Ze meent het van Metejoor
Nederlandse muziek: Ze meent het van Metejoor https://www.youtube.com/watch?v=2zYqB6HWxhs
Context van tijd: Het lied duurt 3 minuten en 3 seconde. Het is gemaakt op 23-10-2021. Context van plaats: het liedje is gemaakt in België of Nederland. In de videoclip is het liedje op verschillende plaatsen gemaakt: je ziet telkens 2 mensen die verliefd zijn en ze vinden zich plaats in het bos of in een huis. Je ziet Metejoor zingen in een warme rode kamer. Maatschappelijke context: het is een heel westers beeld de muziek, je ziet 2 personen die verliefd worden/ zijn op elkaar en dit wordt ook verwacht van ons, om een gezin te stichtte.. Maar soms loopt dat ook niet altijd goed af en daarover zingt Metejoor. Dan mis je een persoon en laten we verdriet zien en dat is eigenlijk ook “slecht in onze maatschappij, we moeten ons altijd sterk proberen houden, en niet laten zien als we een zwak moment hebben. Economische context in België: we worden hoog opgeleid. Iedereen heeft leerplicht tot 18 Jaar oud. We leren ook vreemde talen dat is goed voor met andere te kunnen onderhandelen. Onze economie is vrij goed dat komt ook door de centrale geografische ligging van België. Er is veel technologie gebruikt in dit lied want er zijn vele hedendaagse elektronische toestellen( bv een elektrische piano). Instrument die er worden gebruikt zijn: keyboard , gitaar, drum. Levensbeschouwing in België is heel divers: katholiek, orthodox, anglicaans, protestants-evangelisch, joods en islamitisch - en daarnaast de georganiseerde vrijzinnigheid.. Relatie tussen tekst en muziek. De tekst gaat over dat als je verliefd bent op iemand en je hebt ruzie met die persoon dan kan er wel is gezegd worden: “ het is goed geweest voor mij, ik ben er klaar mee, ik ben weg” Metejoor zegt dan van wat als die persoon het meent, wat dan? De dynamiek is in het begin van het lied zacht dan komen de personen samen, zijn ze verliefd maar vanaf dat er sprake is over uit elkaar gaan of ruzie dan gaat de dynamiek heel hard dat is op “ze meent het” Ook al gaat het goed dan denk ik nog dat zij niet blijft” en dan gaat de dynamiek weer zachten dan praat hij dat hij verdrietig is. De relatie tussen de tekst en de muziek past zeker samen. Je hoort nergens een vrolijke melodie want het gaat niet over iets vrolijks. Je hoort een lage toonhoogte en lange toonduur, zo laat hij zien dat hij verdrietig is. Het doel van de componist is dat je als je verliefd bent dat je niet veel ruzie moet maken, want dan kan het zijn dat de persoon waarvan je houdt weggaat. Ik vindt het liedje heel mooi want ik maak dit ook soms mee in mijn leven, ik begin dan ook te denken van wat als ze het menen, wat zou ik dan doen want ik hou zoveel van die persoon en je wilt die niet kwijt en dan wordt je verdrietig. Het liedje is kalmerend vind ik want het heeft een zachte melodie en dan bouwt het zich op naar een harde melodie met een luide dynamiek en dan bouwt het terug af naar de zachte kant dat vind ik er juist zo mooi aan.
0 notes
Beproeft de geesten of ze uit God zijn
Beproeft de geesten of ze uit God zijn
[iframe]http://âa[/iframe]
Meditatie over 1 Johannes 4:1-3
Het criterium van elke ketterij is de belijdenis dat Jezus Christus in het vlees gekomen is.
Dat is de grondslag van het verzet tegen de drie ketterijen van deze tijd:
de vrijzinnigheid (koud hart, leeg hoofd),
de charismatische beweging (warm hart, leeg hoofd), en het
dogmatisch intellectualisme (koud hart, vol hoofd) van de neo- en de…
View On WordPress
0 notes
In Memoriam Hubert Dethier (21/7/1933 - 26/1/2019)
Hubert Dethier heeft ons verlaten.
Zijn gedachtegoed heeft generaties studenten aan de VUB geïnspireerd. Als vrijdenker wist hij aan het vrij onderzoek en de vrijzinnigheid een inhoud te geven, die menig enkeling heeft aangespoord anders te gaan denken en te leven.
Hubert Dethier werd geboren op 21 juli 1933 te Lembeek (Halle). In 1967 promoveerde hij onder leiding van Prof. L. Flam op een proefschrift over Pietro Pomponazzi. De Vrije Geest van de Dubbele Waarheid . Sinds 1969 was hij verbonden als hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Binnen de sectie Wijsbegeerte/Moraalwetenschappen en communicatiewetenschappen was hij titularis van een twaalftal cursussen. Hierdoor is Hubert Dethier in de geschiedenis van de VUB wellicht de professor met het hoogst aantal colleges, studenten en examens. Indien men bedenkt dat hij daarnaast nog was belast met een onderwijsopdracht aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, dan kan men zich voorstellen waarom hij in de VUB weinig bestuursfuncties heeft uitgeoefend. Maar toch heeft Hubert een belangrijke bijdrage geleverd in de hervorming van het onderwijs aan de VUB. Zo werd in navolging van de Rijksuniversiteit Gent onder zijn impuls de nieuwe studierichting Moraalwetenschappen geïnaugureerd en was hij op de VUB één van de oprichters van een interfacultair centrum voor morele dienstverlening.
