Tumgik
#paarden balsem
gezondenmooi-net · 1 year
Text
Beesha Natuurlijke Deodorant Passiefruit – gezondenmooi.net
Beesha Natuurlijke  Deodorant Passiefruit Onze deodorant is gemaakt met Sheaboter, Kokosboter, Arrowroot poeder en Magnesium. De Sheaboter en Kokosboter verzorgen de huid, ook na het scheren. Arrowroot poeder neutraliseert geurtjes en geeft een droog gevoel. Het is ook geschikt voor mensen met een gevoelige huid. Magne
0 notes
gezondenmooi12 · 4 years
Link
The sustaining medicine dependent on (natural) Olive, Avocado and Sunflower oil contains a high centralization of valuable spices and plant concentrates, for example, Peppermint, Pine, Thyme, Horse Chestnut, Devil's Claw, Arnica, Rosemary and Juniper Berry.
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Jeremia 51
Babels eeuwige ondergang
1 Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden awind opwekken tegen Babel, en tegen degenen, die daar wonen in het hart van degenen, die tegen Mij opstaan. a: Jer 4:11 Te dier tijd zal tot dit volk en tot Jeruzalem gezegd worden: Een dorre wind van de hoge plaatsen in de woestijn, van den weg der dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch om te zuiveren. 2 En Ik zal Babel bwanners toeschikken, die haar wannen, en haar land uitledigen zullen; want zij zullen ten dage des kwaads van rondom tegen haar zijn. b: Jer 4:11 Te dier tijd zal tot dit volk en tot Jeruzalem gezegd worden: Een dorre wind van de hoge plaatsen in de woestijn, van den weg der dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch om te zuiveren. Jer 15:7 En Ik zal hen wannen met een wan, in de poorten des lands; Ik heb Mijn volk van kinderen beroofd en verdaan; zij zijn van hun wegen niet wedergekeerd. 3 De schutter spanne zijn boog tegen , die spant, en tegen , die zich verheft in zijn pantsier; en verschoont haar jongelingen niet, verbant al haar heir; 4 Dat de verslagenen liggen in het land der Chaldeen, en de doorstokenen op haar cstraten. c: Jer 49:26 Daarom zullen haar jongelingen vallen op haar straten; en al haar krijgslieden zullen te dien dage nedergehouwen worden, spreekt de HEERE der heirscharen. 5 Want Israel of Juda zal niet in weduwschap gelaten worden van zijn God, van den HEERE der heirscharen (hoewel hunlieder land vol van schuld is), van den Heilige Israels. 6 dVliedt uit het midden van Babel, en redt, een iegelijk zijn ziel; wordt niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid; want dit is de tijd der ewraak des HEEREN, Die haar de verdienste betaalt. d: Jer 50:8 Vliedt weg uit het midden van Babel, en gaat uit der Chaldeen land; en weest als de bokken voor de kudde henen. Rev 18:4 En ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt. e: Jer 50:15 Juicht over haar rondom, zij heeft haar hand gegeven; haar fondamenten zijn gevallen, haar muren zijn afgebroken; want dat is des HEEREN wraak, wreekt u aan haar, doet haar, gelijk als zij gedaan heeft! Jer 50:28 Er is een stem der gevluchten en ontkomenen uit het land van Babel, om in Sion te verkondigen de wraak des HEEREN, onzes Gods, de wraak Zijns tempels. 7 Babel was een gouden beker in de hand des HEEREN, die de ganse aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken, daarom zijn de volken dol geworden. 8 Schielijk is Babel fgevallen en verbroken; huilt over haar, neemt gbalsem tot haar pijn, misschien zal zij genezen worden. f: Isa 21:9 En zie nu, daar komt een wagen mannen, en een paar ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de aarde. Rev 14:8 En er is een andere engel gevolgd, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt. Rev 18:2 En hij riep krachtelijk met een grote stem, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte; g: Jer 8:22 Is er geen balsem in Gilead? Is er geen heelmeester aldaar? Want waarom is de gezondheid der dochter mijns volks niet gerezen? 9 Wij hebben Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; hverlaat haar , en laat ons een iegelijk in zijn land trekken; want haar oordeel reikt tot aan den hemel, en is verheven tot aan de bovenste wolken. h: Jer 46:11 Ga henen op naar Gilead, en haal balsem, gij jonkvrouw, dochter van Egypte! Tevergeefs vermenigvuldigt gij de medicijnen, er is geen heling voor u. 10 De HEERE heeft onze gerechtigheden hervoor gebracht; komt en laat ons te Sion het werk des HEEREN, onzes Gods, vertellen! 11 iZuivert de pijlen, rust de schilden volkomenlijk toe; de HEERE heeft den geest der koningen van Medie opgewekt; want Zijn voornemen is tegen Babel, dat Hij haar verderve; want dit is de wraak des HEEREN, de kwraak Zijns tempels. i: Jer 46:4 Spant de paarden aan, en klimt op, gij ruiters! en stelt u met helmen; veegt de spiesen, trekt de pantsiers aan! k: Jer 50:28 Er is een stem der gevluchten en ontkomenen uit het land van Babel, om in Sion te verkondigen de wraak des HEEREN, onzes Gods, de wraak Zijns tempels. 12 Verheft de banier op de muren van Babel, versterkt de wacht, stelt wachters, bereidt de lagen; want gelijk de HEERE heeft voorgenomen, alzo heeft Hij gedaan, wat Hij over de inwoners van Babel gesproken heeft. 13 Gij, die aan vele wateren woont, die machtig zijt van schatten! uw einde is gekomen, de maat uwer gierigheid. 