Tumgik
#beschouwend
twafordizzy · 5 months
Text
C.O. Jellema Dicht de Dag
bron beeld: nrc.nl Zeegezicht Op de palm van jouw hand, in dat landschap /  van gevormde levenslijnen, niet groter / dan een flinke waterdruppel – terwijl zonsondergang de hele / hemel boven de eindstreep van het eiland / ginds in Turner-kleuren zet – die babykrab, voorzichtig / van tussen basaltblokken geraapt, / zijn onderkomen waar hij wachtte op de vloed. Nog kleiner dan de nagel van jouw…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
jurjenkvanderhoek · 10 months
Text
IN VERGEESTELIJKT BLAUW BEVRAAGT HANS KLEIN HOFMEIJER HET DENKEN
Tumblr media Tumblr media
In de map The Blue Drawings presenteert Hans Klein Hofmeijer zijn werken met het coloriet blauw. Blauw is de kleur van duidelijke communicatie, loyaliteit, vertrouwen, wijsheid en (spirituele) wilskracht. Bij Klein Hofmeijer is het kleur die het denken in beeld kan brengen. Hij combineert zijn tekeningen in potlood, houtskool en aquarel met hand geschreven teksten. Woorden  die door denken en peinzen uit zijn brein ontspruiten. Niet als verduidelijking van het getekende, maar als eenheid met de compositie. Het schrift bevraagt het leven, zoals het beeld de beschouwer raadpleegt. “Wie ben je als niemand kijkt.” De kunstenaar schrijft brieven aan zichzelf, waaruit de beschouwer een logboek van het kunstwerk kan lezen. Het zijn de rafelranden van zijn denken, het denken, mijn denken. Klein Hofmeijer onderzoekt het denken en de gedachte, geeft beeld aan dat wat niet beeldend uit te drukken is. Hij maakt filosofische beelden, hij houdt zich in zijn kunst bezig met het wezen van alle dingen en het leven. Door die bespiegelingen al redenerend op papier vast te leggen. Daarbij zijn woorden niet genoeg en vullen tekeningen deze aan, en andersom. In die zoektocht naar de ultieme verbeelding van wat nauwelijks te verbeelden is beloopt hij diverse trajecten. De voorlopige uitkomst is een eigenzinnig Wit bloedend Blauw. Een abstracte beeltenis van het stromende denken. Want denken is niet te temmen. Die Gedanken sind frei.
Tumblr media
Het werk van Hans Klein Hofmeijer heeft enige verduidelijking nodig, maar hoewel de uitleg in de hierboven genoemde map welkom is staat het een objectief kijken in de weg. De map, enkele losse gevouwen vellen op groot formaat gestoken in een omslag met gerafelde rand, is een weerslag van de gedachten die kunstenaar zelf en schrijvende beschouwers daarvan hebben. Deze laatste concretiseren en verklaren zijn blauwe kunst. Deze werken van Klein Hofmeijer lijken weinig spontaan, maar juist sterk beredeneerd voordat het tot uiting komt. En de indruk achteraf wordt ook nog eens geïnterpreteerd en gemotiveerd. Kapot verduidelijkt, geïnterpreteerd en gemotiveerd lijkt het wel. Het bedachtzaam kijken geeft een filosofische beschrijving. Het is geen makkelijk toegankelijk werk, daarom valt die verheldering wel op de plaats. Maar een afbeelding kan ook te ver uitgerafeld worden. Te veel begrijpelijk verklaard waardoor het mysterie van de kunst als inspirerend kunnen verdwijnt.
Tumblr media
Het project op zich is uiterst interessant. De vormgeving van de weerslag daarvan is minstens zo overdacht. Het grote formaat heeft de vorm van een lijvig cahier. In een driedubbel gevouwen grijs omslag van 350 grams handgeschept Zaansch Bord steken een aantal dubbelgevouwen stevige bladen van 62 bij 41 centimeter. De randen van het omslag zijn gerafeld, passend aan de artistiek gevoelvol uitgebeelde rafelranden in het denken van de kunstenaar. Want in de kunst van Klein Hofmeijer is het denken een belangrijk ding. De publicatie is in eigen beheer uitgegeven en kent tekstuele bijdragen van journalist, schrijver en copywriter Annelies Vanbelle en redacteur, publicist en kunsthistoricus Rick Vercauteren. In deze artikelen proberen zij het onderhavige werk van Klein Hofmeijer te omschrijven en te verklaren. Sterk beschouwend en elkaar inhoudelijk aanvullend gaan zij nader in op de filosofische, kunsthistorische en spirituele aspecten van het mysterieuze coloriet blauw in het oeuvre van Hans Klein Hofmeijer.
In haar essay stelt Vanbelle vragen, zoekt antwoorden. Maar retorisch bevinden zich deze in de gedachte van de kunstenaar. Komen tot uiting in de werken. Deze kunnen door de kijker worden onderzocht, bevraagt. Het werk respondeert. Niet altijd even duidelijk en scherp gearticuleerd. Fluisterend soms of stilzwijgend mimisch. Daarom verduidelijkt Vanbelle in haar eigen woorden het werk. Gaat zij in het denken van Klein Hofmeijer zitten en ziet van daaruit grond en reden. “Het gaat niet om mijn denken, maar om hét denken”, zegt de kunstenaar zelf. “Ik zoek een universele dimensie.” Dat perspectief helt erg over naar de filosofische redenatie van het leven. De werken van Klein Hofmeijer kunnen daarom het meest gemakkelijk diepzinnig worden gerationaliseerd. Grote denkers als Kant en Descartes zullen eenvoudig toegang kunnen hebben in deze manier van kunst scheppen.
Tumblr media
De kunstenaar zoekt door zijn werk naar antwoorden op levensvragen. Het denken, overdenken en nadenken, staat daarbij voorop. Voordat het werk op papier ontstaat is de gedachte, het bedenken, de eerste stap naar vormgeving. In zijn werk probeert hij die opstap, dus het denken over en aan, zichtbaar te maken. Door zijn tekeningen kijk ik als het ware in zijn hoofd. Krijg ik inzicht in zijn gedachtewereld, zijn denken kan ik de mijne maken. Maar dan moet ik wel bedachtzaam kijken en scherpzinnig zien. “Het lijkt niet alsof deze tekeningen verlossing brengen.”, schrijft Annelies Vanbelle, “Ze zuchten, onder het tasten en betrachten; ze smeken, om verlichting en vertroosting.” De kunstenaar smeekt, de beschouwer zucht.
Volgens Vanbelle begint iedere tekening met een intuïtieve aanzet, een energiepunt, een niet-weten. Is dat niet hetzelfde met het kijken ernaar, het beschouwen. Ontmoet ik de tekeningen in de map, dan is mijn eerste gedachte een niet-weten. Eerst kijk ik, dan lees ik, en vervolgens doorzie ik. Denk ik te doorzien, objectief nog te kunnen kijken. Begrijpend lezen, aanvoelend kijken.
