Tumgik
bobdh84 · 8 years
Text
Witte Kalveren
Afgelopen donderdag werd in De Wereld Draait Door gesproken over de diversiteit in de Nederlandse film als reactie op de Amerikaanse #OscarsSoWhite controverse. Kijkend naar die uitzending plaatste ikzelf een tweet waarin ik mij hardop afvroeg of je niet kunt stellen dat wij, Nederland, zelfs een stapje erger scoren wat betreft het tonen van een multiculturele, genderneutrale afspiegeling van Nederland. Gelieerd aan die gedachte vroeg ik mij vervolgens af hoe onze grootste filmprijs, het ‘Gouden Kalf’, die wijzelf zo graag ‘de Nederlandse Oscar’ noemen, het er wat dat betreft vanaf brengt. Een statistiekje is zo gemaakt.
Representatief Natuurlijk gaat het hier niet écht om het Gouden Kalf zelf, net zoals de Oscars niet écht om de Oscars gaan. Variety kwam deze week met een treffende cover waarmee ze groot ‘Shame On Us’ kopten: de Oscars zijn een in het oog springende representatie van de filmindustrie als geheel, versterkt door het feit dat diens jury vertegenwoordigd wordt door een grote groep industrieprofessionals. Zijn de Oscars racistisch, dan is de industrie racistisch, simpelweg omdat het dezelfde groep mensen zijn. Oké, niet een-op-een dezelfde mensen, maar wel de meest invloedrijken onder hen.
En wanneer in Amerika gesproken wordt over een gebrek aan diversiteit bij de Oscars, dan bedoelt men voornamelijk een gebrek aan nominaties onder Afro-Amerikaanse acteurs. Zowel het onderscheid in huidkleur als categorie is belangrijk hier. Dat ondertussen de Mexicanen cinematograaf Emmanuel Lubezki en regisseur Alejandro González Iñárritu voor twee jaren op rij beiden genomineerd zijn en overal getipt worden om voor het tweede jaar op rij wederom te winnen (voor Emmanuel wordt dat zelfs zijn derde), dat telt in de hele discussie niet mee. En dat terwijl in het dagelijks leven de Latino gemeenschap in Amerika wel degelijk gebukt gaat onder sluikdiscriminatie en het krijgen van minder kansen dan de witte man.
Maar de hele discussie gaat voor een belangrijk deel dan ook om de zichtbaarheid. Niet geheel verwonderlijk in de filmindustrie, overigens. Een acteur staat veel meer in de kijker, is de persoon met wie het publiek zich identificeert, waar dan ook de rolmodellen vandaan moeten komen voor de jonge kinderen en geven kleur aan de diversiteit. Dat een Mexicaan hen zo prachtig in beeld brengt, dat zien maar weinigen. De vraag is ook hoeveel stemmers bij de Academy zich daarvan bewust zijn wanneer ze ‘die cameraman van The Revenant’ aankruisen.
En Nederland? Extrapoleren wij dat door naar Nederland, dan is het Gouden Kalf een prima graadmeter om te onderzoeken hoe inclusief wij zijn wat betreft het geven van gelijke kansen aan alle bevolkingsgroepen die leven in ons land. Wij delen dit trofeetje weliswaar nog niet zo lang uit in onze industrie als de Academy dat doet, maar gezien we al in 1981 stilletjes aan begonnen zijn (diverse categorieën zijn er later pas bij gekomen), is er al wel een tendens te zien tussen ‘toen’ (de jaren ’80) en nu, onze moderne samenleving waarin wij ons bewuster zijn geworden van diversiteit.
Laten we, omwille van de discussie, hetzelfde principe ook hier hanteren dat rond de Oscars in Amerika speelt en kijken naar de acteurs en actrices die sinds 1981, het ontstaan van het Gouden Kalf, in Nederland gewonnen hebben. Regie en scenario pak ik er ook maar even bij, omdat deze personen voor een belangrijk deel kleur geven aan een film.
Maar waar Amerika zich focust op ‘zwart’ en ‘wit’ en hier en daar personen van Latijns Amerikaanse afkomst nog een beetje meepikt zolang dit een punt verder bevestigd, is dat onderscheid in Nederland minder makkelijk gemaakt. Wij kennen immers ook een grote bevolkingsgroep van Marokkaanse en Turkse afkomst die achtergesteld worden bij sollicitaties en achterblijven wat betreft de gelijke kansen vergeleken bij de doorsnee, extreem-witte Nederlander. In de Marokkaanse gemeenschap is het net zo belangrijk dat zij zichzelf vertegenwoordigd zien in film, muziek, cultuur op een positieve wijze, een ‘rolmodel’ zo je wilt, om ergens tegenop te kunnen kijken.
Tot zover de introductie, over op de statistieken. Hoe scoort ‘ons’ Gouden Kalf wat betreft diversiteit? De tabel is hier op volledige grootte te zien.
Tumblr media
Vrouwen Wat mij meteen opviel tijdens het verzamelen van de gegevens, was de vertegenwoordiging van de vrouw in de Nederlandse filmindustrie (bij de genderneutrale beroepen Regie en Scenario hierboven weergegeven als M of V). Waar Amerika pas in 2008 voor het eerst een Oscar toekende aan Kathryn Bigelow voor haar regie van The Hurt Locker, en sindsdien dit niet meer gedaan heeft, zijn wij al sinds 1990 bezig met het erkennen van vrouwelijk talent achter de camera. Vat dit nog eventjes procentueel samen en wij scoren lang niet slecht. Relatief dan, want je kunt nog altijd niet spreken van een 50/50 score. Wanneer je je echter bedenkt dat ook de industrie geen 50/50 verhouding kent van vrouwelijke regisseurs, dan toont het Gouden Kalf wellicht een aardig waarheidsgetrouwe afspiegeling van het vrouwelijk aandeel in de Nederlandse film. Let op: dit is een aanname, de exacte man/vrouw verdeling in deze professie is mij niet bekend.
Tumblr media
Nationaliteit: ‘anders’ Tja. De minderheden. Die zijn wat lastiger. Kijk je heel sec naar de afkomst van de regisseur, acteur of actrice, dan zie je in het grotendeels blanke vlak hier en daar wat stipjes opduiken die indiceren dat ja, het Nederlands Film Festival wil best hier en daar erkennen dat ook de niet per se in Nederland geboren artiest mooie dingen maakt. 
Let op, de nadruk ligt hier op ‘af en toe’. Realiseer je hier even dat wanneer een vlak ‘blank’ gekleurd is, je ook moet denken aan een blanke, volbloed Nederlander. Is jouw definitie van diversiteit dat er ook prijzen geschonken moeten worden aan personen die een bevolkingsgroep vertegenwoordigen die in het dagelijks leven bij een sollicitatie niet worden aangenomen wanneer ze hun afkomst in de brief noteren, dan vallen de Belg en Brit al af. Die zijn immers aardig geaccepteerd in ons landje. 
(Overigens, Peter Greenaway, beste Nederlandse regisseur? Dat die man een Nederlands productiebedrijfje uitgekozen heeft om zijn Engelstalige films te financieren, prima, maar is dat voldoende om deze -overigens verder in het arthouse circuit legendarische- man te rekenen tot Neerlands trots? Maar dat terzijde).
Tumblr media
Met bovenstaande in het achterhoofd, wetende dat ook die laatste groep valt in de categorie ‘Nationaliteit: Anders’, dan is bovenstaande 6% best weinig.
Bovenstaande percentages vertegenwoordigen het totaalbeeld. Splits je dit op in de acteurs en actrices, oftewel: de minder zichtbare personen achter de camera versus degenen die het gezicht van de film voor de camera bepalen en wiens personages de beeldvorming kunnen beïnvloeden onder het Nederlandse publiek, dan is het niet veel anders gesteld. Slechts 5 winnaars van de in totaal 99 winnaars, waaronder een Belg.
