Tumgik
#en dan een andere bezigheid als het slecht weer is
elfenbankje · 1 month
Text
ik had vanochtend een erg fijne afspraak met mijn begeleidster. zijn kwam met het idee om een stukje te gaan wandelen en om mij te trakteren op een koffie to go. ik heb tijdens het wandelen het een en ander geventileerd en verder hebben we dingen ontleed. het heeft me echt geholpen en de moed gegeven om weer door te gaan.
en de ijskoffie was ook ontzettend lekker :p
3 notes · View notes
regioonlineofficial · 11 months
Text
We kennen het allemaal wel: snel afgeleid zijn en moeite hebben om je te concentreren. Je gedachten lijken alle kanten op te vliegen en het is lastig om je focus op één taak, onderwerp of bezigheid te houden. Verschillende factoren kunnen hieraan bijdragen, zoals vermoeidheid, stress en omgevingsruis. Ervaar jij weleens een verminderde concentratie? Geen zorgen, met deze tips kun je je focus en aandacht langer vasthouden. 1.  Stop met multitasken Ben jij altijd aan het multitasken? Het is beter om daar mee te stoppen, want je brein functioneert het beste wanneer je je op één taak richt. Als je aan het multitasken bent, switch je eigenlijk constant tussen taken. Dit kost veel energie en gaat ten koste van de kwaliteit van je werk. Het veroorzaakt ook chaos in je hoofd en maakt je sneller afgeleid. Schrijf de taken die je moet doen op en werk ze één voor één af. Op die manier kun je elke opdracht met volle concentratie uitvoeren. 2.  Ga naar buiten en beweeg Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat beweging goed is voor je geheugen en concentratie. Bovendien helpt bewegen ook om je stressniveaus te verlagen. Als je aan het werk bent of aan het studeren en je merkt dat je concentratie begint te dalen, maak dan een wandeling. Het is een effectief middel tegen stress en het zorgt ervoor dat je daarna weer fris aan de slag kunt. 3.  Gun jezelf een goede nachtrust Voldoende slaap is essentieel voor je concentratie. Je slaapt niet voor niets ongeveer een derde van je leven! Wanneer je slecht slaapt, voel je je mentaal minder goed. Je bent sneller geïrriteerd, voelt je moe en je concentratievermogen neemt af. 4.  Gebruik voedingssupplementen zoals Lion's Mane voor extra ondersteuning Er zijn supplementen die je concentratievermogen kunnen ondersteunen naast een gezond voedingspatroon. Mineralen zoals ijzer, magnesium en zink dragen bij aan een normale concentratie. Daarnaast kun je ook het supplement Lion's Mane proberen voor extra ondersteuning*. Wat zijn Lion's Mane paddenstoelen? Lion's Mane (Hericium erinaceus) is een eetbare paddenstoel die in Nederland ook wel 'pruikzwam' wordt genoemd. Het uiterlijk van deze paddenstoel is heel anders dan dat van een traditionele paddenstoel. Geen rood met witte stippen, maar lange, roomwitte stengels die sierlijk naar beneden hangen, vergelijkbaar met leeuwenmanen. Daar komt de naam vandaan! De Lion's Mane wordt ook wel gebruikt als vleesvervanger en heeft een milde smaak die soms vergeleken wordt met die van kreeft. Naast de lekkere smaak heeft Lion's Mane ook nog eens vele gezondheidsvoordelen*. Wat maakt deze paddenstoel zo bijzonder? De Lion's Mane wordt al duizenden jaren gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde. Deze paddenstoel bevat verschillende gezonde stoffen, zoals mineralen (zink en kalium), essentiële aminozuren, beta-glucanen en antioxidanten. Dankzij deze stoffen kan de paddenstoel het immuunsysteem ondersteunen*. Maar waar de Lion's Mane echt in uitblinkt, is dat het goed is voor het geheugen en het concentratievermogen, het draagt ook bij aan een normale concentratie*. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat het de productie van nerve growth factor (NGF) in de hersenen stimuleert*. NGF is een essentieel eiwit dat een belangrijke rol speelt in het functioneren van de hersenen. Onze hersencellen die verantwoordelijk zijn voor het verzenden van informatie hebben dit eiwit nodig om hun taak goed uit te voeren. Lion’s Mane bevordert de signaaloverdracht tussen cellen in de hersenen, wat de focus kan ondersteunen en goed is voor de concentratie*. Bovendien is Lion's Mane een volledig natuurlijk supplement en zijn er geen bekende bijwerkingen, bij normaal gebruik, zelfs bij langdurig gebruik. Wil je meer weten over Lion’s Mane? Ben je op zoek naar informatie over Lion's Mane en andere paddenstoelen? Dan ben je bij Pure Mushrooms aan het juiste adres! Ontdek een schat aan informatie over paddenstoelproducten, inclusief uitgebreide details over Lion's Ma
ne, op deze website. Hier vind je alles wat je nodig hebt om je kennis en inzicht in deze buitengewone paddenstoelen te vergroten. *Gezondheidsclaim in afwachting van goedkeuring door de Europese Commissie
0 notes
nicolewannabees · 3 years
Text
sad recap
op vrijdag 19 maart was er de nasleur van een slopende nacht. ik kan er niet teveel woorden aan vuil maken, want het is 1:15 AM en ik moet nog studeren voor mijn tentamen dat over minder dan 8 uurtjes begint. gelukkig heb ik een wettenbundel kunnen scoren vandaag in de Scheltema boekwinkel. ook heel erg last minute, maar wauw wat een prachtige winkel is dat. wat deed ik überhaupt ooit in de ako? In ieder geval, over de nasleur van die nacht. donderdagnacht op vrijdag 19 maart was een verdrietige nacht. Hij heeft me weer ‘aangeraakt’. om iets heel stoms. een doodnormaal berichtje naar een oud klasgenoot. hij was dronken. hij was helemaal de weg kwijt. hij heeft aan mijn haar getrokken en erop gebeten. ik heb zoveel haar verloren, misschien wel 600. daar kunnen die gummibeertjes niet tegenop. en hij heeft zo hard op mijn vinger gebeten dat ik dacht dat ik hem misschien kwijt zou zijn. het is mijn rechterringvinger en hij doet nog steeds pijn. er is denk ik niks ernstigs met het bot maar de zenuw voelt heel raar aan. en de littekens worden vast ook niet fraai. hij heeft ook in mijn scheenbeen gebeten. ik probeerde mijn gezicht te beschermen. ik heb het uitgegild. ik was zo bang. hij kneep mijn keel dicht. zo vaak. zo lang. ik kreeg geen lucht. ik dacht echt dat ik out zou gaan. ik was echt zo bang. wat een klootzak is het toch ook. ik heb klappen gehad tegen mijn hoofd. mijn gezicht. vuisten. hij heeft in mijn hoofd gebeten. het is een dier. en de volgende ochtend deed hij alsof er niks gebeurd was. ik kan niet wachten tot ik weg ben. 
maar goed, het lichtpuntje van de dag was dus rond 3 uur s middags. we reden in het centrum van Amsterdam, onderweg om twee leuke vrienden te ontmoeten. ik zat op de achterbank en ik keek naar buiten. het was een zonnige en stralende dag. mensen waren buiten. ondanks mijn vervelende nacht was ik toch blij, blij om het mooie weer, het vooruitzicht om mijn vrienden te zien en de bezigheid op straat. en toen zag ik hem. hij stond in een deuropening tussen de steigers en zijn collega's. hij was aan het werk. lang, slank, donkerbruin haar, groene ogen, een prachtige baardgroei, werkkleding met verfspetters, een botstructuur waar je u tegen zegt, alles klopte. onze blikken kruisten en ik denk dat ik hem slechts twee seconden heb aan kunnen kijken, maar het was genoeg. want hij keek terug. god, wat leek hij op Des. ik schrok even, dacht even dat ik hem zag maar gelukkig was dat niet zo. ik keek hem nog even na en hij keek nog steeds. mijn binnenste ontplofte bijna. ik kan me niet heugen wanneer ik zulke vlinders voor het laatst heb gevoeld, in de zin van op het eerste gezicht. want natuurlijk houd ik van Des, ik mis hem en ik hoop dat hij mij kan vergeven. ik kan niet wachten om hem tegen me aan te drukken. maar jeetje, echt bizar. mijn eierstokken rammelen er nog steeds van. en hij keek terug nota bene! hij keeeek teruggg! seconden later wist ik al dat het gevoel niet weg zou gaan. ik zou spijt gaan krijgen dat ik niet naar buiten ben gestormd om een of andere stomme reden, ook al zit mijn abusive boyfriend nietsvermoedend op de stoel voor me. we parkeerden de auto gelukkig niet ver van de plek waar ik hem had gespot. en we liepen naar het centrum. ik probeerde krampachtig te onthouden hoe ik terug zou moeten lopen, maar ik ben een ramp met ruimtelijk inzicht. ik wist dat ik hem niet uit mijn hoofd zou krijgen dus ik heb direct na het kruisen van onze blikken een herkenningspunt voor mezelf aangewezen. St Antonius School. een grijs gebouw, kon niet missen. we liepen verder en ik wist dat ik rechtsomkeer moest maken. zo’n kans laat je nou eenmaal niet lopen. het gebeurt werkelijk nooit dat iemand mij zo erg beroert. mijn kut lekte en ik was spontaan vergeten dat ik overal pijn had. met een slimme truc wist ik mijn gezelschap te lozen voor een goede 20 minuten. met het excuus dat ik even eten ging halen bij de Albert Heijn en daarna ‘verdwaalde.’ ik heb geluk gehad met het feit dat ze toch onderweg waren naar de kapper, en dat ik ze daar dus kon opzoeken. ik heb dus werkelijk de stoute schoenen aangetrokken en ik ben teruggelopen naar die plek. ik zag er niet uit. ik had geluk dat ik makeup op had, maar mijn gezicht was bont en blauw van de klappen. ik was vastbesloten, want hoevaak krijg je nou zo’n kans? ik stond op een gegeven moment voor dezelfde deuropening, meende ik, en ik tuurde naar binnen. hij stond er niet, maar wel een heleboel andere mannen die daar werkzaam waren. ik overwoog bijna om terug te lopen, maar gelukkig heb ik niet toegegeven. een vriendelijk uitziende man stond te telefoneren in het zonnetje en hij leek leiding te geven over het zooitje ongeregeld van al die hardwerkende mannen in werkkleding. ik wachtte geduldig af tot hij klaar was. hallo, zei ik. wat zijn jullie aan het doen? iets met een beton nog wat aanleggen, ik heb nauwelijks onthouden wat hij zei. ‘ik zoek iemand, zei ik met een veinzende glimlach.’ gelukkig hield ik daarna mijn mond want hij maakte mijn verhaal af. ik wist niet wie, maar goed ik ‘kende’ hem. gek genoeg bleek hij gelijk te weten over wie ik het had. ‘ik zal wel even een foto laten zien’. hij googelde zijn naam en ja hoor, een paar professionele portretfoto’s van hetzelfde knappe gezicht doken op. wellicht een paar jaar jonger maar het was onmiskenbaar. ik vroeg heel ongegeneerd en abrupt of ik zijn nummer mocht. hij vroeg wat ik er mee ging doen. ‘nou, een berichtje sturen.’ ja volgens mij bedoel je deze schilder, hij is net weg samen met zijn collega. ik had hem dus net gemist, maar ik heb wel zijn nummer bemachtigd. ‘zeg maar dat je een schilder nodig hebt.’ mijn buik gierde van de zenuwen en opwinding. ik kon haast ruiken dat hij wist waar ik op uit was. wellicht was dit wel een routine voor hem. daar komt weer een nat kutje vragen om die knappe schilder die ik af en toe inhuur. eenmaal thuis heb ik zijn naam gegoogeld, en inderdaad dezelfde foto's verschenen. gemaakt in 2009. godverdomme wat perfect. op de foto's heeft hij nog een babyface, maar nu, ruim 11 jaar later is hij natuurlijk alleen maar knapper geworden. ouder, ruiger, meer Des. Des is ook 38. ik houd niet van jonkies. en gelukkig heeft deze jongen geen social media. althans, heb niks gevonden. ik heb zijn nummer. en ik ga hem in bed praten, geloof mij. 
2 notes · View notes
kimberblog · 4 years
Text
“Stoorzender” als persoonlijke motivatie
Beste Arjen Lubach,
Onlangs heb ik je boek gelezen, Stoorzender. Via deze wat onorthodoxe weg wil ik je bedanken voor het schrijven ervan.
Nu besef ik me dat je misschien helemaal niet zit te wachten op een bedankje van mij, en dat de kans dat je dit leest sowieso erg klein is, Immers, het internet is groot, en om redenen waar ik zo nog op in ga, gok ik dat je deze weken er misschien liever niet heel uitgebreid op rondkijkt. Daar komt nog bij dat ik ook niet per sé van plan was heel breed te ventileren en te delen dat ik een blogpost over je boek heb geschreven. Want schrijven, besef ik me juist door jouw boek, doe ik soms gewoon graag voor mezelf.
Net als bij het lezen van je fictieboeken Basterdsuiker en Magnus vermaakte Stoorzender me, maar je wereldbeeld en observaties raakten me, en inspireerden me om weer eens zelf de pen op te pakken.
Soms heb ik na het lezen van boeken en blogs, of het kijken van youtube en tv, het idee dat ik niet meer zelf hoef te creëren. Alles wat ik belangrijk vind, wordt al gezegd, en vaak in mooiere bewoordingen of met rakere klappen dan dat ik de woorden ooit op papier zal krijgen. Zondag Met Lubach is daar als programma een mooi voorbeeld van: Ik kan als ambtenaar zelf wel een discussie aangaan over de ingewikkeldheid van de politiek, of een persoonlijk voorbeeld geven. Maar makkelijker (en veiliger voor mijn ambtseed om integer te blijven) is het om te refereren naar één van jouw filmpjes over de grijze gebieden van de overheid, of de kromme uitkomsten die soms uit goed bedoeld beleid voortvloeien. Niet alleen omdat ze zijn geschreven door een bataljon uitstekende researchers en schrijvers, maar omdat ze ook nog eens grappig zijn. Iets wat ik soms mis in mijn poging om ingewikkeldheden uit te leggen.  
Maar Stoorzender nam me mee in jouw eigen gedachtegang. Of beter gezegd: je hebt het zo eerlijk en vanuit jezelf geschreven, dat het me ineens weer deed beseffen dat schrijven en creëren, ondanks dat het al gezegd of gedaan is, er toe doet. Dat je soms niet iets hoeft te schrijven of te creëren voor een ander, maar je het ook kunt gebruiken om zaken voor jezelf op een rijtje te zetten. Precies waarom ik ooit begonnen ben met bloggen.
Overigens weet je ook dit mooier op papier te zetten dan ik: “[..]wat ik wel altijd op waarde heb weten te schatten was dat het schrijven an sich een grote invloed heeft op mijn denken. Ongeacht de vorm, het resultaat of het podium is het formuleren van zinnen al een vruchtbare bezigheid. Schrijven duwt de gedachten eruit, dwingt tot nadenken. Het is een raar idee dat ik minder denk als ik minder schrijf.” (p. 65-66).
Ergens blijft dat refereren aan andere creaties, of dat discussiëren erover, vaak steken in het passieve en dat maakt schrijven zo noodzakelijk. Het doorsturen gebeurt bijvoorbeeld vaak alleen met mensen die toch al hetzelfde denken als ik, met wie je hoogstens in de kantlijn van het onderwerp loopt te mieren. Je hebt het over een Maatschappelijk Relevant Onderwerp gehad. Punt. Mijn ziel is weer afgekocht. En mensen die het oneens zijn, nou, die zijn sowieso…[vul hier iets in dat aantoont dat ik mezelf superieur voel dan de andersdenkenden]. Zelfs het vinden van relevante informatie over die maatschappelijke onderwerpen gebeurt steeds meer in een zwerm van info die je eigen wereldbeeld bevestigd, getuige Zondag Met Lubachs meest recente aflevering over de informatiefuik. En die aflevering, incluis de bak met stront die jullie over je heen kregen via social media na afloop, laat overigens ook zien hoe slecht mensen reageren als hun wereldbeeld bekritiseerd wordt.
Met schrijven en echt actief creëren dwing ik mezelf om kritisch te blijven op mij. En dat is eigenlijk al genoeg reden om het gewoon weer op te pakken en te blijven doen.
1 note · View note
hildeshongarije · 5 years
Text
Hondenspelletjes
Woensdag 6 november 2019
Ik kon vorige zondag niet alle geselecteerde foto’s uploaden, Tumblr deed weer moeilijk.  Als het vandaag wel lukt, dan plaats is ze hier onderaan bij.
Het blijft erg warm voor de tijd van het jaar.  Geregeld hebben we rond de middag 18°.  Dan is het heerlijk om eventjes alle activiteit te staken en met een tomatensapje op de gaanderij van de zon te profiteren.  ‘zonnemientjes inslaan’ noemen wij dat!  Het duurt soms slechts enkele uren dat het echt aangenaam is om te blijven zitten, maar Luc trekt meteen z’n T-shirt uit om zoveel mogelijk zon te vangen.
Ook de hondjes vinden het prima weer nu.  Het is warm genoeg om veel buiten te ‘spelen’, maar niet zo warm als in de zomer.  Dus rennen ze rond met gekke sprongen of houden een snelheidswedstrijdje, zomaar voor hun plezier.  Even pauzeren op de ligbanken hoort er dan ook wel bij … maar dat duurt nooit lang.
Hop daar zijn ze weer weg … voor een ‘ernstige klus’.  Pipa en Xena hebben zich tot taak gesteld de mussen uit de hazelaar en het siergras te verjagen.  Vooral de pluimen van het riet zit nu boordevol rijpe zaadjes en dat vinden die vogels heerlijk.  Ze weten precies hoe hoog de honden kunnen springen … en ze houden hen dan ook echt voor de gek.  Soms lijkt het wel alsof ze het er om doen.  Gelukkig jagen beide honden aan dezelfde kant … mochten ze door hebben dat ze elk aan een andere zijde moeten staan, dan zouden ze zeker en vast wel eens ‘prijs’ hebben!
Tumblr media
Een andere geliefkoosde bezigheid is afgevallen noten zoeken, kraken en opeten.  De schelpen laten ze netjes liggen hoor, ze halen enkel de noot zelf eruit om op te peuzelen.  Ze hebben pech, want er zijn haast geen goede noten.  Door een virus zijn zowat alle notenbomen in onze regio ziek.  Dat leidt tot zwarte noten die helemaal niet lekker zijn. We willen niet dat de hondjes ziek worden en halen ze zoveel als mogelijk weg.  Maar ja, je kunt moeilijk de hele dag onder die boom blijven staan. Als ik met de notenroller weer aan het werk ben om ze te verwijderen, kan Pipa me echt vernietigend aankijken … Tja …
Straks hebben we weer een etentje met een leuk koppel die in de buurt een vakantiewoning bezit.  Het belooft een gezellige avond te worden.  Op het menu staat kalkoen met wintergroentjes die allemaal uit de eigen tuin komen, dus boordevol vitamientjes!
Joepie … ik heb het beddengoed weer lekker buiten kunnen drogen.  Dan ruikt dat zoveel lekkerder!  Maar ik vrees wel dat het één van de laatste keren zal zijn.  Het kan dan nog wel zonnig zijn, de tijdspanne dat ze buiten kunnen hangen, wordt steeds korter.  ’s Morgens hangt er veel vocht in de lucht en tegen 16 uur begint het al te schemeren en wordt het ook weer klam buiten.  Maar goed: vanavond kruipen we weer onder lakens vol buitenlucht!
De appelwijn is aan een tweede gistingsperiode begonnen. Dus staat die weer te broebelen.  Luc maakte een gaatje in het deksel van het vaatje om het waterslot er doorheen te steken.  Een beetje water sluit alles goed af van de lucht.  Maar wanneer er voldoende gistingsgas vrijkomt, dan kunnen de gasbelletjes zich een uitweg zoeken doorheen dat waterslot.  En dat broebelt dus … blub … blublublub … Gelukkig staat het vaatje in het halletje naar de badkamer … Daar waar ook het witloof groeit.  In de slaapkamer zou dat niet erg leuk zijn om te slapen!
Tumblr media
Zo, jullie zijn weer helemaal mee.  Ik ga mijn chef-kok nog een beetje assisteren en de tafel mooi aankleden. Het oog wil ook wat, hé!
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
3 notes · View notes
brilmans · 5 years
Text
De buizerd oftewel luie donder
Tumblr media
Een buizerd zwevend op thermiek.  Foto: Dolf Siebert
Vroeger
In mijn jeugd, de jaren 80, was de torenvalk de meest algemene roofvogel van Nederland. Vanuit mijn doorzon zolderkamer in een Zoetermeerse nieuwbouwwijk kon ik ze gewoon zien vliegen. Het braakliggende terrein achter het huis bleek net als de rest van de groene groeistad een prima biotoop voor de vogels. Net als in de rest van het land was er in Zoetermeer toentertijd eten in overvloed voor de Falco tinnunculus.
Ondertussen zijn de braakliggende terreinen bebouwd en zijn grote delen van het boerenland door de intensivering van de landbouw ongeschikt geworden voor de torenvalk. Er valt gewoonweg te weinig te vangen voor de beesten. Met als gevolg dat de torenvalk niet meer de meest algemene roofvogel in ons land is. We hebben een nieuwe nummer 1! De torenvalk is voorbijgestreefd door de terugkeerbink onder de roofvogels: de buizerd (Buteo buteo)!
Tumblr media
Biddende torenvalk.  Foto: Dolf Siebert
In een ver vervlogen verleden
Vroeger in ver vervlogen hadden de roofvogels in ons land een natuurlijke verspreiding. Elke soort had zijn niche met bijbehorend prooien en elke vogel zijn eigen territorium. U weet wel, die natuur die niet meer is. In die tijd hadden roofvogels, de apexpredatoren van het luchtruim, slechts te vrezen van op hol geslagen geesten die de vogels als ‘boosaerdich’ zagen. Verder waren ze haast onaantastbaar.
Nadat in 1948 het ‘wondermiddel’ DDT was uitgevonden veranderde dat. De mens drenkte het land met Dichloordifenyltrichloorethaan waardoor de complete natuur vergiftigd werd. De roofvogels aan de top van de voedselketen in het bijzonder. De gevolgen waren desastreus: de roofvogelstand kelder naar een dieptepunt. In begin jaren 70 was er haast geen meer over.
Terugkeerbink
Na het verbod op het gebruik van DDT in de landbouw kon de natuur zich weer herstellen. En gelukkig gebeurde dat ook. Zo ook de roofvogelstand. Langzaam maar zeker herstelde de verschillende roofvogels zich. De torenvalk voorop! Maar in zijn kielzog was de buizerd bezig aan een ongekende opmars. Een opmars die hem uiteindelijk de succesvolste roofvogel van ons land heeft gemaakt.
Dat het de buizerd nu zo goed gaat, heeft hij voor een deel te danken aan het verbod op DDT, maar vooral aan zichzelf. De buizerd snapt namelijk hoe overleven in het Antropoceen werkt: profiteren van de teringzooi die de mens er van maakt.
Scharrelde de buizerd voor zijn dieptepunt slechts in en rond de bossen van zuid-oost Nederland zijn kostje bij elkaar, tegenwoordig eet hij overal in Nederland. Nog steeds wel in het bos, maar vooral langs de weg. Daar doet hij zich te goed aan ‘straatpizza’ en ‘bermpaté’. Dat vindt hij lekker makkelijk. Zo is hij.
Een luie vogel
De buizerd heeft gemakzuchtigheid tot een kunst verheven. Onder het motto ‘je moet niet doen wat je kunt laten’ spant de buizerd zich zo min mogelijk in. In tegenstelling tot de torenvalk die soms minuten lang vleugelwapperend in de lucht hangt of de havik die allemaal moeilijke capriolen uithaalt, zit de buizerd het liefst een beetje te kijken. Ruim 90 van zijn tijd poost de luie donder ergens in een boom of op een paal in afwachting van een makkelijke prooi. Bij voorkeur ‘cuisine asphalte’ of ‘lapin du myxomatose’. Als het niet anders kan vangt hij een muis of iets dergelijks. Maar dan moet deze zich wel op een presenteerblaadje aandienen: binnen het bereik van een gemikte glijvlucht. Want aan zijn vleugels wapperen heeft de buizerd een broertje dood. Vandaar dat je ze als ze niet zitten, ziet zweven op thermiek.
Tumblr media
De buizerd bezig met zijn favoriete bezigheid: zitten! Foto: Arend, CC.
De nieuwe levensstijl van de buizerd heeft een nadeel. Zijn gemakzucht combineert niet altijd even goed met het verkeer op de weg. Zo nu en dan gaat het mis en bekoopt de buizerd zijn laatste maal met zijn dood. Maar goed, dat is dan de prijs die hij betaalt voor zijn succes.
Vergelijkingsmateriaal
Onlangs vond ik aan de rand van het plaatselijke bos het kadaver van een buizerd. Omdat het skelet in tegenstelling tot die van de meeste verkeersslachtoffers nog onbeschadigd was, heb ik hem meegenomen voor in de collectie.
