Tumgik
#ik haat nederlanders!! ik haat deze buurt!!!
giverofempathy · 1 year
Text
ik haat nederlanders echt schiet me lek ik kan niet meer
1 note · View note
oneindiglaura · 10 months
Text
Tumblr media
Ik stel mij voor! Hi! Ik ben Laura kom uit Nederland en ben al sinds 2010 bekend met Tumblr. Een soort haat liefde verhouding wil ik het nou ook weer niet noemen maar die omschrijving komt er wel bij in de buurt. Ik begon in 2010 voor zover ik mij kan herinneren puur vanuit het Glee fandom met Tumblr en zo heb ik heel wat andere Tumblr fases mee gemaakt. Zo ook de Tumblr fase waarin ik enorme psychische problemen ontwikkelde mede door wat ik hier op Tumblr zag(eetstoornis gericht e.d.) ook al zat dat ook al zeker in mij. Ik heb heel veel verschillende accounts gehad maar ben nu toch echt van plan om het bij dit account te houden. Ik ben nu 27 en dus heel wat veranderd in alle jaren die voor bij zijn gevlogen. Nu ik dit zo slordig typ heb ik nog geen volgers of wat dan ook maar dat komt vanzelf en is ook niet waar het mij om gaat.. maar mensen ontmoeten waar ik veel mee gemeen heb ik natuurlijk altijd mooi meegenomen. In de afgelopen jaren heb ik mezelf enorm ontwikkeld en zelfs dat vind ik nog een understatement. Zowel mentaal als fysiek heb ik veel te verduren gehad maar daar ben ik minstens dubbel zo sterk weer uit gekomen. Ik schrijf al sinds 2012 over mijn leven in fysieke journals. Van alles en nog wat. Van filosofie tot grappige stukken. Het gaat alle kanten op. Deze blog zal een persoonlijk licht schijnen op wie ik ben en wat ik doe maar zal ook zeker luchtig zijn op veel vlakken. Net zoals ik, van alles wat eigenlijk. Ga jij met mij mee op avontuur door mijn leven die zich nog elke dag volop ontwikkeld?
1 note · View note
halsiin · 3 years
Text
oke tweede rant over de rellen alleen dit keer in t nederlands want idk ik ben boos lmao
ik haat nederlanders echt, ze gebruiken deze rellen om racistisch te zijn. like in de buurt waarin ik woon wonen ook heel veel marokkanen en alleen daarom al denken ze dat al hun domme vooroordelen waar zijn. ik zie mensen dingen zeggen als: 'ze zijn nu eindelijk hun eigen buurt aan t slopen' op twt like shut the fuck up??? alsof deze kleine groep de hele marokkaanse gemeenschap in nederland vertegenwoordigd????? alsof er ook geen blanke mensen tussen zitten??????????????
1 note · View note
Text
Boekverslag: Red ons, Maria Montanelli
Titelbeschrijving
Herman Koch, Red ons Maria Montanelli, Amsterdam 1989 (eerste druk)
Tumblr media
Motivatie boekkeuze
Ik heb dit boek gekozen omdat ik de schrijver van het boek (Herman Koch) een hele grappige schrijver vind. Ik had nooit eerder een boek van hem gelezen maar gehoord dat hij leuke humor heeft.
