Tumgik
#de kroeg
zef-zef · 1 year
Video
youtube
Leo Cuypers - Heavy Days Are Here Again (1981) live at “De Kroeg” Amsterdam
Leo Cuypers: Piano Han Bennink: Drums, Soprano Saxophone, Trombone Willem Breuker: Saxophone, Clarinet Arjen Gorter: Bass
3 notes · View notes
atevegter · 1 year
Text
2764 Alle beelden verdwijnen 16
2764 Alle beelden verdwijnen 16
Over het Groothandelsgebouw in Rotterdam wist hij nog een bejaarde grap: een Amerikaan komt aan op het Centraal Station en vraagt een taxichauffeur om hem in de stad wat rond te rijden. De chauffeur is een echte Rotterdammer en trots op zijn stad. Hij rijdt naar het Hofplein, langs het stadhuis, de Bijenkorf met het Ding van Naum Gabo, over de Maasbruggen naar zuid en weer terug door de…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
fagdyk · 3 months
Text
Kees en Jeroen zijn de enthousiaste oude mannen in de kroeg
12 notes · View notes
roscrosa · 3 months
Text
Het is zo grappig
Het liedje gaat door
Ook als je de kroeg bent uitgelopen
Het is dan wel koud
Maar de auto startte in één keer
Hoewel ze alleen de laatste coupletten speelden
Raakte het zozeer
Dat het was alsof je verteld werd
Dat je nooit iemand anders zal zijn
Dan dit
Misschien wel voor altijd moe
Maar liever niet te laat
Je zult zien
Dat het zo een soort van gaat
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
3 notes · View notes
lucid2022 · 7 months
Text
De Kunst van de Muzikale Spagaat: Techno ontmoet Kroeg, een Liefdesverhaal
Hey allemaal, welkom bij een nieuw artikel waarin ik graag deel hoe ik een interessante uitdaging ben aangegaan. Techno is mijn roots; dat is waar ik mee ben begonnen en wat ik het liefste draai. Maar als DJ in een kroeg voor zo’n 300 man, merk je dat je ook rekening moet houden met een breder publiek. Hoe doe je dat zonder jezelf te verliezen in standaard kroegmuziek?
Mijn Vertrekpunt: Trouw aan Techno
Techno heeft altijd iets speciaals voor me betekend. De diepe beats, het ritme dat een eigen verhaal vertelt. Dat wilde ik behouden, ook in een kroegsetting. Maar ik begrijp ook dat niet iedereen daar altijd voor in de stemming is.
De Balans Vinden: Geen Verkooppraatjes
Ik had een keuze kunnen maken om top 40-hits of Nederlandstalige muziek te draaien, maar dat zou niet echt voelen. Dus ging ik op zoek naar iets anders. Na dagen van muziek luisteren en uitzoeken, kwam ik op nummers zoals ‘Freestyler’, ‘The Logical Song’ van Scooter en ‘Don’t Go’ van Yazoo. Stuk voor stuk nummers die mijn persoonlijke muzikale smaak raken, maar ook breed genoeg zijn om een kroegpubliek tevreden te stellen.
De Uitvoering: Voorbereiden en Aanpassen
Voorbereiding is cruciaal. Vijf dagen in de week ben ik bezig met muziek zoeken, beluisteren en sorteren. Ik probeer mijn setlists zo op te bouwen dat ze een mix zijn van wat ik zelf wil draaien en wat ik denk dat de kroeggangers willen horen. De eerste keer dat ik dit uitprobeerde was ik benieuwd naar de reactie, en gelukkig was die positief.
Constant Leren: Altijd Opletten
Dit is een doorlopend proces. Elke week voeg ik nieuwe nummers toe aan mijn setlist en let ik op hoe het publiek reageert. Dit helpt me niet alleen als DJ maar geeft me ook meer inzicht in de brede muzieksmaak die er is.
Afsluiter: Een Eerlijke Mix
Kortom, het is mogelijk om trouw te blijven aan je eigen muzieksmaak terwijl je ook een breed publiek bedient. Het vergt wat zoekwerk en veel luisteren, maar de uitkomst is een setlist die zowel eerlijk als entertainend is.
Als je ook een DJ bent en je herkent dit, of als je gewoon geïnteresseerd bent in muziek en hoe deze keuzes worden gemaakt, laat dan vooral een reactie achter. Laten we het gesprek aangaan en elkaar inspireren.
2 notes · View notes
reynboowbabie · 1 year
Text
Interview met mijn moeder
* 1994 was ze 15
* Het was niets nieuws
* Ze luisterde happy hardcore, koningsdag feestjes ging ze heen, bollen pellen en krantenwijk waren bij baantjes
* Ouders konden dingen van magister niet controleren, leraren waren ouderwets, leraren waren oud
* Uitgaan op 15 jarige leeftijd, sigaretten op tafel
* Voor het ontbijt thuis zijn als je de kroeg in gaat
* Had geen vooroordelen
* Vrouwen emancipatie
* Vond u het een leuke tijd? Ik vond het een enorm leuke tijd want ik mocht roken en drinken
* Wat voor opleiding wou u doen: ik wou beroepsmilitair worden
3 notes · View notes
stefselfslagh · 2 years
Text
Jeroen Olyslaegers: “Ik heb mijn goeroe-ambities opgeborgen.”
Dit stuk verscheen op 1 oktober in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Tumblr media
Volgende week verschijnt Willem En Mijn Wellust, een novelle waarin Jeroen Olyslaegers opnieuw het verleden aan het heden rijgt. En waaraan een liefdevol, maar genadeloos zelfonderzoek voorafging. "Ik besef heel goed dat ik soms een lafaard ben."