Tot mijn verbazing kwam ik er thuis achter dat de klauwen ontbraken. Waar waren die gebleven? Ik had toch echt alles wat er lag meegenomen. Maar goed, geen probleem, tijdens mijn vakantie op Île de Ré vond ik namelijk ook een kadaver van een buizerd en daar heb ik toevallig, om problemen in huiselijke kring te voorkomen, alleen de schedel en de onderpoten van mee genomen. Zo heb ik toch nog compleet vergelijkingsmateriaal
Tumblr media
Het verworven vergelijkingsmateriaal.
De buizerdbotten prijken naast de kraaienresten en de andere overblijfselen in mijn collectie. Geheel terecht in de afdeling ‘succesverhalen van de nieuwe natuur’. Op de etiketten staat:
buizerd (Buteo buteo)
Linnaeus, 1758
Delftse Hout
22-11-2018
skelet - klauwen
buizerd (Buteo buteo)
Linnaeus, 1758
Île de Ré
27-07-2018
Schedel + klauwen
Bronnen
rypkezeilmaker.nl
Kennisdocument Buizerd
volkskrant.nl (de opmerkelijke opmars van de buizerd)
1 note · View note
stefselfslagh · 4 years
Text
Wim Helsen: “Iets klopt niet in mijn leven.”
Dit stuk verscheen op 15 februari in De Morgen Magazine.
Tumblr media
Winteruur, het programma waarin Wim Helsen (51) onder het mom van tekstexegese in andermans hart loert, is al aan zijn vijfde jaargang toe. En als het van de presentator afhangt, komen er nog minstens vijf bij. "Ik ben een groot voorstander van het combineren van ernst met luim."
Het is woensdag, de winter toont zich van zijn genadigste kant en ik heb een afspraak met de man die mij al vaker de slappe lach heeft bezorgd dan Nigel Williams, Henk Rijckaert en Donald Trump combined: Wim Helsen.
We ontmoeten elkaar in brasserie De Ketel in Berchem, al een paar jaar zijn stamcafé. Al is zijn verknochtheid aan De Ketel niet het resultaat van een vergelijkende kroegentocht. "Je stamcafé kies je niet. Dat is gewoon het café dat het dichtst bij je huis ligt."
Hij vraagt of ik mijn koffie zwart drink en pikt mijn dosis melk in zodra ik 'ja' heb geantwoord. "Koffie zo zwart als het zweet van den duvel", zegt hij terwijl hij naar mijn kopje staart. "Is dat een uitdrukking?", vraag ik. "Vanaf nu wel", grijnst hij.
Hij had dit interview liever ontweken. "Ik word niet graag geïnterviewd en nog minder graag gefotografeerd", had hij gemaild. "Dus als jij zegt: ik heb een lange lijst met mogelijke interviewees, dan laat ik de kelk graag passeren. Maar als je zegt: jawel, het moet, dan maak ik tijd voor je." Ik maakte van mijn hart een brok graniet en antwoordde: 'Slecht nieuws: het moét.'
Om zijn lijden te verzachten, heb ik een presentje meegenomen: een onbeduimeld exemplaar van Return To The City of White Donkeys van James Tate. Een bundel vol poëzie die geen poëzie is: het leek me een passend geschenk voor de presentator van een boekenprogramma dat geen boekenprogramma is.
Winteruur, het programma in kwestie, is op Canvas een vaste waarde geworden. Het werd voor het eerst uitgezonden in oktober 2015: Otto-Jan Ham kwam een tekst van Spinvis voorlezen en vroeg zich vervolgens luidop af of hij op zijn 36ste al over zijn piek heen was. "Misschien bereik je je piek pas op je zestigste", reageerde Wim Helsen. "Wanneer je vaststelt dat je dochters, Dolores en Filipa, zelfstandige en liefdevolle vrouwen geworden zijn." Troostende woorden in ruil voor een stukje literatuur: Winteruur had zijn gat in de dagafsluitingsmarkt gevonden.
Tegen eind maart zal Wim Helsen al 375 winterdagen met een poëtische zucht uitgeleide hebben gedaan. Of is het een illusie om te denken dat een programma dat geconcipieerd werd als 'woorden voor het slapengaan' ook daadwerkelijk  voor het slapengaan bekeken wordt?
"Er zijn mensen die naar Winteruur kijken en meteen daarna in bed kruipen", zegt Wim Helsen. "Maar er zijn ook mensen die op zondagnamiddag vijf afleveringen na mekaar bekijken. En dat is even goed. Al blijven we tijdens de opnames wel doen alsof we de dag afsluiten. Dat geeft het programma de juiste sfeer. Ook voor de mensen die 's ochtends naar Winteruur kijken. Zij kunnen ons programma dan gebruiken om rustig de dag in te kabbelen."
Friedl Lesage vertelde me ooit: 'Ik praat met zoveel uitzonderlijke mensen dat ik mezelf hoe langer, hoe minder interessant vind.' Jij interviewt nu al vijf jaar notabele stervelingen. Herken je je in de woorden van Friedl?
"Niet echt. Maar ik heb dan ook nooit gedacht dat ik wél interessant ben. Ik heb niet het gevoel dat ik al interviewend iets verlies."
Je gasten brengen telkens een tekst mee die een bijzondere betekenis voor hen heeft. Waarom mogen ze geen beeldfragment of een lied kiezen? Daarmee zou je toch ook een aangenaam 'Let's call it a day'-sfeertje kunnen oproepen?
"Ja, maar dan zou Winteruur een ander programma zijn. We hebben gekozen voor eenvoud en beperking: we werken enkel met teksten en we praten niet langer dan tien minuten. Dat maakt Winteruur uniek. Het is bijna geen televisie. En dat vind ik er zo mooi aan. Teksten zijn bovendien zeer geschikt om ervaringen en wijsheid door te geven. Woorden doen een beroep op je voorstellingsvermogen. Ze vragen je om de wereld tijdelijk te zien zoals de auteur van de tekst hem ziet. Dat is een nuttige bezigheid: het scherpt je verbeeldingskracht aan."
Laat ik je een als klacht gecamoufleerd compliment geven: ik vind het vaak jammer dat Winteruur al na tien minuten voorbij is. Zou je programma zoveel slechter zijn als het twee keer zo lang zou duren?
"Ja. Dat ik maar tien minuten met mijn gasten praat, creëert scherpte. Vijf jaar geleden hebben we testafleveringen gemaakt waarin de gesprekken langer duurden. In die proefprogramma's bleken zowel mijn gasten als ik teveel achterover te leunen. De energie die nu in het programma zit, ging toen verloren. In de beperking toont zich de meester. Het concept van Winteruuris maar een vierkante meter groot. Maar op die beperkte ruimte kunnen we schone danskes placeren."
Nadat Sofie Lemaire in de Winteruur-canapé een stukje voorlas uit The Breast van Philip Roth heb ik dat boek zelf ook gekocht. Welke boeken heb jíj dankzij je eigen programma al ontdekt?
"Dat zijn er veel. Dolores Boeckaert leerde me Het Verstoorde Leven van Hetty Hillesum kennen. Maaike Neuville Brieven Aan Een Jonge Dichter van Rainer Maria Rilke. Radna Fabias De Vragende Vorm van Padgett Powell. Ik zou nog meer titels kunnen opsommen. Maar dan zou ik je beginnen te vervelen, vrees ik."
Als je zélf te gast zou zijn in Winteruur, welke tekst zou je dan meenemen?
"Mocht ik vandaag uitgenodigd worden, zou ik waarschijnlijk iets voorlezen uit het boek dat je mij net gegeven hebt. (Neemt het boek van James Tate en leest het motto van het boek voor, geschreven door Nathaniel Hawthorne:) 'The trees reflected in the river - they are unconscious of a spritual world so near them. So are we.' Dat vind ik een grappig stukje tekst. 'De bomen die gereflecteerd zijn in de rivier, zijn zich niet bewust van de spirituele wereld zo dicht bij hen. En hetzelfde geldt voor ons.' Hawthorne plaatst mensen qua ontwikkeling op hetzelfde niveau als bomen. Geestig. Maar hoe kan hij beweren dat hij zich - net zoals de bomen - onbewust is van de spirituele wereld en er tóch iets over schrijven? Als je je ergens niet bewust van bent, kan je er toch ook niet over nadenken?"
Welke Winteruur-aflevering heeft jou de voorbije vijf jaar het meest ontroerd of het hardst doen lachen?
"Mm. Mag ik die vraag aan jou stellen? Welke aflevering van Winteruur vond jíj memorabel?"
Die met ex-veldrijder Paul Herygers. Hij las een stukje tekst voor uit Rocky van Buurman en haalde herinneringen op aan zijn overleden hond Kitty. "Ach Kitty", zei hij op het einde half verdrietig en half dankbaar. Of hoe je een hond ook met je stem kan aaien.
"Paul Herygers was inderdaad geweldig. Hij voelde geen enkele terughoudendheid terwijl hij over Kitty vertelde. Hij is zowel onvervaard als liefdevol. Die twee eigenschappen tref je zelden in dezelfde persoon aan."
In het derde seizoen van Winteruur was je jeugdidool Jules Deelder te gast. Is het interviewen van persoonlijke helden moeilijker dan het interviewen van minder geadoreerde gasten?
"Ja. Mijn gesprek met Jules Deelder was wel goed, maar mijn ontzag voor hem zat mijn nieuwsgierigheid in de weg. Ik was wat minder open, wat minder alert. Toen ik met Arnon Grunberg praatte, had ik dat ook. Het overkomt me niet vaak, maar af en toe dus wel."
Welke mensen zijn nog niet in Winteruur geraakt, maar zou je alsnog in je zetel willen verwelkomen?
"Vincent Kompany. Delphine Persoon. Romelu Lukaku. Judith Herzberg. Kardinaal De Kesel.Seckou Ouologuem. Angèle. Ramsey Nasr. Yassine Boubout. Will Ferdy. Joris Luyendijck. En dan vergeet ik nog een heleboel namen. Ik heb al vaak gedacht: 'Nu zal het wel op zijn.' Maar als ik dan mijn lijstje met potentiële gasten bekijk, blijken er altijd weer genoeg namen op te staan voor nóg een nieuw seizoen."
Winteruur balanceert behendig op de grens tussen ernst en humor. Is een aflevering van Winteruur waarin niks te lachen viel een mislukte aflevering? En omgekeerd: is een Winteruur waarin niks te overpeinzen viel tevergeefs geweest?
"Geen van beide. Al ben ik wel een principieel voorstander van het combineren van ernst met luim. Ze heffen elkaar niet op, ze versterken elkaar. Hoe dieper de ontroering, hoe groter de lach. En omgekeerd."
Kan je ergens heel hard om lachen en het toch ernstig nemen?
"Natuurlijk. Het is bijvoorbeeld perfect mogelijk om mensen liefdevol uit te lachen. Vaak bewijs je hen daarmee een grotere dienst dan wanneer je hen ernstig neemt. Twee weken geleden had ik ruzie met mijn vrouw. Op een bepaald moment zei ze: 'Gij neemt mij niet au serieux.' Ik antwoordde: 'Ik neem u wél au serieux. Ge neemt u zélf niet au serieux.' Ik was bloedernstig toen ik dat zei. En toch begon ze ineens keihard te lachen. Ze zei: 'Hoe wilt ge nu dat we op die manier ruzie maken? Dat gaat toch niet?' En toen was de ruzie afgelopen. Ik ben zelfs vergeten wat het probleem was. Dus ja, je kan wel degelijk ergens om lachen en het toch ernstig nemen." (lacht)
Kan jij bevriend zijn met mensen die niet grappig zijn?
"Mensen moeten van mij niet grappig zijn, maar ik vind het wel belangrijk dat ze gevoel voor humor hebben. Dat ze humor herkénnen. Dat ze er ontvankelijk voor zijn."
In Humo zei je ooit: 'Als ik het publiek een lach kan ontlokken, is dat goed, maar als mijn voorstelling louterend werkt, is dat nog beter.' Mik je met Winteruur op dezelfde loutering? Het programma verzoent me vaak met de onvolmaaktheid van het universum.
"Ja? Dat is fantastisch. En dus zal het ook wel de bedoeling zijn." (lacht)
Hij neemt een slok van zijn inmiddels lauwe koffie en ziet op straat een bekende voorbijfietsen. "Ha! De Wout. Die is keigrappig met een fietshelm op zijn hoofd. Hij is huisdokter. En hij is ofwel extreem ernstig ofwel compleet losgeslagen. Hij beoefent een gevechtssport. Ooit vroeg ik hem op straat om mij een kleine demonstratie te geven. 'Geen probleem', zei hij. 'Val mij aan met een imaginaire blaffer en ik laat je zien hoe ik je onschadelijk zou maken.' Binnen de minuut lag ik zogezegd op de grond en was hij als een bezetene aan het stampen, kloppen, roepen en tieren. Tegen de voorbijgangers die passeerden, zei ik: 'Dit is een dokter, mensen. Een dókter.'" (lacht)
Ik overweeg om Wout gierend van de voorpret achterna te lopen en hem te vragen om mij ook eens denkbeeldig te jiujitsu-en. Maar ik beheers me en schakel qua gespreksonderwerp over op Hoe Te Leven, de voorstelling waarin Wim Helsen vanaf april met collega-cabaretier Johan Petit op zoek gaat naar een handleiding bij het leven. In de brochure wordt de show als volgt aangekondigd: 'Wim Helsen en Johan Petit selecteren elk vier levenswijsheden die ze op geheel eigen wijze aan het publiek presenteren. Het publiek kiest vervolgens in rondes welke stelling ze de beste vinden. De avond eindigt met een grandioze finale waarin de beste wijsheid gevierd wordt.'
Alle voorstellingen van Hoe Te Leven zijn al maanden uitverkocht. Is het genre van 'de gebruiksaanwijzing bij het leven' onverslijtbaar? Zullen mensen altijd op zoek blijven gaan naar manieren om in hun woelige levens het hoofd boven water te houden? "Ik denk het wel", zegt Wim Helsen. "Al is het zeer de vraag of de mensen die een ticket hebben gekocht voor Hoe Te Leven wel beseffen dat onze voorstelling over levenswijsheden gaat. Sommigen hebben waarschijnlijk enkel onze namen gezien en gedacht: 'Wim Helsen en Johan Petit? Dat wordt lachen, we gaan.' Los daarvan vertellen Johan en ik tijdens Hoe Te Leven niet wat de ultieme manier van leven is. Het is aan de mensen in de zaal om dat te bepalen. Er komt zelfs televoting aan te pas."
Hoe Te Leven had dan ook een tv-programma kunnen zijn, dacht ik toen ik de aankondigingstekst las.
"Nu je het zegt. (denkt even na) Stel je voor: een Eurovisiesongfestival, maar dan voor levenswijsheden. Elk land moet een wijsheid uit een ander land verdedigen. En op het einde mag heel Europa via televoting stemmen. Tot er een duidelijke winnaar is. En een duidelijke verliezer: een land dat een levensvisie aanhangt waarover alle Europese landen unaniem zeggen: 'Zo gaan we dus niét leven.'" (lacht)
Zijn er levenswijsheden die joú ooit geholpen hebben?
"Er is een zin van Mahatma Ghandi waar ik vaak wat aan heb: Be the change you want to see in the world. Die zin houdt me een spiegel voor. Soms erger ik mij aan mensen die onbeleefd of onverschillig zijn. Maar dan denk ik aan de Ghandi-quote en dan verdwijnt mijn irritatie weer. Omdat ik dankzij Ghandi zie dat het probleem niet zozeer bij de ander ligt: ik kan ook onverschillig en onbeleefd zijn, al vergeet ik dat graag. Zijn zin legt de focus opnieuw op mezelf: hoe wil íkin het leven staan? Dat is heel heilzaam."
Ik las dat je ook De Kracht Van Het Nu van Eckhart Tolle een verkwikkend boek vind. Waarom precies?
"Omdat Tolle aantoont dat we voortdurend verhalen creëren over onszelf. En dat dat ook máár verhalen zijn: constructies van ons brein die we even goed weer kunnen loslaten. Ik geef een voorbeeld: bijna iedereen zou zich kunnen wentelen in een slachtofferverhaal. Je bent altijd wel érgens de dupe van. Is het niet van brute pech dan wel van fysieke of intellectuele beperkingen. Maar het slachtofferverhaal is maar één mogelijk verhaal. Je kan je ook op andere aspecten van je bestaan concentreren en een heel ander verhaal componeren. Of helemaal géén verhaal. Want eigenlijk zegt Tolle: 'Hoe meer we in een verhaal figureren, hoe minder we in het nu leven. Echte vreugde is te vinden in de afwezigheid van een verhaal.' Daar ben ik het mee eens. Ik ben op mijn best - en daarmee bedoel ik: open, vrij van angst - als ik niet met mezelf bezig hoef te zijn. Als ik mij laat opslorpen door wat andere mensen meemaken. Door hoe zíj de wereld ervaren."
In de Wereldbeeld-filmpjes op canvas.be poneer je zelf een levenswijsheid: 'De belangrijkste deugd in het leven is met lichtheid je omgeving opvrolijken.' Dat is een mooie omschrijving van wat jij beroepshalve doet, maar doe je het ook in gezinsverband? Help jij je vrouw en kinderen met 'lichtheid' hun zorgen te vergeten?
"Dat denk ik wel, ja. Ik zou het alleen ook voor mezelf moeten kunnen doen."
Dat vind je moeilijker?
"Ja."
Waarom?
(denkt na en ontwijkt vervolgens de vraag) "Het zou al helpen als ik zou stoppen met roken. Dat ik nog altijd rook, toont aan dat ik nog altijd de behoefte voel om te vluchten in iets. Om mij terug te trekken. In een cocon te kruipen."
Dat je rookt, bewijst volgens jou dat er iets niet klopt in je leven?
"Ja. Maar het is moeilijk om te benoemen wat er dan precies scheelt. Laat staan dat ik er in De Morgen over wil uitwijden." (glimlacht)
Zijn er mensen die joú met lichtheid kunnen opvrolijken'?
"Absoluut. Mijn moeder, bijvoorbeeld. Ze brengt op een heel entertainende manier verslag uit over de avonturen die ze als 78-jarige beleeft. Soms neemt ze de bus van Mechelen naar Melsbroek om samen met tante Lieve op bezoek te gaan bij tante Mafalda. Dan loopt er altijd vanalles mis: ze stappen te vroeg af, het begint te regenen, ze schuilen in een kerk, ze worden geholpen door een Albanees die hen met de auto naar Melsbroek brengt, ... Dat soort verhalen. Heel leuk om naar te luisteren. Als kind of adolescent ben je niet echt geïnteresseerd in je ouders. Nu hang ik aan mijn moeders lippen."
In een oud interview met De Volkskrant zei je dat je al op jonge leeftijd geleerd hebt om de lichtheid op te zoeken: je maakte met je broers plezier als tegengewicht voor de spanning die in de lucht hing wanneer je vader thuis was. In het interview noem je je vader 'iemand die fundamenteel verongelijkt, gefrustreerd en ongelukkig was en voor  een sfeer van angst en nervositeit zorgde'. Hoe kan je in zulke omstandigheden humor produceren?
"Ik denk dat dat net de omstandigheden bij uitstek zijn waarin humor ontstaat. Soms heb je humor nodig om te kunnen blijven bestaan, weet je wel. Maar voor alle duidelijkheid: wat ik in dat interview zei, is maar een deel van de waarheid. Hoe autoritair mijn vader ook was, ik heb hem altijd graag gezien. Hij was niet alleen hufterig, maar ook intelligent. En hij kon ontzettend lief, charmant en grappig zijn. Hij is drie jaar geleden gestorven, maar ik had mij al lang voor zijn dood met hem verzoend. Als ik vandaag aan mijn vader denk, is het met liefde. En met bewondering: hij was verslaafd aan alcohol, maar hij is er toch maar in geslaagd om zijn drankverslaving te overwinnen. Er zijn niet zo veel mensen die dat kunnen zeggen."
Wat voor vader ben je zelf?
"Een ontspannen vader, denk ik. En wellicht ook een veel te permissieve. Ik kan mijn kinderen moeilijk verwijten dat ze voor de zoveelste keer Friends bingewatchen: ik kijk soms zélf tot een stuk in de nacht naar series. Het goeie nieuws is dan weer dat mijn kinderen niet bang zijn van mij. Terwijl ík vroeger wél schrik had van mijn vader. Op dat gebied doe ik het dus toch beter."
'Love is an agreement between two people to overestimate each other', schreef filosoof Emil Cioran. Komt dat enigszins in de buurt van jóuw kijk op de liefde?
"Het is een goeie oneliner, maar ik heb toch een andere definitie van de liefde. Ik verklaar mij nader. Ik heb ooit nog lessen Nederlands gegeven aan anderstaligen. Op een dag had ik mijn leerlingen - ze waren met zestien - een opdracht gegeven die ze in hun eentje moesten uitvoeren. Hun banken waren in hoefijzervorm opgesteld, de lentezon viel door de hoge klasramen naar binnen, ze waren allemaal heel geconcentreerd aan het werk. Terwijl ik hen vanachter mijn lessenaar zat te observeren, werd ik plots overspoeld door een golf van liefde. Pure, zuivere liefde. Wel, volgens mij verschilt de liefde die ik toen voor mijn leerlingen voelde niet wezenlijk van de liefde die mijn vrouw of kinderen in mij losmaken. Liefde is liefde. Je hebt relaties waarin liefde stroomt en je hebt er waarin dat niét het geval is. Maar in zijn meest geconcentreerde vorm is liefde in elke relatie hetzelfde."
Is liefde niet heel vaak zelfliefde? Door toegewijd met onze kinderen bezig te zijn, leiden we de aandacht af van onze eigen besognes en voelen we ons beter over onszelf. Dat maakt de liefde die we voor onze nakomelingen voelen minder onbaatzuchtig dan ze lijkt.
"Ja, maar alle liefde is zelfliefde. Je herkent jezelf in de ander. Dat kan ook niet anders: we kunnen ons moeilijk van onszelf loskoppelen. Wetenschappers bevestigen overigens wat jij zegt. Onderzoek heeft aangetoond dat huisdokters - die over het algemeen een erg veeleisende job hebben - veel minder kans maken op een burn-out als ze kinderen hebben. Omdat hun kinderen hen 's avonds min of meer dwingen om los te laten waar ze overdag mee bezig zijn geweest. Conclusie: kinderen maken, je doen dat voor jezelf. En dat is ook geen schande."
Het gepraat wordt gekeuvel, we fladderen als vlinders met ADHD van het ene gespreksonderwerp naar het andere. Passeren nog de revue: stoppen met roken (nogmaals, Wim: Champix), een Nederlandse versie van Winteruur ("Als dat te combineren is met mijn voorstellingen: waarom niet?") en het probleem met kranteninterviews ("De geschreven weergave van een gesprek is zelden waarachtig.")
Voor hij zijn muts weer opzet en De Ketel verlaat, vraag ik hem nog of hij al een nieuwe solovoorstelling aan het schrijven is. Hij knikt en zegt: 'De werktitel is Ram Rem De Tram. Of Ram Rem De Tram Ram Rem. Of Rem Ram De Tram. Maar ik denk dat het Ram Rem De Tram wordt."
Ik reken af en ga in de straten van Berchem alsnog op zoek naar dokter Wout.