Opvallend: het gebeurde voor het eerst in 2005 dat het Gouden Kalf werd toegekend aan acteurs met geen Nederlandse afkomst, namelijk de cast van Het Schnitzelparadijs voor Beste Mannelijke Bijrol. Maar in tegenstelling tot het toekennen van de prijs voor Beste Acteur, is ervoor gekozen om hem toe te kennen aan álle mannelijke bijrollen inclusief ‘onze eigen’ Tygo Gernandt. Ongetwijfeld was er voor het eindresultaat veel te danken aan de gezamenlijke chemie van hen op de set, maar wat een uitstekende aangelegenheid was geweest om een prijs toe te kennen aan een Nederlander van ofwel Marokkaanse, ofwel Turkse afkomst, is er dit jaar dus voor gekozen om voor het eerst in de historie van het Gouden Kalf de acteurs samen te voegen in een groepje met ook een autochtone, homegrown Nederlander.
Desondanks was Het Schnitzelparadijs een belangrijk keerpunt voor de Nederlandse film. Het was een zeer populaire komedie waarin de multiculturele karakters, zowel van Turkse als Marokkaanse komaf (een groep die doorgaans op een negatieve manier geportretteerd wordt) nu juist op positieve wijze worden getoond in een vrolijke film. De aandacht voor deze film kan gezien worden als ‘een eerste stap’. De tweede stap zou pas jaren later gezet worden, wanneer Nasrdin Dchar Beste Acteur wint voor Rabat. In 2013 wint Marwan Kenzari (Tunesische afkomst) voor Wolf.
Zwart en wit Laten we het even expliciet hebben over het verschil tussen zwart en wit. Hoezeer we ook prijzen hebben uitgereikt aan artiesten met een Russische, Tunesische of (in 2011 voor het eerst) Marokkaanse afkomst, er bevindt zich in het staatje geen enkele donkere persoon, ofwel, met een Afro afkomst. Geen één.
Zoals eerder aangestipt hoeft hier niet gekeken te worden naar een schuldvraag bij het Nederlands Film Festival, de uitreikers van het Gouden Kalf. Zoals het percentage vrouwelijke winnaars een goede weerspiegeling lijkt van het aantal vrouwelijke regisseuses versus het mannelijke aantal, is ook het feit dat alle kalfwinnaars (een tint van) wit zijn, met name representatief voor de industrie en het aantal goede rollen dat gecreëerd wordt voor de donkere medemens. En het idee dat een rol geschreven met een blanke persoon in het achterhoofd, niet ingevuld kan worden door een persoon met een andere huidkleur zonder dat de rol herschreven hoeft te worden.
Aan tafel bij DWDD werd gesproken over het feit dat de Nederlander met een donkere huidkleur het lastig heeft tijdens het auditeren naar rollen. Niet alleen worden er weinig rollen voor hen geschreven, daar komt bij dat de rollen waar zij wel voor in aanmerking komen, vaak oeroude stereotypen in stand houden. “Vaak word ik gevraagd om gebrekkig Nederlands te praten of een Bijlmers accent te gebruiken, terwijl ik tijdens mijn toneelopleiding zoveel lessen heb gehad in ABN articulatie”. 
Het is niet zo dat er helemaal geen goede rollen zijn, maar het zijn vaak rollen in ‘probleemfilms’. In 2013 werd bijvoorbeeld Yootha Wong-Loi-Sing genomineerd voor haar sterke rol in Hoe Duur Was de Suiker, een film over de slavernij. Ook een rol als ‘de asielzoeker’ werd aan tafel bij DWDD in deze categorie geschaard, wat aantoont dat het probleem complexer ligt dan je aan het oppervlak zou denken. Een film als Problemski Hotel (naar de gelijknamige roman van Dmitri Verhulst) is juist voor velen een middel om ‘de asielzoeker’ te zien als mens, de ogen te openen voor de persoon met al zijn zorgen en problemen. Films als deze moeten ook gecast worden en ontkomen niet aan typecasting. Dát de film, en films zoals dezen, gemaakt worden is absoluut belangrijk. Denk hierbij ook aan De Nieuwe Wereld, een tv-film waarvoor Issaka Sawadogo een nominatie voor het Kalf kreeg, wat aangeeft dat wanneer een goede rol zich aandient het NFF niet te beroerd is om dat te erkennen. Dat hij niet won, kan ook te maken hebben met sterke concurrentie. Medespeler Bianca Krijgsman kreeg vervolgens overigens de Emmy. Baas boven baas.
Verandering Het is niet aan mij om aan dit alles keiharde conclusies te verbinden, het zijn in de eerste plaats observaties. En wat ook opvalt is, dat er een verandering gaande is. De prijzen die de laatste jaren zijn uitgedeeld voor Rabat en Wolf (overigens beiden van succesvol regisseur Jim Taihuttu) geven aan dat er goede Nederlandse films gemaakt worden met een multicultureel diverse cast en dat hun successen en prestaties worden erkend. Een film als Alleen Maar Nette Mensen uit 2012 werd dan niet genomineerd, maar daar was het de film ook niet naar. Hij scoorde wél op punten waar een film als deze moet scoren: het was een publiekstrekker die op een positieve manier verschillen aantoonde tussen diverse culturen. Het feit dat films zoals deze, maar ook Rabat en Wolf in eerdere jaren, steeds meer gemaakt worden geeft hoop. 
Maar we zitten nog steeds in de fase waarin het divers casten controverse geeft, tenzij het script expliciet vraagt om een rol van de afkomst van de acteur. Vergelijkbaar hiermee is de vertegenwoordiging van de LGBT gemeenschap in film. Toen La Vie d’Adele uitkwam was de portrettering van een lesbische relatie hét gesprek op het filmfestival van Cannes. Dat is geen vooruitgang. Geen echte. Toen Todd Haynes Carol maakte, sprak men vaker over de kwaliteit van de film dan over de relatie tussen Cate Blanchett en Rooney Mara. Dát is vooruitgang. Wat dat betreft valt er nog wel een stap te maken.
Verantwoording Ik heb gekeken naar de diversiteit in afkomst van iedere persoon en in hoeverre deze afkomst ons beeld van hen beïnvloedt. Zo is Jean van de Velde weliswaar geboren in Belgisch Congo, maar dit is meer een feitje te vinden op Wikipedia dan dat dit jouw beeld van de (blanke) man beïnvloedt, die verder ook gewoon ‘Nederlandse filmmaker’ genoemd wordt. Ditzelfde geldt voor Janneque Draisma, hoewel zij een randgevalletje is: geboren in Zimbabwe, maar blank, spreekt Nederlands, je moet het maar net weten. Overigens had ik graag de statistieken uitgebreid tot ook de genomineerden, maar het Nederlands Film Festival toont op haar website alleen de winnaars van iedere editie. Tot zover het hele ‘genomineerd worden is al een hele eer’; binnen enkele jaren is iedereen die nominatie weer vergeten, nee, winnen is echt beter.
0 notes
bobdh84 · 8 years
Text
Filmjaar 2015
Het maken van Top 10-lijstjes aan het einde van het jaar is natuurlijk een volstrekt populistische bezigheid waarin je films met elkaar vergelijkt die helemaal niet te vergelijken zijn, maar je wel fijn wat werkjes op een rijtje kunt zetten die laten zien dat jij echt wel pretentieuze arthousecinema kunt waarderen naast je commerciële Hollywoodtroep. Dit is die van mij.
Behalve dan dat de films in alfabetische volgorde zijn gerangschikt (omdat kunst geen competitie is) en het er 20 zijn in plaats van 10. Het was immers een uitstekend jaar voor film. Zoals het oude spreekwoord luidt: ben je het daar niet mee eens, dan heb je gewoonweg de verkeerde films gekeken. Of niet voldoende van de juiste. Ik zou voorstellen om eens een beginnetje te maken met één van onderstaande films.