Jeroen Olyslaegers mag dan bekend staan als een Antwerpenaar van het zuiverste Scheldewater, sinds twee jaar woont hij in een dorpje in de Franse Ardennen. Hij leeft er samen met zijn vrouw Nikkie Van Lierop: thans schrijfster, maar in een vorig leven zangeres, co-producer en prettier half van Praga Kahn. Ook de vaste researcher van Olyslaegers, de net als de schrijver bovenmatig bebaarde Stef Franck, is inmiddels aan de Franse oevers van de Maas neergestreken. De glooiende heuvels van les Ardennes hebben duidelijk niet alleen op landschapsschilders een aanzuigeffect.
'Nergens heb ik meer rust gevonden dan in bossen en boeken' lees ik op een kunstwerk in de schrijfkamer van Olyslaegers. Het zijn woorden van de middeleeuwse theoloog Thomas a Kempis, die tot een plaatje gepromoveerd werden door zijn vader, kaligraaf Joris Olyslaegers. Beschrijft het citaat de gemoedstoestand van de ontwordelde stedeling die Olyslaegers geworden is?
"Absoluut. Als ik in Antwerpen een aanval van melancholie voelde opkomen, kon ik die bui meteen bezweren: ik trok de stad in, liep naar de dichtstbijzijnde kroeg en ging op in het eindeloze getater. Maar hier, in de natuur, kan ik niet aan mezelf ontsnappen. Ik word gedwongen tot reflectie, moet mijn melancholie recht in het gezicht kijken. En vreemd genoeg geeft mij dat rust. Al wandelend in de bossen zijn er al een heleboel lagen van mij weggeschraapt."
"Ik merk zelfs dat ik steeds meer met het Ardense landschap samenval. In februari, wanneer alles hier koud en doods is, vraag ik me vaak af of ik zélf nog wel een hartslag heb. En een paar maanden later bloei ik samen met de natuur weer helemaal open."
Luidt zijn verblijf in de Franse Ardennen ook een thematische ommekeer in zijn oeuvre in? Of blijft hij ook vanuit zijn nieuwe domicilie de officieuze geschiedschrijver van Antwerpen? "Ik sluit niet uit dat mijn boeken zich beetje bij beetje van Antwerpen zullen losweken. Willem en mijn wellust speelt zich af in Edegem: dat is al acht kilometer buiten de stad. (lacht) Maar uiteraard blijft Antwerpen belangrijk voor mij. Ik ga er nog regelmatig op café, om te doen alsof ik een boek lees en de mensen om mij heen te beloeren. Die observaties voeden mijn geest, ik heb ze nodig. Alleen: als ik een week in Antwerpen ben geweest, wil ik zo snel mogelijk terug naar hier. Dan verlang ik weer naar de rust, de boeken en de bossen."
Jeroen Olyslaegers werd schrijver in de jaren negentig: op vijf jaar tijd verschenen achtereenvolgens Navel (1994), Il Faut Manger (1996) en Open Gelijk Een Mond (1999). Geen van die titels veroorzaakte echter literaire opwinding en dus legde Olyslaegers zich een tijdlang toe op het componeren van theaterteksten, onder meer voor de Koninklijke Vlaamse Schouwburg en Het Toneelhuis. 
Pas in de tweede helft van de jaren 2000 kuste hij de romancier in zichzelf opnieuw wakker. In iets meer dan een decennium publiceerde hij Wij (2009), Winst (2012), Wil (2016) en Wildevrouw (2020). Vooral met Wil, een verhaal over schuld en boete in het door WOII verscheurde Antwerpen, vond Olyslaegers zijn stem als schrijver en beukte hij de poorten naar het grote lezerspubliek open.  
"In de jaren negentig was ik nog zoekend. Ik ergerde me kapot aan de ernst die in de letteren heerste. Om mijn afkeer van literatuur met een grote L kracht bij te zetten, verkondigde ik aan iedereen die het horen wilde dat ik alles behalve een (spuwt het woord uit) oeuvre wilde uitbouwen. Dat mijn boeken gezien moesten worden als volledig op zichzelf staande blijken van genialiteit." (lacht) 
"Na mijn theaterperiode, ik was inmiddels de veertig voorbij, was ik een stuk matuurder. Ik voelde me klaar om de romans te schrijven die ik altijd al had willen schrijven. Om niet langer in de marge te rommelen, maar me tot een zo groot mogelijk publiek te richten. 'Nu ga ik wél aan een repertoire timmeren', dacht ik. Vandaar al die W-titels: ze geven aan dat mijn boeken met elkaar samenhangen. Dat ze wel degelijk een oeuvre vormen."
Maakt vanaf volgende week integraal deel uit van dat oeuvre: Willem En Mijn Wellust, een novelle die tussen de zestiende en de negentiende eeuw pendelt en rake dingen zegt over liefde en bezit, en het soms wazige onderscheid tussen beide. Het verhaal, vraagt u? In 1885 steelt Hippolyte van Damme, feuilletonschrijver bij een krant, in een opwelling een verzameling oude brieven. De epistels zijn van de hand van Willem Silvius, een Antwerpse drukker uit de zestiende eeuw, en zijn gericht aan diens echtgenote. Aanvankelijk is Hippolyte blij met de brieven: hij denkt er inspiratie uit te kunnen putten voor zijn krantenfeuilleton. Maar al gauw blijkt dat zijn kleine diefstal grote gevolgen heeft. Vooral wanneer hij zijn jatwerk opbiecht aan Amandine, de vrouw waar hij buitenechtelijk op verlekkerd is, maakt zijn oorspronkelijke euforie plaats voor wanhoop.