0 notes
Text
Hoofdstuk I - Deel II
“Komaan, Ellie. We hebben nog één examen te gaan en het jaar zit er alweer op”, zegt Katrien troostend. De zon brandt hoog vanuit de hemel op deze vrijdagmiddag. We slenteren door de straten van Sint-Kwintens-Lennik. “Dat weet ik, maar eigenlijk kan me dat niet zo veel schelen. Om eerlijk te zijn, zou ik het zelfs niet erg vinden om het jaar van voor af aan te herbeginnen.” “Dat meen je niet”, zegt Katrien verontwaardigd. “Toch wel”, antwoord ik. Ik heb het de voorbije weken zo lang mogelijk proberen uit te stellen om aan de vakantie te denken. Het vooruitzicht op de lange, eenzame dagen die de komende maanden volgen, heeft me deze nacht wakker gehouden. Ik heb nooit veel vrienden gehad. Pas afgelopen jaar heeft Katrien zich door mijn hoog opgetrokken muren weten te slaan. Ze fronst haar donkere wenkbrauwen. Wanneer ze me met haar intimiderende blik aankijkt, durf ik bijna niet anders dan meer uitleg te geven en mijn ziel bloot te leggen. Op die manier heeft ze de voorbije maanden al veel informatie uit me gehaald. Ik slaak een diepe zucht. “Ik heb gewoon geen zin in de vakantie. En voor je me gaat veroordelen, kan ik je er meteen bij zeggen dat die bestaat uit dagen van een paar uur voetballen in de tuin met Ine totdat ze gaat overdragen bij tante Erika over het één of ander dat ik fout heb gedaan, een boek lezen in de veranda en kijken naar Oma terwijl ze soep maakt. Dat is het”, zeg ik ongelukkig. “Zo ziet mijn zomervakantie er al jaren uit. Dus geef toe, je zou voor geen goud met me willen ruilen. Als je het me zou aanbieden, zou ik je het zelfs afraden omdat ik je te graag heb.” Katrien’s gezicht vertoont tekenen van een onderdrukte glimlach. Ze doet haar best om met me mee te leven omdat ze van mijn gezichtsuitdrukking kan aflezen hoe slecht ik me bij de situatie voel. “Een boek lezen en rondhangen in de keuken, daar kan ik me nog in vinden. Maar tijd doorbrengen met die saaie nicht van jou, daar stopt het inderdaad.” De markt van het dorp is gevuld met tieners die zich naar de bus haasten om weer achter hun boeken te kruipen voor het volgende examen, of in bad uit te dampen met muziek op de achtergrond. Dat laatste ben ik alleszins toch van plan. “Ik weet niet of het kan, maar… Ik zou het eens aan Eric moeten vragen”, denkt Katrien luidop. “Wat moet je vragen?” “Vrijdagavond ga ik naar een grote bijeenkomst van een vereniging in het dorp. Het wordt een belangrijke avond voor me, dus ik zou me eigenlijk meer op mijn gemak voelen moest jij er bij zijn. Dan hebt je meteen iets te doen aan het begin van de zomervakantie. Wat denk je er van?” vraagt ze me. “Een bijeenkomst van wat?” Katrien is weer in een bui waarin ze met vage termen spreekt. “Niet lachen hoor. Het is een soort vereniging waarin de leden een eigen religie beoefenen, gebaseerd op het geloof dat vroeger werd aangehangen door de mensen van deze contreien, maar dat werd verdreven door het christendom”, Katrien kijkt me aarzelend aan. “Je gaat naar een bijeenkomst van een heidense sekte?” zeg ik bot. “Het is geen sekte”, verbetert ze me. “Wicca is een godsdienst zoals een andere. De leden proberen het oude heidense geloof weer nieuw leven in te blazen door regelmatig samen te komen op sabbatfeesten. Ik weet dat het zweverig klinkt, maar het is eigenlijk een leuke bezigheid tussen aardige mensen en je leert er wat geschiedenis bij. Nu klinkt het heel dof, maar dat is het niet. De feesten die de coven organiseert, zijn trouwens legendarisch. Mijn broer kan er maar niet over ophouden wanneer we samen naar tv kijken op zijn kamer. Dat heeft hem nochtans niet tegengehouden om steeds te weigeren me mee te nemen”, zegt Katrien grimmig. “Maar daar komt nu verandering in. Vrijdag mag ik eindelijk mee, meteen naar het Midzomernachtfeest. Het is mijn eerste keer, dus ik word die avond officieel aangewezen tot niet-ingewijde leerling of roedi volgens de oude taal.” Ik heb Katrien nog nooit zo een lange uitleg horen geven op zo een serieuze toon. Dit moet echt belangrijk zijn voor haar. “Het is de hogepriesteres die daar over beslist, maar Eric zegt dat ik min of meer zeker mag zijn van mijn erkenning omdat hij zo een voorbeeldig lid is”, vervolgt ze. “En natuurlijk omdat ze weten dat ik dolgraag de wicca-opleiding wil krijgen.” “Dus je gaat een opleiding volgen?” besluit ik. “Nee, of, ja. Iedere roedi moet een tijdje een opleiding volgen bij de hogepriesteres. Nadien wordt je officieel tot leerling ingewijd. Pas daarna mag je meedoen met de rituelen en van die dingen.” “Ok, ik denk dat ik begin te begrijpen waar je het over hebt. Ik heb wel eens iets op de televisie gezien over zo een hekserijding. Want dat is het toch hé, waar je op doelt?” vraag ik haar. “En jij wilt dat ik meekom naar zo een bijeenkomst?” “Ja. Je moet je er ook geen grote magische dingen bij voorstellen. Het gaat er vooral om om samen de oude jaarfeesten rond de natuur en de vruchtbaarheid weer te vieren”, zegt ze me terwijl we staan te dralen voor het oude politiekantoor. Het tempo mag gerust wat sneller gaan voor mij. Op deze manier zijn we nooit voor de start van mijn lievelingsprogramma op de radio thuis en dat wil ik liefst niet missen als ik dan toch in bad ga deze namiddag. “Je moet trouwens niet zo achterdochtig kijken, Ellie. Ik ben lang niet de enige van het dorp die in de coven zal gaan.” Ik keek helemaal niet achterdochtig. Ze moet mijn blik met dichtgeknepen ogen tegen het felle zonlicht turend naar de kerktoren van Sint-Martens-Lennik een kilometer verderop hebben aangenomen voor achterdocht. Al moet ik toegeven dat de gevoelens van achterdocht en scepticisme niet veraf zijn. “Linda wordt die avond trouwens ook aangewezen tot roedi, maar zij mocht wel al jaren deelnemen aan de activiteiten van de coven.” “Rare Linda? Ze is toch helemaal niet het sociale type dat graag naar feestjes gaat”, antwoord ik verbaasd. Hoewel, misschien verklaart haar vreemde hobby wel een beetje haar buitenaardse gedrag. Linda draagt al sinds haar kleuterbestaan een rond brilletje. Ze is zowat de minst bereikbare persoon op aarde. Ze geeft de indruk dat ze hele dagen in een trance zit, of alsof haar geest vertoeft in een parallelle wereld terwijl ze haar lichaam heeft achtergelaten op de schoolbanken. “De ouders van rare Linda zijn al tientallen jaren lid van de coven. Ze zouden in principe hun eigen coven kunnen oprichten omdat ze allebei al een inwijding als hogepriester en hogepriesteres hebben gekregen. Maar het is niet de gewoonte van de leden om zich af te scheuren en een eigen groepje van een twaalf, dertiental leden op te richten. Onze coven verschilt daarin van anderen. De leden komen van over de hele landbouwstreek. Ze zijn aan elkaar geklit als een hechte groep en dat al sinds een paar honderd jaar. In zijn geheel telt de coven een zestig à zeventigtal leden, maar die hoeveelheid is bijna nooit in één keer aanwezig. Hoewel iedereen zijn best probeert te doen om ieder jaar naar de Midzomernachtbijeenkomst te komen”, vertelt Katrien gretig verder. Het is duidelijk dat dit haar fascineert. “De achterneef van rare Linda ken je misschien wel van bij ons op school, dat is Robin. Hij zit één jaar hoger dan ons. Vrijdag zal hij zich ook aanmelden voor de lessen. Robin ziet er trouwens veel lekkerder en aardser uit dan zijn nicht, maar dat zal je wel merken als je meekomt. Het is trouwens zijn zus, Hannah, die de hogepriesteres is van de coven. Ze is wel dertien jaar ouder dan hem, dus denk maar niet dat wij zo snel aan dat niveau zullen geraken.” “Ik weet het niet hoor, Katrien. Als ik het zo hoor van jou, is het daar nogal een ons-kent-ons- clubje. Ik ken er niemand, behalve jou. Ik weet zeker dat ik me er ongemakkelijk zou voelen. Trouwens, ik denk dat tante Erika me zou uitlachen als ze erachter komt wat mijn nieuwe zomerhobby is.” Katrien kijkt me zwaar teleurgesteld aan. “Ik weet gewoon niet goed wat ik er van moet denken”, geef ik toe. “Hé, meisjes, geen omwegen maken op weg naar huis! Zeker niet passeren langs het kerkhof en de stoere jongens die daar rondhangen”, roept een grote, blonde jongen ons plagerig toe over het marktplein. Er gaat een schokje door me heen als ik zie hoe hij zijn lange, gespierde been over zijn fiets zwaait en rechtopstaand wegstuift. “Als je het over de duivel hebt!” roept Katrien hem na. “Waarom denken broers toch altijd dat wij achter de mannen lopen, en dat ze dan nog eens het recht hebben daar iets over te zeggen, terwijl het meestal zij zijn die achter de vrouwen lopen.” “Je hebt hem eigenlijk nog nooit voorgesteld. Ik dacht dat hij op een andere school zat?” Hem zou ik me wel herinneren, mijmer ik. “Meestal weet hij zich goed terug te trekken met zijn stinkende vriendjes. Eric zit er niet op te wachten dat een paar giechelende meisjes van het vierde middelbaar dag komen zeggen terwijl hij met zijn vrienden wiet staat te roken aan de bomen op de parking. Als zesdejaars heeft hij zijn reputatie hoog te houden, dat heeft hij me al genoeg ingepeperd. Thuis is hij helemaal anders hoor. Dan kan ik geen kwaad woord over hem zeggen. En daar zou hij ook nooit zo een stinkstokken aanraken. Dat doet hij gewoon om aandacht te trekken van de ‘ juiste’ meisjes.” “Nu goed, om terug te komen op wat je daarnet zei… Ik zal meegaan. Ik doe het alleen voor jou en ik zeg er meteen bij dat het enkel maar voor deze keer is. Zo goed?” vraag ik. “Ik wist wel dat je ja ging zeggen!” roept Katrien enthousiast. Ze trekt me aan mijn arm naar de oude trambedding richting Sint-Martens-Lennik. Ons geboortedorp met de bosrijke hellingen en heldere beekjes. “Ik heb er nu al zin in”, zegt Katrien opgewonden. “We hebben wel nog wat voorbereidingen te maken.” “Ok”, zeg ik lachend, “maar eerst moeten we maandag nog door wiskunde zien te geraken”. Katrien kreunt en laat haar handen naar beneden vallen. “Dit wordt het langste weekend van het jaar”.
0 notes
allaboutsofie · 4 years
Text
Het is eventjes geleden sinds dat ik nog eens een blogpost schreef. De reden? School, stage en andere verplichtingen. Maar nu we ons in het Corona tijdperk begeven maak ik van deze ‘social distancing‘ en ‘quarantaine‘ even goed gebruik. Nu we (bijna allemaal) thuis moeten blijven kan de verveling wel eens beginnen toeslaan. Daarom maakte ik een handig lijstje met 25 toffe activiteiten om je thuis bezig te houden, alleen of met je gezin. Want met z’n alle #samentegencorona! 
Ruim je kledingkast op: het is een opdracht die best wel veel tijd in beslag kan nemen en je kledingkast kan vast wel eens een upgrade gebruiken. Sorteer je kledij op kleur, seizoen,.. En de oude/slechte kledij die je weggooit kan je binnenkort vervangen met nieuwe items, wanneer alle winkels weer open gaan. Zo heb je toch al iets om naar uit te kijken!
 Ruim je bureau of werkruimte op: van al dat thuis werken en studeren kan je bureau waarschijnlijk een schoonmaak beurt gebruiken. Je kan op het einde van de week je werkruimte desinfecteren, opruimen en weer herinrichten. En zo je begin je maandagochtend met een frisse start aan de volgende week. #freshstart
Zoek je boeken/CD/DVD kast uit: Naast kledij kan een andere kast in je slaapkamer vast ook eens een opknapbeurt gebruiken. Selecteer welke boeken je niet meer leest of uitgelezen hebt, welke CD’s je eigenlijk niet meer beluisterd of gooi oude DVD’s weg die toch alleen maar plaatsverspilling zijn. Ook hier kan je dan later nieuwe favorieten toevoegen of de lege ruimtes opvullen met decoratie of kamerplantjes.
Lees eens een boek. Of boeken: dit puntje sluit aan bij het vorige. Ontdek je on-gelezen boeken die dringend wil lezen? Dan is dit het uitgelezen moment! Neem dat ene nieuwe boek vast en laat je meeslepen in een nieuw verhaal. Daar ben je waarschijnlijk wel een paar dagen zoet mee.
Zoek je make-up uit/experimenteer met make-up: kijk eens in je make-up lade of je geen oude crèmes hebt die je kan weggooien. Ook je make-up kwasten kan je eens een flinke schoonmaakbeurt geven. Je kan ook een lijstje maken van make-up die je nodig hebt of nog wil toevoegen. Daar kan je dan binnenkort ook naar op zoek gaan. Daarnaast kan je de make-up die hebt ook blijven gebruiken en er bijvoorbeeld leuke, originele looks mee maken. De mogelijkheden zijn oneindig.
Doe een home work-out: ruil je pyjama even in voor een sportieve outfit en geef het beste van jezelf tijdens een echte work-out. Op YouTube vind je tal van tutorials die je tonen hoe je thuis toch nog kan sporten. Bij goed weer kan het zelfs in je tuin.
Probeer eens een nieuw recept: nu je eindelijk tijd hebt om je kookskills bij te schaven kan je misschien eens een nieuw recept uitproberen. Het kan een moeilijk gerecht zijn of een dessert waar je nooit de moed voor vond. Haal snel die hobbykok in je naar boven en verras je gezinsleden met een culinaire maaltijd.
Bak iets lekkers: naast het traditioneel koken kan je ook lekkere cupcakes, taarten of andere zoete lekkernijen maken. Het aanbod is ook hier vrij groot en de supermarkten blijven open, dus geen paniek over ingrediënten.
Neem een lang, warm bad: het is niet omdat we nu continu thuis zijn, dat we geen nood hebben aan ontspanning. Neem ‘s avonds voor het slapengaan een bad, eventueel met je favoriete, nieuwe bruisbal en geniet ervan. Je kan terwijl een leuke playlist afspelen of podcast beluisteren. Zo hoef je je in bad ook niet te vervelen.
Leer een nieuwe taal: heb je altijd al Spaans of Russisch willen leren? Wel, dan is het nu de moment. Je kan op je smartphone een app downloaden zoals ‘Duolingo’ of ‘Babbel’. Voor je het weet kan je je eerste zinnen in een nieuwe taal uitspreken. Je kan als bonus een vakantie boeken naar een land waar ze je nieuwe taal spreken, om zo ook eens met de locals in contact te komen. Boek je reis wel best in 2021 of na de zomer, uit voorzorg.
Leer een nieuwe hobby: net zoals bij het vorige puntje kan je nu ook beginnen aan een hobby die al je jaren wou leren. Fotografie, breien, schilderen, schrijven,… alles kan. Haal je creativiteit naar boven en laat je gaan. Achteraf kan je tonen aan je vrienden en familie wat je geleerd hebt en eventueel bij een hobby-club gaan. Wees ambitieus.
Facetime je vrienden en familie: het is niet omdat we thuis moeten blijven, dat we geen recht meer hebben op sociaal contact. Tegenwoordig zijn er voldoende manieren om virtueel met je vrienden en familie in contact te blijven. Je kan elkaar volgen op sociale media, via apps spelletjes spelen samen en uiteraard bellen via Skype of Facetime. Ook Messenger heeft een ‘videocall‘ functie. Geen excuses dus om je vrienden of familieleden te verwaarlozen!
Update je CV: een taakje dat nu misschien wat overbodig lijkt aangezien we niet kunnen werken maar hoe sneller je hieraan begint, hoe sneller je een nieuwe uitdaging aan kan gaan. En een CV kan voor vele zaken handig zijn: voor een vakantiejob, schoolopdracht,… Dus verzamel snel al je persoonlijke info en ervaring en ga aan de slag. 
Puzzelen of andere gezelschapsspelen: heb je toch nog graag een dosis écht sociaal contact kan je altijd enkele spelletjes spelen met je gezin. Denk maar aan Monopoly of een ander leuk bordspel. En met zo’n spel ben je vaak uren bezig, dus dat vult al snel een namiddag of avond. Ook een puzzel maken kan een fijne bezigheid zijn. Het resultaat zal alvast prachtig zijn!
Netflix-series bingewatchen: stiekem droomde we allemaal van een zorgeloze periode Netflix & chill. Dat die er ook effectief zou komen, laten we even aan de kant. Een ultieme topper om te bingewatchen: de populaire serie Friends. Daarnaast kan je ook vrienden of familie vragen om enkele suggesties door te sturen. Series die anderen aanraden, begin je misschien uit jezelf niet te kijken. Verbreed eens je horizon. 
Foto’s maken: voor wie graag eens tussendoor een luchtje schept is dit de ideale bezigheid. Neem je smartphone of camera mee naar buiten en leg de natuur vast tijdens een wandeling in het bos of in je buurt. Focus eens op de dingen en leer je omgeving anders te bekijken. Voor je het weet ontdek je nieuwe parels die je voordien altijd over het hoofd zag. Ga je toch niet graag alleen op stap? Dan kan je altijd foto’s maken van één vriendin of neem een gezinslid mee. Maar blijf wel denken aan de maatregelen. Achteraf kan je je mooiste creaties delen op sociale media. 
Organiseer een indoor picknick: vul een mand vol met lekkere hapjes en drankjes en leg een groot deken in je living of garage. Plaats al je lekkers op het deken en nodig al je huisgenoten uit. Een picknick is altijd een goed idee en het is eens wat anders dan in een parkje. Natuurlijk kan je ook een picknick date houden in je tuin.
Kijk een leerrijke documentaire over een onderwerp naar keuze: altijd iets willen bijleren over een leerrijk onderwerp? Dan is deze quarantaine periode de perfecte aanleiding voor jou. Netflix heeft een ruim docu aanbod en ook op YouTube kan je vele docu’s vinden. Neem er een fris drankje en popcorn bij en hupla, je bent net in een echte cinema. 
Maak een social media profiel voor je huisdier: een Facebook-pagina, Instagram-account of TikTok-account. Het kan allemaal. Plaats je huisdier eens in de belangstelling en maak een heel profiel voor je favoriete viervoeter aan. Wie weet gaat dat ene speciale trucje van je hond viraal. Waar wacht je nog op?
Begin een moestuin: naast het coronavirus is ook de lento overduidelijk aanwezig in ons land. Het zonnetje schijnt, de vogeltjes fluiten en de temperaturen stijgen. Een dag in je tuin doorbrengen is dus een heel goed idee. En wat is er nu leuker dan een eigen moestuin aanleggen?
Ontdek nieuwe muziek: streamingdiensten zoals Spotify en Deezer hebben een oneindig aanbod aan muziek. We hebben uiteraard allemaal onze eigen muzieksmaak en voorkeuren maar misschien is dit wel de ideale gelegenheid om eens in een nieuwe artiest zijn werk te duiken. Je kan nieuwe genres ontdekken maar ook afspeellijsten of nieuwe (on)bekende muzikanten. Wie weet ontdek je wel de nieuwe Justin Bieber of One Direction.
Plan je volgende vakantie (voor 2021): positiviteit is wat ons overeind houdt dus waarom geen reis naar een fijne, zonnige bestemming boeken? Of je kan je laten inspireren op Pinterest door vakantiefoto’s op te zoeken en ‘must do’ lijstjes te verzamelen. Kijk eens welke bestemming er al jaren op je bucketlist staat. Wie weet gaat je volgende reis wel naar je droombestemming. Boek wel goed vooruit, want niemand weet precies hoe lang deze corona-crisis nog gaat duren.
Begin een blog: heb je een uitstekende kennis over een bepaald onderwerp of ben je net zoals ik gek van schrijven? Aarzel dan niet langer en start vandaag nog je eigen blog of forum. Je kan een blog maken over één onderwerp of al je interesses bundelen. Op je eigen plekje op het internet kan je creëren wat je maar wil. Dat is net zo fijn aan je eigen blog. Schrijf je niet graag? Waarom start je dan geen YouTube-kanaal op?
Maak een fotoboek: een galerij op je smartphone met duizenden foto’s is heel handig maar even eerlijk, kijk jij dagelijks naar je reisfoto’s van drie jaar geleden? Maak daarom een echt fotoboek vol met je favoriete reisfoto’s (of andere foto’s). Je kan het fotoboek achteraf bekijken en tonen aan vrienden. Je kan ook zoveel fotoboeken maken als jezelf wil. De website van ‘smartphoto‘ zet je alvast een eindje op weg.
Doe alle bovenstaande activiteiten nog eens. Tot je je écht verveelt. 😉 
Heb je toch nog nood aan méér nutteloze bezigheden? Dan raad ik je aan om het Instagram-account ‘Blijf in uw kot‘ te volgen. Daarop verschijnen allerlei tips om de tijd te doden in quarantaine. En dan heb ik nog één vraag: wat doe jij zoal in deze corona tijden? 
Blijf binnen en vooral, blijf gezond!
Lots of love, Sofie ♡
            #BlijfInUwKot: 25 tips om je thuis (nuttig) bezig te houden Het is eventjes geleden sinds dat ik nog eens een blogpost schreef. De reden? School, stage en andere verplichtingen.
0 notes
loisindrah · 4 years
Text
Interview met Alisa Osinga
INTERVIEW MET ALISA OSINGA
  WAAROM HEB JE JUIST SPECIFIEK VOOR KERAMIEK GEKOZEN?
 Klein meisje aan het maken en mijn oom had van die keramieken beeldjes op de vensterbank en dat fascineerde mij altijd enorm, voor mij zaten er altijd hele verhalen achter en hele werelden en dat sprak me heel erg aan
Ik vind het boetseren heel fijn om te doen, wel een prettige bezigheid en ik vind keramiek ook heel erg mooi en heel divers. Je kunt heel veel kanten op en ook heel veel technieken combineren. Je kunt ook eeuwig door blijven leren, zowel op het technische vlak als op hoe je zelf het werk maakt.
De diverse mogelijkheden die je continu hebt met veel ontwikkelmogelijkheden
   ALS JIJ JEZELF IN 2 WOORDEN KON OMSCHRIJVEN, WELKE WOORDEN ZOUDEN DIT ZIJN?
 Ideeënfontijn, soms werkt dit ook in het nadeel
Open, vriendelijk, flexibel
  WAT ZIJN JOU PASSIES, DROMEN EN NACHTMERRIES?
 Passie: het maken zelf, ik kom in mijn atelier op mijn aller best en dan kom ik ook echt tot rust want het is een soort van oase.
Dus hier op de academie niet? In mijn atelier heb ik echt dat alles een beetje tot stilstand komt, dat is heel erg rustig voor mij en dan kan ik lekker gaan werken, en hier is veel meer interactie. Je moet ook heel veel achter de schermen doen, bestellen, contact met je collega’s en het is ook altijd dat je continu moet rekening houden met verschillende situaties, je moet erop kunnen anticiperen, het is heel veel schakelen en soms ook wel diep nadenken voor hoe kunnen we dat realiseren wat die student wil, dus ja dat is niet zo rustig als in mijn atelier maar wel leuk hoor maar wel heel anders.
Dromen: gezond blijven
Ik vind de combinatie van hier met studenten werken en in mijn atelier ook ideaal. Want alleen in mijn atelier werken kan ook eentonig worden terwijl ik wel zou willen groeien met mijn werk.
Maar hier krijg je natuurlijk ook allemaal ideeën van studenten zelf, je leert met studenten en je leert ook door studenten. Klopt ja, inderdaad, je moet je dan ineens bezighouden met iets waar je zelf nooit op zou komen dus dat is iedere keer wel weer een leertraject. Dat is heel verassend en heel mooi.
  ALS JIJ JEZELF KON VERGELIJKEN MET EEN BEELD DAT JE EERDER GEMAAKT HEBT, WELK BEELD ZOU DAT DAN ZIJN EN WAAROM?
 Poeh haha, even nadenken. Ja misschien wel die aap die gevangen zit in touw, want die is heel druk bezig om zijn kunstje te doen en dat wil hij ook heel graag maar het lukt niet helemaal en daardoor voelt ie zich ook gevangen want hij is natuurlijk letterlijk gevangen door dat touw maar hij voelt zich dan ook geremd en dat heb ik soms ook wel een beetje. Dat ik heel veel wil maar niet alles kan. Je hebt ook bepaalde keramisten van ik beperk mij tot die en die klei, en deze glazuur en ik maak alleen maar boetserende beelden van die afmeting maar ik doe bijna alles, dus dan kom je ook veel meer problemen tegen en moet je ook veel meer dingen bij leren dan wanneer je steeds hetzelfde doet dus het is een karaktereigenschap die soms problemen levert.  
  WAAROM HEB JE SPECIFIEK VOOR DEZE ACADEMIE GEKOZEN I.P.V. ALLE ANDERE ACADEMIES?
 De verschillende afdelingen die je hier hebt daar komen studenten met verschillende vragen dus GRO bijv. die komen met hele andere invalshoeken en vraagstellingen naar de werkplaats en die gaan heel vaak mallen maken en keramiek gieten. BK die vraagt juist hele andere dingen, die willen veel meer handschriften en groter werken, veel meer dingen uitproberen die eigenlijk niet kunnen dus dat is weer een heel ander type persoon/ student en animatie/illustratie is ook weer een hele andere student. Dus het is enorm divers en je kunt al die richtingen ook op want je hebt hier bijna alles wat je maar kunt dromen, alles is hier en er zijn veel academies, zoals bijvoorbeeld de designacademie die hebben alleen maar vormgeving dus doen ze heel weinig met boetseren, minder dan hier, en werkplaatsen waar ze niet zo’n grote oven hebben dus dan ben je ook alweer beperkt, we hebben ook zeeën van ruimte, voor iedere student is heel veel plek, de studenten kunnen ook veel groter en vrijer werken, dat zijn enorme kwaliteiten.
En dat is dus waarom jij specifiek voor deze academie hebt gekozen? Ja.