Tumblr media
Hans Klein Hofmeijer tekent in wat hij noemt vergeestelijkt blauwe inkt op vergeelde dragers. Het papier is hergebruikt en draagt sporen van eerdere levens. Daarop floreert het blauw. De kleur kan als geen andere tint het denken verbeelden. “Mijn vulpen draait rond, mijn hand stuurt het beeld in een bepaalde richting. Achteraf lijkt het soms of ik de tekening voor het eerst zie. Ik word in dat unieke aha-moment verrast door mijn eigen werk. En dan vraag ik me af: klopt het met mijn initiële intentie?” Is het geworden wat hij heeft bedoelt, wat hij wilde zeggen en ermee bereiken. Alleen Klein Hofmeijer kan daar het antwoord op geven. Ik kan alleen maar kijken, zien en mij verwonderen. Vermoeden wat zijn streven is, was. Hij verwerkt teksten in zijn  tekeningen. Leesbaar, maar ook wel onnavolgbaar. Zelf zegt hij daarover: “Ze maken me weer alert voor een bepaalde ervaring, een gevoel, een herinnering – ze zijn een herbevestiging van bepaalde inzichten of vaststellingen. Ik hoed me daarnaast wel om te veel woorden te geven aan mijn werk, te nauwgezet toe te lichten hoe ik te werk ga.” Want weet ik hoe en wat, dan vervliegt de poëzie en de mystiek. Dan kan ik me minder verwonderen. Is het antwoord gegeven terwijl ik een retorische vraag stelde. Want ik wil geen feedback, geen reactie. Ik wil zelf een uitweg vinden, een weerwoord geven.
In zijn werk bevraagt Klein Hofmeijer niet alleen de drager, het vel papier waarop hij zijn denken uitzet, ook onderzoekt hij de randen. De gedachte gaat verder dan de begrenzing van het blad. Het overstijgt de dimensie van het zijn, het wezen. In het denken overvleugelt hij zichzelf. “Ik denk, dus ik ben.” Dat denken vindt een beeld op papier. “Ik schrijf, dus ik blijf.”
Tumblr media
In het artikel “Over blauw” legt Rick Vercauteren het blauwe oeuvre op tafel. Als een rode draad door de laatste twintig jaren. En werkt zich door de tinten die daaraan vooraf gingen. Er zijn in de tekst verwijzingen naar werken die zijn opgenomen in andere publicaties. Die dus niet op deze plek kunnen worden beschouwd. Het is een gemis, omdat die publicaties mij niet bekend zijn en ik dus geen vergelijksmateriaal heb. Maar goed, ik doe het dan maar met dat wat wel in deze publicatie is opgenomen. En dat geeft al denkelijk meer dan genoeg reden tot beschouwen. Het bespreken en benoemen van eerder werk geeft een gedetailleerde wegenkaart. Ik kan de paden stapvoets volgen, de straten bewandelen, die Klein Hofmeijer gegaan is om daar te komen waar hij in The Blue Drawings is. Het is in deze de eindbestemming. Het voert hem van hier verder met het denk-blauw en het schrijf-blauw om de onzichtbare, innerlijke processen te verbeelden, duidelijk te maken.
The Blue Drawings. Hans Klein Hofmeijer. Een haat-liefdeverhouding met het denken. Teksten Annelies Vanbelle, Rick Vercauteren. Uitgave in eigen beheer, 2022.
2 notes · View notes
devosopmaandag · 1 year
Text
Schoonheid op aarde II
In zijn nawoord schrijft vertaler Rokus Hofstede dat Charles Ferdinand Ramuz met zijn roman 'Schoonheid op aarde' weerstand wil bieden aan de onttovering van de wereld. Het is de Duitse socioloog Max Weber die zo'n honderd jaar geleden het begrip 'onttovering' introduceerde. Hoe één enkel woord in staat is een allesomvattende ontwikkeling te benoemen! 'Evolutieleer' is een soortgelijk woord. Als 'onttovering' bestaat, bestaat ook 'tover', en tover ver voorbij de kinderwereld, maar juist hoe we als volwassenen ons tot de wereld verhielden. Dat 'ont-' betekent dat er een kracht op ingewerkt heeft – de intellectualisering van de wereld, volgens Weber. Het is een woord gebleken dat het beest bij de staart heeft.
Deze inleiding is zelf een een beetje onttoverend, maar ik schreef het niet om iets te illustreren. Het zegt iets over hoe ik graag denk, hoe graag ik denk, en daarmee over wie ik ben. Dat zorgde afgelopen week voor een belangrijk meningsverschil met kunstenaar V. Hij vroeg me een tekst te schrijven over zijn werk en liet me de vrije hand. Maar natuurlijk had hij verwachtingen, gebaseerd op een beeld van wie ik ben en waar ik toe in staat zou zijn. Na enig aandringen liet hij me weten dat hij mijn voorgestelde tekst graag meer beschouwend zag, meer aards. Ik glimlachte om dat laatste, omdat daarin een tegenstelling schuilt die ik zie als eigen aan hem en zijn werk. Hij schreef me dat ik DONDERSSSS :)goed weet dat dat niet zo is. En hij kwam met een sterk en eenvoudig voorbeeld (waar zijn werk vol mee zit): dat een boer die naar zijn land kijkt, dat dat ook beschouwen is. Daar kan ik hem alleen maar gelijk in geven, maar als schrijver over zijn werk kan ik nu eenmaal niet die boer zijn, die zijn ogen laat dwalen over het landschap van V's oeuvre. Een passant moet die boer ook niet vragen: 'wat denkt u nu?'. Zijn stil en innerlijk beschouwen is van hem, daar hoeft hij geen verantwoording voor af te leggen. Dat beschouwen kan diep gevoeld én volkomen begrepen van aard zijn.
Toen ik Ramuz' roman sloot, zei ik tegen G dat het een van de mooiste boeken is die ik ooit las. Wat een ontoereikende woorden! Maar ik wilde uitdrukking geven aan het kostbare en diepe dat ik had ervaren. Ik voelde mijn ademhaling versnellen toen de Savooiaard Juliette belaagde, ik stond op een point de vue en was sprakeloos van hoe het licht de bergen, het meer, het leven bespeelde, mijn hart ging uit naar de verloren Roux en het slot, waarin Emilie haar Maurice voorgoed ziet verdwijnen, ontroerde me – en ja, ik was ook op momenten perplex hoe Ramuz met een handvol woorden een scène tot leven roept, hoe hij voortdurend wisselt van tijd en perspectief, hoe hij het innerlijke en het waarneembare laat samenvloeien, hoe hij laat zien dat wij arme mensen speelballen zijn. Ik was de boer en de vrouw die de boer ziet kijken.
2 notes · View notes
rudilejaeghere · 3 years
Text
Een selectie van mijn poëzie...
Hierbij een selectie van mijn poëzie op Artikel.nl veel leesplezier…
https://artikel.nl/sluit-de-dood-alles-af-919
https://artikel.nl/beschouwend-939
https://artikel.nl/pop-me-terug-959
Tumblr media
1 note · View note
faberyayo · 4 years
Note
Hot take: de Machine is misschien wel jullie donkerste/diepste. Ja Natuurlijk is op de oppervlakte het meest duister, maar is eigenlijk beschouwender, analytischer en iets afstandelijker dan de Machine, waarop jullie gewoon helemaal gek waren. E. g. Benden/Dromen Van Karton zijn meer te zien als een commentaar op de gekte, dan bijvoorbeeld jouw monoloog op Centje Centje, waar je er middenin zit.