Vorig jaar heette Willem En Mijn Wellust nog gewoon Willem en was het een cadeautje voor de klanten van onafhankelijke boekhandels. Waarom heeft u het boek voor zijn heruitgave van titel veranderd? "Omdat het een heel ander boek is geworden. Toen de Bezige Bij me liet weten dat ze Willem wilden heruitgeven, heb ik de kans gegrepen om het boek te herwerken. Om er een veel ambitieuzer verhaal van te maken. Willem gaat over diefstal, Willem En Mijn Wellust over het bezit ná de diefstal. Het gebeurt in de literatuur niet vaak dat je eenzelfde verhaal op verschillende manieren kan uitwerken. Ik ben blij dat ik dat voor één keer wél heb kunnen doen."
Het hoofdpersonage in Willem En Mijn Wellust, Hippolyte van Damme, steelt uit lust: hij ontvreemdt de brieven van Willem Stivius omdat hij verzot is op 'heerlijkheden op papier'. Ik herkende zijn honger naar diefstal. Ik ben ooit vijf minuten alleen geweest in het atelier van Sam Dillemans, waar prachtige tekeningen en schilderijen aan de muren hingen. 'Sam zal er vast eentje kunnen missen', dramde een stemmetje een moment lang in mijn hoofd. "Zoiets heb ik zelf ook al meegemaakt. Een paar jaar geleden logeerde ik met de familie van Nikkie een week in een huis op het Engelse platteland. Op de eerste verdieping van dat huis was er een bibliotheek. En die was ronduit adembenemend: de eigenaar had zelfs twee exemplaren van de eerste druk van The Devils of Loudon van Aldous Huxley. De hele week heb ik in die bibliotheek moeten vechten tegen mijn neiging tot diefstal. Elke avond zat ik mij af te vragen welke boeken ik zou meenemen. Echt rustig was die vakantie niet." (lacht)
Hippolyte van Damme verkeert regelmatig in gewetensnood over zijn diefstal. Maar, zegt hij: 'We hebben niet alleen een geweten, maar ook het vermogen om daar met onszelf over te onderhandelen.' Hoeveel rek mag er op de onderhandelingen met ons geweten zitten? Wat valt te vergoelijken en wat niet? "Je kan niet over álles onderhandelen. Neem nu de jonge Russische soldaten die in Oekraïne vrouwen verkrachten. Die jongens zijn zonder twijfel zwaar geïndoctrineerd en moeten om te overleven wellicht doen wat de brulapen in hun eenheid hen opdragen. Je zou dus een relatief genuanceerd oordeel over hen kunnen vellen. Maar: ze verkrachten wel Oekraïense vrouwen. En dus zijn het, alle nuances ten spijt, klootzakken. Dat moet je blijven zeggen. Want als je dat niét doet, spuw je in het gezicht van die Oekraïense vrouwen. Je kan wel empathie opbrengen voor mensen die ontsporen, of onderhandelen met je eigen geweten, maar op het einde van de rit moet je toch liefdevol ongenadig zijn. Anders kan je de begrippen goed en kwaad maar beter afschaffen."
In Willem En Mijn Wellust buigt u zich ook over de ongemakkelijke vraag of liefde - iemand willen bezitten - alles welbeschouwd ook geen vorm van diefstal is. "Zodra je in een relatie exclusiviteit eist, is de notie van diefstal niet ver weg: willen dat iemand 'van jou' is, betekent onvermijdelijk dat je die persoon van anderen steelt. Ik ben zelf zo monogaam als een bever, maar ik vraag me oprecht af wat een exclusiviteitscontract met liefde te maken heeft. Iemand willen bezitten is toch een vorm van geweld. "
Iedereen polyamorist dan maar? "Dat zou je denken, maar ook in polyamoreuze relaties gaat het vroeg of laat over bezit. (op een klagerig toontje:) 'Hoezo, je komt niet vrijdag? We hadden toch afgesproken dat je wél zou komen?' Lijkt me erg vermoeiend. (lacht) Vergeet ook niet dat mannen die er vrolijk op los vogelen vaak niet kunnen verdragen dat hun vrouw hetzelfde doet. Ze duiken met mannelijke overmoed van het ene bed in het andere, maar als ze op de gsm van hun vrouw een bericht lezen waaruit blijkt dat ook zij zich niet onbetuigd laat, denken ze: 'Maar godverdomme, die slet.' (lacht) De meervoudige liefde heeft nog een hele weg te gaan, vrees ik."
Zelf gelooft u in liefde van de symbiotische, allesomvattende soort. Maar is symbiose ook geen vorm van diefstal? Wie de totale samensmelting verlangt, ontneemt de ander toch het recht om zichzelf te zijn? "Als je definitie van symbiotische liefde 'de totale samensmelting' is, is het inderdaad een vorm van diefstal. Maar voor mij hoeven geliefden elkaar helemaal niet te overlappen. Een symbiotische relatie nastreven, betekent vooral: zorg dragen voor elkaar. Veel mensen hebben de neiging om vanalles te eisen van hun partner. Ze vragen zich voortdurend af of ze wel voldoende aandacht en genegenheid krijgen. Maar in de liefde gaat het niet over jou, maar over de ander. Daarmee bedoel ik niet dat je jezelf moet wegcijferen. Maar wel dat je moet beseffen dat je in een relatie niet alleen bent. Dat je bereid moet zijn je over je geliefde te ontfermen."