Samenvatting
De verteller vertelt in dit boek over Jan Wildschut, een zwakbegaafde jongen bij hem in de klas die van een brug af springt vlak voor zijn ogen. Terwijl de verteller dit uitlegt praat hij ook veel over andere dingen, zoals zijn twee beste vrienden (Erik en Gerard). Zijn vader is een saaie man die naast zijn eigen vrouw ook nog een weduwe heeft waar hij twee avonden per week is. Zijn moeder komt te overlijden in het boek en dat zorgt ervoor dat de verteller op zichzelf moet gaan wonen want zijn vader gaat bij de weduwe wonen. Verder heeft de verteller nog een vriendin, (Cristina) met wie hij een geheime relatie heeft. Hij vertelt veel over de vreselijke buurt waarin hij woont, heel vaak op een humoristische manier zoals deze: ‘Soms, als ze op maandag het luchtalarm laten loeien, om te oefenen, dan stel ik me voor dat er plotseling een Spitfire naar beneden komt duiken om die hele duffe en verwende kankerbuurt eens goed onder vuur te nemen’. Hij haat de docenten ook heel erg en vertelt daar behoorlijk uitgebreid over. In het begin heeft de verteller nog wel medelijden met de zwakbegaafde jongen, maar wat later vindt hij hem niet meer aardig omdat hij de zwakbegaafdheid in zijn voordeel gebruikt en andere uitbuit. Tijdens een schoolreisje zijn de verteller en zijn vrienden wat vooruit gefietst tijdens een fietstocht. Ze staan op een brug en de zwakbegaafde jongen is meegefietst. De verteller en zijn vrienden leunen een beetje gevaarlijk tegen de brug, en de zwakbegaafde jongen doet dat ook, hij valt en verdrinkt. De verteller en zijn vrienden worden schuldig gevonden door iedereen op school. Na de kerst wordt de verteller van school verwijderd vanwege zijn slechte cijfers en wat er gebeurd is. Zijn vader probeert hem tevergeefs op een andere school te krijgen. Omdat de vader toch bij de weduwe woont kan de verteller in het huis van zijn vader wonen, hij geeft hem 100 gulden per week om te kunnen leven. Het verhaal speelt zich af eind jaren 90  (op een montessorischool) ergens in Nederland.
 Mening
Ik vind dat het boek erg grappig en gedetailleerd geschreven is. Ik vind het erg knap dat over zo’n intens triest onderwerp zo sarcastisch kan worden verteld. Er wordt heel uitgebreid en mooi uitgelegd wat de verteller vindt van de buurt en zijn docenten, hier een voorbeeld: ’Het klopt allemaal heel goed, want dat was namelijk precies wat Schutte (de gymdocent) was: een jolig konijn, maar dan wel een van het soort waarvan je hoopt dat hij bij het graven van zijn holletje op een vergeten landmijn uit de Tweede Wereldoorlog zal stuiten.’ Dit vind ik grappig omdat hij zegt dat hij wil dat zijn gymdocent op een landmijn stapt en explodeert, ik vind dat een bijzonder creatieve manier om te vertellen dat hij een pesthekel aan zijn docent heeft. Het is ook een goed voorbeeld van hoe gedetailleerd het boek is want dit stukje tekst gaat alleen over dat iemand iets zegt over dat er een konijnenkop staat op het trainingspak van de gymdocent.
1 note · View note
Text
Noord Ierland
Noord-Ierland (Belfast en the Giant's causeway)
Bij Noord-Ierland denkt iedereen vaak nog aan bomaanslagen en de nogal woelige aard van haar hoofdstad Belfast, (nog steeds) bron van religieuze conflicten, de zgn. “Troubles”. De katholieke en protestantse inwoners wonen nog steeds in aparte wijken en er is zelfs een Peace Wall tussen de 2 gemeenschappen. Nu met de Brexit in het achterhoofd zou de situatie nog meer gespannen zijn dan anders en zou de (new) IRA opnieuw kunnen herrijzen. Hopelijk is dit niet het geval want indien je dit gebied bezoekt kun je voelen dat de twee gemeenschappen al heel veel geleden hebben... Volgens mij is er inderdaad nog hoop voor een vreedzame toekomst als ze toch eens inzien hoe sterk ze zijn als ze beiden verenigd zijn. Laat me hier dan ook meteen pleiten dat Noord-Ierland is meer dan de moeilijke wijken van Belfast en conflict! Noord-Ierland is gezegend met een prachtige kustlijn, de prachtige Giant's Causeway, groene velden, burchten en kastelen, Ierse whiskey, Guiness bier en oh zo vriendelijke mensen.
De hoofdstad Belfast
De Noord-Ierse hoofdstad is inderdaad het toneel geweest van een bloederig verleden, maar dat neemt niet weg dat het vroeger een zeer rijke stad is geweest. Deze stad heeft haar rijkdom verdiend in de uitvoer van linnen. De geschiedenis van Belfast is innig verbonden met de zeevaart en linnenindustrie. Jammer genoeg konden ze niet op tegen de groeiende kracht van goedkope linnen uit het buitenland en stortte hun industrie in. Buiten het centrum staan nog de oude linnenfabrieken.
