Tumgik
#nieuw impressionisme
jenniesartpage · 1 year
Text
Nieuw werk: "Maple Serenade"
Dompel je onder in de schoonheid van “Maple Serenade,” een olieverfschilderij dat een Japanse Esdoorn in volle bloei afbeeldt. Dit kunstwerk meet 100 x 150 cm en toont een frisse interpretatie van het nieuw impressionisme, met levendige kleuren en een betoverende sfeer. Dit schilderij neemt de kijker mee naar een Japanse tuin waar een prachtige boom bedekt met prachtige herfstkleuren het…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
joostjongepier · 3 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Zelfportret (1908), Portret van Émile Bernard (1897), Reizende muzikant in Rouen (1891), Tegenover de Moulin Rouge (1890), Bloedende Christus (1911), De kardinaal (1912) [en ter vergelijking: Portret van Nino de Guevara door El Greco (ca. 1600)], Het Anker (De kluizenaar) (1907), Spaanse boeren (1905), De danseres (1912), Buste van een picador (1910) en Het slachtoffer van het feest (1910) door Ignacio Zuloaga Waar?   Tentoonstelling Mythos Spanien – Ignacio Zuloaga 1870-1945 in Bucerius Kunst Forum, Hamburg
Wanneer?   5 maart 2024
In samenwerking met de Kunsthalle Múnchen ontwikkelde het Bucerius Kunst Forum in Hamburg de tentoonstelling Mythos Spanien, gewijd aan de Spaanse schilder Ignacio Zuloaga (1870-1945).
Zuloaga werd in 1870 geboren in Eibar in Baskenland. In 1889 of 1890 trok hij naar Parijs, het toenmalige wereldcentrum van de kunst. Ook later zou hij nog regelmatig naar de lichtstad terugkeren. De jonge Zoluaga was bevriend met kunstenaars, musici en schrijvers. Zo deelde hij een atelier met Paul Gauguin, was bevriend met Auguste Rodin en ging  samen met Maurice Ravel op reis. Als je de schilderijen uit deze Parijse periode bekijkt, zie je een jongeman die nog op zoek is naar zijn eigen stijl. Zijn werk toont invloeden van naturalisme, impressionisme en symbolisme. Drie schilderijen die naast elkaar aan dezelfde muur hangen, laten de variatie in zijn stijlen zien: een muzikant in Rouen, een portret van collega-kunstschilder Émile Bonard en een dame van lichte zeden in een café. Dit laatste schilderij vind ik zelf heel interessant. Op het eerste oog zien we een keurig geklede dame, zittend  aan een tafeltje bij het raam. Eind negentiende eeuw was het allesbehalve gepast voor een dame om alleen in een café te zitten. Het gaat dan ook hoogstwaarschijnlijk om een prostitué die wacht op een nieuwe klant. De stoel naast haar is uitnodigend leeg. Het raam kijkt uit op de Moulin Rouge, een plaats waar het vermaak op zijn zachtst gezegd enigszins seksueel gekleurd was.
Parijs bracht de kunstenaar niet waar hij naar zocht. Hij wilde Spaans schilderen. Dus keerde hij terug naar zijn vaderland. Spanje was ooit een wereldmacht was geweest, maar was nu zijn laatste koloniën kwijtgeraakt en was op zoek naar een nieuwe identiteit. Zuloaga droeg hieraan bij door typisch Spaanse thema’s te schilderen. Hierbij ging het niet altijd om een weergave van Spanje zoals het daadwerkelijk was. De kunstenaar greep terug op ‘Il siglo de oro’, de gouden eeuw van de Spaanse schilderkunst met schilders als Velazquez en El Greco. Hun invloed is dan ook terug te vinden in zijn werk.
Een interessant deel van de tentoonstelling is gewijd aan het religieus erfgoed van Spanje. Zijn kruisiging is bijzonder opmerkelijk. We zien hier namelijk niet, zoals in de kunstgeschiedenis gebruikelijk is, Jezus aan het kruis, met naast hem Maria en Johannes. We zien een daarvan afgeleid Spaans ritueel. Jezus is vervangen door een beeld van Christus aan het kruis. Dat beeld is, zoals in de Spaanse traditie al sinds de contrareformatie gebruikelijk is, hyperrealistisch. Het bloed gutst over het lichaam van de gekruisigde. Van de priester links kun je je afvragen of zijn gedachten wel bij het ritueel zijn. De andere aanwezigen vormen nauwelijks een groep. Het zijn losse individuen die elk op hun manier deel van de scène uitmaken.
Ook De kardinaal is geen doorsnee portret van een reële kardinaal. De afgebeelde persoon is een van Zuloaga’s favoriete modellen. Zijn ingevallen wangen en stoppelige baard stralen niet bepaald gezag en waardigheid uit. Hoewel je in eerste instantie denkt dat de kardinaal in een landschap zit, blijkt dat een illusie. Een gordijn en een tafeltje maken duidelijk dat we tegen een toneeldoek aankijken. Het hele tafereel is in scène gezet, als door een regisseur. Het schilderij grijpt duidelijk terug op een bekend werk van El Greco: Portret van Niño de Guevara. De inquisiteur is hier vervangen door een eenvoudige landarbeider. Een grappig detail is dat het brilletje dat El Greco’s kardinaal op de neus heeft, bij Zuloaga in de hand wordt gehouden. Wellicht is het schilderij een parodie op het werk van de zeventiende-eeuwse meester, maar waarschijnlijker is dat Zuloaga een eerbetoon wil brengen aan de door hem zeer bewonderde kunstenaar.
Voor wie nog mocht twijfelen aan de invloed van El Greco op de kunstenaar die in deze expositie centraal staat, moet maar eens goed kijken naar Der Anachoret (Der Einsiedler). Het slungelige, maniëristisch weergegeven lijf en de extatische blik van deze kluizenaar zou op een tentoonstelling van werk van El Greco niet misstaan.
In 1898 trok de schilder naar Segovia. Daar schiep hij veel van zijn belangrijkste werken: schilderijen van het karige rauwe landschap en zijn archetypische bewoners.
Naast de katholieke religie behoren ook de flamenco en het stierengevecht tot het Spaanse culturele erfgoed dat Zuloaga uitbeeldt. In Sevilla nam hij zelf deel aan stierengevechten. Misschien wel het meest indrukwekkende schilderij van deze tentoonstelling toont geen moedige toreador of jonge stierenvechter met veel bravoure. Het werk laat een vermoeide oude picador (een met lans uitgeruste hulp van de toreador) zien. De man rijdt op een mager paard. Ook het paard lijkt moe en zijn gang sjokkend. Beiden zitten onder het bloed. De achtergrond is duister en onheilspellend. De zaaltekst trekt een vergelijking met Don Quichotte en zijn paard Rosinante. De verslagen ruiter zou symbool staan voor de positie van Spanje, dat in 1898 de laatste van zijn koloniën, en daarmee zijn plek op het wereldtoneel, verloor.
1 note · View note
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
SCHILDER DOET BEROEP OPMEER ZINTUIGEN DAN DE OGEN ALLEEN
Tumblr media
“De ongerepte natuur en de eenvoudige bewoners van de Veluwe oefenen een grote aantrekkingskracht uit op stadsbewoners. Juist in een tijd van opkomende industrie en verstedelijking wordt de schoonheid van de natuur en het leven dicht bij de natuur ontdekt.” Dit en andere informatie lees ik op de website van het relatief jonge Noord-Veluws Museum. Het museum dankt zijn bestaansrecht aan de vele schilders die in en rond kunstenaarsdorp Nunspeet inspiratie opdeden en nog voortdurend opdoen. De omgeving blijft een toeristische trekpleister, dat lommerrijke landschap trok in het begin van de vorige eeuw een keur aan bekend geworden en onbekend gebleven kunstenaars naar zich toe. Als bijen op de honing kwamen schilders uit het westen van Nederland naar de Veluwe. Daar werd in het teken van de tijd een kolonie opgericht waar verschillende kunstenaars hun intrek namen om gezamenlijk op te trekken, met elkaar in gesprek te zijn en elkaar in de kunst te stimuleren. Ze lieten zich inspireren door de dan nieuwe kunststroming, het impressionisme. Het werk is losser van toets en toont steeds meer een impressie van het landschap met aandacht voor het licht en de kleur van het moment, schrijft het museum.
In de eenvoud van het landschap en het leven op de basis van het bestaan vonden de kunstenaars voldoende impressies om vast te leggen. In hun werken idealiseerden zij deze originele eigenheid, als tegenbeeld van industrialisatie en het opgeblazen stadsleven. Door de voortschrijdende mechanisatie dreigde dit simpele en eenvoudige zijn te verdwijnen. Maar door de technologie opende zich tevens het achterland en daar hebben de kunstenaars hun voordeel mee kunnen doen. Onder meer was een spoorlijn aangelegd waardoor de streek beter bereikbaar werd. Het aanbod van schilderthema’s was er groot, een kenmerk dat veel kunstenaars op de trein deed stappen. En een nieuwe vinding, namelijk de verkrijgbaarheid van verf in tubes, maakte het de kunstenaars meer eenvoudig in de buitenlucht te schilderen. De verf kan immers houdbaar worden meegenomen en is al in de fabriek aangemaakt en gemengd. En plein air hoeft de kunstenaar niet meer zelf dit voorwerk te doen en kan zo uit een scala aan kleuren en tussenkleuren het werk opzetten. De impressionisten stonden graag in het moment en op de plek, zodat het licht levend kon worden doorvoeld. Vooral door het authentieke karakter vinden de schilderijen van de Veluwse schilders gretig aftrek in binnen- en buitenland. Vooral de geëmigreerde Hollanders nemen zo een stukje van het vertrouwde thuisland mee naar het onbekende buitenland.
Tumblr media
Om de werken van deze kunstenaars een podium te geven en onder de aandacht te houden is in 2011 het Noord-Veluws Museum in het leven geroepen. De eerste tentoonstelling in het nieuwe museum, dat in november 2014 de deuren opent, bestond uit het werk van Ben Viegers. Hij is één van de bekendere schilders van deze omgeving, maar ook talloze andere gaan mee in de slipstream van de tijd. Het museum kan putten uit een rijke schakering van werken en een groot aantal kunstenaars. Ook heeft deze Ben Viegers een omvangrijk oeuvre nagelaten. Hij was een productief schilder. Het museum kan dan nu, 75 jaar na zijn overlijden, nog eens een overzicht van zijn werk geven in een nieuwe tentoonstelling. Het betreft dan geen herhaling van eens getoond werk, maar zijn er voornamelijk niet eerder geëxposeerde werken te zien. Daaruit blijkt dat de schilderijen qua sfeer niet aan kracht hebben ingeboet. Deze ogen springlevend. Hoewel Viegers zijn tijd en omgeving erin heeft gedocumenteerd, kan deze eenvoudig in de actualiteit van nu worden geplaatst.
Tumblr media
Ben Viegers zocht in zijn werk naar de puurheid van het landleven. “Met gretigheid vertaalt hij de rijkdom aan onderwerpen die hij daar aantreft in schilderijen met een krachtige toets in een warm palet”, verantwoordt het Noord Veluws Museum de keuze nog eens ruimschoots aandacht te schenken aan deze impressionistische kunstenaar. Viegers wist van de vernieuwingen in de schilderkunst, maar blijft zijn hele leven trouw aan de beleving van het moment. Hij werkt graag in de open lucht en speelt met het licht. Bij de tentoonstelling is de catalogus die is verschenen in 2014 nog steeds van waarde. Van Spijk Art Books brengt “door de ogen van ben viegers” dan ook opnieuw uit in 2022 bij de tentoonstelling in het Noord-Veluws Museum. De tekst van Williëtte Wolters-Groeneveld geeft een representatief beeld van leven en werken van Ben Viegers. Zij verwoordt de biografie van de schilder en belicht in beeld zijn oeuvre Ook richt zij de blik op de macht van de handelaars die de vrijheid van de kunstenaars inperkte.