Hippolyte van Damme omringt de vrouwen in zijn leven niét met zorg: ten opzichte van zijn wettige echtgenote is hij een hufter, ten opzichte van Amandine, zijn minnares, een poseur. "Hippolyte wil Amandine vereren. Dat zie je wel vaker bij mannen die met een mooie vrouw samen zijn. Ofwel zetten ze haar op een piedestal en zeggen ze 'Ik ben zo blij dat ik naast haar mag lopen!', ofwel beschouwen ze haar als hun bezit en zeggen ze: 'Kijk eens wie er van mij is.' In het eerste geval maken ze zich klein, in het tweede geval verwarren ze hun vrouw met een vaas. (lacht) Maar in beide gevallen is de mooie vrouw eraan voor de moeite: je wil noch met een dweper, noch met een bullebak samen zijn."
Kan u zich voorstellen dat onze denkbeelden over de liefde ooit fundamenteel zullen veranderen? Dat we over dertig jaar eens goed gaan lachen met wat we vandaag als het summum van de romantische liefde beschouwen? "Ja. Misschien komt er ooit een dag waarop we seksuele orgieën niet langer zullen zien als heimelijke, zweterige swingersfeesten, maar als manifestaties van naastenliefde en vrijheid. Wij beschouwen onszelf als een geëvolueerde soort en hebben de neiging om te denken dat onze levensstijl de beste is. Maar dat is hilarisch, want de geschiedenis bewijst dat we al eeuwenlang tegen dezelfde problemen aanlopen. En dat we die meestal ook op dezelfde, domme manier proberen op te lossen. Onze historische kennis zou ons niet hoogmoedig, maar nederig moeten maken."
In de catacomben van het verleden tijdloze inzichten gaan opdelven: het is Jeroen Olyslaegers' letterkundige specialiteit geworden. Wil speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar stelt actuele vragen over de schimmige grens tussen neutraliteit en lafheid. Wildevrouw situeert zich in de zestiende eeuw, maar reflecteert op een eigentijdse manier over onze weerbarstige omgang met andersdenken. En Willem En Mijn Wellust reist naar de negentiende eeuw maar bevat ongedateerde inzichten over de illusie van bezit. 'Een goeie historische roman is ook een hedendaagse roman', luidt de literaire wapenkreet van Olyslaegers. Omdat het verleden beter geschikt is om iets over het het heden te zeggen dat het heden zelf? 
"Het bestuderen van het verleden is zowel emanciperend als relativerend. Emanciperend omdat het je oogkleppen doet afvallen en je bevrijdt van een al te beperkte kijk op je bestaan. En relativerend omdat het je doet inzien dat we keer op keer dezelfde dingen meemaken. Als je een minimum aan historisch besef hebt, denk je niet zo gauw: 'Wat ons nu overkomt, is het ergste wat een mens kan meemaken.' Je voorouders hebben het namelijk ook al eens meegemaakt."
U trekt zich steeds meer terug in de niche van de historische roman. Is dat een kwestie van literaire positionering? Denkt u: 'Mijn historische romans hebben succes, dus laat ik dat soort romans maar blíj́ven schrijven'? "Ja. Ten eerste is de historische roman helemaal mijn genre: ik tracht er echt in uit te blinken. En ten tweede zijn mijn lezers mij erg dierbaar. Niet alleen omdat ze mijn boeken kopen, maar ook omdat ik met hen een mooie band heb opgebouwd. Er gaat geen week voorbij of ik ga met mijn lezers in interactie. Dat is voor mij heel waardevol. Ik heb lange tijd gedacht dat ik als einzelgänger door het leven zou moeten gaan. Dat ik er niet bij hoorde. Mijn lezers hebben mij van dat gevoel verlost."
Waarom dacht u dat u er niet bij hoorde? "Als kind was ik een buitenbeentje: ik stond vaak alleen op de speelplaats en werd net niet gepest. Taal werd mijn afweermechanisme: ik gebruikte woorden om mijn belagers op afstand te houden. Maar ik ben in dat opkomen voor mezelf een beetje doorgeslagen. Ik ging van 'Shit, ik hoor er niet bij' naar 'Fuck it, jullie kunnen allemaal mijn gat kussen.' Toen ik tot de literaire wereld toetrad, was dat met een air van: 'Ik hoef geen deel uit te maken van jullie zielige clubje.' Ik opereerde in de buitenbaan en maakte mezelf wijs dat het zo hoorde. Tot ik vele jaren later besefte dat ik mezelf op die manier saboteerde. Dat ik moest ophouden met verbitterd te zijn en een genereus schrijver moest worden. Want ook voor een auteur geldt: hoe meer je geeft, hoe meer je terugkrijgt. Zodra ik besloot dat ik voortaan een groot publiek wilde bereiken, is mijn schrijverscarrière in zijn plooi gevallen. Vandaag schrijf ik de boeken die ik wil schrijven en heb ik niet langer het gevoel dat ik er niet bij hoor."
Alleen is er nu het angstbeeld dat uw publiek u op een dag de rug zal toekeren. In het studentenblad Veto zei u: 'Als ik geen succes meer zou hebben, moet ik naar de therapeut.' (knikt) "Ik wil niet opnieuw boeken schrijven waar niemand van wakker ligt. Het geeft weinig voldoening om twee jaar aan een boek te werken, het na amper drie weken uit de winkels te zien verdwijnen en vervolgens met een klein stemmetje te moeten zeggen: 'Ik zal dan maar aan een nieuw boek beginnen, zeker?' Ik weet hoe het voelt om te flirten met de onzichtbaarheid. En ik wil het niet opnieuw meemaken."