De periodes rond De Machine en Ja, Natùùrlijk waren allebei hoogtepunten van waanzin in mijn persoonlijke leven. De outro van Centje Centje was bijvoorbeeld mid 24 uurs cocaïne bender. De donkere storm van Benden ging, voor mij, over de alcohol waar ik geen zin meer in had maar niet mee leek te kunnen breken X
4 notes · View notes
Text
verwantschap, 20-01-2020
Wat ik voor nu kan concluderen is dat ik fascinatie ervaar naar het begrip van geboorte, ontstaan, puur, contemplatie, natuur en verantwoording. Mijn opleiding tot kunstenaar en educator vergt dat ik in staat moet zijn om representatief voor een klas te staan. Ik zie educatie als een soort opvoeden. Niet zo zeer dat een educator hoog over zichzelf moet denken als een hiërarchische opvoeder die alwetend is. Wel is het een vereiste om (naar mijn opinie) om de beste versie van jezelf te ontwikkelen, zowel binnen het lesgeven als als kunstenaar. Een kunstenaar draagt verantwoording binnen wat je de wereld in brengt. Tuurlijk kun je als kunstenaar dingen ontwikkelen die alleen bestemd zijn voor zelfbeschouwing, zonder dat de wereld van het beeldend werk afweet. Als mens ben ik aangetrokken (en voel ik dus verwantschap) tot hoe wij de wereld als mensen verbinden aan taal. Naar mijn opinie is taal beperkend, tenzij je beschikt over de grootste woordenschat. Ik vind het altijd complex om mij verbaal uit te drukken, omdat ik het idee heb dat woorden sommige kwesties tekort doen. Hoewel het geen sterk punt van mij is om mezelf met woorden te verklaren, vind ik het een uitdagend gegeven om dit toch enigszins te ontwikkelen en te verbeteren. Ik doe dit voornamelijk door onderzoek te doen middels filosofische bronnen. Ik denk altijd graag dat ik mezelf beter ontwikkel als ik meer leer van diverse wereldfilosofieën. Andere landen beschikken over woorden die een bepaald gegeven omschrijven, die wij bijvoorbeeld niet kennen. Soms ben ik jaloers op hoe naar mijn idee word gecommuniceerd, gedacht en gevoeld woord over kwesties in andere culturen. De benadering die wij hebben naar allerlei ‘dingen’ als westerse mensen vind ik vaak materialistisch en beperkend. Dit omdat wij vaak niet verder willen kijken en verdiepen dan wat we kennen. We nemen alles wat we kennen en tot dusver hebben ervaren vaak aan als waarheid. Dit heeft als gevolg dat dit een  groot deel van ons leven definieert. Ik voel altijd een zeker angst om dit leven, wat mij geschonken is, te kort te doen. Ik wil veel verkennen, zodat ik mijn beeldend werk, wat een soort uiting is van bepaalde droombeelden die ik zelf ervaar als transcedent, esthetisch contemplatief en subliem, op juiste wijze kan verwoorden en ontwikkelen. Ik kan zoveel leren van anderen door mezelf in te leven in gedachtes die zo ver af staan van mijn leven in het hier en nu en toch zo dichtbij.
Als ik denk aan verwantschap denk ik aan mijzelf. Je leeft nu en ik vraag me altijd af of mijn gedachtes mij definiëren. Ben ik mijn gedachtes? Zo ja dan draag ik een verantwoordelijkheid naar de wereld en allerlei andere zaken, waarvan ik niet zeker ben wat die inhouden. Ik denk dat we als mensen verantwoordelijk zijn voor het alomvattende geheel. Hoewel ik niet denk dat je als mens een groot probleem kan oplossen, denk ik dat je wel de verantwoordelijkheid draagt om jezelf te verbreden met kennis, aangezien we leven in een tijd waarin alle kennis beschikbaar is. Dit alles lijkt soms overweldigend naar mijn ervaring en levert passief gedrag op. Alle bestaande kennis kan angst ontwikkelen, omdat ik denk dat we als mens graag zeker zijn van de dingen in ons leven. Ik betrap mezelf er vaak op dat ik niet uit mijn comfortzone durf te stappen, ondanks dat ik mezelf altijd forceer dit aan te durven. Als ik niks durf te ondernemen, is er ook  geen ontwikkeling, ofwel progressie. Zowel in kennis als ervaring.
Verwantschap is het verhouden tot anderen. Hoe doet een mens dat, is het niet veel complexer dan het lijkt? We hebben er immers niet  voor gekozen om op een bepaald moment op de wereld te komen. Het moment dat we geboren werden heeft een groot deel gedefinieerd voor wie in ons leven treedt, wat we meemaken en hoe we ons ontwikkelen. Desondanks denk ik dat we als mens wel invloed kunnen uitoefenen aan alles wat we in ons opnemen en wat we doen met de ervaringen die tot stand komen in dit leven.
Ik voel dus ook verwantschap met mijn geboorte. Dat was het moment dat ik open de wereld in kwam, zonder oordeel over wat bestaat. Zolang je niet beschikt over taal, is er geen mogelijkheid om kaders aan te brengen binnen gedachten. Geen generalisatie of het plaatsen in hokjes. Ik verlang als het ware naar een soort evolutie van de mens, waarbij de mens weer in staat is open te ontvangen, zonder negatief oordeel, maar toch in staat om analyseren over welke informatie je als mens verwerkt en daarover op ethisch verantwoorde wijze zich hierin te kunnen inleven. Ik ben als mens ook vaak bezig met het aspect wat ons ethisch verantwoord is, wat leidt tot het goede en kunnen we als mens een universeel moraal ontwikkelen die een positieve uitkomst heeft voor ieder?
Ook voel ik verwantschap tegenover tijd. Aan tijd koppel ik geboorte, maar zo ook de dood. De dood is een gegeven waar vele ‘antwoorden’ op te vinden zijn. Alleen zal niemand de werkelijke waarheid ondervinden en delen met ons. Dit laat ons onwetend over de toekomst en het hiernamaals. Dit heeft voor ons als mens het gevolg dat we graag controle willen kunnen uitvoeren over deze onbekendheid. We houden ons om deze redenen soms bezig met het geloof, spiritualiteit en andere zaken die het hiernamaals kunnen definiëren. Ikzelf voel een sterke aantrekkingskracht tot de natuur, beschouwende op een wijze van het oerbeginsel, waarbij de mens niet in staat is en was om invloed hierover uit te oefenen. Ik zie deze natuur als iets sacraals en overstijgend, met allerlei soorten onbekende taferelen die ondergeschikt is aan onze verbale en taalgebonden capaciteiten. Voor mij moet kunst een uitdrukking zijn van die sublieme ervaring. Ik voel verwantschap tot alle mogelijke informatie, inspiratie en ervaring die mij stappen dichterbij het sacrale brengt van de natuur.
1 note · View note
stefselfslagh · 5 years
Text
DM Zapt. Länge leva Bart Moeyaert.
Een stukje voor DM Zapt, de dagelijkse tv-rubriek van De Morgen. Deze keer over het interview met schrijver Bart Moeyaert op de Zweedse televisie.