14 lDe HEERE der heirscharen heeft gezworen bij Zijn ziel: Ofschoon Ik u met mensen als kevers vervuld heb, nochtans zullen zij elkander een vreugdegeschrei over u toeroepen! l: Amo 6:8 De Heere HEERE heeft gezworen bij Zichzelf (spreekt de HEERE, de God der heirscharen): Ik heb een gruwel van Jakobs hovaardij, en Ik haat zijn paleizen; daarom zal Ik de stad en haar volheid overleveren. 15 Die de maarde gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft door Zijn wijsheid, en den hemel nuitgebreid door Zijn verstand; m: Gen 1:1 In den beginne schiep God den hemel en de aarde. n: Jer 10:12 Die de aarde gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft door Zijn wijsheid, en den hemel uitgebreid door Zijn verstand. Jer 10:13 Als Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren. 16 Als Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren. 17 Een ieder mens is onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft; een ieder goudsmid is beschaamd van het gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is leugen, en er is geen geest in hen. 18 Ijdelheid zijn zij, een werk van verleidingen; ten tijde hunner bezoeking zullen zij vergaan. 19 Jakobs odeel is niet gelijk die; want Hij is de Formeerder van alles, en is de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. o: Jer 10:16 Jakobs deel is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en Israel is de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. 20 Gij zijt Mij peen voorhamer, krijgswapenen; en door u zal Ik volken in stukken slaan, en door u zal Ik koninkrijken verderven. p: Jer 50:23 Hoe is de hamer der ganse aarde zo afgehouwen en verbroken! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen. 21 En door u zal Ik in stukken slaan het paard en zijn ruiter; en door u zal Ik in stukken slaan den wagen en zijn ruiter. 22 En door u zal Ik in stukken slaan den man en de vrouw; en door u zal Ik in stukken slaan den oude en den jonge; en door u zal Ik in stukken slaan den jongeling en de jonkvrouw. 23 En door u zal Ik in stukken slaan den herder en zijn kudde; en door u zal Ik in stukken slaan den akkerman en zijn juk ; en door u zal Ik in stukken slaan landvoogden en overheden. 24 Maar Ik zal Babel en allen inwoneren van Chaldea vergelden al hun boosheid, die zij gedaan hebben aan Sion, voor ulieder ogen, spreekt de HEERE. 25 Ziet, Ik aan u, gij verdervende berg! spreekt de HEERE, gij, die de ganse aarde verderft, en Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, en u van de steenrotsen afwentelen, en zal u stellen tot een berg des brands. 26 En zij zullen uit u geen steen nemen tot een hoek, ook steen tot fondamenten; want gij zult eeuwige woestheden zijn, spreekt de HEERE. 27 Verheft de banier in het land, blaast de bazuin onder de heidenen, heiligt de heidenen tegen haar, roept tegen haar bijeen de koninkrijken van Ararat, Minni en Askenaz; bestelt een krijgsoverste tegen haar, brengt paarden opwaarts, als ruige kevers! 28 Heiligt tegen haar de heidenen, de koningen van Medie, haar landvoogden en al haar overheden, ja, het ganse land harer heerschappij. 29 Dan zal het land beven en pijn lijden; want elk een van des HEEREN gedachten staat vast tegen Babel, om Babels land te stellen tot een verwoesting, dat er geen inwoner zij. 30 Babels helden hebben opgehouden te strijden, zij zijn gebleven in de vestingen, hun macht is bezweken, zij zijn tot qwijven geworden; zij hebben hun woningen aangestoken, hun grendels zijn verbroken. q: Jer 50:37 Het zwaard zal zijn over zijn paarden en over zijn wagenen, en over den gansen gemengden hoop, die in het midden van hen is, dat zij tot wijven worden; het zwaard zal zijn over haar schatten, dat zij geplunderd worden. 31 De loper zal den loper tegemoet lopen, en de kondschapper den kondschapper tegemoet, om den koning van Babel bekend te maken, dat zijn stad van het einde is ingenomen; 32 En de veren ingenomen, en de rietpoelen met vuur verbrand zijn; en de krijgslieden verbaasd zijn. 33 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: De dochter van Babel is als een dorsvloer, het is tijd, dat men ze trede; nog een weinig, dan zal haar de tijd des oogstes overkomen. 34 Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft mij opgegeten, hij heeft mij verpletterd, hij heeft mij gesteld een ledig vat, hij heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg gevuld van mijn lekkernijen; hij heeft mij verdreven. 35 Het geweld, dat mij en mijn vlees is aangedaan, zij op Babel! zegge de inwoneres van Sion; en mijn bloed zij op de inwoners van Chaldea! zegge Jeruzalem. 36 Daarom, zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal uw twist twisten, en uw wraak wreken; en Ik zal haar rzee droog maken, en haar springader opdrogen. r: Jer 50:38 Droogte zal zijn over haar wateren, dat zij uitdrogen; want het is een land van gesneden beelden, en zij razen naar de schrikkelijke afgoden. 37 En Babel zal worden tot hopen, een woning der draken, een ontzetting en aanfluiting, dat er geen inwoner zij. 38 Zij zullen te zamen brullen als jonge leeuwen, briesen als leeuwenwelpen. 