Tip: Je kan het statige Victoriaanse stadhuis van Belfast gratis bezoeken (met gids zelfs – reserveer een plaatsje aan de balie) om een beeld te krijgen van de pracht en praal van weleer. Het doet eerder Amerikaans aan qua stijl en voor de bekleding van de binnenkant werden kosten noch middelen gespaard ( bv marmeren zuilen uit Italië, marmeren trappen, prachtig houtwerk etc..). De verwijzingen naar de gouden eeuw van het linnen worden heel goed benadrukt tijdens de tour en kijk zeker ook aandachtig naar het wapenschild van de stad dat verwijst naar de industrie en zeevaart.
In Belfast zijn de herinneringen aan het verleden nooit ver weg: de talrijke muurschilderingen van de beide bevolkingsgroepen zijn te bezichtigen buiten het echte stadscentrum, en de Peace Wall die toch wel grote droefheid oproept doet ons denken aan de apartheid tussen de gemeenschappen. De gemeenschappen wonen nog echt in aparte wijken. Ook de vele herdenkingsmonumenten voor beide zijden zijn interessant om het verhaal en verdriet van de twee gemeenschappen beter te begrijpen. Deze segregatie is niet alleen op basis van geloof (velen denken dit maar dit is onwaar)! Het probleem is echter veel vroeger begonnen. Toen de huidige koning van Engeland Ierland veroverde had deze bang dat het misschien een katalysator zou zijn voor de val van zijn koninkrijk. De bevolking was immer katholiek en zou wel samen kunnen spannen met de grote katholieke rijken van Europa en het hele Britse rijk ten val brengen.Dit mocht niet gebeuren en dus liet de koning veel immigranten overkomen van uit Engeland en Schotland. De afstammelingen van die kolonisten wonen nog steeds in Noord-Ierland wat frictie geeft met de afstammelingen van de inheemse Ierse bevolking. Haat tussen de gemeenschappen wordt elk jaar aangewakkerd door de marsen van de Protestanten (aanhangers van Groot-Brittannië) ter herdenking van veldslagen van lang geleden. Tot grote frustratie van de Ierse bevolking! Zij willen immers bij Ierland aansluiten, dat honderd jaar geleden onafhankelijk werd van Groot-Brittannië. Sinds de vredesakkoorden is er relatieve rust in Noord Ierland maar ik hou mijn hart al vast voor wat de (harde) Brexit zal kunnen ontketenen...
Verder in stad kun je langs de waterkant lopen, het (Titanic) musem bezoeken, de vele gezellige pubs (Guiness beer) aandoen (The Crown Bar is de oudste en de mooiste) en een Ierse Whiskey stokerij bezoeken (vb Bushmills). Het openbaar transport in de stad is uitstekend en is relatief goedkoop. Je kan ook gezellig een (food) markt bezoeken. De kerken in de stad zijn ook erg mooi en meestal vrij toegankelijk. Kortweg: het centrum is zeer gezellig en ideaal om in te verdwalen.
The Giant's Causeway.
Tip: Indien je niet over een auto beschikt, boek dan een tour met een reisbureau naar de Giant's Causeway. Het openbaar transport naar hier is schaars en de site is er moeilijk mee te bereiken. Met een tour rijd je ook nog langs vele andere sites, bijv. ruïnes van kastelen, langsheen de kustlijn (trouwens verkozen tot een van de mooiste ter wereld), pittoreske dorpen en bezoek je een whiskey proeverij.