Tumblr media
Geboren in Den Haag treedt Viegers in de voetsporen van de Haagse School, maar door zijn zwerftochten met de motor met zijspan en in de auto, zijn vele reizen naar met name Frankrijk, geeft hij een eigen invulling aan deze beeldtaal. Vooral de licht- en schaduwwerking die ter plekke in de open lucht enigszins stijlvol wordt overdreven houdt het werk springlevend. Hoewel de omgeving in de eerste helft van de 20e eeuw op doek is gezet, kan ze eenvoudig in het heden worden terug gevonden. De sfeer is er gemoedelijk, van dat karakter is door monumentenzorg en beschermde stadsgezichten voldoende behouden om de schilderijen van Ben Viegers in de huidige tijd terug te plaatsen. Viegers zocht de essentie van de omgeving waarvoor hij zijn ezel had opgesteld. Vanuit verschillende hoeken en op diverse tijdstippen bekeek hij eenzelfde onderwerp om het standpunt en de lichtval te verkennen. De schilderijen zijn gelikte plaatjes voor prentbriefkaarten. De schilder benadrukte in zijn werk de omgeving, waardoor de toerist deze kan gebruiken om de tijdelijke verblijfplaats aan het thuisfront kenbaar te maken. Viegers heeft onder pseudoniem diverse van zijn werken op ansichtkaarten laten afdrukken. Hij maakte op die manier, door te ondertekenen met een alias, onderscheid tussen zijn serieuze werk en dit snelle commerciële materiaal. Op deze manier raakte het werk wel veel meer onder de mensen. Het karakter van de schildseringen bleef dezelfde, zodat een A.Huizing sterke overeenkomsten vertoont met een B.Viegers.
Tumblr media
Viegers had een voorliefde voor water en bracht dat voortdurend in zijn werk in wanneer dit qua beeld mogelijk was. In de grachten, sloten en meren spiegelt het onderwerp zich, waardoor in het werk een gelaagdheid en diepte ontstaat. Deze natuurlijkheid gebruikt Viegers om zijn werk rijk te schakeren. In de golven zet hij verschillende kleurvegen naast elkaar, in de geest van het pointillisme, waardoor een levendig en bijna dynamisch beeld wordt bereikt. De kleuren zijn helder, de sfeer is open en luchtig. Naast de natuurlijk aangereikte eigenheid, vond de schilder veel uitdaging in de seizoenen. Ieder jaargetijde bracht een nieuwe kleurschakering. Hij zette dit veranderende licht met passie op het doek. Williëtte Wolters schrijft in het boek: “Met zijn aansprekende schilderijen doet hij een beroep op meer zintuigen dan de ogen alleen. De toeschouwer ziet niet uitsluitend hoe Viegers keek, maar ruikt ook de oergeuren van het land, het kruidige herfstbos en de heldere vrieskou, en voelt de narcissen en stroeve tulpen.”
Tumblr media
De schilder was niet te stuiten in zijn drang de wereld om hem heen in zijn kleurenpalet te vangen. Wel gebruikte hij zijn vrijheid als kunstenaar om de werkelijkheid naar zijn hand te zetten. Toch geeft het ons nu een inkijk in de tijd van toen. Hoewel Viegers zijn werk niet heeft gedateerd, kunnen door geschilderde details plaats en tijd worden achterhaald. De schilder documenteerde onbewust de omgeving, omdat hij zo nauwgezet de voorstelling wist uit te tekenen. Niet fotografisch natuurgetrouw, maar met een losse toets zodat de realiteit nog meer duidelijk aan het licht komt. Viegers schilderde de herinnering, nu zien wij dit als nostalgisch en beschouwen het als een romantisch gegeven. Het is het actuele aandenken van zijn tijd. Niet als souvenir zo bedoeld neer gezet, maar wel als emotionele impressie beschouwd.
“door de ogen van ben viegers” Heruitgave bij de tentoonstelling in het Noord-Veluws Museum. Tekst Williëtte Wolters-Groeneveld. Uitgave BoldArt Publishers, 2014 / Van Spijk Art Books, 2022.
0 notes
hetsnijvlak · 3 years
Photo
Tumblr media
Anna Sieben, schetsen voor een serie digitale 3d modellen van aangeboren hartafwijkingen, 2019. In samenwerking met Universiteit Groningen, UMCG, Universiteit Leiden, LUMC en TU Delft. 
Op woensdag 12 mei sprak ik Anna Sieben, freelance medisch illustrator. Als kunsthistorica ken ik de illustraties van eeuwen gelee als mijn broekzak, maar sinds ik tien jaar geleden tabee zei tegen de Medische Faculteit en bij Letteren binnen stapte, is de medische actualiteit langs mij heen geraasd. Medische illustraties ken ik niet langer uit mijn anatomische atlas, maar uit artikelen over de iconografie en stijlontwikkelingen van Vesalius, Cheselden en de welbekende Gray’s Anatomy uit 1858. Daarom was ik des te enthousiaster dat ik Anna kon spreken. 
In mijn masterscriptie uit 2016 benoemt Benjamin Rifkin dat ‘anatomische illustraties niet meer worden gebruikt, vanwege hun gebrek aan nauwkeurigheid en omdat ze driedimensionaliteit minder goed kunnen weergeven.’(1) Medische illustraties worden vervangen door MRI’s, CAT-scans en minuscule camera’s die het lichaam van binnen kunnen vastleggen. Anna ziet dit echter niet zo: ‘De medische illustratie is een gebied wat heel erg groeiende is: niet ondanks, maar juist dankzij nieuwe technologieën. Die kunnen gebruikt worden om onderwerpen optimaal te visualiseren om de kernboodschap zo goed mogelijk over te brengen aan een specifieke doelgroep. De hedendaagse medische illustraties omarmen augmented of virtual reality om medische modellen te creëren. Daarnaast kunnen medische games en apps op steeds meer doorsnee apparaten draaien, waar veel mensen toegang tot hebben.’
Anna vertelt me over de manier waarop zij te werk gaat. Ze bestudeert haar medische studieboeken, anatomische atlassen, (3D-modellen) van medische scans, preparaten, wetenschappelijke artikelen, gaat in gesprek met inhoudsdeskundigen en bezoekt de snijzaal. Aan de hand daarvan maakt ze schetsen op papier, die ze vervolgens uitwerkt tot een eindproduct. Deze zijn enorm uiteenlopend, afhankelijk van haar opdrachten, die vaak educatief zijn (bijvoorbeeld e-learning modules). Educatie is een belangrijke overeenkomst in zowel Anna’s huidige klussen als de illustraties van de vorige eeuwen, die als studiemateriaal voor artsen dienden. Medische objectiviteit moest worden nagestreefd; er was weinig ruimte voor artistieke interpretatie: wanneer tijdens een operatie luttele seconden het verschil kunnen maken, heeft een arts weinig zin om te bedenken waarom de nervus vagus in de illustratie nu zó sterk op een bloedvat lijkt. Foto’s zijn daarin voor Anna geen vervanging van haar werk: ‘Als medisch illustrator ben jij de persoon die iets visueel maakt wat niet altijd zichtbaar of overzichtelijk is. Foto’s zijn niet altijd toereikend daarin: een foto van een operatiegebied kan bijvoorbeeld verschillende structuren bevatten die erg op elkaar lijken en lastig te onderscheiden zijn. Voor een ongetraind oog is niet in één opslag duidelijk waar je naar kijkt. Een medische illustratie kan daarin faciliteren door kleurgebruik en het focussen op de belangrijke onderdelen. Ik denk daarom niet dat medische illustratie ooit zal worden verdrongen door fotografie.’
Op de vraag wat de arts en de kunstenaar met elkaar gemeen hebben, geeft Anna me een interessant antwoord: ‘Ik denk dat er veel overeenkomsten zijn: in principe werk je als kunstenaar en als wetenschapper vanuit een idee of een hypothese. Vervolgens ga je dit onderzoeken en toetsen. In het geval van kunst is dit toetsmoment bijvoorbeeld de interactie tussen de kijker en je kunst: die input kun je dan weer meenemen naar een volgende project. Daarnaast denk ik ook dat beiden heel erg bezig zijn met beeldvorming, elk op hun eigen manier.’
Ook Martin Kemp ziet het als niet toevallig dat in de vorige eeuwen medische en artistieke ontwikkelingen op het gebied van beeldvorming naast elkaar plaatsvonden. Medici en kunstenaars zochten beiden naar hun eigen realiteiten die niet meer met het blote oog zichtbaar waren. In de kunst uitte dit zich in een zoektocht naar een nieuwe realiteit die niet meer hoefde te antwoorden aan een natuurgetrouwe weergave, te zien in stromingen als het impressionisme, post-impressionisme en later surrealisme. De medische wereld richtte zich niet alleen meer op wat met het blote oog zichtbaar was, maar gingen ook het lichaam op microscopisch niveau bekijken en röntgenstraling gebruiken om er zelfs doorheen te kunnen kijken.(2)
We spraken ten slotte kort over de autonomie van de medisch illustrator. Hoe vrij ben je in je werk als je onderwerp zich tot één thema beperkt? ‘Ik denk dat medisch illustratie ergens tussen ambacht en kunst zit,’ vertelt Anna. ‘Het verschilt per project waar ik me in dat spectrum bevind: soms is er wat minder ruimte om ergens een eigen draai aan te geven, en soms word ik juist heel erg losgelaten, helemaal als het gaat om abstracte concepten visualiseren.’ 
Anna Sieben volgde haar bachelor geneeskunde aan de Universiteit van Groningen, gevolgd door een master Medical Art aan de University of Dundee, Schotland. Sinds 2019 runt ze haar medisch-wetenschappelijk illustratiebedrijf Sieben Medical Art. siebenmedicalart.com 
Voetnoten:  1.  Benjamin Rifkin, Human anatomy. Depicting the body from the renaissance to today, Londen 2006, p. 316. 2.  Martin Kemp, Spectacular Bodies. The art and science of the human body from Leonardo to now, tent. cat. Londen (Hayward Gallery) 2000, p. 18.
0 notes
adriaanmeij · 4 years
Text
Extra show Miranda
Tumblr media
Extra eindejaar concert Miranda van Kralingen
 Dankzij veel belangstelling voor te weinig plaatsen geeft Miranda van Kralingen zondagmiddag 20 december een derde concert in Zael, samen met de beroemde pianist Yoram-Ish Hurwitz, zie de foto hierboven. In ruim een uur zingt en speelt het gerenommeerde duo liefde, warmte, vrede en licht in je hart en lijf in deze laatste donkere dagen voor het Nieuwe Jaar 2021 ontwaakt. En dat is wat we allemaal zo hard nodig hebben. Een programma over liefde, licht en vriendschap met humor en natuurlijk ook een vleugje kerst! 
 Kaarten
Voor dit zondagmiddagconcert om 14,30 uur in Zael in Meppel zijn er nog enkele kaarten via www.zael.nl te bestellen. De kaartjes kosten €22,50. Zael is rolstoelvriendelijk.  Kijk voor meer informatie op de website. www.zael.nl
Nieuwjaarsconcert 2021 met Frederic Voorn
Tumblr media
 Op zondagmiddag 10 januari treedt pianist en componist Frederic Voorn in Zael op met een bijzonder pianoconcert onder de titel “Rondom Beethoven”. 2020 is Beethovenjaar: hij overleed 250 jaar geleden.
Frederic is een gelauwerd concertpianist en componist. Hij speelt werken van Beethoven, Mozart, Schubert en een wereldpremière van zichzelf. Je krijgt een indringende indruk van de betekenis van Beethoven. In april 2018 concerteerde Voorn in Zael met een prachtig concert rondom het impressionisme in de muziek.
In verband met de Corona-maatregelen wordt het aantal bezoekers beperkt tot 23 zitplaatsen per voorstelling, zodat we 1,5 meter afstand kunnen houden. Op locatie hebben we aanvullende maatregelen zoals een looproute: hou deze maatregelen alstublieft in acht. We vragen u ook om thuis te blijven als u symptomen vertoont - als u hierdoor wordt verhinderd neem dan contact met ons op.
 Kosten
Kaartjes kosten €17,50,-.  Zael is rolstoelvriendelijk. Begeleiders van ouderen hebben gratis toegang. Je kunt de kaarten hier bovenaan online bestellen. 