Toen u op uw achttiende aan uw vader vertelde dat u schrijver wilde worden, vroeg hij u: 'Heb je al iets te vertellen?' Dat bleek niet het geval te zijn, want u debuteerde pas negen jaar later. "Ik heb lang moeten wachten, ja. Ik ben struikelend en prutsend volwassen moeten worden voor ik het gevoel had dat ik iets te melden had."
Als je een begenadigd stilist bent, moét je dan wel iets te vertellen hebben? Vorm kan toch ook inhoud zijn? "Sommige schrijvers zijn vormtechnisch zo superieur dat ze inderdaad interessanter zijn dan schrijvers die een belangrijke boodschap menen te verkondigen. Ik heb lang bezwaar aangetekend tegen stilistiek die een gebrek aan inhoud moet verdoezelen. Maar daar ben ik van teruggekomen. Vorm kan, zoals je zegt, wel degelijk inhoud worden."
Kan u leven met de adjectieven waarmee uw eigen schrijfstijl doorgaans omschreven wordt? Bruegeliaans, weelderig, barok? "Mensen zijn nogal lui in het beschrijven van literaire stijlen. Ze noemen het taalgebruik van schrijvers ofwel zuinig ofwel weelderig. Alsof er tussen die twee uitersten geen tientallen schakeringen zijn. Zelf vind ik de satire in mijn boeken veel belangrijker dan mijn zogenaamd weelderige schrijfstijl. De lach is de hartslag van mijn werk."
'Mijn ambitie wordt met de jaren alleen maar groter', liet u onlangs optekenen. Tot waar reiken uw schrijversaspiraties? "Ik droom stiekem van dat ene, allesomvattende boek. Het boek dat verklaart wie we zijn en wat we hier doen. Maar ik vrees dat het schrijven van zo'n boek een onmogelijke onderneming is. Hoe langer ik leef, hoe minder ik lijk te weten. En hoe meer ik me daarbij neerleg. Vroeger was ik een echte Faust: in ruil voor ongebreidelde kennis zou ik een pact met de duivel gesloten hebben. Vandaag heb ik die kennishonger niet meer. Ik denk al gauw: words, words, words. Het gevolg is dat ik mijn goeroe-ambities heb opgeborgen. Ik weet nu dat ik altijd weinig zal weten. Dat ik geen leraar ben, maar een prutser."
Een getalenteerd prutser dan toch. "Ik kan mensen hypnotiseren met een verhaal, ja. In mijn familie was je pas belangrijk als je iets kon vertellen. Je werd afgemaakt als je een verhaal vertelde dat nergens op sloeg. Vandaar ook mijn schrijversmotto: never be boring."
Zou u te porren zijn om een reeks voor een streamingdienst à la Netflix te schrijven? "Zeker. Al is zo'n klus niet zonder gevaren: voor je het weet ben je onder druk van producenten allerlei compromissen aan het sluiten en ben je medeverantwoordelijk voor een draak. In mijn theaterperiode heb ik af en toe puur voor het geld teksten geschreven. Uit wanhoop, om te overleven. Telkens was de vernedering die ik ervaarde veel groter dan de som geld die ik ontving. (lachje) Maar hoedanook moet ik kunnen schrijven. Anders is het gedaan met mij. Als ik een paar dagen niet schrijf, ben ik één rillende brok ellende. Voor mij is het heel eenvoudig: schrijven is leven, leven is schrijven."
Een half jaar geleden werd Jeroen Olyslaegers De Morgen-columnist. Twee keer per week verschijnen op de voorpagina van deze krant honderdzeventig woorden waarmee hij hetzij de actualiteit hetzij een flard privéleven herkadreert. Ik vraag of het schrijven van columns hem koortsig maakt. Of hij soms nagelbijtend denkt: 'Shit, ik heb deze week nog niks meegemaakt waarover ik kan schrijven, ik zal zélf maar wat columnwaardig drama veroorzaken'? 
"Nee, ik creëer geen situaties om er kunst uit te kunnen puren. Er zijn artiesten die dat wél doen. Ik ken muzikanten die hun relatie bëeindigen omdat ze een break-up-plaat willen maken, niet omdat ze hun partner beu zijn. (lacht) Maar zelf bezondig ik me niet aan dat soort praktijken. Als je intens leeft, en dat doe ik, neemt je leven uit zichzelf een heleboel wendingen." 
Zeventien jaar geleden kwam er een einde aan de amoureuze vennootschap met zijn eerste vrouw. De zoon die ze samen hadden was nog klein, de band tussen vader en kind nog broos. Hoewel hij zijn vaderschap ooit 'één van de portalen tot een dieper begrip' noemde, is het nog altijd een bron van twijfel en onzekerheid. Wanneer ik pols naar wat hij als vader geleerd heeft, bots ik op een bescheiden muur. 
"Ik vind het heel moeilijk om in interviews over mijn vaderschap te praten. Ik heb het gevoel dat ik mijn zoon zou bedriegen als ik daar met jou over zou reflecteren. Omdat hij zelf niet bij dit gesprek aanwezig is, begrijp je? (denkt na) Er is tussen mij en mijn zoon veel onuitgesproken gebleven. Af en toe voelt het alsof we met z'n tweeën in een moeras zitten en tegen elkaar zeggen: 'Niet teveel bewegen, anders zinken we nog dieper weg.' (na een nieuwe stilte) Hoe hard je als ouder ook je best doet, elke opvoeding veroorzaakt wonden. Ouders zijn gedoemd om prutsers te zijn."