En is dat dan ook omdat de sfeer hier beter is dan bij andere academies? Ik heb op 1 andere academie gewerkt en dat is de design academie in Eindhoven en daar is de sfeer tussen het management en de mensen op de vloer soms heel lastig maar wat er daar in de werkplaats gebeurde is net zo leuk als hier, want daar heb je gewoon de collegialiteit en dat je samen studenten probeert door die fase heen te krijgen en het contact met de studenten en dat maakt het werk heel leuk en ik denk dat dat op iedere academie wel is.
  HEB JE UNIEKE SITUATIES MEEGEMAAKT MET STUDENTEN?
 De werkplaats in Breda. Daar hebben eindexamenstudenten in grote hoeveelheden was gegoten. Ze hadden grote ketels met water gevuld en de was zat in emmers. Ze gingen met een ketting de was in het water doen. Dit was erg spannend want je weet niet wat er gaat gebeurden. Hierdoor moet je eigenlijk alle ‘problemen’ voor zijn en zorgen dat het veilig gebeurt. En als er iets misgaat er ook klaar voor staan.
Er was ook iemand die zijn armen in een mal had gestopt, dat zag er erg gek uit.
Iemand had een televisietoestel gemaakt met zwarte klei, deze was in de oven ingezakt waardoor je een ingezakte tv als eindresultaat had. Wanneer iets mislukt, kan het het juist interessanter maken.
  HOE BELEEF JIJ DE SFEER OP DE ACADEMIE?
 Collega’s onder elkaar zijn fijn
Je kan je eigen ding doen
Nieuwe uitdagingen
Vrijheid zoals een student
Sfeer met studenten -> academie en atelier combineren
Ik heb alle stappen van mallen maken vastgelegd en er boekjes van gemaakt voor de studenten
 HOE BEWEEG JIJ JE DOOR DE ACADEMIE, GAAT ALLES VAN ZELF OF VOELT HET SOMS AAN ALS EEN HINDERNISBAAN? EN WAT ZIJN JOUW BEHOEFTES OM ER IETS AAN TE DOEN?
 Veel dingen gaan vanzelf maar vaker is er ook wel weerstand.
Het werk wat ze zelf moet uitvoeren
Veel e-mails
Reparaties
Alles moet besteld worden
Technische kant (als er bijvoorbeeld een oven kapot is) doet iemand anders
Je kan niet zelf in een winkel spullen kopen en dat declareren, alles moet via een specifieke website
  ALS JIJ VOOR EEN DAG DE DIRECTEUR VAN ST. JOOST ZOU ZIJN, WAT ZOU JE DAN VERANDEREN? OF JUIST VERBETEREN?
 De positie van de werkplaatsen verbeteren. Ze hebben wel alle curriculum verniewd maar ze hebben de werkplaatsen er niet in meegenomen. De studenten gebruiken de werkplaats niet echt en het wordt in veel gevallen ook niet gestimuleerd. Ik stel voor om het huiswerk in de werkplaatsen te doen.
Verder zijn de ruimtes onlogisch geplaatst, een matige kantine en het klimaat op de 2e en 3e verdieping is ook slecht.
  HAAR EXPOSITIE
 Ze heeft de sokkels zelf gemaakt die ze in de etalage gaat plaatsen met haar beelden erop.
Vond het moeilijk om een goede prijs te verzinnen.
Prijslijst
Contract moeten opstellen -> wat gebeurt er als iets stuk gaat
  HAAR WERK
 Ze heeft in de loop van de jaren eigenlijk automatisch voor dieren gekozen.
Ze verzamelde foto’s waarbij ze beeld maakte. Dit leverde veel werk op die ze is gaan categoriseren waarbij ze weer nieuwe beelden ging zoeken en weer eigen werk ging maken/
Ze kijkt ook vaker naar het werk van andere kunstenaars voor inspiratie.
0 notes
tophateliquids · 5 years
Text
Heeft de e-sigaret zijn eerste slachtoffer in Belgie geclaimd?
De krantenkoppen in Nederland en België logen er wederom niet om: – Jongen (18) overleden ‘door e-sigaret’ in België, longartsen slaan alarm (AD.nl) – Raphaël (18) is waarschijnlijk eerste Belgische dode na gebruik e-sigaret (RTL nieuws.nl) – Na de eerste ‘vape-dode’ in België: moet de e-sigaret verboden worden? (demorgen.be) – Eerste dode door e-sigaret in België? (destandaard.be) – Onderzoek naar eerste vape-dode in ons land (metrotime.be) – Etc.
Maar tussen al die verschrikkelijke krantenkoppen was er ook een kop die afweek van die sensatie berichtgeving en daardoor opviel:
‘Gebruik geen cannabisvloeistof in e-sigaretten’ (detijd.be)
Opvallend. Een krant die direct en in één zin, de kern van het verhaal weet samen te vatten. En dat zonder smeuïg, sensationeel en veroordelend taalgebruik!
Propaganda, bron van misvatting, veroorzaker van ellende.
Wederom wordt in sensatieartikelen de crisis met illegale cannabis-cartridges misbruikt, door essentiële informatie achterwege te laten en ongefundeerd de focus te leggen op het dampen. Deze anti-rook/damp propaganda zal daardoor nog lang voor verwarring blijven zorgen en wellicht nog meer onnodige slachtoffers claimen helaas. En net als in Amerika zal ook in de Benelux onbekend blijven dat het verdampen van cannabisolie en het gebruik van de reguliere e-sigaret twee compleet verschillende bezigheden zijn. Veel mensen weten inmiddels dat dampen een extreem minder schadelijk alternatief voor het roken van tabak is, maar door de mediapropaganda is in de publieke opinie inmiddels ook het onjuiste beeld ontstaan dat “vapen” (de internationale term voor dampen) en de e-sigaret gelijk staan aan het gebruik van cannabisolie.
Vanaf de opkomst van de eerste e-sigaretten is er door sommige gebruikers geëxperimenteerd met het verdampen van allerlei vormen van cannabis. De toenemende populariteit van legaal verkrijgbare CBD en de meestal illegaal verkrijgbare THC in allerlei verschijningsvormen, waaronder de zeer populaire oliën, heeft ertoe geleid dat steeds meer mensen zijn gaan experimenteren met het verdampen van CBD en THC. Helaas met soms desastreuze en dodelijke gevolgen. De reguliere media was maar wat happig om op deze dodelijke gevolgen in te springen en ze te ‘gebruiken’ voor het verspreiden van propagandistische anti-rook en anti-damp berichten. In haar ijver het roken en dampen te demoniseren verzaakte zij de werkelijke feiten te melden en liet zij het na gebruikers te waarschuwen voor de werkelijke oorzaak van het ziek worden en overlijden van voornamelijk jonge mensen. Hierdoor bleven veelal jonge mensen oliën verdampen, ziek worden en soms dood gaan. Juist die jonge mensen die de anti-rook & damp organisaties pretenderen te willen beschermen. Het tragische voorval in België was dan ook niet een vraag van ‘OF’, maar meer een vraag van ‘WANNEER’.
En dit is dus waar we in de toekomst rekening mee moeten houden: Sensationeel(slecht) nieuws, in hapklare brokjes gevoerd aan het publiek, met schijnbaar als enig doel het beïnvloeden van de publieke opinie. Berichtgeving ontdaan van essentiële feiten en/of waarschuwingen met slechts een focus op de negatieve gevolgen. En negatieve gevolgen blijven bij het publiek hangen, waardoor we nog lang te maken hebben met mensen die geheel ten onrechte bang zijn voor de e-sigaret, maar des te meer met mensen die gehoord hebben dat je CBD/THC-olie kunt verdampen en dat ook zullen doen.
In Amerika, maar ook in Duitsland, zijn inmiddels de eerste gebruikers met verdampers gevuld met synthetische cannabis waargenomen. Synthetische cannabis veroorzaakt gelukkig niet de dodelijke longziekte, welke in het geheel niet zo mysterieus blijkt te zijn als de media doet voorkomen. Synthetische cannabis veroorzaakt echter wel allerlei andere onaangename medische verschijnselen. We zullen dan ook nog niet verlost zijn van mensen die zich onbedoeld nomineren voor een Darwin-trofee met hun damper en de onsamenhangende, non-informatieve, sensatieberichten die de media daarvan zullen blijven maken. Moedwillig zo lijkt het, wil de reguliere media mensen slecht geïnformeerd blijven houden.
En de vraag is dan: welke van de twee is erger ?
Als er meer openheid en duidelijkheid was verschaft vanuit de medische wereld, de overheden en de media, vanaf het het moment dat er meer duidelijk werd over deze specifieke tragische voorvallen, dan was ons waarschijnlijk veel onnodig leed bespaard gebleven. Er had veel sneller, feitelijk en duidelijker gewaarschuwd moeten worden voor de gevaren van het dampen van THC/CBD op oliebasis en de levensgevaarlijke middelen die gebruikt werden om deze oliën te verdunnen en op te lossen. Stoffen die nagenoeg zonder uitzondering aangetroffen werden in de apparaatjes van slachtoffers in Amerika. Ook hier in de lage landen, waar de media vooral bezig was deze trieste gevallen te misbruiken om het “gewone” dampen te demoniseren en weg te zetten als een extreem gevaarlijke bezigheid, gingen gebruikers blijkbaar door met het verdampen van olie-achtige producten met alle risico’s van dien. Met als triest neveneffect dat veel ex-rokers, die door de e-sigaret succesvol met roken gestopt waren, uit angst voor de mysterieuze longziekte, weer gingen roken. De cijfers laten inmiddels zien dat het aantal rokers na twee jaren van daling weer stijgt, terwijl de verkoopcijfers van dampwinkels met 40% zijn gedaald.
En dat is dus precies wat het Amerikaanse Centre for disease control (CDC), maar zeer zeker ook de Amerikaanse media, te verwijten valt: Het willens en wetens, omwille van een eigen (politieke)agenda, het publiek te lang onjuist en onvolledig informeren en nalaten te waarschuwen voor de echte gevaren. De meeste slachtoffers van ná 1 september hadden niet ziek hoeven worden en niet hoeven sterven als er tijdig en breeduit gewaarschuwd was voor de werkelijke gevaren. In plaats daarvan hebben velen zich veilig gewaand, want cannabis ‘vapen’ leek niet de oorzaak. De oorzaak was toch immers de e-sigaret? Cannabis verdampen was dan toch niet gevaarlijk?……..
Dat een groot deel van de Europese media de Amerikaanse media nagenoeg 1 op 1 volgde en in veel gevallen hun berichtgeving hieromtrent inmiddels niet of nauwelijks heeft bijgesteld en onverstoorbaar door blijft gaan met het voeren van anti-rook/damp propaganda (net als het CDC) is schandelijk. Dat wetenschappers, medici en politici zich hier achter scharen en zich niet of nauwelijks roeren is wellicht nog schandelijker en grenst aan misdadigheid.
Wat moet je vooral niet te doen:
Je e-liquid/cartridges kopen op de “zwarte markt”.
Experimenteren met THC/CBD-olie producten in je damper.
Zomaar smaakstoffen toevoegen aan je e-liquid. Veel smaakstoffen uit de voedingsindustrie zijn op oliebasis en potentieel levensgevaarlijk om te dampen.
Waarschuwing!
CBD-olie bedoeld voor orale consumptie bevat niet hetzelfde CBD extract dat in CBD-liquid zit en is levensgevaarlijk om te dampen!
Het is volledig nutteloos om de werkzame stof in deze CBD-olie te verdampen omdat de werkzame stof in deze olie niet door de longen kan worden opgenomen.
Waar moet je op letten:
Er zijn geruchten dat er via Facebook mogelijk ook voor-gevulde THC-cartridges uit Amerika in Europa verhandeld worden. Deze THC-cartridges zijn potentieel levensgevaarlijk en wij raden met klem af om deze te gebruiken. Het gaat bij dit soort cartridges bijna altijd om keramische verdampers die NIET gebruikt worden bij het verdampen van normale e-liquid. Een veel gebruikte cartridge om THC-olie mee te verdampen is de zogenaamde CCELL.
Voorbeeld van de ccell cartridge
Deze cartridges werken alleen met “stroperige” liquids en juist deze stroperigheid was lange tijd voor de gebruikers een teken dat de liquid veel THC-olie bevatte. Omdat de gebruikers van deze liquids geen legaal en getest product kochten gebruikte men de “bubble-test” om te controleren of de liquid voldoende THC-olie bevatte. Deze bubble-test is misbruikt door veelal illegale dealers van deze producten. Zij voegden vloeistoffen toe aan de cartridges met een vergelijkbare stroperigheid om te verdoezelen dat er veel minder THC-olie in hun liquid zat, waardoor ze veel meer geld konden verdienen. De persoon die hierin een groot aandeel in heeft gehad is inmiddels achterhaald en dat verhaal is ronduit schokkend te noemen.
youtube
Zoals je ziet gaat de luchtbel erg traag door de liquid
E-liquid en olie.
THC-olie is veel stroperiger dan e-liquid en daardoor bijna onmogelijk te gebruiken in een normale/legale e-sigaret. THC-olie is ook niet goed te mengen met de normale bij wet geregelde en goedgekeurde ingrediënten in e-liquids. Daarom zijn speciale keramische verdampers bedacht voor deze oliën. Een normale e-sigaret kan niet gebruikt kan worden voor THC-olie omdat de stroperige olie niet door het katoen in een normale e-sigaret naar de verwarmingsspoel getransporteerd kan worden. Hierdoor zal het katoen dat in contact staat met de verwarmingsspoel droog blijven en gaan smeulen of verbranden met een extreem vieze en onaangename brandsmaak tot gevolg.
youtube
Een klein experiment: In 1 glas mengen we e-liquid met water en in een andere glas mengen we e-liquid met zonnebloemolie. Conclusie: E-liquid is zeer goed mengbaar met water omdat alle e-liquid ingrediënten (vg, pg en smaakstof) erg goed mengen met water. Geen enkel ingrediënt in e-liquid vermengt zich met olie !
youtube
Dezelfde test maar nu met olijfolie.
Zijn legaal gekochte e-liquids in Nederland veilig?
De in Europa legaal verkrijgbare e-liquids zijn zonder uitzondering niet de oorzaak van alle tragische voorvallen zoals gesuggereerd in de media. Wij blijven achter de overduidelijke boodschap van een grote groep zeer gerenommeerde wetenschappers staan, die blijven herhalen dat dampen minimaal 95% minder schadelijk is dan het roken van tabak. Deze boodschap is namelijk, in tegenstelling tot de angstberichten in de media, gebaseerd op onafhankelijke, degelijke en controleerbare onderzoeken en aantoonbare feiten. De e-liquids die in Nederland legaal verkrijgbaar zijn voldoen aan de wetgeving die geldt voor e-liquids binnen Europa en worden veilig genoeg geacht om te gebruiken zonder acute gezondheidsrisico’s.
Acvoda wil tot slot L33ntje bedanken voor haar bijdrage aan dit artikel.
Heeft de e-sigaret zijn eerste slachtoffer in Belgie geclaimd? was originally posted by E-Sigaret Nieuws
0 notes
cassbnt571-blog · 6 years
Text
Anna Wintour Over Mode Kleding Stoffen.
Yara Michels plaatst prachtige foto’s van nóg mooiere kleren, vormt dikwijls reisjes naar tropische oorden en houdt zelfs hoofdhaar persoonlijk blogevenementen.
Betreffende Milaan tot een Malediven
Ze reist over Londen naar New York en aangaande Milaan tot de Malediven, is trotse eigenaresse over haar persoonlijk Chanel-tas en werkt tezamen met merken wanneer H&M en Chanel. Yara Michels kan zijn 24 en bezit meteen al een eigen evenement aangaande een vloer af met opgebouwd.
Op de sofa bedacht
youtube
Vijf jaar geleden zag hoofdhaar stijlblog This chick’s got style gedurende een avondje op de sofa het levenslicht, nu geeft ze hoofdhaar eigen Blog Class Events en spreekt ze geregeld voor bedrijven. Snel post ze nog steeds bijkans dagelijks aan wat hoofdhaar inspireert op dit gebied met mode, reizen en lifestyle. Vanwege LINDA.meiden voelden we haar eens met een tand.
Er zijn sexdating-sites ons studie succesvol afgerond, jouw scriptie werd genomineerd een verkoopprijs, er bestaan ons boek geschreven én jouw reist hetgeen af vanwege jouw blog. Hoe doe jouw het zeker allemaal?
‘Dat belangstelling ik me ook wel weleens af. Je geloof in verrichten daar waar jouw van droomt en sta ook niet graag stil, misschien zit dit daarin. En je ben eenvoudig enorm buitengewoon gek op mijn werk. Zodra je merkt dat lieden dit tof ontdekken wat jouw doet, en jouw ziet de bezoekersaantallen groeien, wil jouw jezelf tevens alsmaar pushen om verder te aankomen.’
Jouw schrijft veel en goed, in dit Engels. Hoe heb jouw jezelf het aangeleerd?
‘Idee wegens typen zit ons weinig in jouw, doch is wat wat jouw absoluut ook kunt trainen. Je bekijk veel buitenlandse reserveren, tijdschriften en blogs. Zo kom je alle mogelijke hete woordspelingen, iets anders en zinsconstructies tegen, die je opsla in mijn hoofd. Het helpt tevens om je blogpost weleens hardop voor te lezen om te kijken ofwel alles wel aangenaam loopt.’
Wat kan zijn dit leukst juiste werken indien blogger en wat kan zijn dit stomst?
‘Het allermooiste vind je het ik betreffende niets wat heb kunnen produceren. Wat begon zodra passion project, indien grootste bezigheid, is meteen mijn beurs. Het daar zoveel fantastische meiden zijn die This chick’s got style alang vijf jaar trouw volgen, die mijn site rekenen tot onderdeel aangaande hun dagelijkse routine, vind je een grote eer. Lastig is dat online nimmer stilstaat. Je social timelines en e-mails gaan 24/7 via – tevens betreffende Feestdagen, ook als jouw op vakantietrip raakt, ook indien jouw met vriendinnen op de sofa zit. Omdat mijn site tevens best persoonlijk is, is het wel weleens tricky om privé en werk te scheiden.’
Hetgeen vind jouw zo opwindend aan mode?
‘Dat dit jouw de kans geeft teneinde in één tel te vertellen wie je bent. Aangenaam, ingeval je stijl en kledingkast kloppen betreffende op welke manier jij je je voelt. Mode kan zijn ons speelse methode om jouw point of view uit te drukken, wat weer beïnvloedt op welke manier anderen op je antwoorden. Omgekeerd vertelt mode het betreffende allemaal aan hetgeen er speelt in de maatschappij – onder andere via welk vrouwbeeld er wordt geschetst. En er wordt eenvoudig ongelofelijk heel wat moois gemaakt.’
Wie kan zijn jouw favoriete ontwerper en waarom?
‘Het wisselt ieder jaargetijde ons weinig, doch ik val altijd vanwege een ontwerpen met Proenza Schouler. Balenciaga vormt alang jarenlang een ene prachtige collectie na een overige. Het was wel even omschakelen nu Alexander Wang, tevens ons absolute favoriet, daar hoofdontwerper kan zijn. Wegens ready to wear vind je BLK Denim, Acne, 3.1 Phillip Lim, Opening Ceremony en Kenzo interessant om te volgen.’
Diana Vreeland of Anna Wintour?
‘Lastig. De kracht met Anna Wintour maak je wat bewuster mee. Hetgeen ik bewonder kan zijn haar vermogen om talent te scouten. Daarom wordt ze al jarenlang omringd door ons ijzersterk team (Grace Coddington, halleluja!) en kan zijn ze vaak mits 1e op de hoogte over veelbelovende jonge designers. Dat ze creatief én commercieel sterk kan zijn, vind je verder knap. Een magazine maken daar waar high fashion van spat en het verder nog weleens goed verkoopt, kan zijn zeker niet gemakkelijk.’
Als blogger krijg je gigantisch veel aangeboden, ook door merken welke niet voor jouw behoren. Hoe maak je daarin ons afwisseling?
‘Aardig ben je na zoveel jaar in de gelegenheid teneinde op This chick’s got style louter te werken met opwindende merken die bij mijzelf horen. Denk aan H&M, de Bijenkorf, Tommy Hilfiger, Maybelline en Chanel. Je ga slechts (lange duur-) partnerships met met zien waar je echt gek op ben, of die ik voorheen al droeg ofwel gebruikte. In feite ervaar je bij een samenwerkingsvoorstel gelijk met of mijn lezers het moeten appreciren of niet. Ons deel aangaande ondernemen gebeurt zeker ook op intuïtie.’
Zodra je wat zou kunnen wijzigen in de modewereld, wat zou het vervolgens bestaan?
‘Telt een verkoopprijs betreffende Chanel-tassen? Een modewereld kan zijn mogelijkerwijs hetgeen groot. Indien je dit betrek op de blogosphere, vervolgens doorhad je een tijd lang het merken en marketeers blogs niet goed een plaats konden geven. Het vooral print serieus genomen werd, terwijl sommige topblogs die weet jarenlang bestaan een even omvangrijk en trouw bereik beschikken over. Vanzelfsprekend vind jouw in print vaak verdieping, waar blogs dikwijls om een wat verdere handige, commerciële vertaling betreffende trends gaan. Doch het neemt ook niet straat dat er sites nauwelijks easy road to succes kan zijn.’
Voel je je wel eens onzeker via commentaar dat personen op je beschikken over en zo ja: op welke manier ga je daarmee om?
‘Nee joh, mensen bestaan online nou weleens ongenuanceerder. In positieve comments word jouw een hemel in geprezen, negatieve opmerkingen zijn meteen tevens heel lomp. Allicht raakt het je de allereerste aantal keren, nu glijdt dit zo van me af.’
Jouw post veel met jezelf op jouw blog, over foto’s tot eigen ervaringen. Vind je dit niet lastig dat een ieder het mag lezen?
‘Mijn blog is wel persoonlijk, ik ben dit gelaat van mijn website, maar ik maak wel een onderscheid tussen persoonlijk en privé. Dingen die je post op This chick’s got style of social media gaan wel over mezelf, maar iedere keer in een context over mode, reizen of lifestyle. Weet verbaas ik me daar soms wel over hoeveel personen in feite van me begrijpen. Het mijn tweelingbroer op een festival wordt herkend na hij eens op mijn Instagram stond, ofwel het je gedurende een kluszondag in joggingbroek ons tweet heb dat persoon me zag lopen in Ikea. Aardig heb je hele leuke, lieve lezeressen, dus ik vind het iedere keer tof om aanraking met ze te beschikken over.’
Hetgeen is jouw favoriete blog?
‘Mijn lievelingsblogs wijzigen continue, weet kan zijn de Man Repeller ons constante. Op sites die mode, interieur, editorials en verschillende fijne inspiratie http://mciancio.com/lyndan76ps/post-mode-kleding-broek-69504.html combineren, kom ik tevens aldoor terug. Bijvoorbeeld Whowhatwear (ons all time favorite), Le Fashion, HonestlyWTF en The Coveteur.’
Wat kan zijn jouw guilty pleasure?
‘Maltesers, Doritos, mini-donuts, hamburgers, bite size pizza’s – jam! – en al die overige goddelijke snacks welke lange werkavonden draaglijker vervaardigen.’
Mits je andere meiden raadgeving zou dienen te geven over hoe ze hun dromen dit allerbeste kunnen verwezenlijken, wat zou het vervolgens zijn?
‘If you can dream it, you can do it. Er kan zijn allicht niet één weg naar succes, doch dit begint dikwijls met een niche of visie ontwikkelen die beslist bij je past, harder werken dan de meeste anderen, plezier hebben van korte succesmomenten en jezelf omringen betreffende inspirerende lieden die je motiveren.’
0 notes
hetrodevaandel · 6 years
Text
DE INGETRAPTE DEUR NAAR JERUZALEM
Al jaren hebben Amerikaanse presidenten beloofd om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israel.  Ook zou de ambassade worden verplaatst van Tel Aviv naar de heilige stad. Uiteindelijk durfde niemand het aan. Tot vorige week, toen Trump besloot dat het tijd werd om een verkiezingsbelofte na te komen. Het verplaatsen van de ambassade zal nog lang duren, maar de erkenning van Jeruzalem is een feit. De reacties waren voorspelbaar; woedende Palestijnen, dreigende Arabische leiders en jammerend Europese regeringen, aangevoerd door de EU. 
 Achter de bekendmaking zelf en ook de reacties schuilt natuurlijk veel propaganda. Ieder probeert zijn eigen straatje schoon te vegen. Soms uit angst, soms uit berekening, en ook een combinatie kan toepasselijk zijn. Laten we dus even rustig kijken wat er aan de hand is, en wat er nog kan gebeuren. We moeten vaststellen dat er eigenlijk al geen vredesproces meer bestaat in het Midden Oosten. De Palestijnen zijn vooral bezig met de eigen instellingen en Israel leunt gewoon achterover. Vanuit de rest van de wereld zijn er ook geen initiatieven om daadwerkelijk iets te veranderen. Af en toe wordt er nog wat gemompeld over een twee-staten oplossing, maar eigenlijk is er niemand serieus mee bezig. Ook de Amerikanen niet. Dat was al zo onder Obama, en ook onder Trump is er tot nu toe weinig of niets gebeurd.
