te wisselen met rustige, kwetsbare liedjes zoals het prachtige De Peel in brand. Ik bezocht samen met mijn broer concerten, waarbij ik vooraf een paar centimeters in de hals van een oud shirt knipte zodat hij makkelijker kapot te trekken was. Ik gooide heel af en toe met bier, want zoveel geld had ik niet. Thuis plakte ik mijn schoolagenda vol met plaatjes van de Limburgse band en schreef fragmenten van songteksten over. Dan is ’t mar dom / wat ik duj / heb ik andere manieren. 
Tumblr media
Ik was geen volle boer, meer een halfvolle, maar deze muziek hoorde bij mij. Een buitenbeentje tussen de buitenbeentjes. Ik merkte dat ik ertussenin stond, tussen boer en burger, maar mijn connectie met de boeren was nog groot. Daartussen voelde ik me veilig, daar voelde ik me thuis. 
We gingen een midweek met het gezin op vakantie naar Overijssel. Langer kan niet, verder weg ook niet. Elke dag werd naar de boerderij gebeld. Een oud-stagiair molk de koeien. We zaten in een huisje ergens tussen de weilanden, eigenlijk was het net als thuis – alleen dan zonder bedrijf. Op de kast in de woonkamer had mijn moeder haar piepkleine draagbare radio neergezet. Ik wilde altijd muziek aan hebben en speelde daarom voor dj. De enige cd die er tussen zat waar ik ook iets mee kon, was die van Rowwen Heze en die ging dan ook op de repeat. Woa ge ook loept en wat ge aug denkt / Neejmand dea zeit ow wat good is of slech / Neejmand dea wet wie verlust of weej wint / Ge komp op ut end beej owzelf tereg. Een midweek lang zongen, neurieden en floten we samen mee met Rowwen Hèze. We waren een familie uit een reclame. Het was eenmalig. Nooit meer gingen we met z’n allen op vakantie en ik verloor op een gegeven moment mijn interesse in Rowwen Hèze. Er waren interessantere bands, zonder hoempa, van over zee.
Terwijl mijn broer op het podium door de microfoon schreeuwt, heb ik kippenvel omdat ik me bewust ben van wat er in de landbouwsector aan de hand is en wat er nog aan zit te komen. Dat Bennie Jolink twee jaar geleden wegens gezondheidsredenen stopte met Normaal en vorig jaar besloot helemaal niet meer op te treden - ook niet met hobbyband De Pensionado's - heeft iets symbolisch. Het zijn zware tijden voor het platteland. 2017 is het jaar van het fosfaatreductieplan. Mijn vader en broer zullen het, blijkt later, met twintig melkkoeien minder moeten doen. Honderden boeren stoppen. Tienduizenden koeien verdwijnen, naar het buitenland of naar de slacht. Wat ik op dat moment nog niet kan vermoeden, zijn de schandalen die zouden volgen: de gruwelbeelden van het slachthuis in Tielt, de gigantische stalbrand in Erichem en de door fipronil besmette eieren.  
Het zijn niet bepaald de eerste problemen in de sector. Milieuwetgeving, epidemieën, ruimingen, al jaren zitten de boeren ermee in hun maag. Aan de ene kant worden ze gedwongen alsmaar groter te worden met hun bedrijf om te overleven, om met alle regels enigszins uit de kosten te komen. Aan de andere kant zorgt juist die schaalvergroting voor negatieve beeldvorming en groeit de weerstand tegen de bio-industrie. Het zorgt ervoor dat boeren zich snel voelen aangevallen. Dat ervaar ik ook bij mijn eigen ouders als ik kritische vragen stel. Zoals ieder mens, in welke sector hij of zij ook werkt, zoeken ze naar erkenning en waardering.
Als ik naar mijn tijdlijn op Facebook kijk, merk ik dat ik tussen twee bubbels in zit. Er woeden cultuuroorlogen op het internet en het gaat er hard aan toe. Ik lees een post over iemand die besluit vegetariër te worden en die iedereen oproept dat ook te doen. Er staat een link bij naar een artikel van Rutger Bregman op De Correspondent en een citaat uit dat artikel van Yuval Noah Harari: ‘De moderne veeteelt is de grootste misdaad in de menselijke geschiedenis’. Scroll ik naar beneden dan kom ik foto’s van tractors tegen, die het land bewerken in de avondzon. Nog verder naar beneden wordt een column gedeeld waarin staat dat de milieufanatici van tien jaar geleden, die destijds in nertsenfokkerijen dieren lieten ontsnappen, zich naar boven hebben gewerkt en nu op de belangrijkste politieke posten zitten. In de reacties stapelen de complottheorieën zich op.
In deze wirwar van berichten, van gevloek en gejammer, probeer ik mijn eigen mening te vormen, mijn eigen verhaal te maken. Te verantwoorden wat ik eet, hoe ik leef, maar het is lastig, tussen deze twee bubbels, met mijn familie aan de ene kant en mijn vrienden aan de andere kant. Het is ergens ook een geografische tweedeling. Wie op het platteland woont denkt vaak milder over de bio-industrie, zoals stedelingen vaak milder denken over immigratie. Hoe kleiner de afstand, hoe groter de empathie. Progressieve Amsterdammers, veel schrijvers ook, stemmen op of zijn zelfs lid van de Partij van de Dieren. Behouden provincialen, velen met een boerenachtergrond, steunen het CDA (en soms de PVV).
In de toekomst neemt mijn broer het bedrijf over en dat betekent dat mijn ouders moeten verhuizen. Ze weten wat ze in elk geval niet willen: naar het dorp (om over de stad maar helemaal te zwijgen). Vrijheid is een van de belangrijkste aspecten van het boerenleven. Ruimte om je heen, dicht bij je bedrijf, bij de dieren, zodat je er meerdere keren op een dag naartoe kunt fietsen. Zo zijn ze. Als ze op vakantie gaan, nu veel vaker dan in mijn jeugdjaren, bezoeken ze andere boerenbedrijven. Welke accountant, bouwvakker, webspecialist, huisarts zou dat doen? Het boerenleven zit ze in het bloed, ze kunnen niet anders. En nu klinkt steeds luider dat ze fout bezig zijn en altijd fout bezig zijn geweest. Dierenhitlers, dat woord kwam deze zomer voorbij. Dank je wel, Youp van ’t Hek.
Een pluk stro ligt op mijn schouder, ik ben nat van het bier. Ik kijk om me heen, naar mijn vader, moeder, mijn zussen en mijn broer op het podium. We zingen allemaal mee met Normaal.
Maar wij gaan oe / oehoe oehoe / oehoe oehoe oehoerend hard.
We zingen om te overleven, maar ook om dit bestaan te rechtvaardigen. Wij zijn boeren en dat zullen we blijven. En al wat ik hoop is minder harde taal, minder social media, minder platte beeldvorming, meer ontmoetingen, meer dialoog, meer nuance, meer empathie en meer, veel meer muziek.
youtube
En meer literatuur natuurlijk. In mijn Wintertuinsessie op 26 oktober onderzoek ik wat de artistieke aantrekkingskracht is van een jeugd tussen de weilanden. Dat doe ik samen met muzikant broeder Dieleman en schrijvers Marieke Lucas Rijneveld en Leo Pleysier. Ik kijk er naar uit. Wees welkom.
Wintertuinsessie: De boerenerfenis Datum: donderdag 26 oktober Locatie: Thiemeloods, Nijmegen Deur open: 19.30 uur, aanvang: 20.00 uur Entree: 7,50 euro (5 euro voor studenten). Tickets via www.denieuweoost.nl/event/wintertuinsessie/
3 notes · View notes