 Aanvang
Zael is open om 15:30 uur. De voorstelling begint om 16 uur. Hieronder staat het programma voor 10 januari 2021. (De datum van 14 november is onjuist)
 Over Zael
Zael is Meppeler venue en minitheater voor exposities, concerten, lezingen, debatten en andere bijeenkomsten georganiseerd door Zael of door derden. Zael wordt gesubsidieerd door de gemeente Meppel, het Meppeler Cultuurfonds en de Stichtingen Waarborgfonds en Burgerweeshuis uit Meppel. Zael ontving in 2019 de prestigieuze Henk Boerwinkel Cultuurprijs voor jarenlange bijdragen aan kunst en cultuur in Meppel. Doel is een creatief podium te bieden. Zael is gevestigd aan Zuideinde 56, 7941 GJ in Meppel. Telefoon: 06 53529859 E-mail: [email protected] . Alle voorstellingen voldoen aan corona-maatregelen ingesteld door de overheden.  
0 notes
innovatietrends · 4 years
Text
Staatskunstenaars: Waarom de overheid me best kan ontslaan
België is zwaar getroffen door de coronacrisis. Niet alleen onze gezondheid, maar ook onze economie krijgt het zwaar te verduren. De cultuursector is daarbij het hardst getroffen. Zalen blijven hoogstwaarschijnlijk deze zomer gesloten en door de verplichte social distancing zijn repetities ook onmogelijk. De overheid vraagt aan de culturele spelers om innovatief om te gaan met de situatie. Veel innovaties worden daadwerkelijk geboren uit momenten van crisis. De overheid, en in het bijzonder het Departement Cultuur, moet daarom ook aan zelfreflectie te doen en met innovatieve oplossingen te komen voor de sector. Ze kan daarbij een voorbeeld nemen aan de voormalige DDR en mij ontslaan…
Tumblr media
Aandacht voor het individu
Op 30 april 2020 trokken kunstenaar Kobe Matthys en cultuurjournalist Wouter Hillaert aan de alarmbel in Knack. Onder de titel “Duwen we duizenden kunstenaars in armoede?” schreven zij een open brief aan bevoegd minister van Werk Nathalie Muylle. Daarin vestigde ze aandacht op kunstwerkers die nog maanden thuis zullen zitten zonder inkomsten of vervangingsinkomen. De algemene steunmaatregelen (zoals tijdelijke werkloosheid) die de federale regering nu gebruikt zijn volgens hen ontoereikend voor deze doelgroep. Ze halen daarbij aan dat kunstwerkers flexwerken en de klassieke arbeidscontracten slechts op de dag zelf getekend worden of, op basis van Artikel 1bis van de RSZ-wetgeving, helemaal niet gesloten worden. Omdat deze korte contracten nog niet of niet lang getekend waren op de dag van de lockdown, of omdat ze door hun opdrachtgevers 'verbroken' werden in plaats van 'geschorst', neemt de RVA hen niet in rekening voor tijdelijke werkloosheid.
Daarbovenop zijn één op de drie kunstenaars via SBK's als Amplo, Smart en Tentoo tewerkgesteld, soms in combinatie met een vaste parttime baan of andere statuten als zelfstandige in bijberoep. Ook deze wirwar van combinaties zorgt ervoor dat de federale steunregelingen gaten laten voor de culturele sector. Matthys en Hillaert vermoeden dat 10% tot 15% van alle kunstwerkers door de crisis geen enkel soort inkomen hebben.
Eenzelfde bezorgdheid was op 8 mei 2020 te horen bij Vlaams Parlementslid Stéphanie D'Hose en schepen voor cultuur in Hoogstraten Arnold Wittenberg. In hun opiniestuk, ook voor Knack, schrijven zij ook dat “individuele kunstenaars te vaak uit de boot vallen bij de Vlaamse of federale steunmaatregelen”. In hun pleidooi om tijdens de coronacrisis het Cultureel Noodfonds ook uit te breiden naar niet-gesubsidieerde organisaties en individuen, halen zij ook de manier van flexwerken aan als reden waarom individuele kunstwerkers nu geen vergoeding krijgen. Zij vestigen de aandacht op het gehele ecosysteem waardoor artiesten en freelancers het buitengewoon moeilijk hebben in deze periode. Door de vergelijking te maken met de sluiting van Ford Genk, tonen ze aan dat het sluiten van de cultuurhuizen ook een groot effect heeft op de duizenden toeleveranciers, waarvoor de overheid geen vangnet voorziet.
Staatskunstenaars
Zowel Matthys en Hillaert als D'Hose en Wittenberg kaarten dus de problematiek van de flexibele arbeidscontracten aan in hun opiniestukken. Tijdelijke opdrachten zijn nu eenmaal eigen aan een sector waarbij individuen zich voor een korte termijn en opdracht aan één cultuurhuis binden. We moeten ons daarom de vraag durven stellen waarom de overheid deze vaste arbeidscontracten dan niet kan aanbieden.
Het in dienst nemen van kunstenaars klinkt vreemd, maar nieuw is het idee alvast niet. De voormalige Duitse Democratische Republiek (DDR) nam kunstenaars in dienst als ambtenaren tussen 1949 en 1990. Hoewel de regering kunstenaars instrumentaliseerden om communistische propaganda te verspreiden en hun werk onderhevig was aan zware censuur, had de regeling van staatskunstenaars ook voordelen. Aangezien de kunstenaars werkte voor de staat, was hun kunst publieke eigendom. Alle creaties waren daardoor voor een iedereen toegankelijk. In oostelijk Berlijn zijn er tot op vandaag nog geslaagde kunstuitingen van kunstenaars als Walter Womacka en Wolfgang Frankenstein terug te vinden op openbare plaatsen als Alexanderplatz, het Staatsratgebäude of in het U -Bahn station van de Magdalenstraße. De zekerheid dat een vast contract de artiesten bood, was ook de basis om het Socialistisch Realisme volop te laten bloeien.
Dat een vast contract voor kunstenaars tot artistieke bloei leidt, weten we trouwens al langer. In 1874 nam kunstenhandelaar Paul Durand-Ruel artiesten als Monet, Pissaroo, Sisley en Degas in dienst zodat zij in volle financiële onafhankelijkheid ongehinderd en ongestoord hun creatieve doelen konden nastreven. Het vormde het startschot voor de ontwikkeling van het impressionisme. Nog daarvoor konden kunstenaars als Rubens zich artistiek ontplooien omdat ze in vaste dienst waren van de katholieke kerk of in de hofhoudingen van aartshertogen.
Dan maar terugkerend naar het communisme of het ancien régime… ?
Natuurlijk is dit geen pleidooi om terug te keren naar deze regimes. Al deze vormen hadden de belangrijke denkfout dat de kunstenaar afhankelijk was van de grillen van zijn of haar broodheer. Rubens moest kerkelijke taferelen uitbeelden en Womacka arbeid verheerlijken. Zelfs Durand-Ruel hield er commerciële motieven op na.   Toch kan niemand ontkennen dat, kijkende naar onze geschiedenis, de grootste artistieke creaties en kunstenaars altijd gevormd werden als er een vaste werkgelegenheid voor hen was voorzien.
Het is daarom interessant om te bedenken wat er zou gebeuren als een orgaan dat losstaat van ideologie, religie of winstgevend doel kunstenaars tewerk zou stellen. De ambtenarij, zoals we die vandaag in Europa kennen, voldoet aan deze voorwaarden. De ambtenarij zou perfect kunstenaars in dienst kunnen nemen met als loutere taak om te creëren en zich artistiek te ontwikkelen. De ambtenarij neemt dit al op zich via de cultuursubsidies, maar een vaste aanwerving zou een zekerheid bieden die subsidies niet hebben. Om de externe invloed maximaal te garanderen, zou de Vlaamse (cultuur)ambtenarij het Thorbecke-principe kunnen overnemen van hun Nederlandse collega’s. Dat verklaart dat kunst geen zaak is van de regering en de politiek geen smaakoordeel mag of kan hebben. De politiek zorgt voor de cultuurmiddelen, maar doet nooit een uitspraak over de gewenste output.
Show me the money
De vraag die we ons moeten stellen is of de ambtenarij, in volle besparingen, hier wel het geld en de mensen voor heeft. Daarom is het interessant om naar enkele cijfers te kijken.
Allereerst is er het Vlaamse budget voor de cultuursubsidies. Onder de regering Jambon bedraagt het cultuurbudget 508 miljoen euro. Volgens het salariskompas lag het startersloon als ambtenaar in 2017 gemiddeld rond de 32.724 euro per jaar (extralegale voorwaarden niet meegeteld). Louter alleen al met dit bedrag zou het Departement Cultuur dus 15.523 kunstenaars een jaarcontract kunnen aanbieden.
De ambtenarij zou ook, naast de middelen, ook nieuwe profielen kunnen vrijmaken. Momenteel betaalt ze huidige ambtenaren, zoals mij, namelijk om het correct gebruik van de cultuursubsidies te controleren. De vraag is of dit wel wenselijk is. In het kader van administratieve planlastvermindering heeft de Vlaamse regering al aangegeven om “vertrouwen boven verantwoording” te verkiezen. Ze wilt gesubsidieerde organisaties van minder verantwoordingsverplichtingen te voorzien, zodat ze zich meer kunnen bezighouden met hun werking. De overheid zou daarom kunnen kiezen om de huidige “toezichtsprofielen” niet langer te werk te stellen en in de plaats daarvan kunstenaars aan te nemen.
De stad Bordeaux deed al een soortgelijk project. In de zomer van 2019 startte ze een policy lab in het centrum van de stad, genaamd LA BASE waar kunstenaar als ambtenaren tewerkgesteld werden. De kunstenaars werkte daar als stadsambtenaren en bedachten samen met de bewoners innovatieve creaties die elke inwoner van de stad ten goede kwam. Het project was een instant succes en werd verduurzaamd.
De slogan “innoveren om te overleven” is meer dan ooit van toepassing op de cultuursector in tijden van corona. Het slaagt echter niet alleen op de kunstenaars en organisaties, maar ook op het cultuurbeleid zelf. De geschiedenis toont ons dat kunst en creatie nood hebben aan een financiële stabiliteit om zich ten volle te kunnen ontwikkelen. Een moderne ambtenarij, zoals we die vandaag de dag kennen, kan dit perfect bieden. Door zich volledig los te maken van externe druk kan ze daarbij leren uit het verleden, maar ook haar rol in de samenleving innovatief herdefiniëren.
0 notes
william-lejeune · 5 years
Text
Expo: Een dag in Gent
Huis van Allijn
Recensie:
HET HUIS VAN ALIJN - MUSEUM VAN HET Dagelijks leven
Het Huis van Alijn is een tijdloos museum. Het cultureel erfgoed van alledag is een immense schatkamer van verhalen van dingen die (n)ooit voorbijgaan. Je beleeft ze in het Huis van Alijn! Een museum met een passie voor het dagelijkse leven in de 20ste eeuw. Ontdek hier de kleine en grote geschiedenissen van het leven, zowel uit het begin van de 20ste eeuw als uit de naoorlogse jaren.
Poppentheater met Pierke van Alijn. Pierke, de kinderheld van het Huis van Alijn, zorgt elke zaterdag voor avontuur - van 1 oktober tot 31 mei.
Tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie is Pierke ook van de partij op woensdag. In de Gentse Feesten is er 10 dagen lang een namiddagvoorstelling. Wie graag de avonturen van Pierke en zijn kompanen wil volgen, kan de agenda raadplegen. Reservatie van tickets gebeurt via Uitbureau.
Het Huis van Alijn heropende op zaterdag 16 december 2017 met een vernieuwde opstelling van de vaste collectie na een sluiting van elf weken. Die vertelt het verhaal van het dagelijks leven tijdens de 20ste eeuw tot vandaag. En de nieuwe tentoonstelling is er niet alleen om naar te kijken. Je kan er ook voelen, horen en ruiken. Die nieuwe aanpak moet een museumbezoek vooral aangenamer maken voor mensen met autisme. Het Huis van Alijn is naar eigen zeggen het eerste autismevriendelijke museum in België. Het vernieuwde Huis van Alijn toont dat het alledaagse allerminst gewoon is en zoomt in op gewoonten, tradities en rituelen die herinneren aan een recent of verder verleden.