De legende wil dat de Causeway is gebouwd door reuzen. De held van het verhaal, Finn McCool , kreeg ruzie met een reus uit Schotland. Het bleef niet bij roepen en tieren tegen elkaar en beide reuzen ontvlamden in woede en elk zou wel over het water geraken om de andere een lesje te leren. Om het water te overbruggen bouwden de beide reuzen de fameuze “the Giant's cause way” om tot elkaar te geraken. Onze held van het verhaal, realiseerde zich al snel dat hij ruzie met de verkeerde reus had gezocht. Hij was immers geen partij voor de Schotse reus en vreesde voor zijn leven. De Schotse reus bleek veel groter dan onze held te zijn. In paniek rende hij naar zijn vrouw en vertelde haar dat de Schotse reus onderweg was om hem een lesje te leren... wat nu gedaan? Gelukkig had een wijze vrouw. De Schotse reus was in aantocht en zij zei dat hij zich als een baby'tje (met een doek om zich heen) moet gaan liggen in de kribbe bij het vuur. Zijn vrouw zou de rest wel afhandelen. De Schotse reus zwaaide de deur van het huis open en begon tegen de vrouw te brullen: 'waar is je echtgenoot?' De vrouw, die kalm aan de tafel zat, zei dat hij snel zou terugkomen en dat ze nu even voor de baby moest zorgen die in de kribbe lag. Toen de Schotse reus de “baby” zag kreeg hij koude rillingen over zijn rug. Als dit al het baby'tje is... hoe groot moet de vader dan niet zijn? Hij wilde dus niet wachten om dit te weten te komen en zette het op een lopen helemaal terug naar Schotland. Op zijn weg brak hij ook delen van de Giant's Causeway af zodat onze held toch niet bij hem zou geraken. Zo gaat de populaire legende toch...
Nu is dit wel een straf verhaal natuurlijk, maar de eigenaardige achthoeken op de Giant's Causeway zouden eigenlijk gevormd zijn door een vulkaan uitbarsting. Je kan in het bezoekerscentrum (betalende inkom, indien je een tour heb zit dit in je dagtripticket inbegrepen) de hele geschiedenis lezen van het wetenschappelijk ontstaan van de Giant’s Causeway en een audiogids krijgen (ook in het Nederlands) voor meer uitleg.
Tip: the Giant's causeway zelf is vrij te bezoeken, het is enkel het bezoekerscentrum dat betalend is.
Verdere interessant bezienswaardigheden in de buurt.
Tip: Verken zeker ook de geweldige woeste kustlijn en de tal van pittoreske dorpjes die ze rijk is.
Tip: Bezoek ook zeker (indien niet inbegrepen in je dagtrip) de Carrick-a-Rede touwbrug (betalend) en de kasteelruïnes Carrickfergus en Dunluce.
Tip: Indien je een fan van Game of Thrones bent, kun je een speciale tour boeken die langs alle locaties rijdt waar de opnames voor de serie hebben plaatsgevonden.
Kortweg: ik zou zeker een bezoek aan Belfast aanbevelen en trouwens niet alleen Belfast maar ook de Giant's Causeway, ruïnes van kastelen, groene velden zover het oog reikt, en pittoreske dorpen langsheen de kustlijn om te bezoeken. Ik moet nu eerlijk bekennen dat Ierland en Noord-Ierland mij altijd kunnen bekoren. Ierland is na Canada mijn meest favoriete land ter wereld!
Ireland always in my heart!
0 notes
Text
Ziekenhuis
Het is wat vervreemdend, de manier waarop ik me hier zowel thuis voel, als dat ik dat totaal niet doe. Soms krijg ik er koppijn van. Maar het kan ook de hitte zijn. Hoe het ook zij, ik besloot aspirientjes nodig te hebben, dus ik begaf me middels de stampvolle ochtendmetro richting het ziekenhuis. De reguliere apotheek was waarschijnlijk een efficiëntere optie geweest, maar ik vind het stadsziekenhuis van Taipei een fascinerende plek en zou elk excuus aannemen om het nog eens te bezoeken (al bid ik dat ik nooit een goede reden zal hebben). NTU Hospital is een gigantisch beige bolwerk van ziekte, verderf, verdriet en andere misères. Het is het stormachtige hart van de medische janboel in Taipei. Ik kon er niet genoeg van krijgen.
Twee weken eerder zette ik voor het eerst voet in het ziekenhuis. Ik moest een health exam af laten nemen, om de universiteit ervan te verzekeren dat ik geen enge westerse ziektes de campus binnen smokkelde. Het NTU Students Health Office vinden was al een uitdaging op zich: eerst moest ik ontdekken dat men de begane grond in Taiwan de eerste verdieping noemt (na ruim een half uur elke hoek van de kelderverdieping uitgespit te hebben). Toen moest ik mij een weg door het gebouw zien te banen aan de hand van de meest erbarmelijk vertaalde bordjes denkbaar. Eén zo’n, aanhalingstekens openen, wegwijzer, aanhalingstekens sluiten, leidde bijvoorbeeld naar wat ik denk dat het departement voor mentaal welzijn en psychologische aandoeningen was, maar was vertaald naar ‘Psychosis Place’.  Verontrustende titel, maar tenminste allitereerde het. Ik probeerde me maar niet voor te stellen hoe het zou zijn als ik daadwerkelijk doodziek zou zijn geweest, en me door dit labyrint had moeten navigeren. ‘Visual hearing room’. Zouden ze daar synesthesie behandelen? ‘Doctor Help Place’. Het had iets aandoenlijks. En tot slot het kroonjuweel van alle mistranslaties: ‘Department of Bread’ (de asthma- en longkliniek).