Tumblr media
The Better Angels (A.J. Edwards, VS) Terwijl de nieuwste van Terrence Malick (Knight of Cups) strandde in quasi-filosofische overpeinzingen die niet echt ergens heen gingen, leverde zijn protégé A.J. een film af met wél een duidelijk centraal punt: Abraham Lincoln. The Better Angels portretteert de jeugd van de man die ooit president zou worden in dezelfde poëtische en minimalistische stijl als je van zijn leermeester zou verwachten, in krachtig zwart/wit geschoten in de bossen van het Amerikaanse Mohonk reservaat, maar wint aan zeggingskracht doordat vrijwel iedere gebeurtenis in de film, hoe subtiel ook (en geloof me, dit is een héél subtiele film) wel een steen is die bouwt aan het fundament van Abe’s latere presidentschap.
Tumblr media
Birdman (Alejandro González Iñárritu, VS) Doordat Birdman dé grote film was van Oscarjaar 2014 zou je bijna vergeten dat wij hem in 2015 pas te zien kregen. Iñárritu’s meesterlijk geschoten observatie van onze fame-obsessed selfiecultuur vol rake dialogen en intense vertolkingen van de voltallige cast, is een masterclass in het ritme van filmmaken. Technisch briljant maar ook inhoudelijk erg rijk.
Tumblr media
Bridge of Spies (Steven Spielberg, VS) Over technisch briljant gesproken: Spielberg laat weer eens aan de jongere garde zien hoe je dat nu eigenlijk doet, filmmaken. Met een traditionele structuur en ouderwets sentimenteel einde, maar óók prachtige belichting, een perfecte balans tussen subtiele komedie en schrijnende tragiek (de jongeren die De Muur overklimmen) en een ouderwets klassieke sfeer is dit vakmanschap van begin tot eind.
Tumblr media
El Club (Pablo Larraín, Chili) Pablo Larraín’s portret van een groepje door de Katholieke kerk verstoten paters is een stevige aanklacht tegen de kerk en diens verlangen om al hun problemen zelf wel even op te lossen. Als er één les uit deze film te trekken valt, dan is het wel dat de mantel der liefde besmeurd is met bloed.
Tumblr media
The Diary of a Teenage Girl (Marielle Heller, VS) Met zijn roots stevig in de hernieuwde Amerikaanse seksuele revolutie voortgebracht door Lena Dunham en Amy Schumer, waarbij taboes doorbroken worden in de sfeer van ‘blijf vooral gewoon jezelf’, toont The Diary of a Teenage Girl de seksuele ontluiking van een alledaags meisje zonder haar meteen te veroordelen als slet of sloerie, en op grappige maar vooral innemende wijze verteld.
Tumblr media
The Duke of Burgundy (Peter Strickland, GB / Hongarije) Niet zo lang nadat Fifty Shades of Grey de wereld bekendmaakte met BDSM en seksuele rollenspelen in de grote Pathé bioscopen, kwam Peter Strickland in de arthousetheaters met deze meer psychologische benadering over een samenleving uitsluitend bestaande uit lesbische vrouwen die allemaal relaties met elkaar onderhouden als meesteres en onderdanige. En waar het grote publiek zich vooral verlustigde aan seks met Grey, stelde Strickland vragen over het voldoen aan verwachtingen in relaties en hoe ver mensen daarin bereid zijn te gaan. Typisch.
Tumblr media
Ex_Machina (Alex Garland, GB) Er zijn al veel films gemaakt die ons waarschuwen voor artificiële intelligentie en de gevaren van de zelfdenkende computer, maar waar deze films speelden met het filosofische principe van de maker en diens creatie, schetst Garland ons een steeds reëler  wordend scenario waar op dit moment Elon Musk, Stephen Hawking en Larry Page zich daadwerkelijk zorgen over maken. Maar ook wanneer je niet gelooft in de vooravond van de zelfdenkende machine zijn de gevaren van technologie een voelbare dreiging. The future is now.
Tumblr media
A Girl Walks Home Alone At Night (Ana Lily Amirpour, VS / Iran) Toen A Girl uitkwam in het festivalcircuit filosofeerden vele critici over de feministische ondertonen van deze Iraanse vampierwestern en de allegorie die het misschien wel, misschien niet is voor de politieke situatie van Amirpour’s land van herkomst. Maar soms is een film gewoon tof en moet je er verder vooral niet al te lang over nadenken. Zo ook deze übercoole film. Gewoon kijken dus, liefst in het holst van de nacht.
Tumblr media
Trudno byt bogom (Aleksey German, Rusland) Zo af en toe moet je iets radicaals zien, en deze drie uur durende Russische science-fictionfilm (engelse titel: Hard to be a God) over een planeet die nog leeft in de middeleeuwen valt stevig in deze categorie. Het plot is volledig ondergeschikt aan de belevenis van het rondlopen in deze smerige, gewelddadige, lompe samenleving, met lange shots en karakters die geregeld recht in de camera kijken om de indruk te geven dat jij, de kijker, daar met hen meewandelt. Gebaseerd op een cultroman van auteurs die ook Tarkovsky inspireerden voor Stalker, maar de Tarkovsky-vibe zit hier niet zozeer in het filosofische (hoewel je dat erin kunt lezen) maar meer in het volledig negeren van iedere filmconventie die je maar kunt bedenken. Als de film is afgelopen heb je echt het gevoel dat je ergens anders bent geweest. En heb je zin in een douche.
Tumblr media
Inherent Vice (Paul Thomas Anderson, VS) Na meesterwerken There Will Be Blood en The Master was het voor Paul Thomas Anderson tijd voor een tussendoortje. Dat is Inherent Vice geworden, een film die in plot misschien net zo schimmig is als het wereldbeeld van een stoner met een alcoholverslaving, maar desalniettemin een prettig sfeertje schetst, ouderwets geschoten is op film, met fijne muziek en een kleurrijke cast van personages. En een PTA op een mindere dag blijft nog steeds PTA.
Tumblr media
Inside Out (Pete Docter, VS) Dat deze in Top 10-lijstjes terecht zou komen, dat zagen we al wel een tijdje aankomen: de altijd fantastische Pixar (behalve met The Good Dinosaur dan, maar die film had ook wel een historisch problematische productie) gaat op de psychologische tour en toont ons het brein van een opgroeiend kind in de meest moeilijke fase van haar leven: high school. Niet alleen weet Docter een zeer herkenbare wereld van het onderbewuste te scheppen die op creatieve wijze kleur geeft aan onze emoties, hij wisselt dit ook nog eens moeiteloos af met de gevolgen van wat er in die wereld gebeurt met de échte wereld, overgoten met een fikse dosis melancholie en humor. Chapeau.
Tumblr media
The Lobster (Yorgos Lanthimos, UK) Misschien wel een van de meest bizarre films van het jaar is tegelijkertijd ook (niet geheel toevallig) de meest unieke. Lanthimos schetst een samenleving waarin het hebben van een partner verplicht is en wie faalt om binnen 45 dagen aan deze harde eis te voldoen, zal onherroepelijk veranderd worden in een dier naar keuze. Deze gitzwarte satire is vooral een aanklacht op de maatschappelijke dwang op het ‘nemen’ van een partner, of het hokjesdenken in het algemeen. Maar, zoals Rachel Weisz nog zei bij Graham Norton kan iedereen er weer iets anders in zien. Een cinematografische rorschachtest dus, maar dan wel eentje die je tegelijkertijd zal choqueren en doen schaterlachen.
Tumblr media
The Look of Silence (Joshua Oppenheimer, Indonesië) Na The Act of Killing dwingt Oppenheimer ons nogmaals te kijken naar de terreurdaden die zich afspeelden tijdens de Indonesische genocide van de jaren ’60. Door een opticien de beulen te laten ondervragen die (direct of indirect) verantwoordelijk waren voor de dood van zijn broer ontstaan er indringende gesprekken die pijnlijk blootleggen hoe de oorlogsmisdadigers van toen nooit gestraft zijn, nooit berouw hebben hoeven tonen en hoe dit gegeven het land nog altijd in zijn greep houdt, tot aan de huidige machthebbers toe. Een essentiële documentaire.