Het is niet de plek om hier dieper in te gaan op het immens filosofisch corpus – een boekenkast vol publicaties- die Hubert Dethier ons heeft nagelaten. Wel is het niet onbelangrijk om te vermelden dat hij met Leopold Flam in 1972 het “Centrum voor de Studie van de Verlichting” heeft opgericht. In het kader hiervan hebben zij als eersten een Nederlandstalig vrijdenkerslexicon opgesteld. De initiële bedoeling van dit project was om de vrijdenkers van de lage landen uit de beslotenheid van de archieven te halen en die toegankelijk te maken voor het grote publiek.
Ook in vrijzinnige kringen was Hubert zeker geen onbekende. Het aantal voordrachten die hij heeft gehouden voor vrijmetselaarsloges, deMens.nu, het Humanistisch Verbond, UPV en de lokale lid-verenigingen is immens. Het moeten er duizenden geweest zijn, want deze milde en uitermate vriendelijke man had misschien één gebrek. Hij kon niet nee zeggen. Het is dan ook niet toevallig dat Hubert Dethier in 1997 werd verkozen als laureaat van het Vrijzinnig Humanisme.
We herinneren ons Hubert Dethier vooral als een vrijdenker met een buitengewone kennis van de geschiedenis van de filosofie. Zijn bijzondere spreekvaardigheid en rijke woordenschat maakte dat hij als geen ander een auditorium kon beroeren. Want niemand kon beter dan Hubert zijn toehoorders meevoeren in het denken van zijn geliefde filosofen en zo het denken van het publiek zelf in beweging brengen. Op de vraag hoe hij het klaarspeelde en wat hem dreef om zoveel te gaan spreken, gaf hij ons het volgende antwoord:
“Omdat wanneer ik me in een zaal vol studenten bevind, in mij het leven van de geest stralend opbruist. Ik verneem dan de stemmen van denkers die in mijn stem trillen en in de blik van mijn ogen straalt het licht van hun ogen. Hoe zou ik geen hulde kunnen brengen aan hun zijn en gedachten”
Jan Van den Brande.
Voornaamste publicaties
Vrij Onderzoek in de XVIe eeuw. Inleiding tot het leven en het werk van Pietro Pomponazzi (1462-1525), Ontwikkeling, Antwerpen, 1968.
Giulio Cesare Vanini (I) Van godsdienstkritiek naar universele hervorming, “Vrijdenkerslexicon”, Studiereeks 2, Publikatie van de Vrije Universiteit Brussel, Centrum voor de Studie van de Verlichting, 1975.
Summa Averroïstica (I). Het averroïstisch-nominalistisch front en de leer van de Dubbele Waarheid, “Vrijdenkerslexicon”, Studiereeks 4, Publikatie van de Vrije Universiteit Brussel, Centrum voor de Studie van de Verlichting, LXXV, 1977.
Summa Averroïstica (II/I). De opkomst van de burgerlijke geest, “Vrijdenkerslexicon”, Studiereeks 5, Publikatie van de Vrije Universiteit Brussel, Centrum voor de Studie van de Verlichting, 1979.
Summa Averroïstica (II/II). Coelum philosophorum. Kenmerken en dominanten van de Renaissancefilosofie, “Vrijdenkerslexicon”, Studiereeks 6, Publikatie van de Vrije Universiteit Brussel, Centrum voor de Studie van de Verlichting, 1979.
Summa Averroïstica (II/III). De School van Padua. Pomponazzi, Cardanus Cremonini, “Vrijdenkerslexicon”, Studiereeks 7, Publikatie van de Vrije Universiteit Brussel, Centrum voor de Studie van de Verlichting, 1981.
Summa Averroïstica (III). De kritiek van de religie bij Spinoza en Fontenelle, “Vrijdenkerslexicon”, Studiereeks 9, 1981.
Pomponazzi, de vrije geest van de Dubbele Waarheid, dl. I en II, Universitaire Publikaties, Vrije Universiteit Brussel, “Vrijdenkerslexicon”, 1983-1984.
Cultural Hermeneutics of modern Art. Essays in honour of Jan Aler (Dethier, H., E. Willems (red.)). Rodopi, Amsterdam-Atlanta, 1989.
Het Gezicht en het Raadsel. Profielen van Plato tot Derrida. Grote Stromingen in de Wijsbegeerte van de oudheid tot heden, VUBPRESS, Brussel, 1993.
De Beet van de Adder. De leerstoelen der deugd. Heterodoxen, ketters in de middeleeuwen, Deel I, VUBPRESS, Brussel, 1994.
De geschiedenis van het atheïsme, Antwerpen-Baarn, Hadewijch-Houtekiet, 1994.
De Beet van de Adder. De onbevlekte kennis, Deel II, VUBPRESS, Brussel, 1995.
Kronieken van Zuid-Afrika. De films van Manie van Rensburg. (in samenwerking met dr. Martin Botha), met gesprekken en een essay van prof. Dr. Johan Degenaar (Universiteit van Stellenbosch) over “De Mythe van een Zuid-Afrikaanse natie”, VUBPRESS, Brussel, 1997.
De Beet van de Adder. De Tafel van Smaragd. Filosofieën van de Eros en het Goudland, Deel III, VUBPRESS, Brussel, 1997.
In de Schaduw van het Sacrale. Aanzetten tot een actuele filosofie van de kunst (in samenwerking met dr. Henk Slager), VUBPRESS, Brussel, 1997.
De zondag van het leven. Een inleiding tot Hegel’s esthetica, Acco, 2000
De Beet van de Adder. Dansen op de draad van Ariadne. Filosofieën van de Eros en het Goudland (II), Deel IV, VUBPRESS, Brussel, 2002.
0 notes