Ik kwam bij het studentenkantoor van het ziekenhuis aan, waar een reusachtig varkensachtig vrouwmens achter krankzinnige stapels papierwerk gezeteld was. Toen ik binnenkwam slaakte haar arme bureaustoeltje een langgerekte lijdenskreet die je in de diepe krochten van een Middeleeuwse martelkerker zou verwachten. Ze sprak geen woord Engels (waarom zou je ook, als je dag in, dag uit met internationale studenten in contact bent?), maar ze kon de procedure wel dromen. Ze rommelde wat in haar stapels — het manuscript van de Verlichtingsencyclopedie was er niets bij — en trok er een lullig velletje uit. Met een rood potlood omcirkelde ze wat dingen op het papiertje en stak het me toe zonder me de geringste blik waardig te gunnen. Godzijdank waren de cruciale onderdelen op het velletje in degelijk Engels vertaald.
Het volbrengen van de met rood omcirkelde taken was als een spelletje, en dat gaf mij frisse moed. Als een kind op een speurtocht snuffelde ik het hele gebouw door, in een queeste om alle vakjes van mijn medische schatkaart af te kunnen vinken. Al was het me allemaal een stuk beter afgegaan, had dat papiertje ook echt iets van een kaart weg gehad. Terwijl ik door de eindeloze gangen van het ziekenhuis struinde, kreeg ik de kans een stel fascinerende facetten van de Aziatische zorg met eigen ogen te kunnen aanschouwen. Men leek zich hier een stuk minder te schamen om hun aftakelende gezondheid, of in ieder geval geen enkele poging te doen hun kwaaltjes te verbergen. Ik was er zelfs vrij zeker van dat het gros van de aanwezigen hun kuchen, kreunen en steunen net even wat aandikte. In de wachtkamer voor de X-ray-scan raakte die theatraliteit een komisch hoogtepunt. Een man liet zich met Shakespeariaanse uitlatingen van ellende in zijn stoel zakken, zijn volledige lichaam trillend en bevend terwijl hij haar tergend langzaam richting het zitvlak bewoog. Toen hij in zijn ooghoeken zag dat iemand zijn plek in de wachtrij dreigde in te nemen, veerde hij echter overeind met een lenigheid waar zelfs ik jaloers op had kunnen zijn, trok een kwiek sprintje richting de scankamers, bleef nog even kaarsrecht overeind staand om zich heen kijken om zich van de herovering van zijn plek in de rij te verzekeren, en kromp toen weer kreunend ineen alsof de Dood hem om de hoek stond op te wachten. Ik zag de slapstick-kwaliteit van dit alles wel in en grinnikte binnensmonds, maar ik ontweek wederom de voorstelling van hoe het moest zijn hier met echte hoge medische nood over de vloer te komen.
De wachtkamer voor bloed- en urinetests was gigantisch. Als ik mijn ogen sloot en mijn fantasie de vrije loop liet, waande ik mij zo op een ziekenboeg aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het was interessant voor een minuutje of twee, daarna werd ik er enorm onrustig van. Ik telde hoe lang het duurde om tien mensen te helpen, calculeerde een gemiddelde en keek naar mijn getrokken nummertje: op z’n minst zou ik hier nog 2340 seconden zitten. Een krappe veertig minuten, voor uw gemak. Ik keek naar mijn afvinklijst en besloot ondertussen vast mijn fysio-examinering te laten doen. De speurtocht zette voort.  Voor een moment dacht ik dat ik een soort van ruimtelijk inzicht in het ziekenhuis begon te ontwikkelen. Vervolgens liep ik drie keer achter elkaar fout en eindigde in een kamer die dermate veel weghad van een operatiekamer, dat ik mij terug bewoog in een snelwandeltempo dat ik sinds de brugklas niet meer had gehaald. Tsja, de Chinese tekens voor “geen toegang” of “alleen personeel” kende ik niet. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik in mijn retraite wel een stel grote rode tekens en misschien zelfs een diagonale rode streep passeerde.  