Tumblr media
Lost River (Ryan Gosling, VS) Hollywoodhunk Ryan Gosling ontpopt zich als filmmaker als een kind van David Lynch, Nicolas Winding Refn en Terrence Malick, in een film die hij volledig geschoten heeft in het desolate Detroit. Iedereen die Gosling het liefst ziet als pretty boy liep het afgelopen jaar voortijdig hoofdschuddend de zaal uit, maar wie hem nu wel een beetje kent als die jongen van Drive en Only God Forgives kon zich vergapen aan deze koortsdroom die fungeert als uithangbord voor de ontluikende carrière van een interessante nieuwe regisseur met visie.
Tumblr media
Mad Max: Fury Road (George Miller, Australië) Een jaar geleden had niemand verwacht dat deze revival van de decennia geleden gestorven Mad Max-reeks zo’n overweldigend onthaal zou krijgen van zowel publiek als critici, laat staan dat de film getipt zou worden voor de Oscars, maar deze audiovisuele achtbaanrit is lekker rauw, ongefilterd en zet een wereld neer die overtuigt door detail en creativiteit. Bedrieglijk simpel ook, want getuige de vele thinkpieces die al verschenen zijn over Fury Road kun je er van alles inlezen, van feminisme tot de oproep om vooral niet te vluchten voor je problemen.
Tumblr media
Saul Fia (László Nemes, Polen) Of we wel nóg een tragische film over de Holocaust nodig hadden valt te bediscussieren, maar Nemes’ intense film over het Sonderkommando (engelse titel: Son of Saul) toont ons de tragiek van de vernietigingskampen van dichterbij dan we ooit hebben gezien. In ieder opzicht, want hij koos ervoor om zijn camera gedurende de hele film vast te zetten in close-up op het hoofd van protagonist Saul. Hiermee legt hij zijn focus niet zozeer op wát er gebeurt, als meer op het effect dat dit alles heeft op de betrokkenen.
Tumblr media
Steve Jobs (Danny Boyle, VS) Twee jaar geleden liet Joshua Michael Stern met Jobs zien hoe je een film over Steve Jobs níet moet maken (lees: een biografische lofzang op het genie dat Steve zou zijn), waarop Danny Boyle nu met scenarioschrijver extraordinaire Aaron Sorkin laat zien hoe je het wél moet doen: aan de hand van drie productpresentaties waarin niet zozeer het leven van de man getoond wordt, maar juist de essentie van de man. Er valt wat te zeggen over het benadrukken van Jobs’ negatieve eigenschappen, maar uiteindelijk was het ook juist door die mentaliteit dat zijn producten ons digitale landschap voorgoed zouden veranderen. Ondertussen is Boyle’s filmmaken van cameravoering tot editing ronduit virtuoos te noemen.
Tumblr media
Timbuktu (Abderrahmane Sissako, Mauritanië) Een film die laat zien dat de mensen die onze kant op vluchten voor IS, ook hele gewone en vredelievende mensen zijn. Dat klinkt als een open deur, maar je hoeft slechts één blik op Twitter te werpen om te realiseren dat een film als Timbuktu hoognodig is. Dit portret van het dagelijks leven in de Mauritaanse stad tijdens het binnendruppelen van de eerste onderdrukkers van IS is bovendien diep menselijk, waarbij ook de onderdrukkers worden getoond met al hun twijfels en onhandigheden.
Tumblr media
Plemya (Miroslav Slaboshpitsky, Oekraïne) Het moet niet makkelijk zijn geweest voor Miroslav Slaboshpitsky om geld bijeen te schrapen voor Plemya (engelse titel: The Tribe). Een film geheel geschoten in gebarentaal? Geen ondertiteling? Over onderdrukking en (seksueel) geweld? Wie gaat daar nu heen? Het antwoord laat zich raden: iedereen met ook maar enige interesse in de kracht van het visueel vertellen van een verhaal (en bij voorkeur met een stevige maag). Nog zoiets radicaals van een regisseur die iets met het medium ‘film’ doet dat nog niemand eerder getracht heeft, geheel in de geest van Haneke.
Tumblr media
Youth (Paolo Sorrentino, UK) Paolo Sorrentino’s Youth had heel makkelijk kunnen vervallen in een mijmerende, cynische film over een paar oude mannetjes die verbitterd terugkijken op hun leven en de dingen die voorbij gaan. In plaats daarvan is Youth een heerlijke film geworden die net zo goed het leven viert als melancholisch terugkijkt op het maken van fouten en het leren van die fouten, geschoten in diezelfde prachtige inventieve stijl die we ook nog kennen van Sorrentino’s eerdere La Grande Bellezza, vol goede soundtrackkeuzes en creatieve cinematografie.
1 note · View note
bobdh84 · 8 years
Text
De gruwelen van de Shoah-film
Tumblr media
Een 27-jarige man schreef vandaag op een forum na het zien van Son of Saul, de veelgeprezen film over het Sonderkommando in de vernietigingskampen van de tweede wereldoorlog, dat hij na het horen van verhalen over mensen die huilend de zaal verlieten verwacht had dat de stervende mensen in de gaskamer getoond zouden worden, de (en ik quote) “naakte mannen, vrouwen en kinderen die proberen het beton van de muren te krabben als ze vergast worden”. Het unheimische gevoel dat je bekruipt bij het lezen van zijn mini-recensie is dat de man teleurgesteld was door de film. Dat het allemaal wel wat heftiger had gemogen.
Wat zo mogelijk nog schokkender is, is de realisatie dat hij waarschijnlijk niet de enige is die er zo over denkt. En vooruit, Son of Saul is vrijwel geheel subjectief geschoten in 4:3 formaat, wat zoveel betekent dat de regisseur gedurende de volledige speelduur focust op het hoofd van zijn protagonist waarbij de gruwelijke details zich (vaak buiten focus door het hanteren van bijzonder kleine diafragmas) afspelen in het kader van het beeld. Maar ondanks het gebrek aan overdadig expliciete scènes is Son of Saul juist zo misselijkmakend door sounddesign, weerzinwekkende suggestie en gruwelijke details. Gruwelijk genoeg, zou je zeggen.
De vele discussies over Schindler’s List, waarin herhaaldelijk betoogd wordt dat deze film tezeer de focus legt op de overlevenden in plaats van zij die gestorven zijn in de kampen, wijzen erop dat er behoefte is aan een film die de Holocaust toont in al zijn gruwelijkheid en totale uitzichtloosheid. Dat alleen op die manier recht gedaan kan worden aan de gruwelen van deze periode. In dit ‘gat’ springt Son of Saul nu. De vraag die daarbij echter ontweken lijkt te worden is een cruciale: waarom? Ik kan mij niet voorstellen dat er iemand is die na het zien van Schindler’s List, of The Pianist, of Fateless (nog zo’n film waarin we een slachtoffer volgen die weet te overleven) de film verlaat met een hersteld geloof in de goedheid van de mens. Het punt is duidelijk.
Verlangen wij naar een viscerale ervaring om ons druilerige doorstaan te doorbreken, en functioneert de Holocaust nu als mokerslag om ons die shockeerde klap te bezorgen, als de humane variant op de horrorfilm? Of bereiden de vele films die wij reeds gezien hebben over de Holocaust ons steeds meer voor op wat wij te zien zullen krijgen in een film als Son of Saul dat regisseurs steeds explicieter moeten worden, steeds inventiever moeten zijn om nog door te kunnen dringen tot de kijker, om diezelfde reactie van shock teweeg te brengen? In dat geval huiver ik voor de Shoah-films die wij in de toekomst nog voor ons kiezen gaan krijgen.
0 notes
bobdh84 · 9 years
Photo
Tumblr media
In een stad waar ‘car culture’ groot is en het openbaar vervoer zoals bus of metro 'voor daklozen’ (zoals omschreven door de vriend waar ik in LA verblijf) is Über dé oplossing voor de reizenden zonder auto. De goedkope taxiservice heeft de vrijheid teruggegeven aan hen die niet hun halve vakantiegeld willen verbrassen aan de 'echte' taxi noch het risico willen nemen om halverwege de reis naar je eindbestemming te stranden met al je bagage. Het is dan ook geen wonder dat je als Überchauffeur in Los Angeles aan de lopende band klanten op kunt pikken, ongeacht het tijdstip (hoewel velen weigeren om de nachtelijke uren te rijden in verband met de klanten die onder invloed zijn van drank of drugs).