Tumblr media
Ik was mij ten behoeve van deze rubriek net een beroerte aan het ergeren aan de filmpjes van de Blankenbergse YouTuber Nathan Vandergunst - Acid voor de fans - toen ik mij herinnerde dat Bart Moeyaert afgelopen zondag op de Zweedse televisie is geweest. Ik besloot het afdalen-in-de-vreugdeloze-krochten-van-de-puberende-vloggerziel voor bekeken te houden en repte me naar svtplay.se, waar ik het tv-interview met Moeyaert herbekeek. En visst nog, ik werd op slag weer vrolijk.
Dat kwam deels omdat Bart Moeyaert nog altijd in de Astrid Lindgren Memorial Award-hemel vertoefde en er geen besmettelijker emotie bestaat dan blijdschap, maar vooral omdat interviewster Jessika Gedin hem prachtige woorden ontlokte.
Toen ze Moeyaert vroeg waar en wanneer zijn schrijversschap precies ontkiemd was, vertelde hij dat hij als kind vaak onder de familiale eettafel was gaan liggen. Dat hij er daar een gewoonte van had gemaakt om de pluimen op de schoenen van zijn grootmoeder door zijn vingers te laten glijden, terwijl hij aandachtig luisterde naar de verhalen die zijn broers boven het tafeloppervlak vertelden. En dat hij daar zo gelukkig van was geworden. Omdat hij op die momenten besefte dat hij ook in een meer beschouwende rol tot zijn clan kon behoren. Dat hij tegelijkertijd een buitenstaander en een insider kon zijn. Dat hij de wereld, die hem vaak veel te groot leek, tot geruststellender proporties kon herleiden door hem selectief te observeren en er vervolgens over te schrijven.
Jessika Gedin had Bart Moeyaert ook kunnen vragen of jeugdliteratuur wel een volwaardige vorm van literatuur is. En of 480.000 euro prijzengeld niet van het kapitalistische te veel is. Maar dat deed ze niet. Ze stelde een handvol essentiële vragen en blonk vervolgens uit in een onder interviewers zwaar onderschatte discipline: zwijgen. Bart Moeyaert kreeg alle ruimte om de antwoorden op haar vragen haast net zo bedachtzaam te formuleren als de zinnen in zijn boeken.
Of ik langzaam maar sluw aan het toewerken ben naar de stelling dat een boekenprogramma in prime time ook op Canvas niet zou misstaan? Ik roep nog liever 'I HEAR YOU GUYS HAVE REALLY SMALL DICKS' in een Amerikaans redneck-café dan dié discussie opnieuw voor geopend te verklaren. Maar wat ik wél doe, is het tv-gesprek van vijftien minuten springlevend en luie interviewers morsdood verklaren. Ook een interview van een kwartier kan fantastische televisie opleveren. Alleen moet je als interviewer dan niet proberen om in 15 minuten zoveel mogelijk quotes te verzamelen, maar wel om in die tijd tot de absolute kern van je gast door te dringen. Dat is net iets moeilijker dan Jessika Gedin laat doorschemeren.
1 note · View note
jandegeus · 2 years
Text
De Wende
Mijmering op de zondag
Wat vooraf gebeurde Jeuken, mijn handen jeuken. Na jaren een vorm van retraite, met hooguit wat losse flodders op Twitter, Facebook en wat dies meer zij, is dan toch wel weer tijd om beschouwend terug te blikken, te reflecteren, er iets wijzer van te worden. Terwijl de nieuwe gemeente afgelopen vier jaar zich struikelend naar een eenheid holde, en alles nog geleerd moest worden door iedereen,…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
annacoluthe · 2 years
Text
“Niemals ist vielleicht hohe betrachtende Trauer so herrlich ausgesprochen worden. Manchmal wird dieser Genius dunkel und versinkt in den bitteren Brunnen seines Herzens; meistens aber glänzet sein apokalyptischer Stern Wermut wunderbar rührend über das weite Meer seiner Empfindung.”
Nog nooit eerder wellicht werd hoog beschouwende droefheid zo schitterend uitgesproken. Soms wordt zo een genie duister, en verzinkt in de bittere bron van zijn hart; meestal echter glanst zijn apocalyptische ster alsem-wonderbaar beroerend over de wijde zee van zijn gevoelens.
- Brief von Brentano an Philip Otto Runge (21. Januar 1810), aus Friedrich Hölderlin. Eine Biographie, Wilhelm Michel. s. 464
“Hölderlins Untergang hat mitten in dem Zwang seines Hergangs die volle Freiheit des antiken Tragediëntodes, d. h. er ist der Wirklichkeit näher als viele Wirklichkeit”
Hölderlins ondergang heeft midden in de dwang van zijn heengaan de volle vrijheid van de antieke tragediëndood, dwz. hij is de werkelijkheid dichter dan veel werkelijkheid;
- von Celan angezeichnete Satz in Wilhelm Michels Biografie
“On April 20, 1970, the poet Paul Celan left his home in Paris, walked to a bridge over the River Seine, and jumped to his death. He left a biography of Hölderlin open on his desk, with the following words underlined: Sometimes this genius goes dark and sinks down into the bitter well of his heart. The sentence does not end there. Celan chose not to underline the rest: but mostly his apocalyptic star glitters wondrously."
— Maggie Nelson, The Red Parts: a Memoir
0 notes
Text
‘De vlucht uit de tijd’ van Hugo Ball, grondlegger van het dadaïsme
Tumblr media
Op 5 februari 1916 opende Hugo Ball samen met zijn latere echtgenote Emmy Hennings het ‘Cabaret Voltaire’, de bakermat van de internationale dada-beweging. In deze piepkleine achterafzaal van een café in de Zürichse Spiegelgasse zou Ball met dada-vrienden als Tristan Tzara, Hans Arp, Richard Huelsenbeck en Marcel Janco literatuurgeschiedenis schrijven. Dada bestaat precies honderd jaar en dat viert uitgeverij Vantilt onder meer met de uitgave van Vlucht uit de tijd, het hoofdwerk van dada-bezieler Ball.
Dada
Dat dada in onze contreien honderd jaar na datum springlevend is en nog steeds tot de verbeelding spreekt, is in onze contreien de verdienste van de Nijmeegse uitgeverij Vantilt en haar onvolprezen ‘Dada-reeks’, sinds 1998 hét referentiepunt voor iedere liefhebber van avantgardeliteratuur. Zo kan wie een idee wil hebben van hoe het er aan toe ging in de Spiegelgasse terecht bij ‘Een avond in Cabaret Voltaire’ (2003), een voorbeeldprogramma samengesteld en vertaald door Jan H. Mysjkin. In dezelfde reeks vertaalde Mysjkin met evenveel bravoure ook werk van Tristan Tzara, Francis Picabia, Raoul Hausmann en Hugo Ball (diens beruchte dada-roman Tenderanda de fantast), terwijl Rokus Hofstede 2 titels van de Belgische proto- en postdadaïst Clément Pansaers voor zijn rekening nam.