Dat betekend niet dat de problemen ook verdwenen zijn. Israel en de Palestijnen staan nog steeds loodrecht tegenover elkaar, en ook de Palestijnen onderling kunnen maar moeilijk tot oplossingen komen. Aan beiden kanten is er sprake van corruptie, en opportunisme is aan de orde van de dag. Van dit alles worden veel mensen het slachtoffers, zowel in de Palestijnse gebieden als ook in Israel. Ieder moment kan er weer een oorlog uitbreken en om de paar weken is de spanning te snijden. We kunnen dus gewoon concluderen dat er een patstelling is ontstaan, en tot nu toe is niemand in staat gebleken om die patstelling op een redelijke manier te doorbreken.
 Voor dat we verder kijken moeten we duidelijk maken dat wij vinden dat de Palestijnen net als ieder volk recht hebben op een eigen staat. Daarnaast mag het bestaansrecht van Israel niet in twijfel worden getrokken. Een twee-staten oplossing lijkt dus het beste, maar is verder weg dan ooit. De reden hiervoor is de patstelling die we boven hebben beschreven. Niemand voelt zich geroepen om tot een doorbraak te komen, en dan kan radicale actie soms een oplossing zijn. Of wat Trump nu gedaan heeft die doorbraak ook kan waar maken zullen we moeten afwachten, maar er gebeurd nu wel wat.
 In een conflict als in het Midden Oosten moet er op een bepaald moment duidelijk gemaakt worden dat het niet eeuwig zo kan door gaan. Op dit moment hebben beiden partijen niet echt het gevoel dat ze iets moeten veranderen. Israel kan altijd rekenen op de bescherming van de Amerikanen en andere westerse machten, en de Palestijnse gebieden worden door vooral de Europese Unie volgestopt met subsidies. Niet dat de gewone mensen daar veel van merken, maar de bovenlaag leeft er goed van. Echt reden om iets te veranderen is er dus niet. Intussen blijven de twee partijen bij hun eisen, waaronder het claimen van Jeruzalem als hoofdstad, of toekomstige hoofdstad. Trump lijkt nu aan te geven dat wat hem betreft de Israëlische claim op Jeruzalem het zwaarste weegt, dus is erkenning een logische stap.
 Maar is deze stap wel een steunbetuiging aan Israel, of is Trump gewoon bezig om nieuwe voorwaarden voor onderhandelingen te creëren? Daar lijkt het eigenlijk meer op, en als Israel het wel als steunbetuiging ziet kon dat wel eens heel slecht uitpakken. We hebben eerder geschreven dat de twee partijen veel te veel hangen op machten van buiten. Dat zijn over het algemeen machten die hun eigen belangen najagen. Het is nog maar de vraag of de nieuwe ontwikkelingen in het belang van Israel zullen zijn, en de Israëlische regering zou er goed aan doen om op eigen kracht te vertrouwen, in plaats van steeds om steun te bedelen bij allerlei landen en instellingen. Achteraf gezien is het heel jammer dat Ariel Sharon, die de Gaza terug gaf aan de Palestijnen, zijn werk niet heeft kunnen afmaken. Hij was bereid om buiten de bewandelde paden te denken, en dat kom je in het Midden Oosten maar heel weinig tegen. Ook de huidige Israëlische regering is daar erg bang voor.
 Wat de Palestijnen betreft; het blijft een tragedie dat het volk het zo slecht heeft getroffen met haar leiders. Terwijl Hamas is Gaza met dagelijks wisselende agenda’s werkt, is de Palestijnse Autoriteit in de West Bank vergeven van de corruptie. Van iets opbouwen is geen sprake, het kweken van haat is een dagelijkse bezigheid, en de mensenrechten zijn ver beneden peil. Als het Palestijnse volk echt iets wil bereiken zal het de corrupte leiders moeten afzetten en zelf de macht in handen nemen. In feite hebben de Palestijnen een partij als de PKK nodig. Dan zal er misschien wat eenheid in het streven komen. Dan kan er ook serieus worden nagedacht over een Palestijnse staat. Daar zal trouwens ook een stuk van Jordanië voor gebruikt moeten worden, want ook dat is Palestijns land. Het is vreemd dat daar zo weinig over wordt gesproken.
 Trump heeft met zijn beslissing een deur ingetrapt, en wat de gevolgen precies zullen zijn is nog niet te overzien. Het kan zijn dat hij het gruwelijk mis heeft, en alles alleen maar erger zal maken. Maar in tegenstelling tot de jammerende Europese leiders probeert hij het tenminste. Goed of slecht; het is in ieder geval niet meer van hetzelfde, en dat is al een stap naar voren. Hoe klein dan ook. Misschien dat er dan weer wat hoop komt.
 Intussen zien we als bijwerking wel een aantal aanvallen op Joodse eigendommen en instellingen in Europa. Deze gebeurtenissen worden nu meteen op rekening van Trump geschreven. Maar dat is een foute denkwijze. Er is een toenemend aantal antisemieten actief die iedere kans aangrijpen, en het Midden Oosten graag als excuus gebruiken. In werkelijkheid zouden ze als er geen Midden Oosten conflict was op dezelfde manier actief zijn, alleen dan op nieuw uit te vinden gronden. Sommige dingen veranderen immers nooit. Nou ja, bijna nooit.
0 notes
bramsnor · 7 years
Text
Een slechte start,
Zondag, de laatste volle vakantiedag, acht uur Marja wordt wakker en stapt uit bed voor een bezoekje aan het toilet beneden. Krakend via de houten trap daald zij af om even later wat opgelucht weer boven te komen. De gordijnen open van onze houten slaapzolder, met de opmerking “mooie dauw over het land”. Met andere woorden een prima fotomomentje. Al ontwakend uit de zoveelste slechte droom van deze nacht, waarvan sommige me achtervolgde tot de volgende slechte droom, met andere woorden, een onrustige nacht die “een slechte start” van deze dag veroorzaken. Tegelijkertijd een negatieve bui die soms lange tijd mij kan achtervolgen.
Om deze laatste reden maar gelijk de klamboe open geslagen en de voeten op de houten vloer gezet. Zonder verder dralen wat kleding aan gedaan en de krakende houten trap af gedaald. Zal ik eerst een kopje thee maken, of een boterhammetje naar binnen werken? Of maar gewoon de camera pakken en naar buiten gaan?
Het laatste leek mij de beste optie, dus deur open en gaan, even naar de vijftig meter verder op lopende zandweg door het toegangshek en al gelijk zag ik een mooie plaat met zonnestralen door de bomen. Even draaien, nog even stellen en hup de volgende plaat vastgelegd met de Nikon. Toch maar even terug het houten huisje in, kijken wat Marja voor plannen heeft. Die stond inmiddels onder de warme douche, dan maar de fiets gepakt en er weer op uit. Nu door het houten hek rechtsaf richting spoorlijn om onderweg diverse keren te stoppen om hier en daar wat ochtendmist platen te schieten.
Bij de spoorwegovergang aangekomen doet een railsfoto in ochtendmist het altijd leuk, als ook de kraaien die in grote getale op de bovenleiding hun opwachting maken op de volgende trein van Ede naar Lunteren. Wat zie ik daar bij de overwegboom? Een schitterend spinnenrag in dauwdruppels uitgevoerd, hoe leg ik dat vast?
Inmiddels hoor ik achter me een andere bewoner aankomen schuifelen, zonder er acht op te slaan concentreer ik me op de spoorbomen en de spinrag, na de verschillende instellingen van de Nikon staat dit er wel op, thuis kun je toch pas zien of het geworden is wat je er van verwachte. Inmiddels blijkt de langs schuifelende figuur een klein mannetje van een jaar of zeven met aan de andere kant van de lange lijn zijn zwarte fors uitgevallen vriendelijke hond, helaas alweer verdwijnend in de vochtige ochtendmist. Na nog wat plaatsjes geschoten in de rondte me afvragend waar de kleine vriend met dat zwarte monster is gebleven? Op de viersprong van de zandweggetjes kies ik voor de meest voor de hand liggende, namelijk die waar ongeveer het mannetje vandaan kwam gewandeld.
Na even fietsen die richting uit zag ik ze opdoemen in de lichter wordende ochtend dauw, alvast maar al fietsend wat plaatjes schietende worden ze steeds duidelijker. Eenmaal naast het mannetje die behoudend de zwarte hond probeert binnen te halen, meld ik hem om hem die moeite te sparen. De zwarte hond heeft geen kwaad in de zin, en ook al zou hij dat wel hebben, zou dat mannetje van twee turven hoog niets uit kunnen halen. “Ben je de hond aan het uitlaten” vraag ik belangstellend en tevens als openingszin? Ja zegt het knulletje, ik was vroeg wakker en vader en moeder “slapen” nog, dus laat ik de hond maar even uit. Ja, ja, slapen dacht ik gelijk, was het bij mij zelf vroeger ook niet zo dat ik op zondagmorgen weg werd gestuurd zodat pa en ma nog even konden “slapen”? Het heeft me wel een zus opgeleverd dacht ik nog even in m’n zelf gniffelend.
Na nog wat plaatjes van dit duo de zandweg weer terug fietsende kwam ik andere mooi uitgelichte objecten tegen die de gevoelige plaat verdiende. Langzaam aan terug fietsende en dichter bij het bos aankomende stop ik bij een hek waar achter het verhoogde land ligt waar gister luidruchtig het gras gemaaid werd door de boer. De aldaar verblijvende schapen waarvan ik er slechts een enkeling zag lopen keken mij verdwaasd aan, zeker toen ik over het hek geklauterd was met m’n oude stijve spieren die behoorlijk verkeert voelde na deze handeling. Inmiddels weer de Nikon ter hand om hier en daar een plaatsje van de steeds meer verdwijnende mist te maken.
In de rij bomen ontwaar ik ineens wel zo’n honderd schapen tussen de bomen die wanneer wakker allemaal mijn kant opkijken. Een geweldig mooi tafereel zo die liggende wolfabriekjes tussen de bomen met van rechts de zon die door de takkenbomen de lichtstralen het geheel een sprookjesachtig geheel geven, en mij uitnodigen om een en ander vast te leggen met de Nikon. Na nog een en nog n’plaat te hebben vastgelegd klauter ik terug het hek over om richting de vakantiewoning terug te fietsen. Inmiddels ben ik de “slechte start”en alle gevolgen van dien behoorlijk vergeten, uiteindelijk is een flink geconcentreerd bezigheid met de Nikon een uitstekend medicijn deze morgen om van een erg vervelende start een mooie en gezellige dag te maken.
Bramsnor
0 notes
betoverheks · 7 years
Text
Donderdagmiddag rijd ik naar Brabant. Heks gaat in retraite! Ik ben van plan op tijd te vertrekken. Daarom neem ik een ruime marge, zodat ik alles rustig kan doen. Hond wegbrengen, alles klaarzetten voor katten, spullen bij elkaar rapen en inpakken…… Iets later dan gepland ben ik dan eindelijk op weg: Als het goed is kom ik ruim een uur te vroeg aan.
Mijn auto zit vol warme kleren, dekbedden en voedsel. Op het laatste moment knikker ik nog een pak brood, rijstwafels en ontbijtgraan in mijn tas. En een bak aardbeien en blauwe bessen. Er is dan wel een dieetkok aanwezig en ik heb uitgebreid ingevuld wat ik allemaal niet mag consumeren, maar ik vertrouw het zaakje niet. Door schade en schande wijs geworden zeg maar.
Het is druk op de weg. Het zonnetje piept tevoorschijn. Het verkeer valt volledig stil. Stapvoets gaat het richting Utrecht. We sjokken en masse om dit hopeloze knooppunt heen op weg naar het volgende struikelblok: Den Bosch…..
Mensen doen weer de raarste dingen tijdens dit oponthoud. Een man zwalkt van de ene rijbaan naar de andere. Geen richting aangeven. Niet kijken. Hij schiet als een ongeleid projectiel vanaf de rechterbaan voorlangs, talmt eventjes pal voor mijn snufferd en lanceert zijn bolide vervolgens naar de baan links van me. Heks heeft nauwelijks de tijd om vol op de rem te gaan staan: De man heeft niets door. Achter me schrikken ze zich ook dood.
Hij heeft zich toch vergist realiseert hij zich al snel, want mijn baan gaat sneller. Geïrriteerd kijkt hij op van zijn bezigheid, terwijl ik hem voorbij tuf: Hij zit fanatiek te smsen, terwijl hij tegelijkertijd gewoon aan het rijden is! In een hectische file! Geen wonder, dat hij bijna op mijn auto zat!
Als ik langszij kom wijs ik op mijn voorhoofd. Draai een rondje naast mijn oor: ‘Kierewiet!’.  De kerel komt achter me aan en doet zijn raampje open. Nijdig kijkt hij me aan: Wat of ik heb?
‘Meneer, U rijdt me zojuist bijna aan en heeft het niet eens in de gaten. Het is dat ik vol op mijn rem ben gaan staan, tot ontzetting van het achteropkomende verkeer. En mezelf: Ik heb al een whiplash door net zo’n ‘oplettende weggebruiker’, maar niet heus, als u. En dan zie ik dat u gewoon zit te smsen tijdens het rijden in een file! Dat moet u toch niet doen!’
‘U heeft me zojuist bijna de doodschrik bezorgd, houdt op met smsen in de auto! Zo vallen er nog doden en dat is echt niet denkbeeldig.’ ‘Sukkel,’ denk ik erachteraan, ‘Ongelofelijk asociaals stuk vreten.’ Een vriendin van me is een paar jaar geleden platgewalst door achteropkomend verkeer. Ze heeft het niet overleefd. De man kijkt perplex. Hij een gevaar op de weg? Hij heeft echt geen idee waar ik het over heb, de stumperd.
Nou ja, dat begint weer lekker. Enigszins oververhit en met anderhalf uur vertraging kom ik aan in Biezenmortel. Ik ben net te laat voor het eerste programmaonderdeel: Gezamenlijke zitmeditatie. Ik koekeloer om de hoek van de deur van de meditatiehal en besluit op de gang te wachten. In stilte. Ademend. I have arrived, I am home……
Een kwartiertje later schuif ik de zaal in. Ik ben niet de enige, die vast heeft gezeten in het verkeer. Uren later daagt er nog iemand op uit Haarlem. Zij heeft het veel erger te verduren gehad, omdat ze een uurtje later dan Heks was vertrokken……..
Op het podium zit mijn vriendin de non. Haar gezicht splijt in een stralende lach als ze me ziet. Ook Kras is al gearriveerd. Ze is met de trein gekomen, op de scootmobiel, een hele onderneming. Vanmorgen heb ik haar bagage opgehaald. ‘Anders moet je zo sjouwen , geef je spullen maar aan mij mee.’
Een faliekante communicatiestoornis. Als ik haar bagage in de auto wil zetten blijkt het slechts om een zak beddengoed en handdoeken te gaan. ‘Joh, ik neem gewoon niet veel mee. Haha, echt, je hoeft verder niets in je auto te stoppen, alles gaat gewoon mee op de scootmobiel. Ja, mijn fototoestel ook. Misschien wil ik onderweg wel wat plaatjes schieten….’
Daar sta je dan met je goede bedoelingen. Het zal een terugkerend onderwerp worden dit weekend. Wat doe je voor de ander en waarom? En is het nodig? ‘Thich Nhat Hanh heeft het in één van zijn boeken over het aanbieden van Doerian in dit kader,’ weet Kras te melden. Alhoewel ze pas een week met Boeddhisme bezig is heeft ze zich het onderwerp al aardig eigen gemaakt……
‘Lekker, Doerian, mmmmmm…’ Heks houdt heel veel van dit stinkende rottige goedje. Een ware delicatesse! Thay vindt het niet lekker, hij houdt er zelfs helemaal niet van. Soms komen er mensen naar hem toe om zo’n bijzondere vrucht met hem te delen. Goedbedoeld natuurlijk. ‘Maar ze hebben niet goed naar me gekeken, naar wat ik nodig heb,’ aldus onze leraar.
‘Ik krijg heel veel Doerian aangeboden, Heks, ook hier,’ Kras noemt voorbeelden op van allerlei dingen die mensen met de beste bedoelingen ongevraagd voor haar lopen te doen. Of haar zomaar uit handen proberen te nemen.
Grappig. Dat heb ik nu nooit. Of zelden. Of in elk geval beduidend minder. Ik krijg slechts met enige regelmaat allerlei aanbevelingen van vage edoch peperdure wetenschappelijke niet bewezen behandelingen tegen stress, die ik nodig moet gaan volgen. Zodat ik mijn klachten niet in stand houd. Huh? Tja. Kots en braak zullen we maar zeggen.
Nog voor we ons op onze kamer hebben geïnstalleerd krijgt Kras een éénpersoonskamer aangeboden. Zomaar. Omdat ze er zo gehandicapt uitziet.
‘Ik wil het niet hebben,’ roep ik direct. Ik moet er niet aan deken om met een wildvreemde op de kamer te liggen. Met al mijn hulpmiddelen, de medicinale cannabis, het hopeloze slapen, de pijn in mijn donder en noem maar op. Kras en Heks zijn wat dat betreft aan elkaar gewaagd. Bovendien ben ik sowieso graag samen met mijn vriendin. ‘Lekker egoïstisch, Heks,’ plaagt mijn maatje, ‘Je denkt ook alleen maar aan jezelf…’
Niemand die mij overigens een éénpersoonskamer aanbiedt. ‘Jij roept iets heel anders op bij je medemensen, Heks. Met al je hoedjes en je wilde outfits. Als ze jou zien dan denken ze waarschijnlijk: Dat wijf krijgen we wel!’ Kras zit hartelijk te lachen, ‘Ik heb ooit zo’n geliefde gehad. Ook gehandicapt overigens, maar ondanks dat ontlokte ze precies dezelfde reactie aan haar omgeving als jij!’
Na de eerste introductie worden we ingedeeld bij onze tijdelijke ‘familie’. Ik zit bij Zuster Orchidee, mijn favoriete geliefde nonvriendin, in de groep. Kras moet helaas ergens anders heen. Eigenlijk. Maar er wordt direct een mouw aan gepast als we gaan protesteren. ‘Kom maar gezellig bij ons, het wordt wel een hele grote familie, maar het is helemaal ok.’
Oh, wat is het fijn om hier te zijn. Ik kom allemaal oude bekenden tegen, sommigen heb ik al jaren niet meer gezien. Maar het overgrote deel der deelnemers zijn helemaal nieuw voor mij. Wat is de Nederlandse Sangha toch actief. Thay heeft behoorlijk wat volgelingen in ons kikkerlandje. Zijn boodschap van verdraagzaamheid, openheid en interzijn slaat aan bij ons handelsvolkje. Antigif tegen onze Calvinistische volksaard!
Samen met Kras haal ik mijn spullen uit de auto. ‘Ideaal zo’n scootmobiel,’ verzucht ik als  ze met haar kar afgeladen naast me snort. Mijn kussen, dekbed, extra deken, truien, vest, koeltasje, voedselvoorraad en toilettas kunnen allemaal in één keer mee. Ik hoef alleen maar mijn koffertje op wielen achter me aan te rollen.
‘Jeetje, Heks, nu pas begrijp ik waarom je speciaal naar me toe kwam vanmorgen om mijn bagage op te halen. Jij sjouwt gewoon je halve huisraad mee! Best lief eigenlijk dat je aan me hebt gedacht.’
  Uiteindelijk blijken veel van de meegebrachte spulletjes goed van pas te komen. Heks heeft niet geheel voor de kat zijn viool lopen zeulen…….
Plum Village
Stichting Leven in Aandacht
        Een goed begin is het halve werk. Zet dat maar op mijn zerk. Gelukkig overleef ik de heenreis naar Biezenmortel! Aftrap van een heerlijke Boeddhistische retraite in de traditie van Thich Nhat Hanh. Donderdagmiddag rijd ik naar Brabant. Heks gaat in retraite! Ik ben van plan op tijd te vertrekken.
0 notes
christusleeft · 7 years
Text
New Post has been published on In de hemel is wél bier !
New Post has been published on http://bit.ly/2nTBmCX
De Dynastie van Adam
De geslachtsregisters van de Zoon des mensen
DE VIER EVANGELIEN
Wanneer we een systematische studie maken van de persoon en het leven van de Heere Jezus, krijgen we direct bij de aanvang te maken met het fenomeen, dat er niet zoiets als een biografie van de Heere Jezus bestaat! Wat we in de Bijbel vinden is geen enkelvoudig chronologisch verslag van zijn leven vanaf de aankondiging van zijn geboorte tot en met zijn Hemelvaart. Wat we vinden zijn de vier “Evangeliën”, die onderling aanmerkelijk van elkaar verschillen. Niet dat deze verschillen tegenstrijdigheden zouden zijn! Verre van dat, de gelovige weet immers, dat de vier Evangeliën in wezen één en dezelfde schrijver hebben. Waar alle vier door de geest van God zijn voortgebracht is het onmogelijk, dat er tegenstrijdigheden zouden voorkomen.
Dat zovele mensen, theologen incluis, toch onverzoenlijke fouten in de werken van de Evangelisten menen aan te treffen, is even betreurenswaardig als verklaarbaar. Zij zoeken immers naar fouten in de Bijbel! Zij zoeken immers naar argumenten voor hun stelling, dat de Bijbel niet in zijn geheel, of in het geheel niet, het geopenbaarde woord van God is. Het aantonen van onvolkomenheden in de Schrift heeft slechts ten doel te bewijzen, dat diezelfde Schrift niet kan zijn voortgebracht door een volmaakte geest, of nog sterker: hij die in staat is de onvolkomenheden van de Schrift aan te tonen, staat zelf blijkbaar op een niveau, dat uitrekt boven dat van de Schrijver van de Bijbel! Daaruit volgt dan, dat zo iemand de Bijbel niet nodig heeft. Hij die de fouten in de Bijbel weet aan te wijzen verheft zich boven de Bijbel, en daardoor ontdoet hij zich ervan.
Helaas is deze bezigheid veruit de belangrijkste activiteit van de hedendaagse “Schriftgeleerden”. Maar wat zij aantonen is niet de feilbaarheid van het Woord van God, doch slechts de onkunde en hoogmoed van de mens.
Ondanks de grote problemen, die theologen kunnen oproepen bij de verklaring van de Bijbel is hij voor veel gelovigen toch het boek van de volmaakte harmonie. Zij zien de volmaakte en verbazingwekkende samenhang van de Bijbel als geheel. Zij zien iets van de Goddelijke almacht en eenheid, die ook in zijn woord tot uitdrukking komt. Enerzijds weet elke ongelovige dat de Bijbel met zichzelf in strijd is, en dat je ”met de Bijbel in de hand elke kant op kunt”. Aan de andere kant Zijn er gelovigen, voor wie de Bijbel het onfeilbare woord van God is. Vanwaar deze uitersten?
Het verschil is niet gelegen in de Bijbel. Het gaat om hetzelfde boek. Het verschil is gelegen in de manier waarop de mens de Bijbel en Zijn Schrijver tegemoet treedt. Wanneer wij beslist vast willen houden aan onze eigen (godsdienstige) opvattingen en filosofieën en vanuit die starre en hoogmoedige houding de Bijbel openen, hebben we alleen nog maar de mogelijkheid om de Schrift in te passen in onze eigen denkwereld. Dat we door die benadering in moeilijkheden komen met bepaalde bijbelgedeelten is onvermijdelijk! De andere manier is die, waarbij wij onze eigen gedachten terzijde zetten en ons onvoorwaardelijk open stellen voor wat God ons door Zijn Woord wil openbaren. Dat vergt veel van ons. Het eist de terzijdestelling van ons ego en het eist geloof! Geloof in het onfeilbare Woord van God. Het Woord van God, dat niet slechts in de Bijbel gevonden kan worden, maar dat de Bijbel is. Wanneer we van deze positie uitgaan, zullen we op voorhand moeten erkennen dat schijnbare tegenstrijdigheden slechts voortkomen uit onze eigen gebrekkige interpretatie en dat de verschillende beschrijvingen van dezelfde gebeurtenissen ieder hun eigen betekenis hebben.
Toegepast op de vier Evangeliën betekent dit, dat zij elk hun eigen karakteristieke betekenis hebben. Hoewel zij alle vier een beschrijving geven van de persoon en het leven van de Heere Jezus, verschillen zij onderling aanzienlijk! Dit is geen vergissing. Het heeft een betekenis!
MATTHEÜS
Het Evangelie van Mattheüs tekent ons de Heer als de koning van het komende koninkrijk der hemelen. Hij was de beloofde “Zone Davids”, die zou komen om Zijn eeuwig koninkrijk op te richten.
“Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een heiland …..” Zach. 9:9.
“Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, dat ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken, . die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op de aarde”. Jer. 23:5
Het eerste hoofdstuk van Mattheüs begint daarom met een geslachtsregister van de koning. Dit register loopt van Abraham, de stamvader van Israël via David, de stamvader van de Israëlitische koningsdynastie.
MARKUS
In Markus zien wij Jezus als de “Knecht des Heeren”.
“Ziet mijn knecht dien ik ondersteun, mijn Uitverkorene in dewelke mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb mijn geest op Hem gegeven, Hij zal het recht der heidenen voortbrengen ” Jes. 42:1.
“… want ziet, ik zal mijn Knecht, de Spruite, doen komen ” Zach. 3:8.