39 Als zij verhit zijn, zal Ik hun drank opzetten, en zal hen dronken maken, opdat zij opspringen; maar zij zullen een eeuwigen slaap slapen, en niet opwaken, spreekt de HEERE. 40 Ik zal hen afvoeren als lammeren om te slachten, als rammen met bokken. 41 Hoe is sSesach veroverd, en de troem der ganse aarde ingenomen! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen! s: Jer 25:26 En allen koningen van het noorden, die nabij en die verre zijn, den een met den anderen; ja, allen koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn. En de koning van Sesach zal na hen drinken. t: Isa 13:19 Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid, de hovaardigheid der Chaldeen, zijn gelijk als God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft. 42 Een zee is over Babel gerezen, door de veelheid harer golven is zij bedekt. 43 Haar steden zijn geworden tot verwoesting, een dor land en wildernis; een land, waarin niemand woont, en waar geen mensenkind doorgaat. 44 En Ik zal bezoeking doen over Bel te Babel, en Ik zal uit zijn muil uithalen, wat hij verslonden heeft; en de heidenen zullen niet meer tot hem toevloeien, ook Babels muur is gevallen. 45 Gaat uit, Mijn volk, uit het midden van haar, en redt een iegelijk zijn ziel, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN. 46 En opdat ulieder hart misschien niet week worde, en gij vreest van het gerucht, dat gehoord zal worden in het land; want er zal een gerucht komen in het jaar, en daarna een gerucht in het jaar; en er zal geweld zijn in het land, heer over heer. 47 Daarom ziet, de dagen komen, dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden van Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden, en al haar verslagenen zullen in het midden van haar liggen. 48 En de hemel en de aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen juichen over Babel; want van het noorden zullen haar de verstoorders aankomen, spreekt de HEERE. 49 Gelijk Babel geweest is tot een val der verslagenen van Israel, alzo zullen te Babel de verslagenen des gansen lands vallen. 50 Gij ontkomenen van het zwaard, gaat weg, en blijft niet staan; gedenkt des HEEREN van verre, en laat Jeruzalem in ulieder hart opkomen. 51 : Wij zijn beschaamd geworden, want wij hebben versmaadheid gehoord, schaamroodheid heeft ons aangezicht bedekt; omdat uitlandsen over de heiligdommen van des HEEREN huis gekomen zijn; 52 Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik bezoeking doen zal over haar gesneden beelden; en de dodelijk verwonde zal kermen in haar ganse land. 53 Al klom Babel ten hemel op, en al maakte zij vast de hoogte harer sterkte, zo zullen haar verstoorders van Mij overkomen, spreekt de HEERE. 54 Er is een stem des gekrijts uit Babel, en een grote breuk uit het land der Chaldeen. 55 Want de HEERE verstoort Babel, en zal de grootse stem uit haar doen vergaan; want hunlieder golven zullen bruisen als grote wateren; het geruis van hunlieder geluid zal zich verheffen. 56 Want de verstoorder komt over haar, over Babel, en haar helden zullen gevangen worden; hunlieder bogen zijn verbroken; want de HEERE, de God der vergelding, zal zekerlijk betalen. 57 En Ik zal haar vorsten, en haar wijzen, haar landvoogden, en haar overheden, en haar helden dronken maken; en zij zullen een eeuwigen slaap slapen, en niet opwaken, spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. 58 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Die brede muur van Babel zal ten enenmale ontbloot worden, en haar hoge poorten zullen met vuur aangestoken worden; zodat de volken tevergeefs, en de natien ten vure zullen gearbeid hebben, dat zij mat worden. 59 Het woord, dat de profeet Jeremia beval aan Seraja, den zoon van Nerija, den zoon van Machseja, als hij van Zedekia, den koning van Juda, naar Babel toog, in het vierde jaar zijner regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst. 60 Jeremia nu schreef al het kwaad, dat over Babel komen zou, in een boek, al deze woorden, die tegen Babel geschreven zijn. 61 En Jeremia zeide tot Seraja: Als gij te Babel komt, zo zult gij zien en lezen al deze woorden; 62 En gij zult zeggen: O HEERE, Gij hebt over deze plaats gesproken, dat Gij ze zult uitroeien, zodat er geen inwoner in zij, van den mens tot op het beest, maar dat zij worden zal eeuwige woestheden. 63 En het zal geschieden, als gij geeindigd zult hebben dit boek te lezen, zult gij een steen daaraan binden, en werpen het in het midden van den Frath; 64 En zult zeggen: Alzo zal Babel zinken, en niet weder opkomen, vanwege het kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen mat worden. Tot hiertoe zijn de woorden van Jeremia. Read the full article
0 notes
gezondenmooi-net · 8 months
Text
De Beste Paardenbalsem Etos, Pferdebalsam, en Cellulitis Crèmes: Ontdek ze op Gezondenmooi
Introductie:
Welkom bij Gezondenmooi, jouw bron voor alles wat met gezondheid en schoonheid te maken heeft. Als je op zoek bent naar de beste paardenbalsem Etos, pferdebalsam en cellulitis crèmes, dan ben je op de juiste plek beland. In deze blog gaan we dieper in op de voordelen van deze producten en hoe ze kunnen bijdragen aan een effectieve cellulitis crème behandeling.
Paardenbalsem Etos - Wat is het?