Maar deze lage kosten komen tegen een andere prijs, want een weinig betalende klant wordt rondgereden door een weinig betaalde chauffeur. Deze chauffeurs zijn weer ruwweg in tweeën te delen: zij die het Überrijden beschouwen als een fijne bijverdienste om het gezin te onderhouden (vrolijk, gezellig, knoop je makkelijk een praatje mee aan) versus de fulltime rijders die wat verbitterd zijn over de kansen die de stad Los Angeles hen biedt (wat minder makkelijk te verleiden tot een gesprek, niet zo goed met Engels en je wilt misschien vermijden te melden dat jij, rijke toerist vanuit Europa, nog eventjes heen en weer vliegt naar San Francisco, stad waar zij zo graag heen zouden maar de financiële middelen hen daarvan beletten).
Die laatste groep bestaat voor een groot deel uit vluchtelingen uit Armenië of Oekraïne die in Amerika hun kansen op een goed leven voor hun kinderen trachten te vergroten. Dubbele uren draaien, lange dagen en dan heb je nog de vele kosten aan de auto die niet vergoed worden door Über. Oké, of je moet de kortingsbonnen voor benzine meerekenen die worden uitgedeeld als beloning voor goed gedrag te meten aan de hand van de beoordelingen door hun klanten (een simpel 1-5 sterrensysteem) maar ook dat is geen vetpot.
Je bent sneller geneigd 5 sterren te geven aan die chauffeur die je goedlachs alle bezienswaardigheden van LA verteld en jouw Spotify lijst in de auto wil afspelen terwijl hij complementair water uitdeelt ('met dit klimaat moet je goed drinken!’) maar die rit met de Armeense chauffeur mag dan wel nog zo ongemakkelijk zijn, uiteindelijk heeft hij je 5 sterren het hardst nodig. Dus komt het erop neer dat ik iedereen maar 5 sterren geef. Voor de zekerheid. In de hoop dat ze mij ook positief beoordelen.
0 notes
bobdh84 · 9 years
Link
Tumblr media
Verticaal filmen, een pijnlijke trend die zich ferm heeft weten te positioneren als de selfie onder de video’s (bloedirritant maar wel mateloos populair en daarmee al snel verwordend tot de norm). Dit artikel in de New York Times pleit voor een open houding tegenover de verticale aspect ratio op de smartphone met als voornaamste argument ‘maar hey, iederéén doet het’, wat natuurlijk zeer legitiem is voor mensen die geen probleem hebben met drogredenatie maar voor de rest onder ons nog niet echt overtuigend is. De mensen die zich verzetten tegen deze nieuwe filmnorm worden over dezelfde kam geschoren als mensen die zich ergeren aan taalverloedering op het internet (omdat sinds de opkomst van social media ‘grammatica’ nu eenmaal een achterhaald concept is). Ik kan dan wel weer de ironie waarderen dat de pleitbezorgers van dat verticale filmen getoond worden in een landscape-foto.
In het kader van 'vooruit, objectieve journalistiek’ worden nog even de (steekhoudende) tegenargumenten opgesomd: ons blikveld is nu eenmaal breder dan dat het hoog is, beweging gaat vaker van links naar rechts dan van boven naar beneden en derhalve voelen horizontale filmpjes claustrofobisch aan. Kortom, met minder speling aan horizontale weerszijden en daarmee minder context zul je vaker en sneller moeten 'pannen’ wat resulteert in beweeglijker beeldmateriaal (zie ook de opkomst van de 'shaky cam’ sinds Paul Greengrass’ Bourne-films en de daarbij horende irritatie van het publiek, dus heel consistent is de massa niet). Het is cinematografie 101 en één van de eerste lessen tijdens mijn colleges op de New York Film Academy: volg met je camera het oog van de kijker, toon in je frame waar je heen gaat en laat daarmee je kijker anticiperen op wat komen gaat voor een prettige kijkervaring. Context is nu eenmaal belangrijk voor plaatsbepaling en het inschatten van de situatie door de kijker. Ons brein verlangd daarnaar. Om daarbij te reageren op het voorbeeld van baby’s eerste stapjes: klopt, baby staat rechtop, maar zal zich wel van links naar rechts bewegen. Verticaal gefilmd heb je geen idee waar hij heen gaat. En dan begin ik nog niet eens over de esthetische redenen, de schoonheid van de horizontale mise-en-scène en nog meer van dat soort subjectieve redeneringen. 
Vooruit, ik sta open voor het argument dat sommige videoconcepten beter kunnen worden uitgewerkt in een verticale video. Maar ook bij een bungeejumpsprong wil je een gevoel meekrijgen van de omgeving waarin deze zich afspeelt. Er is dan ook een reden waarom de filmindustrie al in de late jaren '20 van het meer verticale 1.19:1 formaat begon over te stappen naar de huidige norm van 16:9 of zelfs 2.35:1 (het ouderwetse Cinemascope) en worden 4:3 geschoten films of tv-series steevast genegeerd door datzelfde grote publiek. Wat ons brengt bij een andere redeneerfout van de NYT-verslaggever: dat men steeds vaker videocontent op de smartphone kijkt zonder dat ding te draaien, wil niet per definitie zeggen dat verticaal gefilmde content de voorkeur geniet. Het betekent hooguit dat men liever geen lamme arm krijgt. Hitserie The Wire is bijvoorbeeld recentelijk nog door HBO verknipt naar het 16:9 formaat voor de BluRay-uitgave door informatie aan boven- en onderzijde weg te snijden. ‘Omdat de moderne consument dat liever heeft’, aldus HBO.
Onze computer en televisie zullen dan ook niet snel overstappen op het verticale beeldformaat. En zo lang dit niet gebeurt, is het aantal apparaten waarmee jouw verticale video optimaal bekeken kan worden erg beperkt. Het zorgt voor een steeds groter wordend gat tussen online en offline content. Film je je vakantievideo verticaal op je smartphone? Prima, maar dan blijft het ook daar. Wil je bij thuiskomst dat filmpje voor vrienden en familie streamen naar je Apple TV en met zijn allen bekijken op je breedbeeld, let dan eens op de opgetrokken wenkbrauwen en de voorovergebogen houding van je publiek om uit te vogelen wat zich in dat filmpje afspeelt.
0 notes
bobdh84 · 9 years
Text
De grijstinten van Schindler’s List
Tumblr media
Aansluitend op de dodenherdenking wordt vanavond Schindler’s List weer eens uitgezonden op televisie. Schindler’s List is zo’n meesterwerk dat jaarlijks vertoond wordt, dat-wij-nu-echt-wel-kennen, een film waarmee kinderen onderwezen worden op scholen en die bepalend is geweest voor een belangrijk deel van onze beeldvorming over de Holocaust. Het is dan ook misschien niet zo gek dat voor velen de film een beetje teveel is geworden. Zij rollen misschien wel met de ogen zodra dat oh zo herkenbare vioolthema wordt ingezet, ze krullen de tenen als Schindler tegen het einde van de film in huilen uitbarst of zien het meisje met de rode jas al van verren aankomen (er zijn er bij, die het roodkleuren van de jas inmiddels zien als filmisch trucje, een stukje effectbejag van Steven Spielberg, door velen toch wel gezien als dé emotionele manipulator van de filmwereld, een regisseur die Schindler’s List vooral maakte om geld te verdienen*).
Maar laten we vanavond, als we massaal weer instemmen, eens met andere ogen naar dit indringende meesterwerk kijken. We weten nu wel dat de depictie van de Kristalnacht, op grote schaal geschoten en met al zijn gruwelijke details, een indringend meesterstuk van regie is. En de massascènes waarin de Joden worden geregistreerd, gesorteerd en afgeschoten - huiveringwekkend, absoluut, en compromisloos in beeld gebracht - zoals het was, onverbloemd. Maar waar Spielberg’s werk (óók!) in uitblinkt, dat zijn die intiemere scènes. De nuances.