Mening: In de krokusvakantie ben ik samen met mijn zus naar Gent gegaan om mijn grote zus te gaa bezoeken die daar op kot is. Maar eerst had mijn zus les dus moesten we iets doen in afwachting dus hebben we besloten om naar het huis van Alijn te gaan. Er waren daar momenteel twee tentoonstellingen bezig, eentje over rook en de andere over het hedendaagse leven. Ik had eerlijk gezegd geen zin in de beide omdat ze me niet zo aanspraken. Eerst zijn we naar tabak gegaan, daar leerden we iets meer over de geschiedenis van tabak. Ik vond het heel erg saai en het enige leuke eraan waren de reclamebordjes van de jaren 90 van sigaretten. De tweede was veel leuker daar waren er allemaal leuke activieteiten over het leven vroeger. De tweede is meer gemaakt voor kinderen en die over rook is meer iets voor oudere personene. Dus als je nog iets met je familie in gent wilt doen is dit iets voor jou!!!  Link: http://www.tento.be/musea/het-huis-van-alijn-museum-van-het-dagelijks-leven
Tumblr media
Museum voor Schone kunsten
Recensie:
Museum voor Schone Kunsten Gent
Aan het Gentse Citadelpark verrijzen twee kolossale musea: het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (SMAK) en Het Museum voor Schone Kunsten Gent (MSKG). Het laatstgenoemde museum is één van de oudste musea in België, waar een grote diversiteit aan Vlaamse kunst te bewonderen is. Naast een vast collectie zijn er ook tijdelijke tentoonstellingen te zien in het museum.
Het MSKG werd al in 1798 opgericht en heeft al eeuwen een rijke collectie kunstwerken. Bekijk hier een permanente tentoonstelling van ruim vierhonderd schilderijen, tekeningen, beelden, wandtapijten en andere werken. Een prachtig beeld van de diversiteit van de Vlaamse kunst! In het museum komen aan bod: het realisme, impressionisme, symbolisme, romantiek, expressionisme en het surrealisme.
Er zijn veel verschillende mogelijkheden om een bezoek aan het museum te verrijken. Huur een audioguide of laat je als groep rondleiden door een gids. Kinderen leven zich uit in het atelier, nadat ze het museum verkend hebben. Het museum heeft een all-informule voor verjaardagsfeestjes. Ook voor scholen is er een uitgebreid programma. Het museum kan in zijn geheel of gedeeltelijk worden afgehuurd door bedrijven.
Het uitstapje Museum voor Schone Kunsten Gent in Gent leent zich ook goed voor een schoolreisje.
https://www.uitstappen.be/uitstap/6133/Museum-voor-Schone-Kunsten-Gent
Mening: Daarna ben ik naar het museum voor schone kunsten in Gent gegaan maar nu alleen omdat ik mijn zus had kwijtgeraakt. De toegang tot het museum is volkomen gratis voor jongeren. De schilderijen in het museum zijn verdeeld onder  kunststromingen zoals impressionisme, expressionisme,... . Het museum bezit ook het wereldberoemde schilderij Lams God gemaakt door de gebroeders van Eyck. Het is momenteel nog in restauratie maar we kunnen live zien hoe ze te werk gaan. Ik was hier al gekomen met de school toen we naar gent gingen maar we waren maar 2 uur hier gebleven en ik had alleen maar een klein stukje van het museum en nu heb ik heel het museum bezocht. Ik was heel moe en blij op het einde van het museum. Maar het is echt iets dat je moet doen in je leven, vind ik.  
0 notes
galeriehetraadhuis · 7 years
Photo
Tumblr media
Nieuwe expositie vanaf a.s. zaterdag 16/9. Werelderfgoed Waddenzee Welkom! #art #artlovers #painting #idutchartist #artist #impressionisme #inspired #expositie #exhibition
1 note · View note
siggestript · 7 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Collectie Tegenbeeld: Monet. Op zoek naar het licht
Salva Rubio / Ricard Efa
Ik heb het wel eens eerder gezegd: wie een biografie maakt, moet goed bedenken wat er zo interessant is aan de persoon in kwestie en op basis daarvan keuzes maken. Wie alles vertelt, vertelt uiteindelijk niets. Een standpunt dat Rubio waarschijnlijk niet tegen zal spreken. Monet is een prima illustratie van hoe het maken van keuzes tot een goede biografie kan leiden.
Monet gaat natuurlijk over de beroemde impressionistische schilder Claude Monet. Het impressionisme was een van de vele nieuwe kunststromingen die ontstonden in de 2e helft van de 19e eeuw en die we tegenwoordig zien als de voorgangers van de Moderne Kunst. Deze wildgroei aan stromingen had een duidelijke oorzaak, de wereld was namelijk op drift. Onder invloed van de Industriële Revolutie veranderde de maatschappij in korte tijd ingrijpend, in de wetenschap werden vele ontdekkingen gedaan die aantoonden dat de werkelijkheid veel complexer was dan we altijd dachten, maar ook dat onze zintuigen deze werkelijkheid maar in beperkte mate konden waarnemen en makkelijk te ontregelen waren, en tenslotte ontdekte men de fotografie, die schilders deed twijfelen aan de noodzaak van realistisch geschilderde taferelen. Schilders zochten nieuwe wegen om in te slaan en lieten zich daarbij vaak inspireren door nieuwe wetenschappelijke inzichten.
Je moet weten dat in die tijd elk jaar de Salon van Parijs plaatsvond. Schilders stuurden hun beste werk in en wie geselecteerd werd om een schilderij op te hangen was gearriveerd en verzekerd van een inkomen. Het betekende dat je schilderijen werden omgezet in etsen, die door het publiek werden gekocht om thuis aan de muur te hangen. Impressionistische idealen als het schilderen van de werkelijkheid zonder te idealiseren en het schilderen van licht en kleuren, waren niet te vertalen naar een ets en dat gold ook voor de losse schilderstijl die de impressionisten noodgedwongen hanteerden. Geen wonder daarom dat publiek en critici geen boodschap hadden aan deze fratsen. Het werk werd geweigerd op de Salon en de schilders geridiculiseerd.
In Monet zien we hoe Claude Monet reeds als jongeman een talentvol schilder is, hoe hij zich ergert aan het behoudende werk van zijn leermeesters en hoe hem de ogen worden geopend door het werk Le dejeuner sur l'herbe van Édouard Manet. Vanaf dat moment wijdt hij zich aan het impressionisme, maar het is roeien tegen de stroom in en het zal vele jaren van bittere armoede kosten eer hij erkenning krijgt. Salva Rubio legt het zwaartepunt bij Monet's strijd tegen het establishment en de bijna manische inzet waarmee hij zich aan zijn werk en idealen wijdt. Net als in het vierluik Pablo van Julie Birmant en Clément Oubrerie, zien we hoe hecht het schilderswereldje is en hoe iedereen vol is van de nieuwe tijd. Je voelt de energie. Ricard Efa tilt het verhaal naar een hoger plan met een schilder-/tekenstijl die uitstekend past bij het werk van Monet. Hij refereert aan de toets, de kleuren en het licht, zonder de fout te maken letterlijk impressionistisch te willen werken. Sterker nog, de schilderijen die worden geciteerd, zijn door Efa op eigen wijze uitgewerkt. Een moedige keuze die uitstekend uitpakt.
Alles bij elkaar maakt dat van Monet een zeer geslaagde biografie van een even belangrijke als fascinerende schilder.
5 notes · View notes
Text
‘Neem zijn verzen in acht’: de gedichten van Osip Mandelstam
Tumblr media
Wij leven en hebben geen voet aan de grond, wij spreken alleen met een blad voor de mond, en waar wij vertrouwelijk raken, komt de man in het Kremlin ter sprake. Zijn vingers zijn dik en als wormen zo vet, en onder zijn woorden wordt alles geplet, zijn kakkerlakkensnorren smalen, zijn laarzenschachten stralen. Om hem heen het gespuis dat beweegt op zijn wens, dunhalzige leiders, half monster, half mens. Zij hinniken, blaffen, miauwen, en hij alleen trekt aan de touwen, als hoefijzers smeedt hij bevel op bevel: jij moet zus, jij moet zo, jij moet niet, jij moet wel! Hangop is zijn lievelingseten, en breed is de borst der Osseten.
november 1933
Met dit hekelgedicht over Stalin tekende Osip Mandelstam (1891-1938) zijn eigen doodvonnis. Hij las het voor aan een klein groepje vrienden en vertrouwelingen. Maar één van de toehoorders bleek een verklikker. Kort daarna werd Mandelstam voor de eerste maal gearresteerd en verbannen naar de provinciestad Voronezj. In 1938 volgde een tweede arrestatie, met een veroordeling tot vijf jaar dwangarbeid. In oktober van dat jaar wordt hij overgebracht naar een doorgangskamp nabij Vladivostok, waar hij op 27  december overlijdt, waarschijnlijk aan de gevolgen van de in het kamp uitgebroken vlektyfusepidemie. Zijn lichaam wordt begraven in een massagraf nabij het kamp.
Na zijn dood waakte zijn weduwe Nadjezjda Mandelstam over zijn dichterlijke nalatenschap. Dankzij haar onverdroten inzet slaagde zij erin zijn unieke en vastberaden stem de stalinistische terreur en barbarij te doen overleven. Met het verschijnen van de fraaie bundeling Neem mijn verzen in acht krijgt de Nederlandstalige lezer een erg representatieve selectie uit het oeuvre van Mandelstam in handen. Ongeveer de helft van de opgenomen vertalingen zijn nieuw, 27 gedichten werden voor het allereerst vertaald. We spraken met Prof. Dr. Thomas Langerak van de Universiteit Gent, voorzitter en oprichter van het Gents Collectief Poëzievertalers, dat 8 gedichten van een nieuwe Nederlandse vertaling voorzag.
Tumblr media
(foto: Thomas Langerak)
Mandelstam wordt algemeen beschouwd als een van de grootste Russische dichters van de 20ste eeuw. Het is voor u een evidentie, maar kunt u voor de lezers die niet vertrouwd zijn met zijn werk het belang van Mandelstams poëzie schetsen?
Mandelstam wordt vandaag om verschillende redenen gelezen. In de eerste plaats natuurlijk omdat zijn verzen nog altijd zeer de moeite waard zijn als poëtische kunstwerken. Maar ook de diversiteit van zijn werk spreekt vele lezers aan. Zijn vroeger werk is tamelijk toegankelijk en vrij klassiek, terwijl zijn later werk buitengewoon duister is. Maar misschien wel de belangrijkste reden is dat hij een man van zijn tijd is, een man die geleden heeft - zoals velen - onder het sovjetregime, maar daar ook over schrijft, wat al uitzonderlijker is. Vooral in zijn latere verzen weet hij het poëtische heel goed te combineren met zijn persoon. De spreker is een mens die wordt opgejaagd, met de dood wordt bedreigd en dan toch van het leven probeert te genieten. Ik denk dat deze typerende combinatie van angst en levensvreugde bij heel veel mensen in de smaak valt. Wat hem verder zo belangrijk maakt is zijn invloed. Heel veel dichters zijn door hem aangestoken, vooral door de unieke manier waarop hij beelden en metaforen hanteert. Een belangrijke hedendaagse Russische dichter als Bachyt Kenzjejev bijvoorbeeld, in wiens verzen je Mandelstam meteen herkent. Of Paul Celan, die Mandelstam heeft vertaald en zijn bewondering voor diens werk nooit onder stoelen of banken heeft gestoken. Aardig om te vermelden is dat in de Nederlandstalige poëzie eveneens heel wat dichters door Mandelstam geïnspireerd zijn. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan Leonard Nolens, maar ook Miriam Van Hee (die deel uitmaakt van het Gents vertalerscollectief, LDM), Hendrik Carette en H.H. ter Balkt zijn aan hem schatplichtig.
Naast bestaande vertalingen, vinden we in Neem mijn verzen in acht veel nieuwe vertalingen terug. Ongeveer de helft ervan is nieuw. Maar liefst 27 gedichten werden zelfs voor het eerst naar het Nederlands vertaald...