Laten we beginnen met de term "paardenbalsem Etos." Deze krachtige balsem is geïnspireerd op een oud recept dat oorspronkelijk bedoeld was voor gebruik op paarden. Tegenwoordig wordt het echter veelvuldig toegepast als een verkwikkende en verzachtende gel voor de menselijke huid. De paardenbalsem Etos is bekend om zijn verkoelende effect, wat het ideaal maakt voor het verlichten van spierpijn en vermoeidheid na een intensieve dag.
Pferdebalsam - Een Natuurlijke Wondergel:
Pferdebalsam is een soortgelijk product dat ook afkomstig is uit de wereld van paardenverzorging. Deze balsem is samengesteld uit natuurlijke ingrediënten zoals arnica, menthol en kamfer, die samen een krachtige mix vormen. Pferdebalsam staat bekend om zijn ontspannende en verfrissende eigenschappen, en het kan helpen bij het verminderen van spier- en gewrichtspijn. Het is een must-have voor mensen die actief zijn in sporten of fysiek veeleisend werk verrichten.
Cellulitis Gel - Een Doeltreffende Benadering:
Cellulitis is een veelvoorkomend probleem bij veel vrouwen, en een effectieve cellulitis crème is dan ook zeer gewenst. Onze cellulitis gel is speciaal samengesteld om de verschijning van cellulitis te verminderen. De gel bevat ingrediënten die de bloedsomloop stimuleren en helpen bij het afbreken van vetophopingen onder de huid. Regelmatig gebruik van cellulitis gel kan leiden tot een gladdere, stevigere huid.
Creme tegen Cellulitis - Je Bondgenoot in Strijd:
Een crème tegen cellulitis is een waardevolle toevoeging aan je schoonheidsroutine. Onze anti-cellulitis crème is geformuleerd met krachtige ingrediënten die gericht zijn op het verminderen van cellulitis en het verbeteren van de huidtextuur. Het is klinisch getest en kan helpen bij het herstellen van de natuurlijke schoonheid van je huid.
Anti Cellulitis Creme - De Geheimen van Gladde Huid:
Onze anti-cellulitis crème is een topkeuze voor iedereen die op zoek is naar een effectieve oplossing voor cellulitis. De crème is rijk aan actieve ingrediënten die de huid verstevigen en de zichtbaarheid van cellulitis verminderen. Het regelmatig aanbrengen van deze crème kan leiden tot een merkbare verbetering in de algehele huidtextuur en -toon.
Goede Cellulitis Creme - Kies voor Resultaten:
Een goede cellulitis crème is essentieel als je serieus bent over het verminderen van cellulitis. Onze producten zijn zorgvuldig samengesteld om de beste resultaten te leveren. Ze zijn veilig in gebruik en kunnen gemakkelijk worden geïntegreerd in je dagelijkse schoonheidsroutine.
Conclusie:
Bij Gezondenmooi begrijpen we de uitdagingen van het omgaan met cellulitis en spierpijn. Daarom bieden we de beste paardenbalsem Etos, pferdebalsam en cellulitis crèmes die er zijn. Onze producten zijn ontwikkeld met jouw welzijn in gedachten en zijn een waardevolle aanvulling op je schoonheids- en gezondheidsroutine. Kies voor de kracht van natuurlijke ingrediënten en ontdek de voordelen van paardenbalsem Etos, pferdebalsam en cellulitis gel. Ga vandaag nog voor een stralende en gezonde huid!
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Jeremia 46
Profetie tegen Egypte
1 Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschied is tegen de heidenen. 2 Tegen Egypte; tegen het heir van Farao Necho, koning van Egypte, dat aan de rivier Frath, bij Karchemis was, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, sloeg, in het vierde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda. 3 Rust het schild en de rondas toe, en nadert tot den strijd! 4 Spant de paarden aan, en klimt op, gij ruiters! en stelt u met helmen; avaagt de spiesen, trekt de pantsiers aan! a: Jer 51:11 Zuivert de pijlen, rust de schilden volkomenlijk toe; de HEERE heeft den geest der koningen van Medie opgewekt; want Zijn voornemen is tegen Babel, dat Hij haar verderve; want dit is de wraak des HEEREN, de wraak Zijns tempels. 5 Waarom zie Ik, zij versaagd achterwaarts gedreven zijn? Zelfs hun helden zijn verslagen, en nemen de vlucht, en zien niet om; er is schrik van rondom, spreekt de HEERE. 6 De snelle ontvliede niet, en de held ontkome niet; tegen het noorden, aan den oever der rivier Frath zijn zij gestruikeld en gevallen. 7 Wie is deze, optrekt als een stroom, wiens wateren zich bewegen als de rivieren? 8 Egypte trekt op als een stroom, en wateren bewegen zich als de rivieren; en hij zegt: Ik zal optrekken, ik zal de aarde bedekken, ik zal de stad, en die daarin wonen, verderven. 9 Trekt op, gij paarden! en raast, gij wagens! en laat de helden uittrekken: de Moren, en de Puteers, die het schild handelen, en de Lydiers, die den bboog handelen spannen. b: Isa 66:19 En Ik zal een teken aan hen zetten, en uit hen, die het ontkomen zullen zijn, zal Ik zenden tot de heidenen naar Tarsis, Pul, en Lud, de boogschutters, naar Tubal en Javan, tot de ver gelegen eilanden, die Mijn gerucht niet gehoord, noch Mijn heerlijkheid gezien hebben; en zij zullen Mijn heerlijkheid onder de heidenen verkondigen. 10 Maar deze dag is des HEEREN, des HEEREN der heirscharen, een dag der wrake, dat Hij zich wreke van Zijn wederpartijders, en het zwaard zal vreten, en verzadigd, en dronken worden van hun bloed; want de Heere, HEERE der heirscharen, heeft een slachtoffer in het land van het noorden, aan de rivier Frath. 11 Ga henen op naar cGilead, en haal balsem, gij jonkvrouw, dochter van Egypte! Tevergeefs vermenigvuldigt gij de medicijnen, er is geen heling voor u. c: Jer 8:22 Is er geen balsem in Gilead? Is er geen heelmeester aldaar? Want waarom is de gezondheid der dochter mijns volks niet gerezen? 12 De volken hebben uw schande gehoord, en het land is vol van uw gekrijt; want zij hebben zich gestoten, held tegen held, zij zijn beiden te zamen gevallen.