In Markus vinden we geen geslachtsregister. De afkomst van dienstknechten, van slaven, is onbelangrijk!
LUKAS
Lukas, de dokter, toont ons de Heere Jezus als mens.
“Ziet een Man (mens), wiens naam is Spruite ……. “ Zach. 6.12.
In dit Evangelie over de Zoon des Mensen (zoon van de mens) vinden we zijn geslachtsregister teruggevoerd tot op de eerste mens: Adam.
JOHANNES
Door Johannes wordt ons de Heer geschilderd als de zoon van God! Zoals hij zelf zegt:
“Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam” Joh. 20: 30,31
“Zie, hier is uw God” Jes. 40:9.
“Te dien dage zal des Heeren Spruit zijn tot sieraad en tot heerlijkheid” Jes. 42.
In Johannes vinden we daarom slechts een kort “register”, dat direct teruggaat tot God zelf!
“In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was God… en het Woord is Vlees geworden, en heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des eniggeborenen van de vader, vol van genade en waarheid” Joh. 1: 1, 14.
Zo zien wij, hoe elk van de Evangelisten ons de Heere Jezus toont in een verschillend bijbels licht! Wij zien hem achtereenvolgens als:
De Koning de Slaaf de Mens God.
Juist deze verschillende benaderingen geven ons een harmonieus beeld van de persoon van de Heere Jezus Christus. Dus wel verschillen, maar geen tegenstrijdigheden. Wordt ook niet het mooiste akkoord gevormd door het gelijktijdig klinken van verschillende tonen?
KLINKERS
Wanneer wij de meer “menselijke” geslachtsregisters van Mattheüs 1 en Lukas 3 onder ogen krijgen, is onze eerste gedachte om ze te vergelijken met de registers van het oude testament. Het valt dan op, dat de namen in het Nieuwe Testament dikwijls alleen in de verte herinneren aan die in het oude. Dit lijkt op onnauwkeurigheid van Mattheüs en Lukas, maar dat is het volstrekt niet. Het probleem is in werkelijkheid een spellingsprobleem. De moeilijkheid is hier gelegen in het gebruik van verschillende talen met hun eigen bijzonderheden en hun eigen alfabet.
De namen in het Oude Testament zijn oorspronkelijk in het Hebreeuws. Deze Semitische taal heeft o.a. als kenmerk, dat er geen letters bestaan om de klinkers weer te geven. De 22 letters van het Hebreeuwse alfabet zijn dus in principe allemaal medeklinkers. In de geschreven Hebreeuwse tekst van het Oude Testament zijn daarom geen klinkers te vinden. Men moet ze zelf kennen of raden! Een belangrijk deel van het Joodse onderwijs bestond en bestaat dan ook uit het leren kennen en uitspreken van de Thenach, het Hebreeuwse Oude Testament. Men moest o.a. leren de juiste klinkers tussen de geschreven medeklinkers te lezen!
Dit zuiver taalkundige probleem van de ontbrekende klinkers wordt echter pas werkelijk klemmend, als het Hebreeuws naar een andere taal moet worden overgezet. De vertalers zullen eerst vast moeten stellen, welk woord in het Hebreeuws bedoeld is; welke klinkers ingevoegd moeten worden. Over het algemeen zal dit uit het zinsverband moeten blijken. Maar in het geval van een naam kan de juiste uitspraak meestal niet blijken uit het zinsverband! Onbekendheid met de traditionele uitspraak zal in zo’n geval leiden tot het invoegen van willekeurige klinkers!
Hierbij moeten wij bedenken, dat de Joden in de tijd van Mattheüs en Lukas in het dagelijks leven geen gebruik maakten van de Thenach, het Hebreeuwse Oude Testament, maar van de Septuagint. Deze Septuagint is de oudste Griekse vertaling van het Oude Testament. Hij kwam tot stand in het Egyptische Alexandrië gedurende de derde eeuw voor onze jaartelling. Sinds de oprichting van het Griekse wereldrijk van Alexander de Grote, zoals geprofeteerd door Daniël, had de Griekse cultuur zich verspreid over de toenmalig bekende wereld. Het was de wereldtaal bij uitstek. Daarom werd ook de Schrift vertaald naar het Grieks en was in die vertaling in gebruik onder de Joden in de dagen van de Heere Jezus en zijn discipelen. Wanneer het Oude Testament wordt geciteerd in het Nieuwe gebeurt dit vanuit die Septuagint. Dit is temeer vanzelfsprekend, daar het Nieuwe Testament oorspronkelijk grotendeels in het Grieks geschreven is.
De namen, zoals die voorkomen in de registers van Mattheüs 1 en Lukas 3 zijn dus afkomstig uit de Septuagint. De klinkers die in de namen voorkomen, Zijn de klinkers van de Alexandrijnse vertalers, omdat er geen oorspronkelijke klinkers bestaan! Voor ons betekent dit alles, dat de naam Selah volkomen gelijk is aan Salah; Booz is gelijk aan Boaz; Therah is gelijk aan Tarah; Aram is gelijk aan Ram; enz…
Van belang is, dat het Hebreeuws geen geschreven klinkers kent en dat het er daarom in wezen niets toe doet, welke klinkers wij in onze taal invoegen! De namen veranderen hierdoor niet in het minst. Wanneer we ze terug zouden vertalen naar het Hebreeuws zouden al die verschillende klinkers immers automatisch weer verdwijnen!
“H” EN ”CH”
Een tweede moeilijkheid betreffende de namen, is eveneens afkomstig van de Septuagint. Om de een of andere reden hebben de vertalers het onderscheid niet gezien tussen twee Hebreeuwse letters. Deze letters zijn de”Heh” onze “H” en de “Chet”, die gewoonlijk wordt weergegeven door onze “CH of “G”. Vooral in de oude met de hand geschreven rollen is het onderscheid tussen deze “HEH” en ‘CHET’ vrijwel niet waar te nemen. Bij gewone woorden moet uit het verband blijken welk woord bedoeld is, maar met persoonsnamen ligt dit natuurlijk heel anders. Het resultaat in onze Bijbels is, dat b.v. Henoch gelijk is aan Chanoch; Mathusalah gelijk is aan Methusalach; Ragau gelijk is aan Rehu; Nachor gelijk is aan Nahor; enz….
“HEH’
Met de “HEH” is trouwens nog iets bijzonders aan de hand. Dat is, dat het Griekse alfabet niet voorziet in de letter “H”!!! Er bestaat weliswaar een tekentje (een soort komma) om de “H” aan te geven, maar een echte letter bestaat hiervoor niet. Dit betekent, dat de Hebreeuwse “HEH” in een Griekse vertaling volledig verdwijnt, en dat niet alleen; ook de “CHET”, die zoals gezegd dikwijls werd verward met de “HEH” onderging vaak hetzelfde lot. Natuurlijk zou er veel te zeggen zijn over de typologische betekenis van deze letters en hun eigenaardig gedrag, maar daar gaat het ons nu niet om. Van belang is, dat dit ontbreken van een ”H”in het Griekse alfabet veroorzaakt heeft, dat Malaleel gelijk is aan Mahallal-El; Noach gelijk is aan Noë; Enoch gelijk is aan Henoch; Sala gelijk is aan Selah, enz…. Daarnaast is er dan nog het feilt, dat dezelfde Hebreeuwse letter soms “hard” en soms “zacht” uitgesproken wordt. De “kaf” b.v. wordt soms weergegeven door een “K” en soms door een”CH”. Vandaar dat Arfaxad (Arfaksad) gelijk is aan Arfachsad en Falek gelijk is aan Pelech. Eveneens kan de “PE”worden opgevat als “P” of als “F” (onze oude ”PH”), waardoor Falek weer gelijk is aan Pelech en Fares gelijk is aan Peres. Van dit soort zuiver taalkundige moeilijkheden zitten er nog meer verborgen in de beide geslachtsregisters, maar ze zijn voor die registers als zodanig van geen enkel belang. We hebben deze slechts genoemd om wat meer inzicht te geven in de problemen van de vertalers en om het onbegrip weg te nemen, dat helaas bij velen over deze zaken bestaat. Overigens zullen in onze verdere studie de Oud- en Nieuwtestamentische namen door elkaar gebruikt worden.
ZOON
“Het boek des geslachts van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham “ Matt. 1 : 1
Het lijdt geen enkele twijfel, dat dit eerste vers van het Nieuwe Testament wil aangeven, dat het in de volgende verzen weergegeven geslachtsregister moet aantonen, dat Jezus Christus de Zoon was van Abraham en David. Daar wij echter weten, dat hij geen direct kind was van Abraham noch van David, hebben wij dikwijls grote moeite met het begrijpen van deze geslachtstafel. Dit probleem doet zich eveneens voor in verband met Luk. 3: 23 en het daar volgende register:
“En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzo men meende) de Zoon van Jozef…”
Nu het kan wel zijn dat men inderdaad meende, dat Jezus de Zoon van Jozef was, maar welke waarde heeft dit register, wanneer wij weten, dat Jezus beslist niet door Jozef was verwekt, zoals in datzelfde evangelie van Lukas te lezen valt? En niet alleen dat Jezus niet door Abraham, David of Jozef verwekt was: ook Ozias was niet Direct verwekt door Joram en Jechonias was niet de Directe zoon van Josias, zoals Matt. 1 : 8 en 11 schijnen te leren! Vergelijkt u Matt. 1 maar eens met 1 Kron. 3.
Dus toch tegenstrijdigheden? Volstrekt niet! Het probleem ligt niet in de Bijbelse gegevens. Het is immers het onfeilbare Woord van God! Het probleem is gelegen in onze opvattingen over het begrip “zoon”. In het dagelijks leven realiseren wij ons helaas niet meer, dat er niet voor niets verschillende woorden bestaan voor een mannelijk kind en een zoon. In het nauwgezette taalgebruik van de Bijbel komt dit onderscheid echter wel degelijk tot uitdrukking, wanneer gesproken wordt over een kind van het mannelijk geslacht, wordt dit dan ook dikwijls vertaald met “knechtje”.
Maar wat is dan een zoon? Het Hebreeuws geeft hier het bekende woord “ben”. Het eigenaardige is nu, dat dit “ben” is afgeleld van een woord, dat ook vertaald wordt met “bouwer” of ”bouwen”. Bij de bestudering van het Hebreeuws wordt daarom geleerd, dat “ben” twee betekenissen heeft: “zoon” of “bouwer”. In werkelijkheid ligt de zaak echter veel eenvoudiger: Het feit, dat het Hebreeuws van de Bijbel slechts een enkel woord kent voor deze twee Nederlandse begrippen, impliceert, dat die twee begrippen in wezen identiek zijn! Met andere woorden: een zoon is een bouwer en een bouwer is een zoon. We zouden kunnen zeggen, dat de zoon het leven van zijn vader (en dus zijn vaderen) voortbouwt door de tijd. De zoon is de bouwer van de vader. Hij is niet alleen degene, die het werk van zijn vader voortzet, bouwt, maar hij is in wezen dezelfde persoon in een andere generatie! De Schrift verklaart dit uit het feit, dat de zoon oorspronkelijk deel uitmaakt van de vader, en daardoor een geheel met hem is.
Ook in dit geval is het eerste verschijnen van het woord in de Bijbel karakteristiek. We ontmoeten het voor eerst in Gen. 3: 16. Direct na de zondeval van Adam en Eva. Direct na het sterfelijk worden van de mens!
“Tot de vrouw zeide Hij.. Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij zonen (benim) baren ……”
Op het moment, dat het leven van Adam feitelijk ten einde liep,spreekt God voor het eerst over de komst van zonen. Zij zouden het leven van Adam moeten voortzetten. Zij moesten het menselijk leven voortbouwen door de tijd, opdat God met de mens tot zijn doel zou kunnen komen, opdat de zoon van Adam, de “Zoon des mensen” zou kunnen verschijnen en het werk waarin de eerste Adam faalde zou kunnen volvoeren! Dit werd trouwens al met andere woorden beloofd in het voorafgaande vers over het zaad der vrouw, dat de slang de kop zou vermorzelen.
Deze gedachten zijn tegenwoordig helaas niet meer verbonden met het Nederlandse woord “zoon”. Om die reden zouden wij “ben” beter kunnen vertalen met “erfgenaam”.
ZOON IN HET OUDE TESTAMENT
Een zoon is een erfgenaam! Dat dit de juiste betekenis is, blijkt in de eerste plaats uit het ontbreken van een Hebreeuws woord voor erfgenaam. Want hoewel “Yarash” dikwijl vertaald wordt met “erven” of “erfgenaam” is dit niet de eigenlijke betekenis. Zoals in de Engelse Bijbels behoort “Yarash” vertaald te worden met “bezitten” of “bezitter”! Dat onze Nederlandse Bijbelvertalers dit ook niet ontgaan is, blijkt uit de vertaling met “erfelijk bezitten”. Zij geven twee woorden, waar het Hebreeuws slechts een enkel woord heeft staan! Een zoon is dus een erfgenaam. Het is de enig juiste betekenis van dit woord in zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Dit blijkt natuurlijk ook uit het Bijbelse gebruik van het woord. Zo lezen wij in Gen. 27 : 1:
“En het geschiedde als Izak oud geworden was, en zijn ogen donker geworden waren, en hij niet zien kon, toen riep hij Ezau, zijn grootste zoon, en zeide tot hem.. mijn zoon ! “
Opvallend is hier het dubbele gebruik van”ben”,waardoor de nadruk op het begrip zoon komt te liggen. Dit wordt verklaard uit het verdere verloop van dit hoofdstuk. Het handelt immers over de kwestie van het eerstgeboorterecht tussen Jakob en Ezau. De Zoon is de erfgenaam! Veelzeggend is ook Ex. 2: 10:
“En toen het knechtje (= “yeled” = kind) groot geworden was, zo bracht zij het tot farao’s dochter, en het werd haar ten zoon (“ben”) …….”
Mozes was niet het kind, maar wel degelijk de zoon van deze Egyptische prinses. Hij werd haar erfgenaam! En wat te denken van de woorden van David tot Saul in 1 Sam. 24: 12:
“Zie toch, mijn vader, ja zie de slip uws mantels in mijn hand…”
En het antwoord van Saul in vers 17:
“Is dit uw stem, mijn zoon David .. ?”
Saul en David noemden elkaar over en weer vader en zoon hoewel zij geen bloedbanden hadden. Zij kwamen zelfs voort uit verschillende stammen van Israël. Wat zij echter beiden wisten, was dat de troon van Saul vroeg of laat zou overgaan naar David. Hij was, mede door zijn huwelijk met Michal, Sauls dochter, zijn erkende erfgenaam. Daarom was David de Zoon van Saul en Saul de vader van David!
En dan was er b.v. nog Elisa, die “twee delen van de geest van Elia” ontving. Hij werd tot het profetenambt geroepen doordat Elia hem zijn eigen mantel toewierp (1 Kon. 19: 19). Wanneer Elia later wordt weggenomen en zijn mantel ten tweeden male op Elisa valt, roept de laatste hem na met de woorden:
‘Mijn vader, mijn vader … .. 2 Kon. 2: 12.
En terecht! Het is zonneklaar dat Elisa de erfgenaam van Elia werd. En hij erft bepaald niet alleen de mantel!
Wanneer wij vertrouwd geraakt zijn met deze werkelijke betekenis van “zoon”, zullen wij ons niet meer verbazen dat b.v. 2 Kon. 9 : 2 leert, dat Jehu de zoon van Josafat, en Josafat de zoon is van Nimsi, terwijl vers 20 spreekt over “Jehu, de zoon van Nimsi”. Als Jehu inderdaad de zoon is van Josafat, en Josafat de zoon is van Nimsi, dan is Jehu de erfgenaam van Nimsi en dus zijn zoon! Voor ons gevoel had er wellicht moeten staan: “Jehu, de kleinzoon van Nimsi”. Dit laatste is in het Nederlands misschien wel juist, maar het is tevens de ontkenning van de exacte betekenis van het begrip zoon. Het Hebreeuws kent terecht geen woord voor “kleinzoon” of “grootvader”. Voor de erfgenaam maakt het immers hoegenaamd niets uit hoeveel generaties hem scheiden van de erflater?
ZOON IN HET NIEUWE TESTAMENT
Evenals in het Oude Testament wordt ook in het Nieuwe onderscheid gemaakt tussen “kind” en “zoon”. Zo schrijft de apostel Paulus aan zijn opvolger en erfgenaam Timothëus:
“Gij dan, mijn zoon, wordt gesterkt in de genade, die in Christus Jezus is. En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren 2 Tim. 2: 1, 2.
Helaas hebben onze vertalers het niet al te nauw genomen met deze begrippen. Want hoewel zowel de Hebreeuwse als de Griekse grondtekst consequent onderscheid maakt tussen “kind” en “zoon”, is er in onze Nederlandse Bijbelversies weinig van terug te vinden. Beide begrippen zijn volkomen willekeurig door elkaar gegooid! Het Hebreeuwse “yeled” en het Griekse “teknon” behoren vertaald te worden met “kind”, terwijl het Hebreeuwse “ben” en het Griekse “huios” vertaald moeten worden met “zoon”; n l . “erfgenaam”!
Zelfs in verband met het kindschap van God vinden we dit onderscheid terug. Zo spreekt Paulus tot de gelovigen in 1 Kor. 3: 1:
“En ik, broeders, kon tot u niet spreken als tot geestelijken, maar als tot vleselijken, als tot jonge kinderen in Christus. Ik heb u met melk gevoed, en niet met vaste spijs…”
En in Hebr. 5: 13:
“Want een ieder, die der melk deelachtig is, die is onervaren in het woord der gerechtigheid; want hij is een kind. Maar der volmaakten (letterlijk: volwassenen) is de vaste spijze…”
Een kind is immers niet in staat om een erfenis in ontvangst te nemen ! Hij is nog geen zoon; hij moet het nog worden!
“Zo lange tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij in niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles…” Gal. 4: 1.
Wij, die uit God geboren zijn, wij die kinderen Gods zijn, zijn
“…tevoren verordineerd tot aanneming (aanstelling) tot zonen (huios) Ef. 1: 5.
Wij moeten geestelijk groeien
“…totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van de zoon (huios) Gods, tot een volkomen man…” Ef. 4: 13.
Wij moeten volwassen worden in het geloof om aangesteld te kunnen worden als zonen! Let wel:
Zonen worden blijkbaar niet geboren maar aangesteld!
Wat geboren wordt is een kind. Wanneer dat kind volwassen geworden is wordt het aangesteld als zoon. Als rechthebber op de erfenis.
“VADER” – “ZOON” – ERFRECHT
Een zoon is dus een erfgenaam! Op grond van deze betekenis moeten wij echter nog een stap verder gaan. Waar de begrippen vader en zoon zo nauw aan elkaar verwant zijn, moeten wij de gevolgtrekking maken, dat de betekenis van “vader” eveneens in de erfrechtelijke sfeer ligt. En dat niet alleen! Ook de woorden “verwekken” of “gewinnen” moeten in die zin worden opgevat! De vader is de erflater; de zoon is de erfgenaam; verwekken (Hebr. “yalad” of “holid”; Gr. “gennao”) is het verkrijgen van een erfgenaam! Misschien is het wat moeilijk om ons voor te stellen dat een woord als verwekken in de eerste plaats iets met erfrecht te maken heeft. Het is daarom goed ons te realiseren, dat het woord “gennao” niet slechts betrekking heeft op het mannelijk aandeel in de voortplanting, maar evengoed vertaald wordt met “baren” of “geboren worden”. Dit woord uit de grondtekst is in elk geval van toepassing op het hele proces van de voortplanting! De werkelijke betekenis gaat daar echter boven uit, omdat die nog ruimer is. Het heeft niet alleen betrekking op het hele proces van de voortplanting, maar op het hele proces van het verkrijgen van een erfgenaam! En bedenk wel: dit is in de Bijbel niet primair een natuurlijke aangelegenheid, maar een kwestie van erfrecht!
Een illustratie en praktische toepassing van dit beginsel vinden we in de geschiedenis van koning Jechoniah, die door Nebukadnezar naar Babel gehaald wordt. Deze vorst van het Babylonische wereldrijk maakt vervolgens Zedekiah tot koning over Juda De troon van Jechoniah ging dus over naar Zedekiah, die de laatste koning was voor de verwoesting van Jeruzalem en de tempel. Maar Zedekiah was niet de natuurlijke zoon van Jechoniah. Hij was zijn oom! Zedekiah was een broer van Jojakim, de natuurlijke vader van Jechoniah, zoals blijkt uit de volgende verzen:
“Zo voerde hij (Nebukadnezar) Jojachin (Jechoniah) weg naar Babel… en de koning van Babel maakte Mattanja, deszelfs oom, koning in plaats van hem, en veranderde zijn naam in Zedekiah” 2 Kon. 24: 15-17.
En wat zegt nu 1 Kron. 3: 15 en 16:
“De zonen van Josia nu waren: de eerstgeborene Johanan, de tweede Jojakim, de derde Zedekiah, de vierde Sallum De zonen (benim) van Jojakim nu waren: Jechoniah zijn zoon, Zedekiah zijn zoon. “
In deze laatste verzen wordt Zedekiah achtereenvolgens gerekend tot de zonen van Josia en de zonen van Jojakim! Hij was een zoon en erfgenaam van Josia omdat hij door hem verwekt was. Hij was een zoon van Jojakim omdat de troon van Jojakim via Jechoniah aan hem vererfde.
Naar het Nederlandse spraakgebruik kan de erfenis gaan naar de zoon, de kleinzoon, de schoonzoon, de broer, de neef, de achterneef, de oom, enzovoorts. Naar Bijbelse begrippen zijn echter niet slechts de natuurlijke zoon, maar ook de kleinzoon, de schoonzoon, de broer, de neef, de achterneef,de oom, enz. zonen, zodra zij rechthebbers op de erfenis blijken te zijn! Alleen in dit licht zijn de vele geslachtsregisters van de Bijbel te begrijpen. Het gaat niet in de eerste plaats om de juiste familieverhoudingen, maar om het erfrecht!
Wie is de erfgenaam van Adam? Wie is de erfgenaam van Abraham? Wie is de erfgenaam van Juda? Wie is de erfgenaam van David?
ZOON VAN DAVID
“Het boek des geslachts van Jezus Christus, de Zoon van David…” Matt. 1: 1.
Een meer triomfantelijke opening van het Nieuwe Testament is nauwelijks denkbaar. Het is de aankondiging van de lang beloofde zoon van David! De zone Davids, die de grondlegger zou zijn van het Nieuwe Verbond. De grondlegger van een Eeuwig Verbond en een Eeuwig Koninkrijk.
Let wel: er staat niet ”Jezus Christus, zoon van David”, maar “Jezus Christus, DE Zoon van David”. Het gaat hier niet om zomaar een telg uit David’s geslacht. Daarvan waren er zoveel! Het geslachtsregister staat er vol mee. Zowel Jozef en zijn natuurlijke kinderen als zijn schoonvader Heli waren zonen van David! Het ging niet om zomaar een zoon, maar om De Zoon. De erfgenaam. De laatste erfgenaam! Hij was degene op wie de profeten doelden! Over hem spraken de profeten, wanneer zij de komende Koning uit het huis van David aankondigen!
“Neigt uw oor, en komt tot Mij, en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een Eeuwig Verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David..” Jes. 55: 3.
Bij de mond van de profeet Jesaja had de Heer aan Israël de “weldadigheden van David” en een “Eeuwig Verbond” aan Israël beloofd. Maar David was gestorven. Petrus predikte
“van de aartsvader David, dat hij beide gestorven en begraven is, en zijn graf is onder ons tot op deze dag” Hand. 2:29.
Door de dood van David konden de beloften, die met David verbonden waren, slechts tot Israël komen door de beloofde Zoon. De beloofde erfgenaam van David! Heel Israël wist en weet dit! Ook in de dagen van Mattheüs moeten zij de woorden van Jer. 30 : 9 gekend hebben, waar geprofeteerd wordt over Israël:
“Maar zij zullen dienen de Heere, hun God en hun koning David, dien Ik hun verwekken zal.”
Deze Schriftplaats toont duidelijk, dat de beloften niet vervuld werden in David zelf. Zij moesten vervuld worden in een erfgenaam van David, die zelfs in de dagen van Jeremia (ca. 400 jaar na de dood van David) nog verwekt moest worden! Deze laatste opmerking is speciaal bedoeld voor de vele theologen die menen, dat de beloften aan David en zijn zaad vervuld zouden zijn in Salomo. Overigens wordt ook hier in Jeremia het verschijnen van de zoon van David gekoppeld aan het in werking treden van het Nieuwe, Eeuwige Verbond!
“Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda (van wie David de erfgenaam was) een Nieuw Verbond zal maken” Jer. 31: 31 .
“Ik zal met u een Eeuwig Verbond oprichten .” Ez. 16: 60.
En door de mond van Ezechiël had de Heer de goede Herder aangekondigd met de woorden:
“Daarom zal Ik mijn schapen verlossen, dat zij niet meer tot een roof zullen zijn; en Ik zal richten tussen kleinvee en tussen kleinvee. En Ik zal een enige herder over hen verwekken, en hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David.. die zal ze weiden, en die zal hun tot een herder zijn. En Ik, de Heere, zal hun tot een God zijn; en Mijn knecht David zal vorst zijn in het midden van hen, Ik, de Heere, heb het gesproken.” Jer. 34:22 t/m 24.