De oorspronkelijke bedoeling was om een ‘verzameld werk’ in verschillende delen te maken, met als eerste deel de poëzie. De uitgever liet dit idee jammer genoeg varen... Samenstellers Peter Zeeman en Yolanda Bloemen maakten wat mij betreft een knappe en representatieve bloemlezing van eerdere vertalingen, aangevuld met nieuwe, waaronder die van ons vertalerscollectief (van de 140 gedichten zijn er 71 in een nieuwe vertaling, LDM). Alle periodes zijn vertegenwoordigd. Zo is uit Mandelstams debuut Steen (1913) een mooie keuze gemaakt, uit het vervolg Tristia (1922) eveneens. Ook de gedichten van grofweg tussen 1921 en 1925, een periode waarin Mandelstam weinig heeft geschreven, geven een ruim  overzicht van zijn werk in die tijd. Nadien volgt er een compleet stilzwijgen en dat gedurende 5 jaar. Mandelstam was dermate onzeker geworden over zijn positie in de sovjetmaatschappij dat hij geen letter meer op papier kreeg, op enkele prozastukjes en een paar vertalingen na. Pas in 1930 vindt hij plotseling zijn poëtische stem terug en schrijft zijn Nieuwe gedichten, die hij zo noemde onder invloed van Heine en Rilke. Die gedichten zijn nauwelijks gepubliceerd tijdens zijn leven, maar hij heeft ze wel steeds gebundeld en op volgorde gezet. Daaruit komt de grootste selectie, omdat Zeeman die de mooiste vindt. Ik ook, trouwens (lacht).
Tumblr media
Een belangrijke impuls om opnieuw te schrijven na die lange stilte, was een reis naar Armenië. Zo leren we uit de memoires van zijn echtgenote Nadjezjda en uit zijn prozatekst Een reis naar Armenië. De prachtige Armenië-cyclus is in deze bundeling opgenomen...
Eind 1928 werd Mandelstam beticht van plagiaat. Om den brode had hij een vertaling van Tijl Uilenspiegel gemaakt. Zoals gebruikelijk in die tijd ‘recycleerde’ hij enkele oudere vertalingen en maakte er een nieuwe van. Maar de uitgever had nagelaten de bronnen op het boek te vermelden, met als resultaat dat een van de vertalers Mandelstam beschuldigde van plagiaat. Hij is toen heel zwaar aangevallen. Op dat moment vielen hem de schellen van de ogen: met dit soort schrijversbonden wou hij helemaal niks meer te maken hebben. Hij wist toen precies waar hij aan toe was, mede door die louterende kennismaking met Armenië. Hij raakte hierdoor zijn onzekerheid kwijt. Hij schreef hieromtrent trouwens een prachtig gedicht waarin hij de sovjetdichters onomwonden op hun plaats zet (‘Op het geschepte politiepapier’, p. 129, LDM).
Samen met Anna Achmatova wordt Mandelstam gerekend tot de belangrijkste vertegenwoordiger van het acmeïsme, een literaire beweging in de Russische dichtkunst die in 1910 ontstond onder leiding van Achmatova’s echtgenoot  Nikolaj Goemiljov, en Sergej Gorodetski. Het acmeïsme zette zich af tegen het symbolisme en benadrukte het zintuiglijk waarneembare. Mandelstam heeft - we vermeldden het al – een voorliefde voor rijke beelden en metaforen, net als de symbolisten. Mijn indruk is dat Mandelstam een heel persoonlijke draai gaf aan de ‘voorschriften’ van het acmeïsme...
Het is niet zo dat Mandelstam elementen van het symbolisme zou gebruikt hebben. Wel werd hij veel duidelijker beïnvloed door het futurisme. Vanaf 1918 spelen associaties op basis van klank een belangrijke rol in zijn werk. Hij begint woorden te gebruiken die op elkaar lijken, hetzelfde klinken maar een andere betekenis hebben, iets wat in vertaling jammer genoeg vaak verloren gaat. Wat overblijft van het acmeïsme is dat het steeds over tastbare werkelijkheid gaat, terwijl bij de Russische symbolisten de werkelijkheid altijd een verwijzing is naar iets hogers. Een tweede belangrijk punt van het acmeïsme is dat de aanhangers ervan zichzelf beschouwen als een onlosmakelijk onderdeel van de Europese cultuur. Vandaar bijvoorbeeld de gedichten over beroemde gebouwen (‘De Notre-Dame’, ‘Hagia Sophia’, LDM), die dan vaak weer in een oudere tijd worden geplaatst. Zo begint het gedicht ‘De Notre-Dame’ met een verwijzing naar de Romeinse Oudheid (‘Waar eens een volk zich boog voor het Romeinse recht’..., LDM). Ook later blijven die verwijzingen naar een luisterrijk verleden opduiken: zo krijgen we gedichten over ‘Ariosto’, of geïnspireerd op een schilderij van Monet (‘Impressionisme’, LDM) of een gedicht waar Rembrandt in voorkomt (‘Als Rembrandt, martelaar van clair-obscur’, LDM)... Hij zoekt als het ware voortdurend contact met zijn voorgangers in de kunst of de poëzie... Dat zijn allemaal elementen die we bij sommige symbolisten eveneens terugvinden, maar Mandelstams poëtica is veel associatiever en intuïtiever...
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Varlam Sjalamov, Jevgenija Ginsburg en Elena Tager hebben we geen weerslag van Mandelstams kampervaringen. Een groot deel van wat we weten over leven en werk van de dichter hebben we te danken aan de schitterende memoires van zijn echtgenote Nadjezjda Mandelstam...
Los van al haar andere kwaliteiten is Nadjezjda Mandelstam zo belangrijk omdat ze het werk van haar echtgenoot van de ondergang heeft behoed. Zij schreef het op. Zelf schreef hij nooit. Hij beweerde zelfs: “Ik ben geen schrijver, dus ik hanteer geen pen”. Hij deed alles uit het hoofd en dicteerde zijn gedichten aan zijn vrouw. De meeste gedichten van na 1930 werden nooit gedrukt. Bij zijn arrestatie heeft Nadjezjda de schriftjes met die gedichten aan vrienden toevertrouwd en ze allemaal uit het hoofd geleerd. Toen Stalin dood was en ze het veilig achtte, heeft ze die schriftjes opgehaald. Na ze allemaal in het net te hebben overgeschreven, liet zij ze naar het buitenland smokkelen, waar ze dan voor het eerst gedrukt werden. Zonder haar waren dus een groot deel van de latere  gedichten verloren gegaan. Een aantal gedichten die hij in de maanden voor zijn tweede arrestatie heeft geschreven zijn voorgoed verloren.
Tumblr media
Haar memoires zijn eveneens heel belangrijk voor de duiding van bepaalde gedichten. De noten in Neem mijn verzen in acht maken er dan ook gretig gebruik van.  
In haar memoires heeft ze verschillende gedichten becommentarieerd, maar ook in een apart, enkel in het Russisch verschenen boek, het zogenaamde ‘Derde boek’ (Tretja kniga, Moskou 2006, LDM), geeft ze gedicht per gedicht een uitgebreid commentaar en gaat ze in op verschillende versies. Mandelstam vertrok heel vaak van zeer concrete zaken, iets dat hij gelezen, gezien of gehoord had. Daarna associeerde hij er lustig op los. Als je die bepaalde aanleiding dan niet kent, is zo’n gedicht heel moeilijk te begrijpen. Door zo uitgebreid in te gaan op het werk van haar echtgenoot, gaf Nadjezjda een grote impuls aan allerlei wetenschappelijk onderzoek (de twee delen van haar memoires zijn samen goed voor bijna 1.100 bladzijden, LDM). Het was zondermeer een heel bijzondere vrouw. Ik heb het genoegen gehad haar twee maal te mogen ontmoeten. Ze was onvermoeibaar als het neerkwam op het in ere houden van het werk van haar man.
Bijzonder verhelderend zijn de verschillende vertalingen van eenzelfde gedicht. Ze maken duidelijk hoe moeilijk het is poëzie te vertalen, en hoezeer we door een alternatieve vertaling uiteenlopende versies met een andere toon kunnen terugvinden. We lezen als het ware een ‘nieuw’ gedicht. Mandelstam vergt veel van zijn lezers, maar blijkbaar ook van zijn vertalers...
Een van de problemen bij het vertalen van Mandelstam en bij uitbreiding van Russische poëzie is dat het heel vaak om gebonden poëzie gaat. Zeeman stond erop dat de vertalingen het origineel ook qua vorm volgden, dus met rijm en metrum. Alleen in de duistere cyclus ‘Verzen over de onbekende soldaat’ heeft hij het rijm weggelaten. Je zit dan als vertaler in een keurslijf en het is niet evident om dan ook nog eens alle betekenissen uit het gedicht te kunnen halen. Iedere vertaling is anders. Het is zoals bij muziek: de uitvoering maakt het verschil. De noten of de oertekst blijven hetzelfde, maar er is steeds een element van interpretatie.
Hoe gaat een vertalerscollectief precies te werk? Volgen jullie een welbepaalde procedure?
We zijn met ongeveer tien mensen. We werken op twee manieren: we kiezen een dichter, maken een keuze uit diens werk en nadien zien we wel hoe we die vertalingen kunnen slijten. Maar we werken eigenlijk vooral in opdracht. Zo vertaalden we ter gelegenheid van Europalia Rusland in 2005 enkele gedichten van Dmitri Prigov, Olga Sedakova, Vera Pavlova, Jelena Fanajlova en Jevgeni Boenimovitsj. Dit vijftal maakte een tournee door België en wij verzorgden een tweetalige bundel (De taal vervoert de dichter heel ver weg. Поэта –далеко заводит речь. Vijf hedendaagse Russische dichters, uitg. Poëziecentrum Gent, LDM). Een andere opdracht vertrok van enkele gedichten van Jevgeni Boenimovitsj, die in België was op uitnodiging van Het Beschrijf, voor een project in Molenbeek samen met beeldend kunstenaar Henri Jacobs. Ook Neem mijn verzen in acht was in opdracht. Concreet vertrekken we steeds van een analyse van het metrum, het rijmschema. Dan komen we samen, hier in mijn kantoor, omringd door allerlei woordenboeken en de klassiekers van de Russische literatuur. Eerst wordt er veel gezwegen, tot iemand twee regels heeft en dan beginnen de discussies. Iemand moet dan de knoop doorhakken. Als voorzitter van het collectief, ben ik dat dan maar...
Welke projecten staan er op til voor het Gentse vertalerscollectief?
Op dit moment zijn we bezig met Joseph Brodsky, opnieuw in samenwerking met Peter Zeeman. Verder werken we aan gedichten van vijf hedendaagse Russische schrijvers: Vera Pavlova, Aleksandr Kabanov, Boris Chersonskij, Aleksej Tsvetkov en Sergej Timofejev, een jonge rapper-dichter uit Riga. Het werk van Vera Pavlova is inmiddels gepresenteerd in de Poëziekrant en het afgelopen jaar hebben we een zestal gedichten van Boris Chersonskij vertaald uit zijn bundel Familiearchief, een soort roman in gedichten over vijf generaties joden in Oekraïne. We zoeken nu een uitgever die de hele bundel zou willen uitgeven. We hebben hoe dan ook nog voor jaren werk, hoor...
Verschenen in: STAALKAART #9, 2011
Neem mijn verzen in acht van Osip Mandelstam, Atlas 2010, samengesteld door Yolanda Bloemen & Peter Zeeman, ISBN 9789045013503, 238 pp.
1 note · View note
joostjongepier · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Ambroise Vollard (1899) door Paul Cézanne, Hommage to Cézanne (1900) door Maurice Denis, Landscape with Ploughman (1889) door Vincent van Gogh, Vision of the Sermon (Jacob Wrestling with the Angel) (1888) door Paul Gauguin, The Pardon, Breton Women in a Meadow (1888) door Emile Bernard, Gustave Coquiot (19010 door Pablo Picasso, Interior with a Young Gill (Girl Reading) (1905-06) door Henri Matisse en Wilhelm Uhde (1910) door Pablo Picasso
Waar?   Tentoonstelling After Impressionism: Inventing Modern Art in National Gallery, Londen
Wanneer?    9 augustus 2023
De tentoonstelling After Impressionism heeft een brede doelstelling. Het wil laten zien hoe, na het impressionisme, kunstenaars braken met alle vaste tradities en de basis legden voor de kunst van de 20e en 21e eeuw. Het toont hoe in verschillende steden (Parijs, Barcelona, Wenen, Berlijn, Brussel) nieuwe wegen werden ingeslagen. En het toont de geboorte van nieuwe bewegingen als fauvisme, kubisme, Nabis, expressionisme en abstractie.