Eveneens ter gelegenheid van het dada-eeuwfeest verschijnt er eind oktober bij Vantilt het overzichtswerk Dada. Een geschiedenis van Hubert van den Berg, die eerder met Geert Buelens een bloemlezing avantgardistische poëzie uit de Lage Landen publiceerde – u raadt het al, ook bij Vantilt – onder de titel Dan dada doe uw werk. In Dada. Een geschiedenis beschrijft van den Berg het ontstaan en de ontwikkeling van de internationale dadabeweging zoals die zich manifesteerde in onder andere Zürich, Berlijn en Parijs, maar met bijzondere aandacht voor dada in Nederland en België en de belangrijkste lokale spelers: Theo van Doesburg/I.K. Bonset, H.N. Werkman, Piet Mondriaan, Clément Pansaers en uiteraard Paul van Ostaijen. Verder herbekijkt van den Berg het heersende beeld van dada als een antibeweging en schuift de kunstenaarsbeweging naar voren als een synthese van vooroorlogs avantgardisme en een cruciale schakel in de ontwikkeling van de moderne kunst en literatuur van de twintigste eeuw.
Hugo Ball
Dada was een gebalde maar krachtige artistieke revolutie, een kortstondig fenomeen dat hoogtij vierde tussen grofweg 1916 en 1920. Hugo Ball (1886-1927) stond met de opening van het ‘Cabaret Voltaire’ aan de wieg van de beweging en het is dan ook niet verwonderlijk dat in zijn autobiografisch werk Vlucht uit de tijd slechts enkele tientallen pagina’s handelen over deze bewogen periode (heerlijke lectuur overigens waarin Ball perfect de absurde en levenslustige dadasfeer weet weer te geven).
In Vlucht uit de tijd zien we Ball evolueren van dadaïst tot mysticus. Zoveel is zeker: Ball was niet in eerste instantie of alleen maar dadaïst: anders dan zijn dada-collega’s was hij geen dichter of kunstenaar pur sang, maar eerder een denker, een filosoof, of een ‘onderzoeker’ zoals vertaler Hans Driessen hem noemt in zijn nawoord. Ball studeerde filosofie en sociologie in München en Heidelberg, waar hij het werk van Nietzsche en de Russische anarchisten leerde kennen en verzaakte aan zijn katholieke geloof. In 1910 trok hij naar Berlijn en waagde zijn kans als acteur, om nadien in München zijn geluk te beproeven als dramaturg en aan theater te doen dat ‘experimenteert los van de belangen van alledag’. Daar ontmoette hij ook Wassily Kandinsky (die trouwens passim voorkomt in Vlucht uit de tijd) en waagde zich aan het schrijven van expressionistische gedichten. Toen de Eerste Wereldoorlog (‘het grandioze slachtfeest’) uitbrak, meldde hij zich als vrijwilliger maar werd om medische redenen afgekeurd. Ball, die als een landverrader werd gezien, vluchtte samen met de cabaretière en dichteres Emmy Hennings (in 1920 trouwden ze) naar Zürich in het toen neutrale Zwitserland. Ze stortten zich onverschrokken in de cabaret- en theaterwereld, met als bekend gevolg de opening van het ‘centrum van artistiek amusement’, het ‘Cabaret Voltaire’.
Die opening in februari 1916 betekende voor Ball een artistieke boost, zoals valt af te leiden uit de toon van de dagboeknotities, die rond die periode levendiger en schalkser wordt. De memorabele soirées volgden elkaar snel op, terwijl Ball zich terugtrok in ‘de innerlijkste alchemie van het woord’ om een nieuw soort poëzie uit te vinden: zijn klankgedichten of ‘verzen zonder woorden’ zouden hem wereldberoemd maken. Ball schreef in hetzelfde jaar het dada-manifesto waarin hij zich verzette tegen de ‘institutionalisering’ van dada als een beweging. Hij droeg het beruchte manifest voor op 14 juli 1916 op de eerste ‘voor iedereen toegankelijk dada-avond’ in het Zunfthaus zur Waag: het was ‘een nauwelijks verhulde verzaking’ aan zijn vrienden, zo tekende Ball zelf op. Die dag in juli geldt algemeen als de eigenlijke oprichtingsdag van de dada-beweging, terwijl het voor Ball blijkens zijn notities toen voor hem eigenlijk al voorbij was: ‘Heeft men ooit meegemaakt dat het eerste manifest van een nieuw opgerichte beweging die beweging zelf ten overstaan van de aanhangers ervan herriep? En toch was het zo. Als de dingen ten volle vervuld zijn, zeggen ze me niets meer’. Tzara is not amused en nog voor het einde van zijn annus mirabilis 1916 brak Ball met de dada-beweging – op enkele kleine losse opdrachten na – en koos voor een rusteloos  nomadenbestaan, trekkend van Duits naar Italiaans of Zwitsers schuiloord. Op dat moment nam hij het geloof van zijn jonge jaren terug op en vanaf 1920, wanneer zijn religiositeit zijn denken nagenoeg compleet overheerst, vond hij rust in Ticino, Italiaans Zwitserland (hij sluit er een hechte vriendschap met Hermann Hesse, over wie hij later een biografie zou schrijven).
Vlucht uit de tijd
Balls filosofische achtergrond blijkt overduidelijk uit de overwegend ernstige, beschouwende toon van de aantekeningen in Vlucht uit de tijd, een werk dat je zonder meer kan zien als een beginselverklaring, een soort persoonlijk manifest maar dan in de vorm van een dagboek of een autobiografie. Hoewel ‘dagboek’ niet helemaal de juiste term is: in tegenstelling tot wat de achterflap stelt, worden Balls notities niet gepresenteerd zoals hij ze destijds noteerde ‘rechtstreeks en zonder opsmuk’. Het is immers bekend dat Ball tot een jaar voor de publicatie in 1927 (tevens zijn sterfjaar) de aantekeningen grondig heeft bewerkt, passages heeft weggelaten of net heeft toegevoegd. Hier en daar zal Ball de zaken wellicht mooier hebben voorgesteld dan ze werkelijk waren (denk maar aan de lofredes op de zwakke gedichten van Emmy of het devote gejeremieer naar het einde toe). Ondanks, of misschien wel juist omwille van, de manipulaties komt Vlucht uit de tijd over als een spontaan en oprecht ego-document. Door Balls brede interessesfeer en zijn aanhoudend vloeiende stijl laat Vlucht uit de tijd zich heel vlot weglezen.
Vlucht uit de tijd is een uitvoerige en eclectische bundeling dagboeknotities, overpeinzingen en citaten  die in totaal een periode van 8 jaar bestrijkt. Het boek is opgesplitst in 2 grote delen: het start met enkele losse, ongedateerde notities (met als tussentitel ‘Voorspel’) uit 1913 en eindigt met het korte, omineuze bericht ‘We gaan naar Duitsland’ op 29 september 1921. De twee delen houden globaal gesproken  gelijke tred met Balls intellectuele ontwikkeling. Hij neemt verschillende gedaantes aan, zet diverse maskers op: van pacifistisch dramaturg (de opgetogen periode in München, 1913), politiek filosoof (de jaren in Bern als politiek journalist van de ‘Freie Zeitung’, 1917-1919 en de voorbereiding op zijn lijvig filosofisch traktaat ‘Zur Kritik der deutschen Intelligenz’) en anarchistisch dadaïst (het oprichten van het ‘Cabaret Voltaire en het wonderjaar 1916) tot belezen literatuurkenner (Ball stond bekend om zijn niet te stillen leeshonger), goedaardige pantheïst (de heerlijk voortkabbelende, naiëve natuurbeschrijvingen) en devoot mysticus (Ball bundelde 3 geleerde hagiografieën tot ‘Byzantinisches Christentum. Drei Heiligenleben’, volgens eigen zeggen de enige sleutel om zijn persoon te begrijpen).