Het was helemaal niet gek geweest als Steven Spielberg, filmmaker van Joodse komaf en lange tijd getwijfeld óf hij dit project wel op zich moest nemen, was vervallen in het neerzetten van karikaturale karakters. Nazi’s zijn slecht, handelen slecht en zijn de onmiskenbare vuilakken in de film. Hij hád het hier natuurlijk bij kunnen laten. Een mindere regisseur had commandant Amon Goeth (bijnaam: de Slager van Płaszów) neergezet als de Duivel op aarde. Spielberg en acteur Ralph Fiennes waren daar wellicht mee weggekomen.
Maar dan komt daar die scène in de wijnkelder, waarin Goeth zijn frustratie uit tegenover Helen Hirsch, zijn in huis genomen Jood. In een meesterstuk van scriptschrijven, acteren, (belichting! enscenering! editing! regie!) worstelt Goeth met zijn gevoelens van affectie voor zijn Joodse huisvrouw. Want, als zij ‘geen echt mens’ is, waar komen zijn tedere emoties dan vandaan? Terwijl zij geen woord durft uit te brengen projecteert hij al zijn twijfel, zijn onzekerheid op haar en voert hardop zijn innerlijke dialoog waardoor diep weggedrukte menselijke emoties naar boven borrelen. Zijn lichaam vóélt dat de haatdragende Nazi ideologie niet klopt, niet kán kloppen, maar hij durft zich hier niet aan over te geven.
I would like so much to reach out to you and touch you in your loneliness. What would it be like, I wonder? What would be wrong with that? I realize that you are not a person in the strictest sense of the word, but, um, maybe you’re right about that too. Maybe what’s wrong, it’s not us, it’s this… I mean, when they compare you to vermin, to rodents and to lice. I just, uh, you make a good point. You make a very good point. Is this the face of a rat? Are these the eyes of a rat? “Hath not a Jew eyes?” I feel for you Helen.
Het is deze verkenning van de innerlijke onrust van dit personage, de bereidheid om deze emoties op te zoeken, het lef dat acteur Ralph Fiennes getoond heeft om al deze lagen in dit monster te verkennen (in vele opzichten heeft Fiennes hier het meest complexe personage van de hele film toebedeeld gekregen) dat Schindler’s List tot zo’n meesterstuk maakt. 
Natuurlijk is Amon Goeth niet het enige voorbeeld van die dualiteit in Schindler’s List. Ook de ontwikkeling die Oskar Schindler meemaakt, aanvankelijk een praktisch ingestelde man die mensen redt om financieel winstbejag doch langzaam zichzelf ontwikkeld tot een persoon met compassie, wordt zeer indrukwekkend uitgewerkt. Zijn gesprekken met Goeth, over macht en mededogen en het schenken van vergiffenis, zijn essentieel voor de film. Het zijn dialogen die de kijker de eerste (of tweede, of derde, of misschien zelfs vierde) keer niet opvallen. Omdat de gaskamers, de razzia’s, de kwaadaardigheid van de mens en het ontzagwekkende menselijke leed zoals compromisloos getoond de kijker totaal knock-out slaat. Maar Schindler’s List is meer dan dat. En het zou zonde zijn als dat niet wordt meegenomen in de kijkervaring.
Om te kunnen begrijpen wat er gebeurt is in deze gitzwarte periode uit onze geschiedenis moeten wij durven om het probleem met beide ogen recht aan te kijken. We moeten het aandurven om te begrijpen hoe deze periode geweest moet zijn voor de beulen die ervoor verantwoordelijk waren. Toen Jonathan Littel zijn Nazi-roman De Welwillenden schreef werd er schande gesproken dat de Duitse bezetters werden neergezet in al hun menselijkheid. Net zo toen Oliver Hirschbiegel Der Untergang maakte, een film die Adolf Hitler portretteert in zijn laatste dagen inclusief al zijn vertwijfeling en emoties, de film lokte een stevig debat uit over de moraliteit erachter. Maar ondertussen hadden Spielberg en zijn scenarist Steven Zaillian, werkende vanaf het boek van Thomas Keneally, dit al gedaan.
Schindler’s List wordt vanavond (4 mei) om 20:30 vertoond op Veronica. Met enig geluk zonder reclameblokken of zenderlogo, zoals de film eens vertoond werd door RTL5, maar ga hier vooral niet vanuit. Het blijft immers wel Veronica.
* Steeds vaker hoor ik mensen die spreken over de commerciële achtergrond van Schindler’s List. Dat de film ook wel gemaakt zou zijn voor het geld. Dat hij daarom Engels sprekende personages heeft. Deze mensen gaan voorbij aan het feit dat het schieten van een drie uur durende film (in zwart wit, nota bene) in Hollywood gelijk staat aan financiële zelfmoord. De gedachte negeert ook dat de regisseur al zijn loon en alle commerciële opbrengsten van de film gestopt heeft in het oprichten van de Shoah stichting, een organisatie gewijd aan het voorkomen dat de Holocaust vergeten wordt via het vastleggen van geschiedenis en het onderwijzen van nieuwe generaties. Maar ook aan Spielberg’s lange twijfel om het project op te pakken. Hij heeft zelfs geprobeerd het project te slijten aan vrienden en collega’s Martin Scorsese, Roman Polanski en uiteindelijk Billy Wilder, die het alsnog voor elkaar kreeg om Spielberg ervan te overtuigen dat hij er klaar voor was.
2 notes · View notes
bobdh84 · 9 years
Text
Filmjaar 2014
Het maken van Top 10-lijstjes aan het einde van het jaar is natuurlijk een volstrekt populistische bezigheid waarin je films met elkaar vergelijkt die helemaal niet te vergelijken zijn, maar je wel fijn wat werkjes op een rijtje kunt zetten die laten zien dat jij echt wel pretentieuze arthousecinema kunt waarderen naast je commerciële Hollywoodtroep. Dit is die van mij. 
Tumblr media
  Boyhood (Richard Linklater, VS)
Wanneer je er 12 jaar voor uittrekt om een film te schieten, waarbij je hoofdpersoon gecast wordt op 6-jarige leeftijd, dan kan er een hoop misgaan. Linklater ging de uitdaging aan en levert de ultieme coming-of-age film af. Nauwelijks plot, weinig centrale dilemma’s, alleen een gezin dat ouder wordt door de jaren. Op papier oersaai, in uitwerking een bijzonder project met een unieke blik op het ouderschap.
  Deux Jours, Une Nuit (Jean-Pierre Dardenne & Luc Dardenne, België)
Marion Cotillard wisselt handig grote Hollywoodblockbusters als The Dark Knight Rises af met kleine Eurocinema zoals deze, waarin ze langs de deuren van haar collega’s moet om hen te overtuigen hun bonus te weigeren zodat zij haar baan kan behouden. Toegegeven, het spel van Cotillard is af en toe wat pathetisch, maar al snel ga je je ergeren aan bepaalde collega’s terwijl anderen juist ontroeren. Kortom, fijn naturel en ‘uit het leven gegrepen’.
  The Grand Budapest Hotel (Wes Anderson, VS)
Wes Anderson’s films hebben altijd al iets excentrieks gehad, maar zijn tirolerkomedie The Grand Budapest Hotel is zonder twijfel de meest excentrieke uit zijn toch al kleurrijke oeuvre. Geweldige personages (met als hoogtepunt Ralph Fiennes’ etiquettefanatiekeling M. Gustave), prachtige decors, perfect afgemeten muzikale begeleiding van Alexandre Desplat en spitsvondige dialogen zorgen voor een plezierige klucht van begin tot eind.
  Ida (Pawel Pawlikowski, Polen)
Pawel Pawlikowski’s film over een jong nonnetje dat door haar klooster verplicht wordt om met een uit het oog geraakte tante te wroeten in het oorlogsverleden van hun ouders, wist al snel de ene prijs na de andere binnen te slepen op prestigieuze filmfestivals als Toronto, Sundance en BFI in Londen. In prachtig zwart/wit geschoten met opmerkelijke kadrering, ingetogen gespeeld door Agata Kulesza en debutante Agata Trzebuchowska en pakkend van begin tot eind.