U noemt zichzelf vaak en graag een prutser. Uit een existentieel soort masochisme? Of omdat u de stumperd in uzelf als een integraal onderdeel van uw identiteit beschouwt? "Het tweede. Ik besef heel goed dat ik, net zoals Hippolyte van Damme, een bangerik en een opportunist kan zijn. Maar die vaststelling duwt me niet in een depressie. Ik kijk met veel liefde naar mijn gebreken. Falen hoort bij het leven. Maar dat durven we nauwelijks te erkennen. We willen succesverhalen horen. Over mensen die moeilijkheden overwinnen en triomferen. Mensen die falen, daar hebben we het nog altijd moeilijk mee. En dus beschouw ik het als mijn taak om het met een zekere hardnekkigheid over dat falen te hebben."
Moeten we niet vooral de dualiteit in onszelf leren aanvaarden? Het feit dat we zowel engel als demon zijn, zowel held als lafaard? "Natuurlijk. In het leven is alles momentaan. De ene dag ben je klaar om de wereld te veroveren, de andere zou je jezelf iets aandoen. Het ene moment ben je aan het huilen, het andere aan het schateren. Dat is volstrekt normaal en er zit zelfs iets troostends in. Maar we horen liever niét hoe fragiel we zijn. Hoe alles van contextjes en momentjes afhangt. We willen alleen het consequente gedrag zien, de rechte lijn."
Terwijl het leven een stuk leuker is als we af en toe inconsequent durven te zijn. "Absoluut. Zelfs in maatschappelijk opzicht is inconsequent zijn soms de beste optie. Stel: je bent een rechts politicus. Wellicht ben je dan voor een slanke overheid en vind je dat iedereen voor zichzelf moet leren zorgen. Maar wat als je voor de mensen die vandaag hun energiefactuur niet meer kunnen betalen toch een vorm van solidariteit zou willen organiseren? Waarschijnlijk ga je dan het verwijt krijgen dat je niet consequent bent. Durf je in dat geval door te zetten of hou je je in? Ik zou doorduwen. Soms is het verstandiger om je levensbeschouwelijke axioma's even los te laten. Altijd maar consequent moeten zijn: het is in zekere zin zelfs ontmenselijkend."  
We verklaren ons gesprek voor voltooid, Sofie van de uitgeverij moet nog gebeld worden. Voor ik weer verdwijn, stopt hij me nog snel een anecdote toe. "Een vriend van mij heeft mijn stamboom gereconstrueerd tot in 1290. Zo ben ik te weten gekomen dat ik genetisch verwant ben aan Quinten Matsijs, de schilder die beschouwd wordt als de laatste belangrijke vertegenwoordiger van de Vlaamse primitieven. 'So what?', denk je misschien, 'er zijn zoveel mensen die een genetische verwantschap met Quinten Matsijs kunnen claimen.' Maar Matsijs is nog op een andere manier mijn leven binnen gedwarreld: toen ik in het Vleeshuis in Antwerpen Wildevrouw aan het schrijven was, stond zijn originele wildevrouwbeeldje in mijn werkkamer. Toeval? Misschien. Maar voor mij brengt zoiets mysterie in het leven."
Nog meer mysterieus toeval: op weg naar huis rij ik een tijdje achter een auto met een gepersonaliseerde nummerplaat waarop WILLEM staat. WELLUST was natuurlijk nog mooier geweest.
2 notes · View notes
rotterdamvanalles · 9 days
Text
Bars en nachtclubs op de Nieuwe Binnenweg met onder andere taverne De Pul, oktober 1967.
Een stuk geloofwaardiger is de herkomst van een ander café-interieur. De bar, de plafondbeschilderingen met middeleeuwse taferelen van Rotterdammer Louis de Groot en de verzameling van vierhonderd bierpullen van het pasgeopende Taverne de Pul aan het Weena zijn namelijk afkomstig uit Taverne de Pul...
„De eerste De Pul aan de Nieuwe Binnenweg werd in '53 geopend door Willebrands, geen onbekende in de Rotterdamse horeca," licht Gerard van Bellen toe, die samen met echtgenoot Willy, de huidige eigenaar is. „Toentertijd was het een echt artiestencafé, onder andere omdat Willebrands zelf accordeonist was."
Na de verhuizing is er nogal wat veranderd in De Pul, het eerste café waar je 's nachts een hapje kon eten. De inrichting is dank zij de inspanningen van het echtpaar Van Bellen dan wel identiek, maar de locatie is in vergelijking met de oude, vertrouwde plek op nummer 202, een verschil van dag en nacht.
„Je verwacht hier niet zo snel een ouwe, bruine kroeg," erkent Gerard van Bellen, die in '80 De Pul overnam van 'huisorganist' John van Bergen. „Maar we hopen dat daar door de uitbreiding van het horecagebeuren rond het Weena verandering in komt." Hoe de vaste klanten tot dusverre reageren? „Die moeten behoorlijk , wennen," heeft Gerard van Bellen gemerkt. „Ze vinden het hier te licht, te open in vergelijking met de oude De Pul. Daarom overweeg ik, om toch maar een extra stel gordijnen aan te schaffen".
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 12 mei 1989.