Blader eender waar in Vlucht uit de tijd en de scherpe, heldere stijl springt in het oog. De verfijning zit in de weldoordachte, sierlijke formuleringen en de syntaxische eenvoud (heeft vertaler Hans Driessen zich enkele vrijheden veroorloofd om de leesbaarheid te bevorderen?). Of Ball het nu heeft over Hegel, Proudhon, Simeon de Pilaarheilige of Bakoenin het blijft allemaal even fris en duidelijk. Dito voor de kunstheoretische stukken over bijvoorbeeld de poëzie van Rimbaud of de immer citeerbare analyse van het werk van Picasso. Wanneer Ball de grote metafysische vragen aanpakt, is hij eveneens op zijn sterkst en zal menig lezer voor zich innemen door zijn klare en nederige kijk op de dingen des levens. Aan de minzijde zullen de tenen van enkele lezers dan weer beginnen te krullen door Balls blinde adoratie voor ‘zijn’ Emmy, het pieus doordrammen over religie en de oeverloze polemiek tegen het protestantisme. Maar laat dat de pret niet drukken: Vlucht in de tijd is in alle opzichten een essentiële toevoeging aan de dada-reeks en verplichte lectuur voor zij die de avantgarde meer dan genegen zijn.
Verschenen in: STAALKAART #34, 2016
De vlucht uit de tijd van Hugo Ball, Vantilt 2016, vert., noten en naw. door Hans Driessen, ISBN 9789460042652, 351 pp.
4 notes · View notes
twafordizzy · 9 months
Text
Hermans doorziet de wereld achter de Hallen
Centre Pompidou; bron beeld: blogspot.com Het is 1977 als onze (Nederlandse) meest besproken schrijver zich buigt over de komst van Centre Pompidou. W.F. Hermans (1921-1995; daar gaat dit stuk over) woonde in Parijs, was de polder, roddel en achterklap ontvlucht en kon zich concentreren op wat er in de Lichtstad gebeurde. De opening van culturele tempel, museum en bibliotheek, vernoemd naar de…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
jurjenkvanderhoek · 3 months
Text
OVERAL WEL WAT IN ZIEN MET MARCEL REIJERMAN
Tumblr media Tumblr media
Op het moment dat ik over de drempel de deur van Galerie Getekend binnenstap is het alsof ik het boek "overal wel wat in zien" open en doorblader. In dit boek draait Marcel Reijerman al tekenend rond het geheimzinnige proces van het maken van kunst. Zijn werk leidt mij rond in het hoofd van de kunstenaar. Kleurig en poëtisch in potlood en pastel legt Reijerman voor mij iets van dat ongrijpbare scheppingsproces vast. De tekeningen bij Galerie Getekend  tonen dat maakwerk en meer, iedere compositie vormt een nieuw hoofdstuk. Als stripverhaal beschouwend zou ik het kunnen aanmerken als de diverse stappen in de kruisgang - de statie, de plekken cq gedachten waar de inspiratie stilhoudt om tot een gelaagde compositie te komen.
Reijerman tekent zich bewerkelijke platen waarin hij onder meer collega-kunstenaars citeert om een vinger achter het mysterie te krijgen. Met die beeldende quotes probeert hij vat te krijgen op het raadsel, het geheim van dat heilige moeten. De drang om uit te drukken, het verbeelden van gedachten. De ziekte waaraan hijzelf ook lijdt. Hoe losten zij dat op, op welke manier verbeeldden zij dit. Deze aanhalingen maken onderdeel uit van zijn persoonlijke werk. Het zijn feitelijk parafrases daar Reijerman de kunst van die anderen in eigen beelden uitdrukt. Ze passen naadloos in zijn composities. Die anderen hebben bruikbare verbeeldingen gemaakt. Reijerman hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden, maar doet dat wel met hulp van bestaand beeldmateriaal.
Tumblr media
De tekeningen van Marcel Reijerman zou je kunnen rubriceren onder beeldverhaal, ofwel de strip. Bij hem is er echter veel te zien binnen een enkele tekening. Hij heeft geen rij plaatjes nodig om scenes uit te beelden. Een compleet verhaal staat in lijn, vlak en kleur geschreven in de tekening. Slechts de titel onder in de kantlijn zijn de woorden die nodig zijn het beeld te versterken. En niet alleen wil hij daarin het maken begrijpen, maar ook het leven in het algemeen grijpen. Dat is niet een werkelijk leven, maar veeleer een spiegel waarin het surrealistische vormen reflecteert. Onderdelen van verbeelde lichamen zijn groter dan wel kleiner uitgewerkt, naar gelang dit van belang is in de uitdrukking. Zo kunnen handen groteske afmetingen aannemen om het maken en creëren te benadrukken. Want het zijn toch de handen die maken. Creëren is handwerk.
De titel stemt tot nadenken waar het beeld kijkgenot geeft. Die titel is in theorie een filosofische omschrijving van het beeld, een vlugschrift daar de afbeelding nauwelijks uitleg nodig heeft. Het geeft wel een naam aan het beeld waardoor ik niet objectief kan kijken. De titel wijst mijn gedachte een bepaalde richting, dringt zich feitelijk aan mij op zodat ik geen eigen uitweg kan zoeken. Reijerman wil dat ik de door hem aangegeven route volg om ingang te krijgen tot zijn werk. En ik volg gedwee, want verlang er naar het geheim van het scheppingsproces te weten. Van inspiratie, de inval van een idee, via het vertalen van gedachte naar beeld, en de verwerking daarvan, de uitwerking tot resultaat. Vindt ik dat zo woordelijk, naar de letter beeldend, in de composities bij Galerie Getekend? Natuurlijk niet, het mysterie moet geheim blijven, het raadsel van de kunst zal ondoorgrondelijk en onverklaarbaar zijn. Reijerman licht een tip van de sluier op en ik gluur even mee.
Tumblr media
Zoals geschreven valt er veel te ontdekken in de composities. Alle stillevens van het leven. Stil gezet, pas op de plaats, en van alle kanten bekeken. Met veel omhaal van beelden wordt het geheim van de creatie gealfabetiseerd en gecategoriseerd. Opgeslagen in de tekening. Niet ingekleurd, zoals in de strip de schets wordt geïnkt en geletterd, Reijerman hanteert kleurpotlood en stelt meteen de tint vast zonder deze te omlijnen. Daarmee beschrijft hij figuurlijk zijn plaat, want het zijn de symbolen die verwijzen naar het verhaal. In een kakafonie van gegevens dreig ik nog weleens te verdrinken, zie ik door de bomen het bos niet meer. Maar er is altijd een rustpunt te vinden door afstand te nemen, het geheel te bewonderen zonder mij te storen aan details. Deze details maken de compositie echter wel levendig en nodigen uit tot een langdurig kijken. Het werk heeft tijd en aandacht nodig om mijn gedachte bewust te laten worden van de reden van de afbeelding.