Parijs was bij uitstek de stad waar het gebeurde. Een sleutelspeler in het netwerk van kunstenaars was Abroise Vollard. Deze kunsthandelaar was er voor verantwoordelijk dat het werk van Cézanne, Van Gogh, Gauguin en Picasso onder de aandacht werden gebracht van een internationaal publiek. Paul Cézanne schilderde een portret van deze spin in het culturele web. Zelf had Cézanne ook een belangrijke positie, als beïnvloeder van een nieuwe generatie kunstenaars. Zijn pogingen om een realistische weergave van voorwerpen te geven en tegelijkertijd naturalisme los te laten, had grote invloed op veel schilders na hem. Maurice Denis schilderde een groep kunstenaars, de Nabis (de Profeten), staand om een stilleven van hun inspirator. De bijeenkomst vindt plaats in de Parijse studio van Vollard. Aan de wand hangen schilderijen van Paul Gauguin (die eigenaar was van het stilleven van Cézanne) en van Auguste Renoir. Vollard staat rechts naast het schilderij. Grappig is de kat van Vollard die ons van onder de ezel met een achterdochtige blik aankijkt.
Vincent van Gogh ontwikkelde een heel eigen visuele taal. Hij schilderde Landscape with Ploughman vanuit het raam van de inrichting in St. Rémy. De scène is gebaseerd op directe observatie, maar was tevens geladen met persoonlijke betekenis. Het schilderij heeft een uitdrukkingskracht die onafhankelijk is van de afgebeelde objecten.
Van Paul Gauguin hangt hier een werk dat ik al lang bewonder, maar nog nooit in het echt had gezien: Vision of the Sermon. De achtergrond van het schilderij is effen rood. Een boomstam deelt het werk diagonaal in tweeën. De onderste helft toont een groep Bretonse vrouwen in traditionele kostuums die hun hoofd buigen in gebed. Rechts zien we het hoofd van de priester die zojuist een preek heeft gehouden over Jacob worstelend met de engel. En in het deel rechts boven zien we hoe Jacob in gevecht is met de engel. Het werk is allesbehalve naturalistisch. We zien een visioen, een droom. Gauguin geloofde dat kunstenaars, net als priesters, in staat waren om grote ideeën fysiek vorm te geven.
The Pardon van Emile Bernard toont Bretonse vrouwen die een ‘Pardon’, een soort religieuze bedevaart, bijwonen. De achtergrond van het werk is effen groen. Het werk roept een sterk déjà vú-gevoel op. De overeenkomsten met Gauguins Vision of the Sermon zijn groot. Stijl en idee komen dermate overeen dat het geen toeval kan zijn. Dat is het dan ook niet. Gauguin en Bernard schilderden beide werken tijdens een gezamenlijke trip naar Pont-Aven. Later ruzieden de twee erover wie als eerste deze radicale niet-naturalistische manier van schilderen had bedacht.
Pablo Picasso schilderde schrijver en criticus Gustave Coquiot in avondkleding en met een maskerachtig gezicht voor zijn eerste Parijse tentoonstelling, georganiseerd door Vollard. Coquiot stond als kunstcriticus welwillend tegenover avant-garde-kunstenaars. Hij schreef het voorwoord voor die eerste Parijse expositie van Picasso.
Matisse schilderde zijn dochter Marguerite in een interieur met tal van decoratieve objecten. Het geheel is een en al kleur. Het werk vormt een overgang naar het fauvistische werk waar hij bekend mee zou worden. Kunstdealer, verzamelaar en kunstcriticus Wilhelm Uhde werd door Picasso in kubistische stijl weergegeven. Gezicht en achtergrond worden opgebroken in een grote hoeveelheid monochrome facetten.
Zo staan twee belangrijke kunststromingen die de twintigste-eeuwse kunst zouden gaan bepalen, tegenover elkaar: het fauvisme, waarin kleur centraal staat en het kubisme waarin de lijn de overhand heeft.
4 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
DE SYMBOLIST DROOMT VAN NATUUR EN KUNST
Tumblr media
In de kunst is het een komen en gaan van stromingen. Zo zoals de getijden eb en vloed elkaar opvolgen in golfbewegingen, af en aan. Meestal is een nieuwe beweging een reactie op de richting die daaraan vooraf ging. Het grijpt terug naar een manier van uiten van daarvoor of doet een stap vooruit in de tijd. Zo is de kunst voortdurend in beweging. Vindt zichzelf opnieuw uit of herhaalt op een eigen manier de vorm die ooit geweest is. Maar altijd als antwoord op een bestaande welhaast uitgekristalliseerde stroming. Maar ook wel als reactie op de wereld en de maatschappij. Kunstenaars kijken verder dan de massa, zijn daar veelal haastig op vooruit waarna de rest stapvoets volgt. Ze lopen in de voorhoede, vormen de kopgroep. Anderen spiegelen zich aan hen en volgen op, komen na, vloeien voort.
Vooral in de wisseling van de eeuw, 1899 naar 1900 – de belle epoque is voorbij in de fin de siècle, denken diverse kunstenaars in een andere richting dan te doen gebruikelijk op dat moment. Het is een periode van toenemende industrialisatie, technologische veranderingen, urbanisatie en stijgende sociale verschillen. Kortom de maatschappij wil voorwaarts, op weg naar de toekomst. Het is een tijd van vooruitgangsdenken en nieuwe ontdekkingen. Ineens kan er zoveel meer. Maar er dreigt ook veel verloren te gaan. Het lijkt erop dat het kind met het badwater zal worden weggegooid. Maar is dat niet van alle tijden: zodra er iets nieuws opkomt is men bang dat het oude verloren gaat.
In die smeltkroes van ontwikkeling kloppen verschillende kunststromingen aan de deur. Op dat moment eigentijdse kunstenaars die het anders willen doen dan hun voorgangers. Experimenteren met andere materialen en vormentaal. De abstracte kunst krijgt zijn beslag. De realiteit is niet langer belangrijk, er wordt afstand genomen van de werkelijkheid en van de absolute figuratie. Lijnen en vlakken absorberen het herkenbare beeld. De verbeelding wordt aangesproken. Deze abstracte kunst als paraplu kent vele stijlen die daaronder schuilen, het lijkt erop dat iedere kunstenaar een eigen heilig huisje bouwt.
Tumblr media
Voor het symbolisme, een stroming als reactie op voornamelijk het impressionisme, is de realiteit ook minder van belang. Het gaat om de emotie van de kunstenaar. De min of meer realistische uitdrukking staat symbool voor het onderbewuste, het ongewone en het onverklaarbare. De schildering, dan wel het ruimtelijke beeld, is een poort naar de niet-zintuiglijke wereld. Het lijkt een natuurlijk beeld, maar het verwijst naar innerlijke en irrationele ervaringen, droombeelden. Verbeeldingskracht, spiritualiteit en intuïtie staan centraal. In de realiteit van de symbolist ligt een abstract beelden.
Het symbolisme is geen stijl maar een benadering, het draait niet om de vorm maar om de inhoud. Er is een sterke hang naar het verleden. Het wortelt in de romantiek, een stroming die rond 1800 ontstaat als tegenbeweging voor de overwaardering van rede en objectiviteit. Vooral in katholieke landen leeft het symbolisme. De roomse kerk die overstroomt met beelden als symbolen van religiositeit. In die omgeving voelt een symbolistisch kunstenaar zich thuis. De beelden staan minder voor personen dan voor een manier van denken, beschouwen.
Tumblr media
“Symbolistische dichters roepen liever de maan op dan de zon, liever de herfst dan de lente, liever stilstaand dan snelstromend water en liever regen dan een blauwe hemel”, schrijft filosoof en kunsthistoricus Michael Francis Gibson: “Ze klagen over treurigheid en verveling, over teleurstelling in de liefde, over machteloosheid en over matheid en eenzaamheid. Ze zijn bedroefd omdat ze ondervinden dat ze in een wereld leven die in doodsnood verkeert”.Zo kunnen ook de werken van schilders en beeldhouwers die het symbolisme aanhangen worden omschreven. Beelden en beeltenissen die de serieuze kant van het zijn in alle vertroebelende benauwdheid helder maken.
In de uitgave “Symbolisme in Vlaanderen” gaat auteur Piet Boyens in op de eerste generatie kunstenaars in Sint-Martens-Latem. In deze kunstenaarskolonie draagt het nauwe contact tussen de leden bij tot een diepere, spirituele verstandhouding en specifieke coherentie. Er is echter geen sprake van een Latemse school. Niemand van de kunstenaars is bereid geweest het individuele op te offeren aan een collectieve opzet, volgens Boyens, niemand heeft ernaar gestreefd om een esthetisch programma te formuleren of om samenwerking aan doctrinaire regels te binden.
Tumblr media
Piet Boyens, kunsthistoricus en archeoloog, bestudeerde het kunstenaarsdorp in Vlaanderen en schrijft met zijn uitgave een standaardwerk over deze beweging in het stroomdal van onze zuiderburen. De publicatie gaat samen met de tentoonstelling over het symbolisme in Het Noordbrabants Museum. Gezien de vele foto’s die talloze voorbeelden van deze Latemse groep beelden kan het gezien worden als een catalogus. Diverse van de afgedrukte werken zijn in de tentoonstelling gehangen.
Boyens schrijft zoals de symbolisten denken. Hij volgt de lijnen die de schilders zetten en de beeldhouwers vormen. Zijn vingers glijden als het ware langs de contouren van ‘De Verloren Zoon’ of ‘Treurende Moeder met Twee Kinderen’ om de emotie van de kunstenaar te doorvoelen, zich eigen te maken. Zijn blik volgt de melancholische vlakken van de schilderijen ‘Winterstemming’ en ‘Deeske op het Veld’, zo stapt hij figuurlijk binnen in deze kunst. Met zijn tekst neemt hij mij letterlijk aan de hand mee de ruimte in, het landschap dat staat voor een manier van denken. “De drang om de tijd te overwinnen en eeuwigheid te scheppen noopt tot een vlucht uit de realiteit van het dagelijkse leven. Het nauwe contact met de natuur spoort hen aan een verborgen betekenis te hechten aan wat door de zintuigen wordt waargenomen”, schrijft Boyens. Met de tekst en de afbeeldingen in het boek over het dorp en zijn kunstenaars ben ik even weg uit mijn dagelijkse doen, leef voor een moment boven de werkelijkheid.
Tumblr media
De schrijver gaat uitvoerig in op een drietal kunstenaars van het dorp Sint-Martens-Latem. Hij geeft een beknopte biografie en behandeld gedetailleerd enkele van de kunstwerken. Daarmee geeft hij een compleet beeld van de stroming, omdat deze kunstenaars min of meer pionier zijn van het symbolisme in België en symbool kunnen staan voor de beweging als geheel in Europa. De beeldhouwer-illustrator George Minne weet zich vol visuele verbeeldingskracht te spiegelen in de art nouveau. Hij onderbouwt de grote levensvragen met een overheersend gevoel van smart en melancholie. In een kluwen van ongeremde vegetatie en haarstrengen plaatst hij uitgebloede menselijke figuren. De blik tuurt op oneindig, de mimiek heeft een verstilde ernst. De tekeningen eerst keren in zichzelf en stemmen treurig. In zijn beeldhouwwerken weet Minne eenzelfde krachtige getuigenis van het lijden en sterven te geven. In het lijnenspel van lijven is de druk van het leven te herkennen, de zwaarte van het zijn.
Tumblr media
Valerius de Saedeleer is een schilder die weemoedig vooruit ziet. Hij grijpt wel terug op het verafschuwde impressionisme, waarin tijdelijkheid de natuur binden aan het ogenblik. Maar geleidelijk aan brengt hij zijn eigen innerlijke vrede in beeld en breekt met het verleden. Hij laat zijn fantasie dwalen in een grenzeloze wereld en ik zwerf met hem mee. Maar telkens blijft er wel een beklemmende dreiging boven de horizon hangen, een niet te omschrijven onheil in het verschiet. En het is er altijd een late herfst in het landschap van De Saedeleer, of een vroege winter. De bladeren zijn van de bomen gewaaid, de lucht kleurt met de weemoed van het najaar. Een besneeuwd landschap maant tot inkeer en verbant gevoelens van onrust en gejaagdheid, weet Boyens. Voor een kunstenaar die speurt naar de ziel en de structuur van het landschap komt de sneeuw als een zegen. De Saedeleer is bomenschilder bij uitstek en weet in de ontbladerde kruin de invloed van het japonisme, dat een rage was in de fin de siècle.