Nebudkaddrézars inval in Egypte
13 Het woord, dat de HEERE tot den profeet Jeremia sprak, van de aankomst van Nebukadrezar, den koning van Babel, om Egypteland te slaan. 14 Verkondigt in Egypte, en doet het horen te Migdol; doet het ook horen te Nof en Tachpanhes; zegt: Stelt er u naar, en maakt u gereed, want het zwaard heeft verteerd, wat rondom u is. 15 Waarom zijn uw sterken weggeveegd? Zij stonden niet, omdat hen de HEERE voortdreef. 16 Hij maakte der struikelenden veel; ja, de een viel op den ander; zodat zij zeiden: Staat op en laat ons wederkeren tot ons volk, en tot het land onzer geboorte, vanwege het verdrukkende zwaard. 17 Daar riepen zij: Farao, de koning van Egypte, is een gedruis; hij heeft den gezetten tijd laten voorbijgaan. 18 Ik leef, spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen; hij zal voorzeker, als Thabor onder de bergen, en als Karmel bij de zee, aankomen! 19 Maak voor u gereedschap der gevankelijke wegvoering, gij inwoneres, gij dochter van Egypte! want Nof zal ter verwoesting worden, en zal verbrand worden, dat er niemand in wone. 20 Egypte is een zeer schone vaarze; de slachter komt, hij komt van het noorden. 21 Zelfs haar gehuurden in haar midden zijn als gemeste kalveren; maar die hebben zich ook gewend, zij zijn te zamen gevlucht, zij hebben niet gestaan; want de dag huns verderfs is over hen gekomen, de tijd hunner bezoeking. 22 Haar stem zal gaan als van een slang; want zij zullen met krijgsmacht daarhenen trekken, en tot haar met bijlen komen, gelijk houthouwers. 23 Zij hebben haar woud afgehouwen, spreekt de HEERE, hoewel het niet is te onderzoeken; want zij zijn meerder dan de sprinkhanen, zodat men hen niet tellen kan. 24 De dochter van Egypte is beschaamd; zij is gegeven in de hand des volks van het noorden. 25 De HEERE der heirscharen, de God Israels, zegt: Ziet, Ik zal bezoeking doen over de menigte van No, en over Farao, en over Egypte, en over haar goden, en over haar koningen, ja, over Farao, en over degenen, die op hem vertrouwen. 26 En Ik zal hen geven in de hand dergenen, die hunlieder ziel zoeken, en in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, en in de hand zijner knechten. Maar daarna zal zij bewoond worden als de dagen van ouds, spreekt de HEERE. 27 Maar dgij, Mijn knecht Jakob! vrees niet, en ontzet u niet, o Israel! want zie, Ik zal u verlossen uit verre , en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en niemand zal verschrikken. d: Isa 41:13 Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. Isa 43:5 Vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad van den opgang brengen, en Ik zal u verzamelen van den ondergang. Isa 44:1 Maar hoor nu Mijn knecht Jakob, en Israel, dien Ik verkoren heb! Jer 30:10 Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel! want zie, Ik zal u uit verre landen verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die hem verschrikke.  28 Gij Mijn knecht Jakob! vrees niet, spreekt de HEERE; want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding maken met al de heidenen, waarhenen Ik u gedreven zal hebben, doch met u zal Ik geen voleinding maken, maar eu kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden. e: Jer 10:24 Kastijd mij, HEERE! doch met mate; niet in Uw toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt. Jer 30:11 Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen; want Ik zal een voleinding maken met al de heidenen, waarhenen Ik u verstrooid heb; maar met u zal Ik geen voleinding maken; maar Ik zal u kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden. Read the full article
0 notes
christusleeft · 7 years
Text
New Post has been published on In de hemel is wél bier !
New Post has been published on http://bit.ly/2nXUbUV
Openbaring 18
De verkondiging van Babylons val.
1 En na dezen zag ik een anderen engel afkomen uit den hemel, hebbende grote macht, en de aarde is verlicht geworden van zijn heerlijkheid. 2 En hij riep krachtelijk met een grote stem, zeggende: aZij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden been woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk cgevogelte;
a: Isa 21:9  En zie nu, daar komt een wagen mannen, en een paar ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de aarde. Jer 51:8  Schielijk is Babel gevallen en verbroken; huilt over haar, neemt balsem tot haar pijn, misschien zal zij genezen worden. Rev 14:8  En er is een andere engel gevolgd, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt. 
b: Isa 13:21  Maar daar zullen nederliggen de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen, en de duivelen zullen er huppelen. Isa 34:14  En de wilde dieren der woestijnen zullen de wilde dieren der eilanden daar ontmoeten, en de duivel zal zijn metgezel toeroepen; ook zal het nachtgedierte zich aldaar nederzetten, en het zal een rustplaats voor zich vinden. Jer 50:39  Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen met de wilde dieren der eilanden daarin wonen; ook zullen de jonge struisen daarin wonen; en men zal er geen verblijf meer hebben in eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht. 
c: Isa 34:11  Maar de roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk bezitten, en de schuifuit, en de raaf zal daarin wonen; want Hij zal een richtsnoer der woestigheid over hen trekken, en een richtlood der ledigheid. 