2021
Tumblr media
0 notes
jurgenameen · 19 days
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
202, 34, de tijd gaat 42
De pauze in verschillende vormen
De kleine boodschap
De koffie en de sigaret
Kerk kroeg en het kapitaal voor anderen
Ach de rest is gewoon geweest
Alsof ik een ander leven had
En dat is ook zo
Het verandert steeds
De hoofdrol speelt zich af in mij
Flashbacks memories
-copyrights Amir 2024-
0 notes
dickvanas · 1 month
Text
Gijzeling in Ede wordt wereldnieuws
Tumblr media
Een persoon geblinddoekt en geboeid is even voor 12.30 uur zaterdagmiddag door de politie afgevoerd. De gijzeling in café Petticoat in Ede is afgelopen, zo heeft de burgemeester van Ede laten weten. Er was sprake van vier gegijzelden. De gijzeling leidde tot wereldnieuws.
Drie jongeren werden eerder al vrijgelaten. Zij waren gekleed in kleding van het café. Het drietal was zichtbaar geëmotioneerd. Later werd een vierde persoon in oranje jas vrijgelaten.
Politie en hulpverleningsdiensten in Ede waren zaterdagochtend massaal aanwezig. Een man zou tegen sluitingstijd de zaak zijn binnengegaan met wapens en explosieven en dreigen om de boel op te blazen.
Ontzetting
Burgemeester van Ede René Verhulst heeft met ontzetting gereageerd op de gijzeling: „Een vreselijke situatie voor al deze mensen. Mijn zorg en gedachten gaan uit naar hen en hun naasten.”
Verhulst vraagt mensen terughoudend om te gaan met filmpjes op sociale media. „We zien heel veel filmpjes van de situatie ter plaatse online gaan. Ik verzoek met klem hier heel terughoudend mee om te gaan en niet te delen. De gegijzelden die nu vrij zijn hebben recht op rust en privacy. Ook de politie wil graag hun werk op een goede manier uit kunnen oefenen.”
„Naast mijn zorg voor de gegijzelden begrijp ik dat dit impact heeft op alle mensen die plotseling hun woning hebben moeten verlaten, evenals op de ondernemers in het centrum, gezien alle winkels voorlopig gesloten blijven. Ik hoop op hun begrip hiervoor, zeker op deze dag voor Pasen. We hebben het Raadhuis geopend als opvanglocatie”, aldus burgemeester Verhulst.
Geen conflict
De eigenaar van het feestcafé bevestigde eerder aan De Telegraaf dat personeelsleden van hem gegijzeld werden. Volgens de eigenaar speelde er geen conflict met derden. Hij is behoorlijk ontdaan door de situatie en wil omwille van de veiligheid van zijn personeel niets meer zeggen.
De politie zegt uit te gaan van één gijzelnemer, maar wil verder niets kwijt over eventueel contact met deze persoon. Ook over eventuele explosieven kan de politiewoordvoerder niets zeggen. „Dat kan ten nadele zijn van de veiligheid.” De politie Gelderland laat weten dat er geen indicatie is voor een terroristisch motief. Er wordt in #Ede nu een gebied ontruimd, ongeveer 150 woningen. De bewoners worden opgevangen. Voor journalisten is er een persvak op de hoek Detmarstraat/Arnhemseweg.
Petticoat is een café waar vooral jongeren komen. Over het café zijn louter positieve reacties. Vrijdagavond vond daar nog een 16+ event plaats, met onder meer Hollandse en Techno-muziek. Dat was om 04.00 uur afgelopen. „Het is niet een kroeg die daar aanleiding voor geeft”, zeggen een vrouw en haar zoon uit de buurt die bekend zijn met Petticoat.
De organisatie van het feest dat afgelopen nacht in café Petticoat in Ede plaatsvond, zegt geschokt te zijn door de gebeurtenissen in de Gelderse plaats. In het café was zaterdagochtend urenlang een gijzeling gaande. Onduidelijk is hoe laat die precies begon.
De organisatie zegt dat het feest „conform planning rond 04.00 uur” was afgelopen en dat het publiek de feestlocatie daarna heeft verlaten. „Ons team heeft de locatie kort daarna, omstreeks 04.15 uur verlaten.”
De politie kreeg rond zes uur een melding die zeer serieus werd genomen, waarna een massale uitruk kwam van politie, brandweer en ambulances. Rond de horecagelegenheid zijn grote schermen opgezet. Vermoedelijk waren er alleen nog werknemers in de horecazaak, die officieel al gesloten was.
Ontruimd
De bewoners van de ontruimde woningen worden elders opgevangen, meldt de politie. Eerder werden bewoners al opgeroepen om binnen te blijven. De politie roept mensen tevens op om weg te blijven uit het centrum van Ede. „Blijf binnen en kom niet kijken”, schrijft de politie op X.
De politie heeft meerdere afzettingen geplaatst en is met verschillende gespecialiseerde diensten aanwezig in het centrum van de Gelderse gemeente. De Dienst Speciale Interventies (DSI) is ook ter plaatse.
 Burgemeester Verhulst spreekt van een vreselijke situatie die aan de gang is in zijn gemeente, schrijft hij op de website van de gemeente. ,,Momenteel is een gijzelingssituatie gaande in het centrum van Ede. Zojuist zijn er drie gegijzelden vrijgelaten, maar de situatie duurt nog steeds voort. Een vreselijke situatie voor al deze mensen. Mijn zorg en gedachten gaan uit naar hen en hun naasten. Ik hoop dat de situatie nu snel en veilig opgelost wordt.