Tumblr media
De stille in zichzelf gekeerde Gustave van de Woestyne opent mijn ogen voor het gemoed. De innerlijke beweging die gestold achter de indringende ogen van zijn portretten schuilt. Deze kunstenaar weet tastbaar de stemming te maken. Het gelaat draagt sporen van leven, de blik is welhaast nooit op de toeschouwer gericht maar tuurt peinzend voor zich uit. De afgebeelde boeren en andere werklui zijn zo in zichzelf gekeerd als blinde personen dat zijn. Van de Woestyne portretteert daarom ook de in zichzelf opgesloten mens die geen beelden heeft. Ze staan symbool voor zijn eigen geestesgesteldheid, de onmacht van het leven. Later vindt ook hij in de ontbladerde boom een uitdrukking, waarna het expressionisme door zijn werken dwaalt.
Verderop in het boek krijgen de kunstenaars Albert Servaes en Jules de Praetere nog kort aandacht, waarna Paul Boyens een beknopt overzicht geeft van het diepere wezen van de kunstenaarsgroep. Deze in de tijd zet, de tegenwoordige tijd van dat moment en de invloed op onze toekomstige hedendaagse tijd. Het dorp vormt hen als mens en verdiept hun kunst. Het boek bespreekt de eerste Latemse generatie, wegbereiders van het symbolisme in Vlaanderen. Zij maken het concept, ontwerpen de stroming bij wijze van spreken, maar laten een ieder de vrijheid in experiment en aanpak een eigen invulling daaraan te geven. Het is wel een samenhangende groep, maar ieder gaat een eigen weg. Als eenheid treedt men niet naar buiten. Toch draagt de artiestengemeenschap hun droom van natuur en kunst verder de tijd in. Het historisch belang van de Latemse meesters mag dan laag zijn, de intrinsieke waarde is van een hoog peil.
Symbolisme in Vlaanderen, de eerste generatie kunstenaars in Sint-Martens-Latem. Tekst Piet Boyens. Uitgave Het Noordbrabants Museum ’s Hertogenbosch / WBOOKS Zwolle, 2022.
https://www.museumshopdenbosch.nl/product/7823818/symbolisme-in-vlaanderen-piet-boyens
https://wbooks.com/winkel/reeksen/hedendaagse-kunst-noordbrabants-museum/symbolisme-in-vlaanderen-de-eerste-generatie-kunstenaars-in-sint-martens-latem/
0 notes
context-onderzoek · 6 years
Text
Waarom zijn er zoveel blote mensen in de kunst?
een rondreis door de kunst aan de hand van vragen van kinderen
Bestaan er ook lelijke beelden? Waarom is kunst zo duur? Hangt dit niet op z’n kop? Waarom ligt er allemaal fruit? Dit is toch niet af? Waarom zijn er zoveel blote mensen in de kunst?
Kinderen kunnen de mooiste vragen stellen, waardoor ook volwassenen met nieuwe ogen naar kunst gaan kijken. In dit schitterende boek maken we een kunstreis door de tijd – en komen we langs honderden beroemde kunstwerken. Aan de hand van de vraag ‘Waarom is alles zo vaag?’ wordt het impressionisme uitgelegd. Abstracte kunst komt aan de orde bij de vraag ‘Wat stelt het voor?’. En die blote mensen uit de titel komen onder meer langs in de oude Griekse kunst. Elk aspect van kunst dat onder de loep wordt genomen, wordt extra bijzonder door de vragen die erbij gesteld én beantwoord worden. ‘Hoe maak je kunst eng?’ wordt gevraagd bij De Schreeuw van Munch. Het antwoord lees je zelf maar!
Waarom zijn er zoveel blote mensen in de kunst? is de vrolijkst denkbare introductie in de kunstwereld voor jong en oud. Een onmisbaar boek voor iedereen die kennis wil maken met kunst – of die denkt dat hij alles al weet, en die door dit boek zijn mening zal moeten herzien.
Tumblr media
Kinderliteratuur :
Bij Villa Zebra heb ik dit boek gekocht. Ik zag in het afstudeerprofiel dat er ook een onderdeel schrijven voor de doelgroep was. Dit ga ik ook verder onderzoeken. Ik wil vooral kijken wat er al is aan prentenboeken over kunst voor jonge kinderen. 
0 notes
ameliemignon-blog · 7 years
Text
LONDON: TATE MODERN + STREET ART TOUR
Tumblr media
Tijdens onze ‘museumnamiddag’ besloten we om de Tate Modern te bezoeken. Na onze lunch in Saint James Park, gingen we met de meneer Degreef en mevrouw Delay naar de Tate Modern. We namen de metro en onderweg naar de Tate liepen we langs de Saint Paul's Cathedral en staken we de bekende Millennium Bridge over. Tijdens het oversteken van de brug hadden we het geluk dat Ben Wilson net op de aan het werken was. Ben Wilson is een kunstenaar die kleine schilderijen op weggegooide kauwgom maakt op de brug. Na het oversteken van de brug kwamen we aan bij het museum. De Tate Modern is gehuisvest in het Bankside Power Station, een oude elektriciteitscentrale. Het Tate Modern is ook een van de grootste musea van moderne kunst ter wereld. Toen we het museum binnenkwamen kwamen we in de gigantische turbinehal. We hebben onze audiogidsen gekocht en ons bezoek gestart. Meneer Degreef raadde ons aan om eerst de ‘Boiler House’ te bezoeken, dus hebben we dat gedaan. We gingen eerst naar de tweede verdieping. Op deze verdieping kun je de collectie 'Kunstenaar en Samenleving', 'Startweergave' en 'In de Studio' bezichtigen. De eerste collectie ging meer over sociale en politiek ingezette artiesten. We zagen een aantal schilderijen van beroemde schilders, zoals 'Weeping Woman' van Picasso of ‘Autumnal Cannibalism’ van Salvador Dali. 'Start Display' is een zeer kleine tentoonstelling, het richt zich vooral op kleur. In de derde collectie zagen we een van de werken van Claude Monet genaamd 'Waterlelies'. Het was heel interessant om één van zijn werken in het echt te zien, want tijdens de les Nederlands leerden we over impressionisme en Monet is een van de grootste vertegenwoordigers van deze kunststroom. Er was ook een kamer met de werken van Mark Rothko, ik vond die kamer echt leuk omdat het een zeer rustige en ontspannende kamer was in tegenstelling tot de rest van het museum waar het soms erg luidruchtig was. Daarna ging ik naar de vierde verdieping (ik was ondertussen natuurlijk al de rest kwijtgeraakt dus ik ben dan maar alleen naar de 4de verdieping geweest) op die verdieping werden de collectie 'Media and Networks' en 'Materials and Objects' tentoongesteld. De eerste collectie bevatte kunstwerken van artiesten die reageren op de massamedia. Ik vond de werken van Guerilla Girls in deze collectie zeer interessant omdat ze opkomen voor seksuele en racistische discriminatie. In de tweede collectie zag ik een van de werken die onze leerkracht esthetica in de les had besproken. Het is een heel grappig werk, genaamd 'Fountain' gemaakt door Marcel Duchamp. Nadien moesten we ons een beetje haasten omdat het al 16 uur was en we wouden nog de ‘Switch House’ bezoeken. Het Switch House is het nieuwe deel van de Tate geopend op 17 juni 2016. Op de top van die 65 meter hoge toren heb je een indrukwekkend 360° uitzicht op de skyline van Londen. Daarna waren we erg moe en verlieten we het museum.
Voor ‘The Plan’ hadden we besloten om de Street Art Tour te doen. Na het bezoek van de Saint Paul's Cathedral, zijn we met meneer Degreef meegeweest, die ons bracht naar het startpunt van de Street Art tour. We hadden een zeer vriendelijke gids die heel veel wist veel over Street art. We liepen 2 uur in Shortditch (een wijk in Londen) en met deze tour zagen we een heel andere kant van Londen. We zagen veel van de werken van kunstenaars die we gezien hadden tijdens de les esthetica. Eén van mijn favoriete werken tijdens deze tour was de reusachtige egel gemaakt door de Belgische kunstenaar ROA. ROA is beroemd om zijn zwart-wit schilderijen van dieren, je kunt veel van zijn werken ook in Brussel vinden. Een ander werk dat mij opviel was een werk van DALeast, ik vond dit werk zeer aantrekkelijk omdat het een zeer dynamisch werk was van een rennend dier en het was zo geschilderd dat het net echt leek . We zagen ook een Space Invader en een indrukwekkende werk gemaakt door Shepard Fairey. Het hoogtepunt van onze tour was het werk ‘Poodle guard dog’ gemaakt door de zeer populaire Street art kunstenaar Banksy. Met deze tour heb ik geleerd dat kunst overal is en dat je soms zeer goed moet kijken om een ​​aantal werken te zien, zoals de werken van Jonesy, een artiest die kleine beeldjes maakt op de top van verkeersborden. Wat jammer was aan de tour was dat hij zeer kort was en ik had gehoopt dat ik veel meer werken te zien zou krijgen, wat niet het geval was. We hadden na de tour ook normaal gezien een bezoek gepland aan het Design Museum en aan Davenports Magic Shop, maar omdat onze gids ons te ver van het centrum van Londen had achtergelaten hadden we onvoldoende tijd om deze dingen nog te bezoeken. Misschien voor een volgend bezoekje aan Londen?
Meer foto’s onderaan -->
(Het spijt me dat deze tekst op sommige momenten wat raar klonk maar ik had deze tekst oorspronkelijk in het Engels geschreven en heb hem dan via een vertaler vertaalt naar het Nederlands en waar nodig is wat aangepast)
Tumblr media
Onderweg naar het museum...
Tumblr media
Ben Wilson die van de kauwgom op de Millennium Bridge, kleine kunstwerkjes maakt
Tumblr media
De gigantische egel van de Belgische artiest ROA
Tumblr media
‘The cycle of futility’
Tumblr media
Een ‘Space Invader’ die we tijdens onze rondleiding vonden
Tumblr media
Banksy’s ‘Poodle Guard Dog’
Tumblr media
Eén van de werken van Shepard Fairey
Tumblr media
DALeast
0 notes
frjacobs · 7 years
Text
Zhaina Kydyrova zal muziek spelen  geinspireerd door de werken van Winnie.
Winnie zal live schilderen op deze muziek in het Binnenhof van de Tinnenpot, Tinnenpotstraat 21, 9000 Gent.
Zondag 11 Juni februarie om 11 uur : Aperitief concert en muziekexperiment in het de kelders van het hof Ryhove, onderstraat 20, 9000 Gent.
Zhaina Kydyrova – Cello:
https://gulzhainakydyrovacello.wordpress.com/
Winnie kunstschilder van dienst : https://www.facebook.com/VwsArt/?fref=ts
Bio Zhaina Kydyrova
Zhaina is geboren in Almaty, Kazachstan in 1972. Zij begon op de leeftijd van 11 jaar oud in de speciale muziekschool K. Bajseitova in Almaty, Kazachstan en studeerde af in 1991. In 1991 vatte ze haar studies aan in het conservatorium in Kurmangazy Kazachse in Almaty, Kazachstan en ze studeerde af als lerares,  concert muziekante,  cello soliste en artieste voor kamerorkesten, muziek, opera en symfonische  orkesten. Ze studeerde bij professor Djambul Baspaev. Vanwege haar uitzonderlijke prestaties werd ze uitgenodigd aan het conservatorium P. Tsjaikovski in Moscou onder het Sovjet-regime en behaalde haar postgraduaat in 1999. Na deze studies volgde ze een opleiding aan het ‘Moscou State Conservatory’ voor twee jaar en eindigde haar muzikale opleiding in 2001. Ze volgde lessen bij professor Tatiania Priymenko en hoogleraar Dmitry Miller concert meester van de cello’s bij het Bolshoi Theater. Ze had trainingen van professor Yakunin, en kreeg de hoogste kwalificatie voor het onderwijzen van cello in Almaty, Kazachstan in 2012, en deed een masterclass met Igolinsky van Moskou en Valentin Berlinski en Oleg Sendetsky van het ‘Mariinsky Theatre’ in Sint Petersburg in 2013.