3 Dewijl uit den dwijn des toorns harer hoererij alle volken gedronken hebben, een de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben, en de kooplieden der aarde rijk zijn geworden uit de kracht harer weelde.
d: Rev 14:8  En er is een andere engel gevolgd, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt. 
e: Rev 17:2  Met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van den wijn harer hoererij. 
4 En ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: fGaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt.
f: Gen 19:12  Toen zeiden die mannen tot Lot: Wien hebt gij hier nog meer? een schoonzoon, of uw zonen, of uw dochteren, en allen, die gij hebt in deze stad, breng uit deze plaats; Isa 48:20  Gaat uit van Babel, vliedt van de Chaldeen, verkondigt met de stemme des gejuichs, doet zulks horen, brengt het uit tot aan het einde der aarde, zegt: De HEERE heeft Zijn knecht Jakob verlost! Isa 52:11  Vertrekt, vertrekt, gaat uit van daar, raakt het onreine niet aan; gaat uit het midden van hen, reinigt u, gij, die de vaten des HEEREN draagt! Jer 51:6  Vliedt uit het midden van Babel, en redt, een iegelijk zijn ziel; wordt niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid; want dit is de tijd der wraak des HEEREN, Die haar de verdienste betaalt. Jer 51:45  Gaat uit, Mijn volk, uit het midden van haar, en redt een iegelijk zijn ziel, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN. 2Co 6:17  Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. 
5 Want haar zonden zijn [de ene op de andere] gevolgd tot den hemel toe, en God is harer ongerechtigheden ggedachtig geworden.
g: Rev 16:19  En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap. 
6 Vergeldt haar, gelijk als zij ulieden vergolden heeft, en verdubbelt haar dubbel, naar haar werken; in den drinkbeker, hwaarin zij geschonken heeft, schenkt haar dubbel.
h: Rev 14:10  Die zal ook drinken uit den wijn des toorn Gods, die ongemengd ingeschonken is, in den drinkbeker Zijns toorns; en hij zal gepijnigd worden met vuur en sulfer voor de heilige engelen en voor het Lam. 
7 Zoveel als zij zichzelve verheerlijkt heeft, en weelde gehad heeft, zo grote pijniging en rouw doet haar aan; want zij zegt in haar hart: iIk zit [als] een koningin, en ben geen weduwe, en zal geen rouw zien.
i: Isa 47:8  Nu dan, hoor dit, gij weelderige! die zo zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en niemand meer dan ik: ik zal geen weduwe zitten, noch de beroving van kinderen kennen.
8 kDaarom zullen haar plagen op een dag komen, [namelijk] dood, en rouw, en honger, en zij zal lmet vuur verbrand worden; want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt.
k: 2Th 2:8  En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst; 
l: Rev 17:16  En de tien hoornen, die gij gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten, en zullen haar woest maken, en naakt; en zij zullen haar vlees eten, en zullen haar met vuur verbranden. 
De weeklachten over Babylons val.
9 mEn de koningen der aarde, die met haar gehoereerd en weelde gehad hebben, zullen haar bewenen, en rouw over haar bedrijven, wanneer zij nden rook haar brands zullen zien;
m: Rev 18:3  Dewijl uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken gedronken hebben, en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben, en de kooplieden der aarde rijk zijn geworden uit de kracht harer weelde. Rev 17:2  Met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van den wijn harer hoererij. 
n: Rev 18:18  En riepen, ziende den rook van haar brand, en zeggende: Wat stad was deze grote stad gelijk? 
10 Van verre staande uit vreze van haar pijniging, zeggende: oWee, wee, de grote stad Babylon, de sterke stad, want uw oordeel is in een ure gekomen.
o: Isa 21:9  En zie nu, daar komt een wagen mannen, en een paar ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de aarde. Jer 51:1  Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden wind opwekken tegen Babel, en tegen degenen, die daar wonen in het hart van degenen, die tegen Mij opstaan. Rev 14:8  En er is een andere engel gevolgd, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt. 
11 En de kooplieden der aarde zullen wenen en rouw maken over haar, omdat niemand hun waren meer koopt; 12 Waren van goud, en van zilver, en van kostelijk gesteente, en van paarlen, en van fijn lijnwaad, en van purper, en van zijde, en van scharlaken; en allerlei welriekend hout, en allerlei ivoren vaten, en allerlei vaten van het kostelijkste hout, en van koper, en van ijzer, en van marmersteen; 13 En kaneel, en reukwerk, en welriekende zalf, en wierook, en wijn, en olie, en meelbloem, en tarwe, en lastbeesten, en schapen; en van paarden, en van koetswagens, en van lichamen, en pde zielen der mensen.
p: Eze 27:13  Javan, Tubal en Mesech waren uw kooplieden; met mensenzielen en koperen vaten dreven zij onderlingen handel met u. 