Naast de serie om het mysterie te ontrafelen maakt Marcel Reijerman landschappen. Het zicht van kijken is dat zoals in een kubistisch kunstwerk. De getekende omgeving wordt van alle kanten bekeken, binnenste buiten gekeerd waarin figuurtjes rondlopen en beeldcitaten zijn gestrooid. Mijn oog dwaalt door de schepping, mijn blik verdwaalt in de creatie. Op elke vierkante decimeter is een stilleven te vinden. Stil in de zin van stil gezet. Want een kunstwerk is toch altijd een bevroren moment. Door deze ogenblikken bij elkaar te zetten ontstaat een levendig beeld dat wel voortdurend in beweging is. De verzamelde momenten vormen bij elkaar een doorlopend verhaal, een strip in een enkele plaat.
Tumblr media
Denk ik het boek “overal wel wat in zien” te kunnen sluiten, want ik heb tenslotte in alle platen wel wat gezien, ontdek ik het echte mysterie van het maken. Reijerman heeft zijn schetsboeken, waarin inspiraties en ideeën zijn uitgewerkt, meegenomen uit het atelier. Hij heeft deze met moeite achter gelaten, want het geeft een inkijk in zijn manier van werken. Het opent deuren die anders gesloten blijven. Eigenlijk nog meer interessant dan de uitwerking zelf. En omdat deze schetsen en uitgeschreven gedachten zo belangrijk voor hem zijn, het fundament waarop het resultaat is gebouwd, heeft de kunstenaar van de boeken kunstwerken op zichzelf gemaakt. De kaften en banden waarin de bladen zijn gebonden zijn rijk versierd. Versierd met penningen en medailles, halfedelstenen en snuisterijen. Maar ook door die boeken krijg ik geen duidelijk zicht op het scheppingsproces. Gelukkig maar, want een geheim mag je niet door vertellen. Dat moet geheim blijven.
Tentoonstelling tekeningen van Marcel Reijerman bij Galerie Getekend, Stationsstraat 6 in Heerenveen. 14 januari tot en met 10 maart 2024.
youtube
0 notes
devosopmaandag · 3 years
Text
Een wankel paar als fundament
Drie uren lang zaten ze tegenover mij, de dochter en zoon van mijn broer, aandachtig luisterend, af en toe vragen stellend, lachend, ernstig, verbaasd, zich buigend over oude foto's uit Indië. Het verzoek kwam van haar: ik wil meer weten over opa en oma. Hij kwam mee, even nieuwsgierig, en op een dag wil hij, een getrainde kok,ook nog precies zo leren koken als zijn oma deed, en ik nog steeds doe . Tussen hen en hun betovergrootouders bevindt zich een bonte reeks mannen en vrouwen met Belgisch, Nederlands, Javaans, Chinees', Duits en Pools bloed.
De derde generatie wil nu meer weten, de eerste zweeg over de pijn, borg het geluk op, de tweede generatie nam alles voor lief, begon aan een onbezoedelde, verwachtingsvolle toekomst. Zo ongeveer, en niet bij iedereen precies zo.
Ik kon die middag mijn vertellust kwijt, mijn liefde voor mijn ouders, maar nog belangrijker, ik kon zo precies, zo pijnlijk, zo beschouwend en zo genereus zijn als ik nodig achtte. Zij waren de ideale luisteraars. Ik deed het ook namens hun vader, die net als zijn ouders het meeste heeft opgeborgen in een innerlijk doos, die gesloten en wel inwerkt op zijn leven.
Naar aanleiding van een tweede boek met interviews over zin en leven, schreef Fokke Obbema in de Volkskrant van dit weekend een lang artikel over het verschijnsel van het 'levensverhaal', het verhaal dat mensen van hun eigen leven maken. Hij voert allerlei denkers op over het verschijnsel, dat wezenlijk wordt geacht voor het mens zijn, maar waarover genuanceerd gedacht wordt. Een levensverhaal komt voort uit een behoefte aan continuïteit en coherentie, en maakt, volgens mij, na gemaakt te zijn weer nieuwe aan. Mijn nichtje voelde de volkomen begrijpelijke behoefte aan continuïteit: kleindochter te zijn van een man en een vrouw, van wie ze de geschiedenis niet echt kent. Naarmate ik ouder word, stel ik steeds meer vragen bij die twee grote gegevens in het leven van een mens. Mijn naderende dood lacht om 'continuïteit', en daarmee om 'coherentie', maar zo lang ik leef vormen ze samen, wankel of niet, het fundament waarop ik sta.
3 notes · View notes
rudilejaeghere · 3 years
Text
Ik schrijf graag wat kortverhalen, poëzie en blogs. Hier links naar mijn nieuwere werkjes:
https://artikel.nl/als-gedachten-de-ontsnapping-842
https://artikel.nl/hoe-blijf-je-een-gezond-mens-in-een-jachtig-dagelijks-leven-861
https://artikel.nl/als-gedachten-slavernij-of-liefde-878
https://artikel.nl/zen-880
https://artikel.nl/zomer-in-beeld-881
https://artikel.nl/sluit-de-dood-alles-af-919
https://artikel.nl/dan-zijn-we-in-verwachting-921
https://artikel.nl/beschouwend-939
https://artikel.nl/hoe-verzorg-ik-mijn-huid-mijn-tanden-en-mijn-haar-940
https://artikel.nl/pop-me-terug-959
https://artikel.nl/als-gedachten-terminus-960
https://artikel.nl/kijk-en-schreeuw-961
https://artikel.nl/uit-de-schaduw-geboren-973
https://artikel.nl/het-weven-van-draden-974
https://artikel.nl/als-gedachten-familie-1004
https://artikel.nl/als-gedachten-mijn-lachende-buurman-1017
https://artikel.nl/hoe-kan-ik-een-deel-van-mijn-spaarcentjes-beleggen-1039
https://artikel.nl/kom-er-bij-1040
https://artikel.nl/als-gedachten-als-volwassenen-overeen-komen-1042
https://artikel.nl/op-welke-manier-moet-ik-mijn-spaarcentjes-beleggen-beleggen-deel--1081
https://artikel.nl/hoe-verdeel-ik-mijn-beleggingsportefeuille-beleggen-deel--1109
https://artikel.nl/als-gedachten-vreemdgaan-1119
https://artikel.nl/de-schaduwen-1120 
https://artikel.nl/als-gedachten-samen-gaan-kamperen-1138
https://artikel.nl/als-gedachten-smetvrees-1167
https://artikel.nl/wat-kunnen-we-allemaal-in-onze-beleggingsportefeuille-opnemen-beleggen-deel--1182
https://artikel.nl/uitbloeden-1185
https://artikel.nl/als-gedachten-soms-te-laat-komen-1192
https://artikel.nl/wenen-1209
https://artikel.nl/tot-ter-dood-1202
https://artikel.nl/nucleus-1203
1 note · View note
dickvanas · 3 years
Text
Extra zorg voor onze lieve huisdieren
Tumblr media
Dierendag is de dag waarop we de dieren extra aandacht horen te geven. Mensen willen op deze dag laten zien dat dieren rechten hebben en dat dieren beschermd moeten worden. Veel mensen hebben geen idee wat nou het nut is van de dierendag en slaan die gewoon over. Misschien hebben jullie hem maandag wel vergeten? Dan mag je de dag gerust inhalen.