Ze heeft verschillende wedstrijden gewonnen: laureaat  op de wedstrijd van de muziekscholen in Almaty, Kazakhstan, 1987 – Laureaat van de nationale competitie voor jonge muzikanten in Ust Kamenogorsk,  Kazakhstan, 1988 – Speciale  prijs in een internationale competitie in Rusland, 1990 – Laureaat van een internationale competitie in Turkmenistan, 1994
Ze was docent cello aan het conservatorium in Almaty, Kazakhstan, assistent-docent in het ‘Conservatory  Chamber Ensemble’ in Almaty,  docent aan de speciale muziekschool voor hoogbegaafde kinderen in Almaty en ze is vandaag  muziekleraar voor cello en piano met een ervaring van meer dan 12 jaar. Haar studenten kregen nationale en internationale prijzen in verschillende wedstrijden.
Ze trad op als artiest in een nationaal en  internationaal kader: artieste voor het Kazakstaanse televisie en radio orkest, Almaty, Kazakhstan, soliste voor een kamerorkest, Almaty, Kazakhstan, artieste voor een kamerorkest van het muziek en drama theater in Moskou, artieste  in de ‘ State Capella Moscow City Symphony Orchestra’, artieste in een kamerorkest in de muziekschool genoemd naar  Galina Vishnevskaya en Mstislav Rostropovich in Moskou , artieste in een kamerorkest van de staatsuniversiteit Lomonosov in Moskou, artieste in een kamerorkest onder de burgemeester en het stadhuis van Almaty, Kazakhstan, Artieste in het nationaal symfonisch orkest in Almaty, Kazakhstan, Lid van een eigen opgericht kwartet, van 2007  onder de naam Mezzo
Ze kwam naar België in 2013 en begon een opleidingsinstituut onder de naam ‘Mezzo’ voor piano en cello. Ze treedt vandaag op als artiest met haar ensemble  ‘Mezzo & Co’ en organiseert culturele events en zakelijke events voor derden.
Bio Winnie
Winnie Vandeweghe, geboren te Gent 10/07/1961. Zij studeerde 8 jaar aan de Kunstacademie te Gent, richting schilderkunst.
Haar schilderijen zijn een mix van impressionisme, dat soms naar het abstracte neigt maar steeds met een grote mysterieuze toets. Het zijn steeds beelden die ze zo indringend vindt dat ze moeten  vastgelegd worden. Haar werken zijn allemaal met olieverf op Canvas, soms afgewerkt met oliepastelpotloden. Daarbij gebruikt ze meestal warme donkere kleuren, soms zeer transparant , om sereniteit en rust weer te geven en soms maakt ze gebruik van dikke toetsen olm iets te benadrukken. Ze stelde reeds verschillende malen tentoon maar toch is ze altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen.
Zhaina Kydyrova & Winnie van 5 juni tot 17 juni 2017 Zhaina Kydyrova zal muziek spelen  geinspireerd door de werken van Winnie. Winnie zal live schilderen op deze muziek in het Binnenhof van de Tinnenpot, Tinnenpotstraat 21, 9000 Gent.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
COLLECTIE NARDINC IN SINGER LAREN: DE SOM DER DELEN
Tumblr media
Kunstmusea bestaan bij de gratie van particuliere verzamelaars. Van hen die uit passie voor de kunst een eigen collectie opbouwen. Uit een dergelijke collectie wordt dan wel eens een museum gesticht. Vooral omdat de verzamelaar de volgens een voor hem en/of haar stramien opgebouwde collectie bijeen wil houden. Bij leven wil de collectioneur er zeker van zijn dat na zijn en/of haar dood de collectie niet zal uiteen vallen en verbrokkelen. Men heeft een leven lang een voorname reeks aan kunst bijeen gebracht dat past in een voorkeur en emotie, dat het jammer is dat deze beleidslijn wordt doorbroken na dat bestaan.
Ook worden wel delen van verzamelingen aan verschillende musea geschonken. Wanneer de stroming of de stijl aansluit bij de collectie van die bepaalde musea. Een museum kan dus ontstaan uit een verzameling. Daarvan zijn diverse voorbeelden rondom. Het Museum Singer Laren is zo'n voorbeeld. Het is ontstaan uit het bezit van het Amerikaanse echtpaar William Henry Singer jr. en Anna Singer-Brugh. In hun Larense villa De Wilde Zwanen zijn zij meer dan een eeuw geleden begonnen met het verzamelen van kunst. Franse schilders van Barbizon, de Haagse School, Amsterdamse impressionisten en de schilders van Laren.
De werken kregen in 1956 onderdak in het door Anna Singer geopende Singer Museum, ter nagedachtenis aan haar echtgenoot. De geschiedenis herhaalt zich wanneer het kunstminnend echtpaar Jaap en Els Blokker rond 1980 in een Larense villa hun verzameling kunst beginnen. Wanneer Jaap Blokker in 2011 komt te overlijden schenkt Els een 7 tal jaren later de volledige collectie aan Singer Laren, omdat het goed aansluit bij de bestaande collectie waaruit het museum destijds is ontstaan.
Tumblr media
Richtte het echtpaar Singer zich in hun verzamelen vooral op de impressionisten, de Blokkers concentreerden zich op de daaropvolgende avant-garde en dan met name de Nederlandse modernisten. Voor het werk van Jan Sluijters hebben zij bijzondere interesse en leggen relaties met zijn tijdgenoten. De zogenoemde Collectie Nardinc, genoemd naar villa 'Huize Nardinclant' die het echtpaar in 1990 betrekt,  heeft een focus op het modernisme in eigen land. Ook Singer Laren richt zich daar meer en meer op om het beeld van de kunst in de eerste helft van de twintigste eeuw compleet te krijgen binnen het museum.
Het niveau van Nardinc, de collectie van het echtpaar Blokker, is evenwaardig aan het beste van Singer. Zo ontstaat bij samenvoeging een som-der-deleneffect. Volgens museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm is het hiermee mogelijk "om de geboorte en bloei van het Nederlands impressionisme en modernisme permanent op het hoogste niveau te tonen. Singer Laren is daarvoor bij uitstek de geschikte plek, omdat veel van de kunstenaars in kwestie op de heilige grond van Laren en Blaricum gewerkt hebben." De Lorm schrijft dit in het voorwoord 'Singer en Nardinc, een som der delen' op het boek dat uitgegeven is bij de tentoonstelling "Sluijters en de modernen". In deze tentoonstelling wordt eerstens de Collectie Nardinc voor het voetlicht gebracht, later zullen beide collecties gezamenlijk nader worden belicht. Speciaal voor de Nardinc verzameling is aan het bestaande museumgebouw een nieuwe vleugel toegevoegd naar het ontwerp van Bedaux de Brouwer Architecten.
Tumblr media
De uitgave van het Singer Laren in samenwerking met Waanders Uitgevers te Zwolle toont en beschrijft de geschonken kunstwerken. De geschiedenis en het tot stand komen, het waarom en hoe, van de verzameling wordt nader omschreven. Het zou allemaal begonnen zijn bij de ontdekking van een onbekende Rembrandt op een Londense rommelmarkt. Het schilderijtje op paneel met een kop van een oude man met baard in een mystieke lichtbundel blijkt door onderzoek van een leerling of navolger van Rembrandt te zijn. Na dit eerste avontuur worden veel tentoonstellingen, musea en veilingen bezocht door het echtpaar Blokker.
Tumblr media
De eerste twee kunstwerken waar de verzameling echt mee is gestart zijn een pasteltekening van een jonge vrouw voor de spiegel van Leo Gestel en een sombere aquarel van Suze Robertson. Dit laatste werk wordt al snel weer van de hand gedaan voor lichter en moderner werk. Geeft Jaap de voorkeur aan traditionele en realistische voorstellingen van 18e en 19e eeuwse schilderijen van de Romantische School, Els is op zoek naar meer spanning in de verzameling. Haar passie gaat uit naar de moderne kunst en wil in die richting gericht verzamelen.  Kenmerkend voor veel werken in de collectie zijn de vrolijke en uitbundige onderwerpen, vaak in felle en contrastrijke kleuren. Het gevoel dat een werk opwekt bij deze verzamelaars is een belangrijke graadmeter het te kopen. Het echtpaar Blokker wil vrolijk en enthousiast worden van de kunstwerken die hun leefomgeving zullen verrijken. Door delen van de collectie, hun geliefde kunstwerken, regelmatig uit te lenen aan musea hopen zij dat anderen er evenzo van kunnen genieten.
Tumblr media
De collectie weerspiegelt het enthousiasme en de passie waarmee Jaap en Els Blokker hebben verzameld. Conservator Roby Boes: "Een verscheidenheid aan uitbundige voorstellingen die zijn geschilderd vanuit het gevoel, met felle kleuren en losse penseeltoetsen, waar het schilderplezier van de doeken afspat. De schoonheid en lichtheid van het leven komen in allerlei facetten voorbij: van stralende luministische landschappen, fleurige bloemenpracht en swingende expressieve danseressen tot krachtige, kleurrijke portretten." De verzameling is dan ook een lust voor het oog. Het boek daarbij is een feest om door te nemen. Geïnformeerd door de interessante en speelse teksten en geanimeerd door de vele reproducties van werken uit de collectie. De uitgave is een visitekaartje om de werken live in het museum te gaan bekijken.
Tumblr media
Het modernisme van Jan Sluijters en zijn tijdgenoten wordt in het boek toegelicht door kunsthistoricus Caroline Roodenburg-Schadd. Aan de hand van hoogtepunten uit de Collectie Nardinc beschrijft zij de ontwikkeling van het Nederlands modernisme. De kern van de collectie vormen de ruim veertig werken van Sluijters. Daarnaast maken de meer dan zeventig werken van tijdgenoten het plaatje van het modernisme binnen onze landsgrenzen vrijwel compleet. Het geeft echter geen representatief kunsthistorisch beeld, want bijvoorbeeld het abstracte spoor van het modernisme is niet gevolgd. Roodenburg schrijft in haar verhaal over de tentoonstellingen en de kunstenaarsverenigingen. Het is een verkort maar desondanks toch gedetailleerd inzicht in de kunstgeschiedenis van de eerste helft van de 20e eeuw.
Tumblr media
Ook voor het boek geldt dat het geheel meer is dan de som der delen. Dat 1 + 1 meer is dan twee en 2 + 2 als uitkomst 5 heeft. Want de door de conservatoren Boes en haar collega Anne van Lienden opgestelde teksten over de kunstenaars in en hun werken uit de Collectie Nardinc maakt van de uitgave een bijzonder naslagwerk. Van Else Berg tot Carel Willink via Toon Kelder, en van Charley Toorop terug naar Johan van Hell langs Charlotte van Pallandt. Omdat de collectie bijzondere aandacht heeft voor Jan Sluijters wordt zijn werk op meerdere vlakken aangestipt, namelijk de tijd in Parijs, het landschap, als portrettist, het naakt en de abstractie.
Tumblr media
Henk van Os tot slot schreef een essay over “Avond” (voor de werkstaking) van de nestor van het Nederlandse modernisme Jan Toorop. Het schilderij, in de stijl van het pointillisme maar met een vrijere stippeltechniek, heeft een dramatische voorstelling als onderwerp. Het beeld van een echtpaar dat in bittere armoede de gevolgen vreest van een op handen zijnde mijnwerkersstaking is meelijwekkend. Hoewel Toorop het paar plaatste in een magistraal avondlicht staat de wanhoop de figuren zichtbaar tot aan de lippen. Het is een sleutelwerk in de Collectie Nardinc en dus nu in het Singer Laren.
Sluijters en de modernen, publicatie ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling in Museum Singer Laren. Waanders Uitgevers, 2022.
https://www.waanders.nl/nl/sluijters-en-de-modernen.html
youtube
6 notes · View notes