14 En de vrucht der begeerlijkheid uwer ziel is van u weggegaan; en al wat lekker en wat heerlijk was, is van u weggegaan; en gij zult hetzelve niet meer vinden. 15 De kooplieden dezer dingen, die rijk geworden waren van haar, zullen van verre staan uit vreze van haar pijniging, wenende en rouw makende; 16 En zeggende: Wee, wee, de grote stad, qdie bekleed was met fijn lijnwaad, en purper, en scharlaken, en versierd met goud, en [met] kostelijk gesteente, en [met] paarlen; want in een ure is zo grote rijkdom verwoest.
q: Rev 17:4  En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud, en kostelijk gesteente, en paarlen, en had in hare hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinigheid harer hoererij. 
17 En alle stuurlieden, en al het volk op de schepen, en bootsgezellen, en allen, die ter zee handelen, stonden van verre; 18 En riepen, ziende rden rook van haar brand, [en] zeggende: sWat [stad] was deze grote stad gelijk?
r: Rev 18:9  En de koningen der aarde, die met haar gehoereerd en weelde gehad hebben, zullen haar bewenen, en rouw over haar bedrijven, wanneer zij den rook haar brands zullen zien; Isa 34:10  Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust worden, tot in der eeuwigheid zal zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht zal het woest zijn, tot in eeuwigheid der eeuwigheden zal niemand daar doorgaan.
s: Rev 13:4  En zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan krijg voeren tegen hetzelve? 
19 En zij wierpen stof op hun hoofden, en riepen, wenende en rouw bedrijvende, zeggende: Wee, wee, de grote stad, in dewelke allen, die schepen in de zee hadden, van haar kostelijkheid rijk geworden zijn; want zij is in een ure verwoest geworden. 20 Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft uw oordeel taan haar geoordeeld.
t: Rev 19:2  Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig; dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft. 
Babylon zal nimmer meer verrijzen.
21 En een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp [dien] in de zee, zeggende: vAldus zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden, en zal niet meer gevonden worden.
v: Jer 51:64  En zult zeggen: Alzo zal Babel zinken, en niet weder opkomen, vanwege het kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen mat worden. Tot hiertoe zijn de woorden van Jeremia. 
22 xEn de stem der citerspelers, en der zangers, en der fluiters, en der bazuiners, zal niet meer in u gehoord worden; en geen kunstenaar van enige kunst zal meer in u gevonden worden; en ygeen geluid des molens zal in u meer gehoord worden.
x: Jer 25:10  En Ik zal van hen doen vergaan de stem der vrolijkheid en de stem de vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der bruid, het geluid der molens en het licht der lamp. Eze 26:13  Zo zal Ik het gedeun uwer liederen doen ophouden, en het geklank uwer harpen zal niet meer gehoord worden. 
y: Jer 25:10  En Ik zal van hen doen vergaan de stem der vrolijkheid en de stem de vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der bruid, het geluid der molens en het licht der lamp. 
23 En het licht der kaars zal in u niet meer schijnen; zen de stem eens bruidegoms en ener bruid zal in u niet meer gehoord worden; want uw kooplieden waren de groten der aarde, want door uw toverij zijn alle volken verleid geweest.
z: Jer 7:34  En Ik zal uit de steden van Juda en uit de straten van Jeruzalem doen ophouden de stem der vrolijkheid en de stem der vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der bruid; want het land zal tot een verwoesting worden. Jer 16:9  Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal van deze plaats, voor ulieder ogen en in ulieder dagen, doen ophouden de stem der vreugde en de stem der blijdschap, de stem des bruidegoms en de stem der bruid. Jer 25:10  En Ik zal van hen doen vergaan de stem der vrolijkheid en de stem de vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der bruid, het geluid der molens en het licht der lamp.
24 En in dezelve is gevonden ahet bloed der profeten en der heiligen, en al dergenen, die gedood zijn op de aarde.
a: Rev 17:6  En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, als ik haar zag, met grote verwondering. 
0 notes
christusleeft · 7 years
Text
New Post has been published on In de hemel is wél bier !
New Post has been published on http://bit.ly/2mP3AOG
Openbaring 14
Het lam en Zijn vrijgekochten.
1 En ik zag, en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem ahonderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden.
a: Rev 7:4  En ik hoorde het getal dergenen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle geslachten der kinderen Israels. 
2 En ik hoorde een stem uit den hemel, als been stem veler wateren, en als een stem van een groten donderslag. En ik hoorde een stem cvan citerspelers, spelende op hun citers;
b: Rev 1:15  En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren. 
c: Rev 5:8  En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen.
3 En zij zongen als deen nieuw gezang voor den troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon dat gezang leren, dan de honderd vier en veertig duizend, die van de aarde gekocht waren.
d: Rev 5:9  En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie; 
4 Dezen zijn het, die met vrouwen niet bevlekt zijn, ewant zij zijn maagden; dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Het ook heengaat; dezen zijn gekocht uit de mensen, [tot] eerstelingen Gode en het Lam.
e: 2Co 11:2  Want ik ben ijverig over u met een ijver Gods; want ik heb ulieden toebereid, om u als een reine maagd aan een man voor te stellen, namelijk aan Christus. 
5 fEn in hun mond is geen bedrog gevonden; want zij zijn gonberispelijk voor den troon van God.
f: Zep 3:13  De overgeblevenen van Israel zullen geen onrecht doen, noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en nederliggen, en niemand zal hen verschrikken. 
g: Eph 5:27  Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk. 