De fysio-examinering deed me wat denken aan de schooldokter, maar dan tien keer zo uitgebreid. Ik werd gemeten, en had een binnenpretje toen ik zag dat de meetlaat niet hoger ging dan twee meter. Ik had al tenminste drie uitwisselingsstudenten ontmoet die langer waren dan dat. Ook werd ik gewogen, en was even bang dat mij door een Aziaat verteld zou worden dat ik ondergewicht had. Iets beschamenders kon ik niet zo gauw bedenken. Gelukkig was alles in orde. Mijn ogen werden gemeten, mijn hartslag werd afgenomen, mijn longinhoud werd getoetst, mijn grijpkracht werd geregistreerd. Ik moest wat rek- en strekoefeningen doen. Meneer de dokter bleef constant de grapjurk uithangen, en na mijn derde poging hem uit te leggen dat Nederland niet hetzelfde was als Duitsland gaf ik het maar op. Een lullig krabbeltje op mijn schatkaart en ik kon mij weer terugsnellen naar de wachtkamer. Volgens mijn calculaties had ik nog drie minuten over voor mijn nummertje aan de beurt was.
De calculaties bleken te kloppen als een bus. Zeven buisjes bloed werden in één keer uit mijn aderen getrokken. Ik ben geen groot fan van bloedafnames, maar dat houd ik meestal voor me: mijn liefde voor forse containers roomijs met brokken chocola doet mij al vrouwelijk genoeg voorkomen, lijkt me zo. Ook deze keer vervulde mijn hart zich weer van een glanzende haat jegens die verkapte vampier achter de zustersbalie. Dit keer nog met spleetogen ook. Het is een intrigerend gebeuren, dat bloedtappen: je ziet je levenswater je pal voor je neus ontnomen worden, maar merkt er verder eigenlijk bijna niets van. Stiekem viel het tapgebeuren me alleszins mee, en zat ik achteraf wat onthutst te kijken naar de bak vol rode buisjes zonder me ook maar het kleinste beetje beroerd te voelen. Maar ook in de kunst van het dramatiseren schaar ik mij blijkbaar onder het vrouwvolk van deze wereld.
Terug naar het eerste kantoortje. Formulieren laten bestempelen. Naar de digitale betaalmachine. Foutmelding in Chinese tekens. Naar de balie beneden. Een kwartier in de rij. Accepteerde louter contanten. Naar buiten. Naar de geldautomaat in de buurt. Geld pinnen. Foutmelding. Andere geldmachine twee straten verderop. Succesvol geld pinnen. Terug naar het ziekenhuis. Wederom een kwartier in de rij. Betalen met contanten. Naar de eerste verdieping. Pasfoto laten nemen. Terug naar boven. Betaalbon en pasfoto vast laten nieten aan de formulieren. Diep ademhalen. Queeste volbracht.
En zo loop ik, twee weken later, de ingang binnen waardoor ik toen met een trots opgestoken John Bender-vuist het gebouw verliet. Ik voel me zelfverzekerder, al is die zekerheid maar schijn; nog altijd heb ik geen idee wat de Chinese tekens voor “geen toegang” zijn. Ik haal mijn aspirientjes en blijf nog even met mijn ogen dicht staan luisteren naar de horrors der lijdenden. Ik bespeur een vlaag van nostalgie in mijn binnenste. Het gekreun, gesteun en gejammer klinkt vertrouwd en heeft ironisch genoeg een kalmerende werking. Voor een seconde ben ik weer tussen de oorlogsslachtoffers. Ik vraag me af of mijn terugkomst in Nederland over een half jaar vergelijkbaar zou zijn met die van een soldaat met shell shock, maar realiseer me dat dat een grenzeloos respectloze gedachte is en doe mijn ogen maar weer open.
Ik heb sindsdien geen last van hoofdpijn meer gehad, en de pillenstrip ligt nog altijd onaangebroken in mijn bureaulaatje.
0 notes