De datum van Dierendag komt van de feestdag van Franciscus van Assisi. Deze feestdag vond plaats op 4 oktober. Franciscus van Assisi was een man die zich bekommerde om armen en zwervers, maar ook om planten en dieren. Op een internationaal congres van verenigingen voor bescherming van dieren in 1929 werd 4 oktober officieel uitgeroepen tot Werelddierendag. De eerste dierendag vond plaats op 4 oktober 1930. Dierendag wordt gevierd door dieren extra in de watten te leggen. Dierenspeciaalzaken hebben dan ook vaak speciale aanbiedingen om huisdieren extra te verwennen. Daarnaast wordt dierendag nu veel gebruikt door dierenrechtenactivisten. Zij vragen op die dag extra aandacht voor de rechten van dieren.
Kerk Franciscus
Ilse Winter uit Brno in Tsjechië schreef in mei 1927 een brief aan Margaret Ford in Londen, waarin ze voorstelde om één dag per jaar speciaal aan de dieren te denken. Ford was voorzitster van de wereldvereniging van de dierenbescherming. Zij vond het een prachtig idee en de beide dames kwamen overeen dat de feestdag, waarop de Katholieke Kerk Franciscus herdenkt, een goede datum voor zo'n dierendag zou zijn. Tijdens een internationaal congres van verenigingen voor de bescherming van dieren in mei 1929 in Wenen waar R. Spurrier, secretaris van de "National Council for Animal Welfare" de belangrijkste pleiter voor deze dag was, werd 4 oktober uitgeroepen tot Werelddierendag. Dit werd toen al in enkele steden gevierd in Amerika, Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Australië en Indië. De eerste officiële dierendag in Nederland was op 4 oktober 1930. In Nederland werden er op die dag beschouwende artikelen geplaatst in kranten over de verhoudingen tussen mens en dier.
 Commercie
Sinds de jaren zestig grijpt men deze datum steeds meer aan voor het dierenrechten activisme. Ook werden meer activiteiten ontwikkeld om met name kinderen bij dit onderwerp te betrekken. Ook de commercie rondom dierendag is aanzienlijk gegroeid. Zo vestigde de CPNB in 2000 de aandacht op de Kinderboekenweek (met als thema "dier") door allerlei acties met dieren (zoals huisdierkeuringen en een gratis dierenartsspreekuur) in bibliotheken te organiseren. Op sommige basisscholen wordt op 4 oktober ook aandacht besteed aan dierendag. Op sommige scholen nemen kinderen een huisdier of knuffel mee naar school.
In 1863 werd de Koninklijke Maatschappij voor Dierenbescherming opgericht in België en in 1864 de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren. Deze organisaties hielden zich vooral bezig met leed van individuele dieren van in eerste instantie huisdieren zoals paarden, honden en katten en daarna met andere nuttige dieren. In 1867 werd de vergelijkbare Koningin Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren opgericht in Amsterdam. Naast deze algemene dierenbescherming zijn er ook verenigingen en stichtingen die zich het lot aantrekken van een bepaalde (groep) diersoort(en) zoals (zee)honden of zwerfkatten.
Dierenrechten
Eind 19de eeuw kwam er in navolging van de aandacht voor rechten van alle mensen ook aandacht voor dierenrechten. Organisaties kwamen op tegen vivisectie en de dierproef. Na de Tweede Wereldoorlog werd veganisme voorgesteld als oplossing tegen dierenleed. Vanaf de jaren 70 ontstonden organisaties met radicalere acties zoals het vrijlaten van pelsdieren of illegaal filmen van dierenmishandeling. In de jaren 90 en daarna ontstonden tal van politieke partijen voor de dieren. Hieronder staan organisaties die zich inzetten voor de bescherming van individuele dier(soort)en. Die onderscheiden zich van natuurbeschermingsorganisaties zoals de Nederlandse vereniging Natuurmonumenten en het Vlaamse Natuurpunt die zich richten op het milieu van diersoorten in het wild.
(Door Dick van As/ Fotobron)
0 notes
juhanimols4ve-blog · 6 years
Text
Zelfportret
1.Omschrijf in een alinea wat jij bedoelt met de foto. Bespreek waarom je de plek van de foto hebt gekozen, de voorwerpen en alles wat je zelf belangrijk vindt.
Tumblr media
De plek heeft veel licht, en de achtergrond vond ik mooi bij de kleuren van de voorwerpen passen. Het gewicht staat voor de sportschool en sporten in het algemeen. De oortjes beelden mijn voorkeur voor muziek en het land van mijn moeder (Colombia) af. En de horloge, die ooit van mijn opa is geweest laat de liefde voor mijn familie en horloges zien.
 2. Geef aan wat voor jou van toepassing is.
4pnt
3pnt
4pnt
4pnt
Tumblr media
3. Laat hier enkele van de ander foto’s zien die je gemaakt hebt. Leg uit waarom je deze foto’s niet gekozen hebt.
Tumblr media
Omdat deze foto's te donker waren, mijn voorkeur gingen naar de foto's die ik met daglicht buiten heb gemaakt, aangezien er dan ook meer licht is. Ook vond ik de achtergrond van de mislukte foto's niet passend
Tumblr media
  In de les heb je gekeken naar een fragment over de Nederlandse fotografe Robin de Puy. Daarin zegt ze dat een foto soms meer over de maker ervan zegt dan over de persoon die gefotografeerd is.
4. Probeer uit te leggen wat ze daarmee bedoelt en betrek in je antwoord jouw foto.
Een gezicht geeft weinig informatie, terwijl een foto veel elementen bevat. Een fotograaf experimenteert talloze keren, en zijn werkstijl reflecteert weer naar hoe hij denkt. Terwijl je via uiterlijk alleen de geslacht en leeftijd kan weten. Zo kom je veel meer over mijn persoonlijkheid te weten als je naar mijn foto kijkt hierboven, dan als je alleen naar mijn uiterlijk kijkt.
In de les worden sommige foto’s door de docent klassikaal besproken. Dan komt de inhoud van de foto aan de orde maar ook beeld beschouwend zal de docent sommige foto’s analyseren. (Onderdelen als kleur en licht zijn bijvoorbeeld bij fotografie heel erg belangrijk).
Belangrijk bij beeldende kunst is ook dat je soms als maker iets bedoelt, maar dat de kijker er heel iets anders van maakt.
5. Vraag aan een klasgenoot wat hij of zij ziet in jouw foto en wat het volgens hem of haar betekent. Wissel daarna rollen.
Hij ziet dat ik van sporten houd en twee nationaliteiten heb. Door de oortjes in de kleuren van de colombiaanse vlag, ziet hij ook dat ik van muziek houd. En als laatste ziet hij ook dat ik een voorkeur heb voor horloges,
6. Komt de mening van je klasgenoot overeen of is het totaal iets anders wat hij of zij erin ziet? Schrijf hier de conclusie.
Ja hij heeft een goede beschrijving gegeven van mijn zelfportret, hij heeft de elementen goed geïnterpreteerd.  
7. Geef nu je mening over deze opdracht. Heb je iets geleerd of heb je al veel ervaring met fotografie. Is dit wat je verwacht bij CKV?
Naast een paar selfies en landschapsfoto's had ik geen ervaring met ckv, dus alle extra kennis en ervaring is welkom. Zo heb ik geleerd hoe ik mezelf kan afbeelden doormiddel van voorwerpen, in plaats van mijn gezicht of lichaam. Dit is dan ook wat ik verwachtte van ckv, aangezien er nog veel te leren valt voor mij op het gebied van kunst. 
1 note · View note