Ongetwijfeld verwees de Heiland zelf naar dit vers in b.v. Jes. 40: 11, toen Hij bij herhaling van zichzelf zei:
“Ik ben de Goede Herder” Joh. 10.
Ook in die zin is hij de zoon van David. Ook zijn vader David had een enorme reputatie als goede herder. Ook hij had zijn leven in de waagschaal gesteld voor de kudde. En de kudde is Israël! Juist omdat hij zo’n goede herder was, werd David geroepen tot het koningschap over Israël (1 Sam. 16: 11). David was de herderkoning. En zo is zijn Zoon. Een paar hoofdstukken verder wordt deze waarheid weer herhaald:
“En Mijn knecht David zal koning over hen zijn,” en zij zullen allen tesamen een herder hebben, en zij zullen in Mijn rechten wandelen en Mijn inzettingen bewaren en die doen (een heenwijzing naar het Nieuwe Verbond in Jer. 31:31), en zij zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob gegeven heb, waarin uw vaders gewoond hebben, ja, daarin zullen zij wonen, zij en hun kinderen, en hun kindskinderen tot in eeuwigheid, en Mijn knecht David (de “knecht des Heeren “) zal hunlieder vorst zijn tot in eeuwigheid. En Ik zal een Verbond des Vredes met hen maken, het zal een Eeuwig Verbond met hen zijn” Ez. 37:24-26.
Deze David, deze knecht des Heeren, wordt aangekondigd in het eerste vers van het Nieuwe Testament! Jezus Christus, de Zoon van David, de beloofde Herder, de beloofde Koning! De vervulling van de oude Hebreeuwse profetieën!
ZOON VAN GOD
Hoewel het eigenlijk thuishoort bij het reeds genoemde “geslachtsregister” in Joh. 1, willen we er toch op wijzen, dat een groot deel van de reeds aangehaalde profetieën spreekt over de zoon van David als de Zoon van God! En zoals Hij de Zoon van God en dus God is, zo is Hij de zoon van David en wordt hij aangeduid als “David”. In Jer. 30: 7 werd gezegd:
“Maar zij zullen dienen de Heere, hun God, en hun koning David, die Ik verwekken zal.”
Het geheim van dit vers is, dat er niet gesproken wordt over twee personen, maar over een enkele! Degene, die door Israël gediend zal worden is bekend onder de naam”Heere”maar eveneens onder de naam “David”.
Hij is de Zoon van God, en daarom God. Hij is de Zoon van David, en daarom David.
Zoals Paulus spreekt over
“De God en Vader van onze Heere Jezus Christus” Ef. 1: 3.
En met “God” en “Vader”dezelfde persoon aanduidt, zo spreekt Jeremia over”de Heere” en ”hun koning David” en bedoelt daarmee niet twee personen, maar slechts een. In Ez. 34 vinden we ook iets dergelijks. Daar is het aanvankelijk de Heer zelf, die spreekt in de hoedanigheid van de Goede Herder:
“Daarom zegt de Heere Heere alzo tot hen: Ziet Ik, ja, Ik (let op de herhaling van “Ik”) zal richten tussen het vette klein vee en tussen het magere klein vee… Daarom zal Ik Mijn schapen.verlossen…. Ik zal richten tussen klein vee en klein vee…” vs. 20-22
En dan ineens wordt er gezegd:
“ … en hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David; die zal ze weiden, en die zal hun tot een herder zijn…” vs. 23,
En in vers 31 is het weer de Heere zelf, die spreekt:
“Gij nu, o Mijn schapen, schapen Mijner weide (weer die herhaling), gij zijt mensen; maar Ik ben Uw God, spreekt de Heere Heere”.
Is het niet duidelijk de herder zelf, die hier spreekt? Maar is niet David of zijn erfgenaam de herder? Ook hier is het grote geheim van het Oude Testament, dat de Heere, de Zoon van God, en de zoon van David een en dezelfde persoon zijn! Dat kan niet anders! Er kunnen immers geen twee herders zijn? Er is toch niet zoiets als een aardse herder en een hemelse herder! Nee, deze beiden zijn één. Zij zullen allen tesamen één herder hebben: de Zoon van God, de zoon van David!
Over deze zoon van David, die tegelijkertijd de Zoon van God is, zoals de profeten geschreven hadden, over deze zoon van David handelt het Nieuwe Testament!
ZOON VAN ABRAHAM
“Het boek des geslachts van Jezus Christus… de Zoon van Abraham” Matt. 1 : 1.
Behalve dat hij de Zoon van David is, wordt Jezus Christus in een adem ook de Zoon van Abraham genoemd. De betekenis van deze uitdrukking komt natuurlijk overeen met de voorgaande. Hij is niet zomaar een afstammeling van Abraham, dat waren immers alle Israëlieten, en zij niet alleen! Vele Volkeren kunnen zich afstammelingen van Abraham noemen! Nee, Hij is niet een Zoon van Abraham maar de Zoon van Abraham Hij is de Zoon van Abraham over wie de profeten spraken! Had de Heere zelf niet tot Abraham gesproken:
“En Ik zal u tot een groot Volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken; en wees een zegen! En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vervloekt,” en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden!” Gen. 22:2, 3.
Het is eigenlijk heel merkwaardig, dat dit eerste Schriftgedeelte over het Verbond met Abraham geen melding maakt van het “ zaad van Abraham”. Oorspronkelijk wordt deze belofte slechts gegeven aan een enkele man! Maar waar die belofte niet vervuld werd in de dagen van Abraham zelf, ging hij automatisch over op zijn erfgenaam, zijn Zoon. Die erfgenaam hoefde echter niet noodzakelijk ook zaad van Abraham te zijn, Abraham zelf wist dat zeer goed! Daarom zegt hij ook tegen de Heere:
“Heere, Heere, wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliëzer? Zie, Gij hebt mij geen zaad gegeven, en zie, de zoon (ben) van mijn huis zal mijn erfgenaam zijn” Gen. 15: 2, 3.
Abraham wist heel goed, dat bij gebrek aan een natuurlijke zoon zijn knecht Eliëzer? zijn erfgenaam zou zijn. Abraham had immers in opdracht van de Heere zelf zijn familie verlaten! Dat was juist de enige voorwaarde voor het Verbond dat de Heere met hem sloot! Daarom zag het er naar uit, dat Eliëzer? de zoon van Abraham zou worden, hoewel hij geen zaad van Abraham was. De Heere spreekt die mogelijkheid dan ook niet tegen, maar verzekert Abraham:
“”Deze (n l . Eliëzer) zal uw erfgenaam niet zijn,. maar die uit uw lijf voortkomen zal, die zal uw erfgenaam zijn” vs. 4.
Sinds deze belofte aangaande een lijfelijke zoon, wordt in het Verbond met Abraham voortaan ook gewag gemaakt van “u en uw zaad”.
“Voorzeker zal Ik u grotelijks zegenen, en uw zaad zeer vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan de oever van de zee is, en uw zaad zal de poorten zijner vijanden erfelijk bezitten, En in uw zaad zullen gezegend worden alle volkeren der aarde naardien gij Mijn stem gehoorzaam geweest zijt” Gen. 22: 17, 18.
Wie dit zaad van Abraham is? De apostel Paulus laat er geen enkele twijfel over bestaan:
“Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet. en de zaden, als van velen; maar als van een: en uw zade, hetwelk is Christus” Gal. 3: 16.
De Heere Jezus Christus is daarom niet alleen de Zoon, maar ook het zaad van Abraham. In Hem zullen alle beloften aan Abraham vervuld worden!
VOORWAARDEN VAN HET ERFRECHT!
Wanneer we het register van Mattheüs nader willen bestuderen, moeten we ons zoals gezegd in de eerste plaats realiseren, dat het hier niet gaat om een stamboom, maar om een Lijst van de kroonpretendenten van Juda! Het is een koningslijst! Nu wordt dit recht op de troon niet uitsluitend bepaald door afstamming. Ook niet door menselijk erfrecht. Het recht op de troon van Juda wordt bepaald door het recht, zoals God zelf dat in Zijn Woord heeft opgeschreven in b . v . Num. 27.
Deze koningslijst in Matt. 1 is bovendien uniek: er komt geen andere lijst in de Bijbel voor, waarin de koningen van Israël worden opgesomd. Daarom is dit de enige, die kan beantwoorden aan Gods eisen met betrekking tot de troonsopvolging. Daarbij moet hij in overeenstemming zijn met de wet, die de Heere aan Zijn Volk Israël gegeven heeft! Deze eis is de verklaring voor het feit, dat enkele koningen uit het Oude Testament niet meer voorkomen in dit register. Want wat zegt die wet?
“Dat onder ulieden niet zij een man, of vrouw, of huisgezin, of stam, die zijn hart heden wende van de Heere, onze God, om te gaan dienen de goden dezer Volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, die gal en alsem drage… de Heere zal hem niet willen vergeven; maar alsdan zal des Heeren toorn en ijver roken over dezelven man, en al de vloek, die in dit boek geschreven is, zal op hem liggen; en de Heere zal zijn naam van onder de hemel uitdelgen” Deut. 29: 18-20.
Volgens deze woorden zal de naam worden uitgedelgd van onder de hemel van de Israëliet, die aan twee voorwaarden voldoet:
Hij wendt zijn hart van de Heere zijn God. Hij dient goden van andere Volken.
Wanneer we nu de geschiedenis lezen van koning Joram, die genoemd wordt in dit register, dan vinden we over hem:
“”En Hij (Joram, koning van Juda, het rijk der twee stammen) wandelde in de weg der koningen van Israël (het rijk der tien stammen) gelijk als het huis van Achab (koning van de tien stammen) deed, want hij had de dochter van Achab tot vrouw,” en hij deed wat kwaad was in de ogen des Heeren. Doch de Heere wilde het huis Davids niet verderven, om des Verbonds wil, dat hij met David gemaakt had…” 2 Kron. 21: 6, 7.
Bij deze Joram, zoon van de vrome koning Josafat (zie Matt. 1) liep de zaak volkomen mis! Joram trouwde met een dochter van de goddeloze koning Achab en zijn vrouw Izebel en werd daardoor in feite lid van Achab’s huis. Evenals Achab ontkwam hij niet aan de verderfelijke invloed van Izebel. Zijn einde was dan ook bijna even verschrikkelijk:
“.. Hij stierf van boze krankheden; … en zij begroeven hem in de stad Davids, maar niet in de graven der koningen” 2 Kron. 21: 19,20.
In overeenstemming met 2 Kron 21 : 7 werd zijn naam echter niet uitgedelgd. Want hoewel hij ongetwijfeld in navolging van Izebel andere goden diende, hield hij blijkbaar tot op zekere hoogte ook de Heere in ere! Hij at van twee walletjes, zoals zovelen vandaag nog doen en zoals zelfs koning Salomo:
“Want Salomo wandelde Astoreth, de god der Sidoniërs na, en Milchom, het verfoeisel der Ammonieten. Alzo deed Salomo dat kwaad was in de ogen des Heeren; en volhardde niet de Heere te volgen, gelijk zijn vader David.” 1 Kon. 11 : 5, 6.
Maar zowel in het geval van Salomo als in het geval van Joram ging het faliekant mis met de volgende generatie! (zie 1 Kon. 11 : 13). Jerobeam, erfgenaam van Salomo en koning over het afgescheurde 10-stammenrijk, vinden we niet genoemd in Matt. 1. En evenzo vinden we Ahazia, zoon en opvolger van Joram niet vermeld! Het geval van Salomo levert geen moeilijkheden op voor het register, omdat de lijn verder gaat met zijn lijfelijke zoon Rehabeam, koning over de resterende twee stammen. Maar hoe zit het met Ahaziah?
AHAZIAH
Over Ahaziah lezen we:
“En de inwoners van Jeruzalem maakten Ahaziah, zijn kleinste zoon, koning in zijn plaats, want een bende, die met de Arabieren in het leger gekomen was, had al de eersten gedood….. en hij deed dat kwaad was in de ogen des Heeren, gelijk het huis van Achab; want zij waren zijn raadgevers, na de dood zijns vaders, hem ten verderve 2 Kron. 22: 1- 4
De gevolgen van de afgodische levenswandel van vader Joram waren catastrofaal Een bende Arabieren had al zijn zonen uitgemoord, op de jongste na. Deze Ahaziah kwam weliswaar op de troon, maar stond geheel onder invloed van het huis van Achab, met wie hij immers verwant was! Hij werd gedood door het zwaard van Jehu en zijn naam werd in overeenstemming met Deut. 29: 27 uitgedelgd van onder de hemel (2 Kron. 22: 9; 2 Kon. 9: 27). Wij.vinden hem dan ook niet terug in Matt. 1. Precies zoals te verwachten was!
JOAS
Het vervolg op deze geschiedenis wordt eentonig:
“Toen Athalia, de moeder van Ahaziah zag, dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op, en bracht al het koninklijk zaad van het huis van Juda om. Maar Jozabath, de dochter des konings, nam Joas, de zoon van Ahaziah, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, en zette hem en zijn voedster in een slaapkamer,. zo verborg hem Jozabath, de dochter van Joram, de huisvrouw van de priester Jojada (want zij was de zuster van Ahaziah), voor Athalia, dat zij hem niet doodde.”2 Kron. 22: 10-12.
De geschiedenis herhaalde zich min of meer. Bijna alle prinsen werden gedood. Slechts Joas werd gered door zijn tante Jozabath. Evenals zijn vader was hij de enige overlevende van een bloedbad! Joas wordt grootgebracht bij zijn tante en oom Jojada, de priester. Wanneer hij later op de troon komt staat hij aanvankelijk onder bescherming van deze priester:
“Joas deed wat recht was in de ogen des Heeren, al de dagen van de priester Jojada” 2 Kron. 24:2.
“Maar na de dood van Jojada kwamen de vorsten van Juda, en bogen zich neder voor de koning; toen hoorde de koning naar hen. Zo verlieten zij het huis des Heeren, des Gods hunner vaderen, en dienden de bossen en de afgoden” 2 Kron 24: 17-18.
Met instemming van koning Joas keerde Juda zich af van de Heere en wendde zich tot andere goden! En wanneer Zacharia, de zoon van Jojada, met wie de koning samen was opgegroeid, het waagt om Joas in de naam des Heeren te vermanen, wordt hij op bevel des konings gestenigd! 2 Kron 24: 20-21. Maar evenals zijn vader sterft Joas een gewelddadige dood. Hij wordt vermoord door zijn eigen dienstknechten (2 Kron. 24: 25; 2 Kon. 12: 20). En ook hij wordt niet begraven in een koningsgraf. Zijn naam ontbreekt in het register van Mattheüs., omdat hij de Heere verliet en andere goden diende. Precies zoals Deut. 29: 20 het eist!
AMAZIA
Toen was de beurt aan Amazia, de zoon van Joas. Evenals zijn vader begon hij goed:
“En hij deed wat recht was in de ogen des Heeren, doch niet met een volkomen hart” 2 Kron. 25:2.
Toen Amazia de Edomieten verslagen had, nam hij als oorlogsbuit ook de goden der Edomieten mee, en diende hen! Ook hij wendde zich van achter de Heere en gaf zich over aan de dienst van andere goden.
“Toen ontstak de toorn des Heeren tegen Amazia.”
Ook hij wilde niet luisteren naar de waarschuwing van de profeet (vs. 15 en 16). Ook hij stierf door de hand van zijn eigen onderdanen.
“Van de tijd af, dat Amazia afgeweken was van achter de Heere, zo maakten zij in Jeruzalem een verbintenis tegen hem, doch hij vluchtte naar Lachis. Toen zonden zij hem na tot Lachis, en doodden hem aldaar” 2 Kron. 25:27, 2 Kron. 14: 19.
Zijn naam werd eveneens uitgedelgd van onder de hemel en komt niet voor in Mattheüs l !!
HET DERDE EN VIERDE GESLACHT
Het ontbreken van de namen van Ahaziah, Joas en Amazia is dus volledig in overeenstemming met Deut. 29: 20. Het bevestigt de goddelijke inspiratie van dit register. Het is het register zoals God het ziet! En dat niet alleen; het is bovendien in overeenstemming met Gods waarschuwing:
“Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in de hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen,. want Ik, de Heere uw God, ben een ijverige God, die de misdaden der vaderen bezoekt aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen, die mij haten” Ex. 20: 4, 5.
Het was vader Joram, die zich verbond aan een afgodische vrouw. Het gevolg was, dat zijn afstammelingen tot het derde of vierde geslacht (afhankelijk van of wij Joram zelf mee tellen of niet) geen van allen de verleiding konden weerstaan en overgingen tot afgodendienst! Wel, God bezocht hun misdaden. Deze ontbrekende drie generaties zijn de “naamloze” getuigen van een God, die Zijn Woord gestand doet.
In verband met dit alles willen we er nogmaals nadrukkelijk op wijzen, dat dit register niet mank gaat door het ontbreken van deze drie generaties. Het gaat immers om het erfrecht van de troon en anders niets! Wanneer dan Matt. 1 : 8 zegt:
“…En Joram gewon Ozias “ (Hebr.: Azarjah)
doet het er absoluut niet toe, hoeveel generaties Ozias van Joram scheidden. Mattheüs zegt niet dat Ozias een lijfelijke zoon van Joram was, maar eenvoudig dat hij zijn erfgenaam was! Welnu: dit is volledig in overeenstemming met het Oude Testament! Dat er naar de mens gesproken nog andere erfgenamen tussen zaten, is daarmee bepaald niet in strijd!
JOSIAS
Vanaf Ozias (Azarjah) loopt het register probleemloos door tot op koning Josias. Deze Josias was de meest voorbeeldige koning, die Juda ooit gekend heeft, maar het was ook de laatste werkelijke koning! Wie denkt hierbij niet aan de Christus? Over Josias leven we:
“En voor hem was geen koning zijns gelijke, die zich tot de Heere met zijn ganse hart, en met zijn ganse ziel, en met zijn ganse kracht, naar al de wet van Mozes bekeerd had; en na hem stond zijns gelijke niet op” 2 Kron. 23:25.
Woorden die zelfs in verband met David nooit gesproken werden! Maar anders dan met de koning was het gesteld met het Volk van Juda, het 2-stammenrijk. Hoe godsdienstig koning Josias ook was, het Volk volgde hem daarin niet. En zoals God het 10-stammenrijk Israëls had weggevoerd in Assyrische ballingschap, zo kondigde hij ook het eind van Juda aan:
“Nochtans keerde zich de Heere van de brand Zijns groten toorns niet af waarmede Zijn toorn brandde tegen Juda, om al de tergingen, waarmede Manasse hem getergd had. En de Heere zeide: Ik zal ook Juda van mijn aangezicht wegdoen, gelijk als ik Israël weggedaan heb ;……” 2 Kon. 23:26, 27a.
Het vervolg hierop vinden we dan twee verzen verder:
“In zijn dagen toog Farao Necho, de koning van Egypte, op tegen de koning van Assyrië, naar de rivier Frath; en de koning Josias toog hem tegemoet, en hij doodde hem te Megiddo “ vs. 29.
Zo werd koning Josias gedood in de strijd en hield Juda op een zelfstandig koninkrijk te zijn! Zo eindigden de kinderen Israëls waar zij begonnen: in de macht van Egypte!
JOAHAZ EN JOJAKIM
Weliswaar wordt Josias opgevolgd door Joahaz en vervolgens door Jojakim, beiden lijfelijke zonen, maar zij waren slechts vazallen van de Egyptische farao (zie 2 Kron. 23: 31-37). Dat is de belangrijkste reden voor het weglaten van hun beider namen in Mattheüs 1. Juda was immers geen zelfstandig koninkrijk meer! De Heere zelf had de troon van Juda weggenomen en overgegeven in de handen van farao Necho! De andere reden is, dat van zowel Joahaz als Jojakim gezegd wordt:
“En hij deed dat kwaad was in de ogen des Heeren, naar alles, wat zijn vaders gedaan hadden “ 2 Kon. 23:32 en 37.
Beider namen werden naar het woord des Heeren “uitgedelgd van onder de hemel”.
JECHONIAS
Dan zijn we nu aangekomen bij Jechonias, die ook wel Jechoniah, Jojachin of kortweg Choniah genoemd wordt. Hij is zonder twijfel de meest omstreden figuur in het register van Mattheüs. Zonder in te gaan op de talloze verschillende visies omtrent zijn verschijning hier, willen we slechts de Bijbelse gegevens over hem nazoeken. Deze Jechonias nu, was de lijfelijke zoon van Jojakim en werd na diens dood zijn opvolger op de vazallentroon van Juda.
“Hij regeerde drie maanden te Jeruzalem… en hij deed dat kwaad was in de ogen des Heeren, naar alles, wat zijn vader gedaan had “ 2 Kon. 24: 9.
Het oordeel, dat de Heere uitsprak over deze man, laat aan duidelijkheid niets te wensen over:
“Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere, ofschoon Choniah, de zoon van Jojakim, de koning van Juda, een zegelring ware aan Mijn rechterhand, zo zal Ik u toch van daar wegrukken. En Ik zal u geven in de hand dergenen, die uw ziel zoeken, en in de hand dergenen, voor welker aangezicht gij schrikt, namelijk in de hand van Nebukadnezar, de koning van Babel, en in de hand der Chaldeeën. En Ik zal u en uw moeder, die u gebaard heeft, uitwerpen in een ander land… waarom zijn hij en zijn zaad uitgeworpen, ja weggeworpen in een land, dat zij niet kennen …. ?” Jer. 22: 24”28.
En zo gebeurde het ook. Hij en zijn familie werden door Nebukadnezar weggevoerd naar Babel! Maar hoewel we een uitgebreide opsomming krijgen van de complete hofhouding, die werd weggevoerd in ballingschap, wordt er slechts melding gemaakt van ’s konings vrouwen, en niet van eventuele kinderen! Zie bijv. 2 Kron. 36 : 10 en 2 Kon. 24 vanaf vs. 11. De conclusie die wij hieruit moeten trekken is, dat Jechoniah tot dan toe nog kinderloos was. Dit wordt bevestigd in het feit, dat hij op de onderworpen troon wordt opgevolgd door zijn oom Zedekia:
“En de koning van Babel maakte Mattanja, deszelfs oom, koning in plaats van hem, en veranderde zijn naam in Zedekia “ 2 Kon. 24: 17.
In 2 Kron. 36 : 10 wordt diezelfde Zedekia trouwens aangeduid als broer van Jechoniah. Want als “zoon” erfgenaam betekent, dan is ”broer” een mede-erfgenaam. Opmerkelijk is hier ook, dat de troon na Jechoniah geen generatie opschuift, maar juist een generatie teruggaat. De enige werkelijke koning uit een volgende generatie zal de Heere Jezus Christus zijn. Maar dat is nog toekomst!
Zoals gezegd: Jechoniah had geen kinderen. De geslachtslijn van het koninklijk huis loopt hier volslagen dood! Nergens in de Schrift worden nog kinderen van Jechoniah genoemd; integendeel! Na de aankondiging van het komende oordeel over het huis van Jechoniah gaat Jeremia verder:
“Zo zegt de Heere: Schrijf deze zelfde man kinderloos, een man, die niet voorspoedig zal zijn in zijn dagen, want er zal niemand van zijn zaad voorspoedig zijn, zittende op de troon Davids, en heersende meer in Juda ‘Jer. 22: 30.
Wanneer in deze profetie gezegd wordt, dat er geen zaad van Jechoniah voorspoedig zal zijn of zal zitten op de troon van David, wil dat nog niet zeggen, dat hij inderdaad nageslacht had. We mogen de zaak niet omdraaien! Dit vers profeteert juist, dat hij kinderloos was en zou blijven, en dat er daarom geen zaad van hem op de troon zou zitten. Het lijkt me duidelijk genoeg.
KINDERLOOS
Het is in dit verband uitermate belangrijk om te weten wat dit “kinderloos” in Jer. 22: 30 precies wil zeggen. Het komt behalve in Lev. 20: 20 en 21 alleen nog voor in het reeds aangehaalde Gen. 15: 2, waar Abraham zich grote zorgen maakt:
“Heere, Heere, wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliëzer?”
Het punt is, dat Abraham wel een erfgenaam, een zoon, had in de persoon van Eliëzer, maar dat hij geen natuurlijk zaad had voortgebracht! Het geval van Jechoniah ligt precies zo! Hij had geen lijfelijke kinderen. De Bijbel wil er althans nadrukkelijk niets van weten (en daar gaat het maar om). Wanneer God nu zegt:
” Schrijf deze man kinderloos….”
… is het totaal onmogelijk dat een kind van Jechoniah genoemd zou worden in Mattheüs 1. Of de Bijbel is niet Gods Woord! Misschien laat Jer. 22: 30 wel de mogelijkheid open, dat Jechoniah in ballingschap nog kinderen heeft voortgebracht, wanneer hij spreekt over “zijn zaad”, maar het is zeer onwaarschijnlijk. Ook als we de verdere geschiedenis van Jechoniah nagaan. Waarom zou het trouwens niet mogelijk zijn te spreken over het zaad van iemand, die geen kinderen heeft? Elke verdere discussie over dit punt is zinloos, omdat het onmogelijk is dat God opdracht geeft iemand kinderloos te schrijven en dan vervolgens toch een kind laat optekenen in het register van Mattheüs. De gedachte is eigenlijk absurd.