  The Lego Movie (Phil Lord & Christopher Miller, VS)
Lord en Miller kregen na eerdere animatiesuccessen de vrije hand om met lego te spelen en grepen dit met beide handen aan om een film af te leveren die net zo absurd, speels, meta en origineel is als lego zelf kan zijn. Een film met genoeg onzin, satire(!), visuele grappen, woordgrappen en kleurrijke inventiviteit om je van de ene verbazing in de andere te gooien. Dikke pret.
  Leviathan (Andrey Zvyagintsev, Rusland)
Bij de Leviathan denk je al snel aan het mythische zeewezen uit de Griekse mythologie, maar hoewel de centrale figuur in Zvyagintsev’s film een visser is en leeft van de zee, verwijst de titel hier naar Thomas Hobbes’ principe van de controlerende staat en de invloed die zij uitoefent op haar burgers. En die is niet mals, want langzaam maar zeker wordt Nikolai’s leven kapotgemaakt door het corrupte bestuur van zijn kleine dorpje. Klassiek geschoten, tragikomisch en vol kritiek naar Russische machthebbers.
  Noah (Darren Aronofsky, VS)
Het jaar van de Epische Bijbelverfilmingen, waarin Ridley Scott met Exodus laat zien hoe het niet moet (lees: slaafs de Bijbel opvolgen) en Aronofsky hoe het wel kan, namelijk door als uitgangspunt te nemen dat God in principe genocide pleegt en hij Noach als medeplichtige aanwijst om de complete mensheid om zeep te helpen. Werkt niet op alle fronten even goed, maar laat alsnog een stevige indruk achter.
  Nymphomaniac (Lars von Trier, Denemarken/Engeland) 
Hoewel het Nymphomaniac tweeluik zich met veel mediahysterie aankondigde als schandalige pornografie-met-sterren, bleek Lars von Trier’s film zijn meest menselijke in jaren. Hollywood zet seks en de liefde al decennia centraal, maar dit is een zeldzame film die seksualiteit in al haar facetten recht aan durft te kijken. Zet je gegarandeerd aan het denken.
  Only Lovers Left Alive (Jim Jarmusch, VS)
Nadat de Twilight franchise de vampiermythologie eigenhandig reduceerde tot een groepje zeurderige jongvolwassenen met een overbite, komt Jarmusch de ondoden redden met een fijnzinnig intellectuele nachtfilm waarin de eeuwig levenden door de straten van Detroit dolen terwijl ze mijmeren over hun favoriete poëten, filosofen en wetenschappers.
Under the Skin (Jonathan Glazer, UK)
Glazer keert maar liefst 10 jaar na zijn intrigerende Birth terug naar het witte doek met een film die zijn publiek zowel van zich vervreemd als naar zich toetrekt. Hollywood beauty Scarlet Johansson speelt een buitenaards wezen dat wordt gedumpt in een busje ergens in Schotland en langs ‘de gewone mens’ trekt. Under the Skin werkt op meerdere lagen, is bizar, afstandelijk, koud maar toch ook menselijk, en fascinerend.
Whiplash (Damien Chazelle, VS)
Ieder jaar is er wel één: zo’n succesverhaal van een debuterend regisseur met zijn film over een underdog die vriend en vijand versteld doet staan door zijn talent en doorbreekt bij het grote publiek in een hartverscheurende finale. Whiplash valt zo ongeveer in die categorie, behalve dat zijn protagonist keihard wordt gepushed te werken voor zijn kunst (in buitengewoon intense en strak gemonteerde repetitiescènes) en regisseur Chazelle vragen durft te stellen over de grens die perfectionisme van ongezonde obsessie scheidt.
0 notes
bobdh84 · 10 years
Text
Plato's grot en de invloed van film op ons wereldbeeld
Tumblr media
In zijn recent verschenen boek Shadow Philosophy: Plato’s Cave and Cinema betoogt Nathan Andersson dat Plato’s grot als allegorie perfect te plakken valt op film. Voor wie daadwerkelijk in een grot geleefd heeft: met deze theorie betoogde Plato dat wij mensen niet verder kijken dan onze eigen wereld, dat wij geneigd om wat wij zien te accepteren als de volledige werkelijkheid en niets dan de werkelijkheid en niet verder denken dan onze blik reikt. En dat zou precies de functie zijn van de hedendaagse film. Het cinematografische equivalent van het jongetje dat met zijn iPhone datingsites afstruint in een overvolle trein en zich derhalve niet bewust is van het meisje dat naast hem zit. Dat. Een vrij cynische lezing.
Geloven wij zonder enige reserve alles wat ons in de bioscoop wordt voorgeschoteld? En vertellen wij, zowel onszelf als anderen, van niet omdat wij ook-wel-weten-dat-Hollywood-onzin-verteld, maar laten wij de opgestapelde ervaringen in de bioscoop toe om zich te nestelen in ons wereldbeeld? Met andere woorden, in hoeverre kleurt dat wat wij ons in bioscoop of filmhuis voorgeschoteld krijgen (stiekem) onze wereld?
Het probleem (voor zover er sprake is van een probleem) steekt ook in de verslaving van Hollywood om iedere tragedie te vangen in een commerciële tranentrekker. Nu twijfel ik niet aan de intentie van filmmakers om ieder onderwerp met eer en geweten neer te zetten, maar het cliché blijkt voor veel mensen andermaal waar: wordt een onderwerp niet in een hooguit 120 minuten durend (of oké, 150, maar-dan-moet-het-wel-Oscargenomineerd-zijn) omhulsel aangeboden, dan is het niet gebeurd. Combineer dit met de luiheid van het moderne publiek om niet verder te willen kijken dan de visie van de regisseur en ons collectieve geheugen wordt langzaam maar zeker vervangen door ambigue vertelsels. 
Denk aan de Rwandese genocide en menigeen ziet als eerste Don Cheadle’s hoofd voor zich in het Oscarwinnende Hotel Rwanda. De slag van 1993 in Mogadishu had nooit een gezicht gekregen zonder Ridley Scott’s Black Hawk Down en de bloeddiamantenkwestie is door Edward Zwick en Leonardo DiCaprio behandeld in Blood Diamand. Vorig jaar werden velen voor het eerst pas echt bewust van de gruwelen van de slavernij door Steve McQueen’s 12 Years a Slave, straks komt Jon Stewart (ja, die Jon Stewart) met drama Rosewater over Iran, gevolgd door de zoveelste visie op de 'war on terror', dit keer van Clint Eastwood met American Sniper. De lijst is eindeloos, newspaper headlines zijn meer dan ooit hot filmmateriaal.
Dit is prima wanneer het films voortbrengt als Gillo Pontecorvo’s The Battle of Algiers uit 1966, een werk dat op de dag van vandaag nog voorafgegaan moet worden met de titelkaart dat, nee, het betreft geen documentaire, en ja, dit alles is in scène gezet met een zeer hoog realisme. Of Joshua Oppenheimer’s The Act of Killing, een documentaire waarin via het medium film gewroet wordt naar de feiten achter de Indonesische doodseskaders. Maar emotioneel complexe projecten trekken doorgaans niet het grootste publiek. Het zijn de films waarbij de regisseursvisie vertroebeld wordt door een grote studio met een agenda die verder reikt dan een gedegen geschiedschrijving (lees: geld) waar de massa op af gaat. Een film als Paul Greengrass' Captain Philips, waarin de Somalische piraterij van twee kanten belicht wordt, is helaas zeldzaam (en, althans in Amerika, nog steeds vrij controversieel).
Zo is het niet de onafhankelijk gemaakte film Lebanon waar de meeste mensen naar kijken voor hun beeldvorming over het soldatenleven in een tank, maar hengelt het bombastische Brad Pitt-actievehikel Fury het grote geld binnen. Meer nog dan bij literatuur (waar meer ruimte is voor het belichten van diverse kanten, en waarbij minder geld gemoeid is in de conceptie ervan) is film een medium dat zich vaak beperkt tot tunnelvisie en veilige antwoorden. Ieder einde van een mainstream film is zo ontworpen dat jij de zaal uit loopt en denkt, ja, daar ben ik het mee eens. Zonder daar verder nog bij na te hoeven denken. In hoeverre laat jij toe om al het voorgaande aan dat einde zonder enige scrupule toe te voegen aan je wereldbeeld en per direct de mening die regisseur (lees: studio) is toebedeeld te kopiëren naar je eigen opinievorming?