We zien heel veel filmpjes van de situatie ter plaatse online gaan. Ik verzoek met klem hier heel terughoudend mee om te gaan en niet te delen. De gegijzelden die nu vrij zijn hebben recht op rust en privacy. Ook de politie wil graag hun werk op een goede manier uit kunnen oefenen.
Naast mijn zorg voor de gegijzelden begrijp ik dat dit impact heeft op alle mensen die plotseling hun woning hebben moeten verlaten, evenals op de ondernemers in het centrum, gezien alle winkels voorlopig gesloten blijven. Ik hoop op hun begrip hiervoor, zeker op deze dag voor Pasen. We hebben het Raadhuis geopend als opvanglocatie. De betrokken instanties spannen zich tot het uiterste in om de situatie op een veilige en vreedzame manier op te lossen. Zodra er meer informatie beschikbaar is, zullen we dit met u delen. Volg daarvoor de kanalen van de politie en van ons kanalen.''
(Door Dick van As)
1 note · View note
regioonlineofficial · 1 month
Text
Beneden-Leeuwen – Voor de 26ste keer staat het eerste weekend van juli weer in het teken van Wiellawaai en Dag van Leeuwen. Muziek en vermaak zijn de ingrediënten op 5, 6 en 7 juli. Op het festivalterrein Wiellawaai staat een Dome Dit jaar introduceert de organisatie een nieuw concept op het festivalterrein aan de Wiel. Er verrijst namelijk een reusachtige Dome. Daarmee stapt Wiellawaai af van de oude vertrouwde tent. Deze imponerende en sfeervolle Dome zal prachtig tot zijn recht komen op deze mooie locatie. De artiesten zijn dit jaar zorgvuldig geselecteerd. Line up eerste weekend van juli Op vrijdag trappen we om 20.30 uur het weekend af. Op die avond treden A*Fever, dé ABBA tribute band, en The Dirty Daddies op. In het voorprogramma staat de Lauwse Zanger Marinus. De zaterdag staan de Nederlandse sterren Wolter Kroes en Joël Borelli op het podium. Zij worden afgewisseld met de fantastische band Proost!. Deze avond wordt de Dome aan de Wiel de gezelligste en grootste kroeg van Maas en Waal. Zondag staat natuurlijk in het teken van de Dag van Leeuwen. Voor jong en oud is er vanaf 11.00 uur in het centrum van Beneden-Leeuwen van alles te doen. Wat dat allemaal is wordt later bekend gemaakt. Aan het eind van de middag vieren we rondom de Dome aan de Wiel het laatste muzikale feestje van dit weekend. Rudy de Wit treedt op. De coverband SLAMM mag niet ontbreken tijdens de Dag van Leeuwen en is dan ook weer van de partij. Dag van Leeuwen Het hele weekend zorgt DJ Mike voor de muzikale omlijsting. Het belooft een fantastische editie te worden! Informatie over de ticketverkoop volgt medio april. Hou de Facebook- en Instagram-pagina van Dag van Leeuwen in de gaten om helemaal up-to-date te blijven.
0 notes
micheltaanman-blog · 2 years
Text
Nederland - Amsterdam - Bar aan de Kade
Nederland – Amsterdam – Bar aan de Kade
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
peterpijls1965 · 1 month
Text
Tumblr media
De Kors en mijn tinnitus
In 1988 werd Korsakoff opgericht als 'een alternatieve kroeg waar je voor weinig geld kon drinken', las ik in Het Parool. Het moest vooral laagdrempelig zijn, dus geen entreegeld. Er kwamen hanenkammen en pakdragers. Ook ik was wel eens in het verlopen pand aan de Lijnbaansgracht, voor het eerst eind jaren '80.
Mede-eigenaar Té Sijthoff (47) had in 24 jaar tijd alle baantjes in Korsakoff. Hij woonde jarenlang boven het pand, zegt hij in het Parool: 'Ik ben in veel clubs geweigerd in Amsterdam, maar in de Kors was ik altijd welkom.'
In het pand van de Korsveteraan kon eigenlijk alles. Niemand deed moeilijk. Ruzie was zo goed als uitgesloten, ook door het oorverdovende volume van de boxen. Killing Joke. Ik zag er een zwart Goth-meisje met een kaalgeschoren hoofd. Ik wist niet dat die bestonden.
De editie van Het Parool die ik las was niet van recente datum, dus ik weet niet wat nu de precieze status is van de Korsakoff. Er is of was een Facebookpagina in de lucht. Die doet vermoeden dat er iedere avond sprake lijkt van een vrolijk, Gotisch carnavalsfestijn.
Foto: Stadsarchief. 
#korsakoff
0 notes
gerbie7 · 3 months
Text
Tazer Ball
Met je voetbalteam zit je in de kroeg, het is laat op de avond, er zijn de nodige consumpties genuttigd. Iemand heeft een idee voor de volgende training, iemand anders verzint de overtreffende trap. De fantasie gaat los. Aan het eind van de avond heb je een geweldige nieuwe sport bedacht. De volgende ochtend ben je het vergeten of bedenk je hoe absurd het idee was. Niemand doet er ooit wat mee.…
View On WordPress
0 notes
dejufuniverse · 3 months
Text
Arie uit de kroeg trakteert ons op een bonus mop! 😂 | #538 #Shorts
0 notes
Text
Hoe aandoenlijk zijn wij mensen, dat alles wat nodig is om blij te worden in de kroeg een glow stick is.
0 notes