Aankondigingen van het oordeel
6 En ik zag een anderen engel, vliegende in het midden des hemels, en hij had het eeuwige Evangelie, om te verkondigen dengenen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk; 7 Zeggende met een grote stem: Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure Zijns oordeels is gekomen; en aanbidt Hem, hDie den hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft.
h: Gen 1:1  In den beginne schiep God den hemel en de aarde. Psa 33:6  Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir. Psa 124:8  Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft. Psa 146:6  Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid. Act 14:15  En zeggende: Mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook mensen van gelijke bewegingen als gij, en verkondigen ulieden, dat gij u zoudt van deze ijdele dingen bekeren tot den levenden God, Die gemaakt heeft den hemel, en de aarde, en de zee, en al hetgeen in dezelve is; Act 17:24  De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt; 
8 En er is een andere engel gevolgd, zeggende: iZij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, kdie grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt.
i: Isa 21:9  En zie nu, daar komt een wagen mannen, en een paar ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de aarde. Jer 51:8  Schielijk is Babel gevallen en verbroken; huilt over haar, neemt balsem tot haar pijn, misschien zal zij genezen worden. Rev 18:2  En hij riep krachtelijk met een grote stem, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte; 
k: Rev 16:19  En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap. Rev 17:5  En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde. Rev 18:10  Van verre staande uit vreze van haar pijniging, zeggende: Wee, wee, de grote stad Babylon, de sterke stad, want uw oordeel is in een ure gekomen. Rev 18:21  En een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp dien in de zee, zeggende: Aldus zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden, en zal niet meer gevonden worden. 
9 En een derde engel is hen gevolgd, zeggende met een grote stem: Indien iemand het beest aanbidt en zijn beeld, en ontvangt het merkteken aan zijn voorhoofd, of aan zijn hand, 10 Die zal ook drinken uit den wijn des toorn Gods, die ongemengd lingeschonken is, min den drinkbeker Zijns toorns; en hij zal ngepijnigd worden omet vuur en sulfer voor de heilige engelen en voor het Lam.
l: Rev 18:6  Vergeldt haar, gelijk als zij ulieden vergolden heeft, en verdubbelt haar dubbel, naar haar werken; in den drinkbeker, waarin zij geschonken heeft, schenkt haar dubbel. 
m: Rev 16:19  En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap. 
n: Rev 20:10  En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid. 
o: Rev 19:20  En het beest werd gegrepen, en met hetzelve de valse profeet, die de tekenen in de tegenwoordigheid van hetzelve gedaan had, door welke hij verleid had, die het merkteken van het beest ontvangen hadden, en die deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in den poel des vuurs, die met sulfer brandt. 
11 pEn de rook van hun pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest aanbidden en zijn beeld, en zo iemand het merkteken zijns naams ontvangt.
p: Rev 19:3  En zij zeiden ten tweeden maal: Halleluja! En haar rook gaat op in alle eeuwigheid.
12 qHier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus.
q: Rev 13:10  Indien iemand in de gevangenis leidt, die gaat zelf in de gevangenis; indien iemand met het zwaard zal doden, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de lijdzaamheid en het geloof der heiligen. 
13 En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de doden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen. 14 En ik zag, en ziet, een witte wolk, en op de wolk was Een gezeten, rdes mensen Zoon gelijk, hebbende op Zijn hoofd een gouden kroon; en in Zijn hand een scherpe sikkel.
r: Eze 1:26  En boven het uitspansel, hetwelk was boven hun hoofden, was de gelijkenis eens troons, als de gedaante van een saffiersteen; en op de gelijkenis des troons was de gelijkenis als de gedaante eens mensen, daarboven op zijnde. Dan 7:13  Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude van dagen, en zij deden Hem voor Denzelven naderen. Rev 1:13  En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel; 
15 En een andere engel kwam uit den tempel, roepende met een grote stem tot Dengene, Die op de wolk zat: sZend Uw sikkel en maai; want de ure om te maaien is nu gekomen, dewijl de oogst der aarde rijp is geworden.
s: Joe 3:13  Slaat de sikkel aan, want de oogst is rijp geworden; komt aan, daalt henen af, want de pers is vol, en de perskuipen lopen over; want hunlieder boosheid is groot. Mat 13:39  En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen. 
16 En Die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid. 17 En een andere engel kwam uit den tempel, die in den hemel is, hebbende ook zelf een scherpe sikkel. 18 En een andere engel kwam uit van het altaar, die macht had over het vuur; en hij riep met een groot geroep, tot dengene, die de scherpe sikkel had, zeggende: Zend uw scherpe sikkel, en snijd af de druiftakken van den wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp. 19 En de engel zond zijn sikkel op de aarde en sneed [de druiven] af van den wijngaard der aarde, en wierp ze in den groten wijnpersbak tdes toorns Gods.
t: Rev 19:15  En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmede de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt den wijnpersbak van den wijn des toorns en der gramschap des almachtigen Gods. 
20 En vde wijnpersbak werd buiten de stad getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot aan de tomen der paarden, duizend zeshonderd stadien ver.
v: Isa 63:3  Ik heb de pers alleen getreden, en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn toorn, en heb hen vertrapt in Mijn grimmigheid; en hun kracht is gesprengd op Mijn klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld. 
0 notes