Maar doet film dan werkelijk meer kwaad dan goed? Is het beter om een verdraaide waarheid te kennen, dan in het geheel niet op de hoogte te zijn? Het antwoord op deze vraag zal verschillen van persoon tot persoon. Maar het is hoe dan ook beter als wij ons ervan bewust blijven dat de films ín de grot worden vertoond. Zodat wij, na het rollen van de credits, actief op zoek kunnen naar de werkelijkheid achter de vertelling. Dus als je straks de bioscoop uitstrompelt na het zien van David Ayer's big budget WWII actiefilm Fury, lees dan ook weer eens even een artikel van een veteraan. Voor het balans. Op internet, of zo.
En dan nog even dit. Fritz Lang's meesterwerk M (1931), over een kindermoordenaar en een stadje dat zelf wel even gerechtigheid zal halen, werd eens door de producent van een grote filmstudio vertoont aan zijn onderdanen. "Dát soort films wil ik maken", zei hij na de screening enthousiast. "Met die impact. Maar alsjeblieft niet over kindermoordenaars, zeg". Het is moeilijk voor te stellen dat een gewaagd werk als M vandaag de dag nog door een groot publiek gezien zou worden. Staren we ons blind op dat commerciële aanbod, dan wordt onze dode hoek steeds groter.
Nathan Andersson's Shadow Philosophy: Plato’s Cave and Cinema is nu verkrijgbaar. Fury draait sinds afgelopen donderdag (23 oktober) in de Nederlandse bioscopen.
0 notes
bobdh84 · 10 years
Text
Muziek: Birdman Or (The Unexpected Virtue Of Ignorance) (Antonio Sánchez)
Tumblr media
Het is een mooie tijd voor geëxperimenteer in de filmmuziek. Met eerder dit jaar nog de unheimische klanken van Mica Levi's Under the Skin (nu eindelijk ook in de Nederlandse bioscopen), grotendeels gespeeld op door haarzelf gebouwde instrumenten (een dingetje van d'r), krijgen we nu een puur conceptuele drumscore van Antonio Sánchez voor Alejandro González Iñárritu's nieuwste meesterwerk (zoals het gros van de filmkritiek looft) met de heerlijke titel Birdman or (The Unexpected Virtue of Ignorance).
En nu Antonio Sánchez dus.  Met zijn achtergrond als jazz drummer (hij speelt in New York in een bandje genaamd de Pat Metheny Group) weet je al dat je iets onconventioneels krijgt, maar Sánchez gaat nog een stapje verder. Ja, de score bestaat zuiver uit drums, maar het is ook volledig geïmproviseerd gespeeld tegen de film aan. En nee, los van de film komt daar inderdaad weinig emotionele catharsis van (hoewel het 6 minuten lange The Anxious Battle For Sanity wel een hele lekkere flow heeft) maar samen met de film moet het fantastisch zijn (die filmcritici weer).
Filmmuziekafficionado's van de oude stempel roepen graag dat Sánchez ook na Birdman nog steeds geen filmscore heeft geschreven, maar in wezen doet hij precies dat waarmee Bernard Herrmann in de jaren '40 de filmmuziek voor altijd veranderde. Net als in Citizen Kane ligt de focus op de interne worstelingen van de personages (in dit geval Michael Keaton's mislukte acteur Riggan) en helpt Sánchez het publiek om door te dringen tot zijn geflipte psyche. En is het bijdragen aan de gelaagdheid van een film niet de eerste zorg van de componist? Ik dacht het ook. Niet op CD luisteren dus (hoewel de uitgave met klassieke werken van Mahler, Ravel en Tchaikovsky ook wel een hebbedingetje is hoor), maar gewoon wachten op de film. Nog maar een paar maandjes. Zucht.
De soundtrack van Birdman Or (The Unexpected Virtue Of Ignorance) is binnenkort verkrijgbaar bij iTunes. De film gaat op 22 januari in Nederland in première.
0 notes
bobdh84 · 10 years
Text
Literatuur: Beautiful You (Chuck Palahniuk)
Tumblr media
Je zou het een traditie kunnen noemen: het is oktober en dus verschijnt er weer een nieuwe Chuck Palahniuk. Wel een traditie waar ik ieder jaar met net iets minder enthousiasme naar uitkijk. Niet alleen omdat ik nog altijd diep verzonken zit in David Foster Wallace's duizelingwekkende Infinite Jest, ook omdat de beste man al een tijdje niet meer iets heeft geschreven dat zo scherp is als Haunted, zo instant-iconisch als Fight Club of zo bijtend satirisch als Pygmy. Vooruit, Damned was leuk, maar opvolger Doomed had vrij weinig om het lijf en zijn Hollywood satire Tell-All mag je gerust een dieptepuntje noemen.
Penny discovers that she is a test subject for the final development of a line of feminine products to be marketed in a nationwide chain of boutiques called Beautiful You. So potent and effective are these devices that women by the millions line up outside the stores on opening day and then lock themselves in their room with them and stop coming out. Except for batteries. Maxwell's plan for battery-powered world domination must be stopped. But how?
Beautiful You verschijnt op 21 oktober in hardcover bij DoubeDay (Amerikaanse uitgave).
0 notes
bobdh84 · 10 years
Text
Film: The One I Love (Charlie McDowell, 2014)
Tumblr media
In het festivalcircuit is The One I Love van debutant Charlie McDowell nogal eens vergeleken met het werk van Charlie Kaufman en Spike Jonze. En dat is niet geheel onterecht. De film heeft dezelfde lichtvoetige benadering van zijn welhaast magisch realistische elementen, flirt met komedie zonder echt ha-ha-grappig te worden en heeft een hoop borrelen onder de bedrieglijk luchtige oppervlakte.
Dat McDowell en Lader hun publiek nergens verliezen tijdens het ontvouwen van hun vrij krankzinnige plot, is vooral te danken aan het perfect afgewogen spel van Duplass en Moss, een intelligent script en lekker naturelle cinematografie met mooie belichting. The One I Love vervalt zodoende nergens in een farce, houdt de aandacht en laat je raden tot het einde waar dit alles heen zal gaan. En dat is toch wel vrij uniek voor een romantische komedie deze dagen.
The One I Love beleeft op 1 november zijn Nederlandse premiere op het Leids Internationaal Film Festival.
0 notes
bobdh84 · 10 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
New York City in the summer of 2014. For some reason I decided to go completely black and white in trying to capture the mood of the city. Also, it gave me a good opportunity to work without colour and instead focus on contrast, lighting, composition. Not that it shows in these pictures, but it's all about the intent, people.
0 notes
bobdh84 · 10 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
#Philadelphia #USA #Sony #A7R
0 notes
bobdh84 · 10 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
It's difficult to refrain from capturing the touristy parts of a city when you're in Washington DC, a place which is essentially the one iconic building or monument after the next. This is where my old habit of symmetry crept up the most - yeah, yeah, I know, rule of thirds and such, but when you're capturing the Capitol with a great mirror image in its lake, you just go with it.
0 notes
bobdh84 · 10 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
With its curved architecture and clean streets, downtown Boston is great for its distinct skylines that sets the city apart from, y'know, all other American cities. Its Cambridge you need for its historical part, with Harvard being one of the most inspiring places of America.
0 notes
bobdh84 · 10 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
With its brilliant rays of light and cool graffiti works, the Freedom Tunnel in uptown New York City is a unique location to work on your lighting skills. Just try not to fall on the tracks and break your arm the moment a train is coming. Keep it safe, kids.
0 notes
bobdh84 · 10 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
#Sony #A7R #Friesland #TheNetherlands
0 notes