Wanneer we nu terug gaan naar Matt. 1 : 12 en lezen:
“ ..Na de Babylonische o vervoering gewon Jechoniah Salathiël…”
… dan staat op voorhand vast, dat ‘ deze Salathiël geen lijfelijke afstammeling kan zijn van Jechoniah. Hij was kinderloos en dus ook “kleinkinderloos”, enz.. Wie deze Salathiël of Sealthiël, zoals hij in het Oude Testament genoemd wordt, dan wel was? Precies wat Mattheüs,zegt: de zoon, n.l. de erfgenaam van Jechoniah. Op welke manier de rechten van Jechoniah, of beter, die van Josias, overgingen naar Salathiël, valt op te maken uit het andere register: dat van Lukas 3.
DE NATUURLIJKE LIJN
Het eerste wat aan het register van Lukas 3 opvalt, is dat het gegeven wordt in omgekeerde volgorde. In tegenstelling tot dat van Mattheüs begint het niet met de oudste stamvader en beweegt zich dan voorwaarts door de tijd, maar het begint met de jongste telg en beweegt zich terug naar de oorsprong! Dit onderscheid is er natuurlijk niet voor niets. Het duidt op het speciale doel van dit register. Zoals vrijwel alle registers uit het oude testament loopt dat van Mattheüs van het verleden naar het heden. De eenvoudige reden daarvoor is, dat het begint bij de oorsprong van de Davidische Dynastie. Van daaruit worden dan achtereenvolgens de erfgenamen van deze troon van David opgesomd. Het gaat er daarbij om op welke wijze de troon in stand blijft. De gelijksoortige registers in het Oude Testament hebben eenzelfde doel. Veruit de meeste hebben op een of andere wijze betrekking op de geslachtslijn van het beloofde zaad van de vrouw. We dienen daarbij te bedenken, dat de Christus, zoals Mattheüs ook zegt, niet alleen de zoon en erfgenaam is van David, maar ook van Abraham en Adam! Daarom wordt in de Geslachtsregisters de lijn gevolgd vanaf respectievelijk Adam, Abraham en David. Ze volgen de generaties vanaf de oorsprong van hun erfenis tot op de laatste erfgenaam: Jezus Christus!
Dat dit register van Lukas precies de andere kant op loopt, kan slechts betekenen, dat het hier niet in de eerste plaats gaat om het erfrecht. Het begint niet bij de ”grondlegger” van een dynastie! Dit teruglopende register heeft daarom betrekking op de normale lijfelijke afstamming, die ondergeschikt is aan het erfrecht!
Op bijzondere wijze wordt dit bevestigd door het gebruik van het woord “Zoon” in het register van Lukas. We hebben inmiddels gezien, dat dit.woord in feite niets met afstamming, maar alles met erfrecht te maken heeft. Lukas 3 lijkt hierop een uitzondering te zijn, maar is dat beslist niet. Want wat is het geval? Hoewel onze vertalingen hier zo’n dikke 75 maal het woord zoon gebruiken, komt het in de grondtekst slechts een enkele maal voor. Dat is alleen in vs. 23:
“En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef.”“
In het hele verdere hoofdstuk komt het woord zoon Volgens de Griekse grondtekst niet meer voor. De Statenvertaling geeft dat keurig aan, door het cursief te drukken!
Het merkwaardige van dit verschijnsel is, dat het woord zoon hier uitsluitend gebruikt wordt voor de relatie tussen Jozef en Jezus. Een relatie, die zoals bekend helemaal niets met lijfelijke afstamming te maken had, doch uitsluitend met erfrecht. Ik kom daar later nog op terug. In alle andere gevallen wordt het woord zoon opvallend zorgvuldig vermeden! Kennelijk hebben de vertalers hier niet goed raad mee geweten, omdat hun taalgevoel hun zei, dat er iets niet klopte! Vandaar dat zij het “ontbrekende” woord in de vertaling hebben ingevoegd. En terwijl de cursivering in de statenvertaling dit nog eerlijk aangeeft, is er in de vertaling N.B.G niets te vinden, dat deze verbastering verraadt! Kortom, het vervolg op het boven reeds geciteerde vers gaat als volgt:
“……Jozef van Heli van Matthat van Levi van Melchi van Janna van Jozef van Mattathias…. “, enz.
Het woord zoon houdt Direct verband met het erfrecht. Juist het ontbreken ervan bewijst, dat het hier niet gaat om het erfrecht, maar om de natuurlijke afstamming. De teruglopende vorm is daarvoor gebruikelijk.
KAINAN
Vanwege de parallel met Mattheüs 1, zullen we ook dit register bespreken in chronologische volgorde. Wanneer we het vergelijken met de gegevens uit het Oude Testament, stuiten we in Vers 36 op de naam Kainan. Deze Kainan is met de beste wil van de wereld niet terug te vinden in ons Oude Testament. Dit plaatst ons helaas voor een voor velen toch wel moeilijk probleem. En ook dit heeft dezelfde oorsprong als de in het begin genoemde spellingskwesties: De Septuagint!
Zoals gezegd kwam de Septuagint tot stand in Egypte. Nu is het zo, dat de Egyptische overlevering voorziet in “Koningslijsten”, waarin de geschiedenis van de Farao’s kan worden teruggevoerd tot ver voor de tijd van Adam. Het zijn dezelfde Koningslijsten, waarop tot op vandaag onze kennis van de Oude geschiedenis gebaseerd is. Het grote probleem is echter, dat die koningslijsten tijdrekenkundig bepaald niet in overeenstemming zijn met de Bijbelse geschiedenis! Onze officiële kennis van de oude geschiedenis is dat daarom evenmin! En wat doet een wetenschapper in zo’n geval? Hij maakt het zelf kloppend! En zoals gebruikelijk moet de Bijbel het dan ontgelden. Hij wordt aangepast aan de menselijke overlevering. Het is waar Paulus voor waarschuwt, als hij schrijft:
“Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld…”“ Kol. 2: 8.
Juist de menselijke overlevering die verband houdt met het begin der wereld en het begin van het oude Egyptische rijk, is de oorzaak, dat de bewerkers van de Septuagint de Bijbelse geschiedenis met vele eeuwen hebben verlengd. Zij deden dat op twee manieren.
De eerste methode was het verhogen van de leeftijden van de aartsvaders op het tijdstip dat hun erfgenaam geboren werd. Zo vermelden onze Bijbels net als de Hebreeuwse Thenach, dat Adam 130 jaar oud was toen Seth werd geboren, terwijl de Septuagint hier 230 jaar opgeeft. Een dergelijke vervalsing trof vele aartsvaders van voor de zondvloed en ook enigen van latere datum. Bijna dezelfde procedure wordt ook vandaag nog dikwijls toegepast door evangelische christenen, om de datum van de zondvloed te kunnen vervroegen teneinde hun eigen theorieën in overeenstemming te kunnen brengen met de Bijbel !! In werkelijkheid doen zij echter het omgekeerde: zij verkrachten de Bijbel ten behoeve van hun eigen “wetenschap”. Hoe onwetenschappelijk!
De tweede methode was het invoegen van namen en bijbehorende leeftijden in de geslachtsregisters! Deze Kainan uit Lukas 3: 36 vinden we in ons Oude Testament niet terug. Evenmin is hij te vinden in de Hebreeuwse grondtekst. Hij is echter wel degelijk te vinden in de Septuagint, en wel in Gen. 11 : 13 en 14. Net als in Lukas 3 wordt hij daar geacht de zoon van Arfachsad te zijn! Bovengenoemde “wetenschappers”, die net als de redacteuren van de Septuagint van 2200 jaar geleden belang menen te hebben bij een verlenging van de Bijbelse geschiedenis, redeneren nu als volgt. Aangezien Lukas melding maakt van Kainan, die niet voorkomt in het Oude Testament, besluiten zij, dat hij daaruit is weggelaten. En als er een wordt weggelaten zullen er wel meer weggelaten zijn. In hun gedachtegang zijn de vroege Oudtestamentische registers dus niet kompleet, en laten daarom ruimte om precies zoveel generaties tussen te voegen als nodig is voor de bevestiging van hun eigen theorieën. Dit nu is dwaasheid. Op de vraag waarom Kainan in tegenstelling tot de Thenach dan wel in de Septuagint genoemd wordt, zijn zij nog steeds het antwoord schuldig. Zouden zij werkelijk deze erkend slechte en bovendien valse vertaling betrouwbaarder achten dan het Hebreeuwse Oude Testament?
Nee, Kainan heeft nooit geleefd, en is slechts een bedenksel van de oude Egyptenaren. Een eenvoudige vergelijking van de gegevens toont dit zonder meer aan. Zo vinden we hem alleen genoemd in de Septuagint in Gen. 10: 24 en 11 : 22, maar niet in de Hebreeuwse Thenach. Hij wordt evenmin genoemd door Flavius Josefus, wanneer hij de afstammelingen van Noach opsomt in ”Joodse oudheden” boek 1 par. 4. Dit is een heel sterk argument, omdat Flavius Josefus wel degelijk gebruik maakte van de Septuagint, getuige het feit dat hij daaruit wel de leeftijden van de aartsvaders heeft overgenomen! Overigens was deze betrouwbare geschiedschrijver er heilig van overtuigd, dat de Egyptische koningslijsten en geschiedschrijving in feite vervalsingen waren. Men leze zijn ”Apion ”. Voorts is het nog zo, dat we hetzelfde register ook vermeld vinden in 1 Kron. 1, doch de bewerkers van de Septuagint hebben dit kennelijk over het hoofd gezien. Vandaar dat Kainan ook in de Septuagint niet genoemd wordt in 1 Kron. 1 : 18 en 24.
Tegenover Lukas 3 : 36 staan dus vier Oudtestamentische schriftplaatsen, waarin Kainan niet genoemd wordt. Dat zijn Gen. 10:24; 11:12; 1 Kron. 1 :18 en 24. Slechts de eerste twee verzen maken in de Septuagint melding van Kainan, de andere twee doen dat niet! Voorts vinden we hem eveneens niet terug bij Flavius Josefus. De conclusie is daarom niet dat hij in het Oude Testament is weggelaten, maar dat hij ten onrechte vermeld wordt in Lukas 3! Dat dit bij sommige christenen ontsteltenis bewerkt is wel te begrijpen, maar wijst toch op onbekendheid met de wijze waarop ons Nieuwe Testament tot stand gekomen is. We kunnen hierop echter niet dieper ingaan. Wel staat zonder meer vast, dat de Hebreeuwse grondtekst van het Oude Testament minder omstreden is dan de Griekse van het Nieuwe. Ook daarom moeten we concluderen, dat deze Kainan in Lukas 3 niet thuishoort!
NATHAN
Tot op David, de koning, is het register van Lukas geheel identiek aan dat van Mattheüs. Maar na David splitst de lijn zich. Terwijl Mattheüs de lijn doortrekt via Davids zoon en opvolger Salomo, gaat Lukas verder via Salomo’s jongere broer Nathan! Ook dit past volledig in het verschillende karakter van de beide registers. Bij Mattheüs gaat het immers niet om de afstamming als zodanig, maar om de lijn van rechthebbers op de troon. Hij vervolgt daarom het register met Davids opvolger op de troon! Bij Lukas ligt de zaak volkomen anders. Niet het erfrecht, maar de natuurlijke afstamming is daar aan de orde.
Alleen al op grond van deze feiten kunnen we concluderen, dat de Heere Jezus Christus geen natuurlijke afstammeling is van Salomo, maar van zijn jongere broer Nathan. Overigens waren zij beiden zonen van Salomo en Bathseba:
“Dezen nu zijn hem te Jeruzalem geboren: Simea (Sammuaa), en Sobab, en Nathan, en Salomo. Deze vier zijn van Bath-Sua (Bathseba), de dochter van Ammiël” 2 Kron. 3: 5.
SALATHIEL
De geslachtslijn van Nathan, zoals we die vinden in Lukas 3, kunnen we op geen enkele manier vergelijken met gegevens uit het Oude Testament. Die gegevens hebben we namelijk niet. Pas zo’n tien generaties verder verschijnt de naam Salathiël, die we niet alleen terugvinden in het Oude Testament, maar eveneens in het register van Mattheüs! In feite is deze Salathiël de sleutelfiguur voor het begrijpen van zowel Mattheüs 1 als Lukas 3. De meest klemmende vraag van deze beide registers is dan ook:
“Wie was deze Salathiël?’
In het algemeen worden de meest tegenstrijdige theorieën over deze man verkondigd. Want leert niet Lukas 3 : 37 dat hij de zoon was van Neri, terwijl Matt. 1 : 12 hem de zoon van Jechonias noemt? Dikwijls stelt men dan, dat de Salathiël uit Mattheüs een andere is dan die uit Lukas, aangezien zij verschillende de vaders hebben, Dit argument wordt echter aanzienlijk ontkracht, door het feit dat zowel Mattheüs als Lukas hem een zoon toeschrijven met de naam Zorobabel (Zerubbabel). Maar hoe zit dat nu? Toch tegenstrijdig heden in de Bijbel? De oplossing van dit probleem is even eenvoudig als verrassend. Nadat we het verschillende karakter van de beide registers hebben ingezien, zoals hiervoor beschreven, ligt de oplossing voor het grijpen! Consequente bestudering van de Schrift lost niet slechts vele problemen op, het voorkomt ze!
Laten we beginnen bij Lukas 3 : 37. Zoals reeds eerder opgemerkt wordt daar helemaal niet gezegd dat Salathiël de “zoon van Neri was. De grondtekst vermeld eenvoudig:
“ ……Salathiël van Neri …..”
Dit betekent daarom, dat hij de directe lijfelijke afstammeling was van Neri. Of, om een Bijbelse uitdrukking te gebruiken, hij was zaad van Neri. Hij was “uit zijn lendenen” geboren! Over zoonschap en erfrecht wordt helemaal niet gesproken! Heel anders ligt het echter met Matt. 1 : 12, waar staat:
“En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiël”
De betekenis van”gewinnen” hebben wij reeds eerder besproken. Het heeft niet direct te maken met de voortplanting, maar met het erfrecht. Mattheüs leert daarom niet, dat Salathiël het zaad is van Jechonias. Hij leert niet, dat hij uit zijn lendenen is voortgekomen. Hoe zou hij ook kunnen? Het zou in tegenspraak zijn met de reeds aangehaald profetie uit Jeremia:
“Zo zegt de Heere: Schrijf deze zelfde man kinderloos, een man, die niet voorspoedig zal zijn in zijn dagen; want er zal niemand van zijn zaad voorspoedig zijn, zittende op de troon Davids, en heersende meer in Juda “ Jer. 22: 30.
Salathiël was dus geen kind, geen zaad van Jechonias, maar van Neri. Maar aangezien Jechonias zelf geen kinderen had, was daarmee de geslachtslijn van Salomo uitgestorven! Dat dit niet expliciet vermeld wordt door Mattheüs, behoeft geen verbazing te wekken. Niet de natuurlijke geslachtslijn, maar de erfopvolging is het onderwerp van Mattheüs 1. Hij leert daarom niet, dat Salathiël uit Jechonias is voortgekomen, maar dat Salathiël de wettige erfgenaam werd van Jechonias, na het uitsterven van de lijn van Salomo.
Sinds David was het recht op de troon in het bezit geweest van Salomo en zijn natuurlijke afstammelingen. Maar door het uitsterven van deze lijn kwam het recht op de troon in het bezit van de afstammelingen van Nathan! De troon van Juda ging na David oorspronkelijk naar Salomo, doch na Jechonias en de Babylonische ballingschap ging hij alsnog naar de jongere broer: Nathan.
De enige plaats in het Oude Testament, waar eveneens over een zoon van Jechonias wordt gesproken, is 1 Kron. 3. Ook in dat register is het een en ander er niet duidelijker op geworden door een gebrekkige vertaling. Vraagt u mij niet hoe dat komt. Ik weet het ook niet. Ik probeer alleen het weer recht te zetten.
Het eerste vers waarin Jechonia genoemd wordt, hebben we reeds eerder bezien. Het luidde als volgt:
“De zonen van Jojakim nu waren: Jechonia zijn zoon, Zedekia zijn zoon.”
De statenvertaling spreekt hier ten onrechte van “kinderen”, hetgeen door de vertaling N. B. G weer rechtgezet is. Het gaat hier niet om kinderen, maar om zonen, ”Benim”, erfgenamen.
Het gaat net als in Mattheüs om de troonopvolgers! Daarom wordt in dit ene vers tot tweemaal toe van zowel Jechonia als van Zedekia gezegd, dat zij zonen waren van Jojakim. En dat, terwijl wij reeds gezien hebben, dat het voorgaande vers (vers 15) Zedekia de broer van Jojakim noemt! Hoe wij daarom ook over het begrip “zoon” denken, het kan nooit zonder meer vervangen worden door “kind”. Het kan wel zonder meer vervangen worden door “erfgenaam”. Want na Jechonia was Zedekia de erfgenaam van Jojakim.
Dan volgt onmiddellijk vers 17, dat spreekt over zonen van Jechonia. In onze Nederlandse vertalingen zijn echter zoveel woorden tussengevoegd en andere van plaats verwisseld, dat ik nu maar meteen een correcte vertaling geef, met in acht neming van de juiste volgorde der Hebreeuwse woorden:
“En de zonen van Jechonia, de balling: Sealthiel zijn zoon en Malchiram en Pedaja en Senazar, Jekamja, Hosama en Nedabja “ 1 Kron. 3: 17 en 18.
De beste Nederlandse vertaling is hier ongetwijfeld de “Leidse”. Overigens is het onbegrijpelijk, waarom dit eenvoudige Hebreeuws voor de vertalers zoveel moeilijkheden heeft opgeleverd. Maar laten we dit vers eens nauwkeurig volgen. Om te beginnen gaat het hier net als in het voorgaande vers weer niet om kinderen maar om zonen (Benim). Om erfrecht dus. In de tweede plaats hebben alle mij bekende vertalingen, inclusief de niet -Nederlandse, het woord “assir” niet opgevat als een naam, maar correct vertaald met ”de gevankelijk weggevoerde”. Slechts de statenvertaling en de vertaling N.B.G, de meest gebruikte Nederlandse vertalingen, zijn hier in gebreke gebleven. Ten derde moet ons opvallen, dat Sealthiël net als Jechonia en Zedekia in het voorgaande vers de toevoeging “zijn zoon” meekrijgt, terwijl zij in de aanhef van het vers reeds onder de zonen geschaard worden. Zij worden dus met bijzonder veel nadruk zo genoemd.
De conclusie is deze: net zomin als “Zedekia zijn zoon” uit vers 16 een kind van Jojakim of van Jechonia was, is “Sealthiel zijn zoon” een kind van Jechonia. Hij was slechts zijn opvolger wat betreft de rechten op de troon van Juda! Hetzelfde geldt voor de andere hier zo genoemde zonen van Jechonia. In feite waren zij broers van Sealthiel, zoals hoe dan ook uit een correcte vertaling van deze verzen blijkt, zij waren zonen van Jechonias, maar volgens Lukas 3 : 27 kinderen van Neri uit de lijn van Nathan.
ZERUBBABEL
De zojuist gevolgde redenering is vanzelfsprekend ook van toepassing op het volgende vers uit dit register in 1 Kron. 3:
“En de zonen van Pedaja: Zerubbabel en Simei …..” vs. 19.
Ook hier heb ik maar Direct de letterlijke vertaling gegeven: niet kinderen, maar zonen. Ook hier treffen we weer dezelfde structuur. Hoewel Lukas 3 : 27 spreekt over:
“……Zorobabel van Salathiel ……”
wordt hij in kronieken beschreven als zoon van Pedaja. De verschillende theorieën omtrent dit verschijnsel zal ik hier niet bespreken, omdat ze alleen maar verwarrend werken. We blijven gewoon bij de Schrift zelf, en besluiten weer eens, dat Lukas spreekt over de natuurlijke afstamming. Daarom is Zorobabel een natuurlijk kind of zaad van Salathiel. Dit is op geen enkele wijze in strijd met de woorden van 1 Kron. 3! Daar wordt hij immers niet een kind, maar een zoon van Pedaja genoemd. Op de een of andere wijze, was hij dus niet alleen het natuurlijke zaad van Salathiel (volgens Lukas 3 : 27) en zijn Directe erfgenaam (volgens Matth. 1 :12), maar bovendien de zoon en erfgenaam van zijn oom Pedaja. Als we de begrippen “kind”en “zoon” maar goed onderscheiden, hebben we absoluut geen problemen.
Op welke wijze Zorobabel de erfgenaam werd van Pedaja is voor de registers uit Mattheüs en Lukas van geen enkel belang. Pedaja komt daar immers niet in voor! Maar om toch zo volledig mogelijk te zijn, zullen we ook deze zaak nader bezien.
Volgens een bestaande hypothese zou Zerubbabel verwekt zijn door Pedaja, nadat Sealthiel kinderloos zou zijn overleden. Zerubabbel zou dan geboren zijn uit het leviraats- of zwagerhuwelijk tussen Pedaja en de weduwe van Sealthiel. Dit is echter in strijd met de woorden van Lukas, die zoals we gezien hebben Zerubbabel noemt als het natuurlijk zaad van Sealthiel en niet als zijn erfgenaam. Indien deze hypothese juist is, zou Lukas eenvoudig de naam van Pedaja hebben kunnen noemen in plaats van Salathiel. Hij zou ook dan niet in strijd geweest zijn met de gegevens uit het Oude Testament!
Met behulp van een concordantie kunnen wij echter constateren, dat Zerubbabel 10 maal “zoon van Sealthiel, vorst van Juda” genoemd wordt. Daardoor is het zonder meer duidelijk, dat er sprake is van erfrecht. Met name door het gebruik van het woord zoon en de titel “vorst van Juda”. Daarbij moeten wij bedenken, dat het woord “vorst” in de Bijbel niet de titel is van een regerend staatshoofd, maar van een erfgenaam van de troon. Ook de Heere Jezus zelf wordt daarom zo genoemd in verband met zijn eerste komst (b.v. Daniël 9: 25: “Messias de Vorst”). Volgens Lukas was Zerubbabel echter wel degelijk ook zaad van Sealthiel. Dat hij in 1 Kron. 3 desondanks tevens een zoon, en dus erfgenaam, van Sealthiels broer Pedaja wordt genoemd, kan slechts betekenen, dat de rechten op de troon oorspronkelijk in het bezit kwamen van Pedaja. Daarom moeten wij concluderen, dat Pedaja in feite de oudere broer was van Sealthiel. Na zijn (kinderloos) overlijden ging de troon volgens het erfrecht naar zijn jongere broer Salathiel en vervolgens naar diens zoon Zerubbabel. De enige andere, puur theoretische, mogelijkheid is, dat Zerubbabel pas na de dood van zijn vader geboren werd. In die tussentijd van hooguit enkele maanden zou oom Pedaja dan de honneurs hebben waargenomen, op grond waarvan hij hier genoemd wordt, maar nogmaals, deze hele kwestie heeft in feite niets te maken met de beide Nieuw Testamentische registers.
Samenvattend ligt de zaak dan als volgt. Na het kinderloos overlijden van Jechonias, de laatste koning uit de lijn van Salomo, ging het recht op de troon automatisch over naar de nog levende lijn van Salomo’s jongere broer Nathan. Hoewel de Bijbel dit niet expliciet vermeld, was Pedaja de eerste rechthebbende uit die lijn. Doordat ook hij kinderloos overleed werd zijn (vanzelfsprekend) jongere broer Sealthiel zijn erfgenaam, en vervolgens diens zaad en zoon Zerubbabel.
De rol van Pedaja is echter niet essentieel! Wat wel van het allergrootste belang is, dat het recht op de troon na Jechonias in het bezit kwam van de andere, jongere, tak van de familie! Ik kom daar later op terug.
Jozef of Maria?
Na Zorobabel herhaalt de geschiedenis zich. Zoals het geslacht van David zich splitste via de lijnen van Salomo en Nathan, zo splitst de lijn van Sealthiel zich weer na Zorobabel! Na hem zet het register van Mattheüs zich voort via Abiud en Eljakim, terwijl dat van Mattheüs verder gaat met de namen van Rhesa en Johannes. Op de naam Rhesa komen wij later nog terug. Er ontstaan dus weer twee lijnen, die beiden wat de natuurlijke afstamming betreft, zijn terug te voeren tot Nathan!
Het grote probleem van deze twee lijnen is, dat zij beiden uitkomen bij Jozef! Wat we eerder tegenkwamen bij Salathiel, vinden we ook hier. Twee verschillende lijnen met een gemeenschappelijk eindpunt. Ook in dit geval willen we niet al te diep ingaan op de vele theorieën, die hierover in omloop zijn. Maar het lijkt ons toch nuttig de meest gangbare even te noemen.
De kerkvaders waren algemeen van oordeel, dat beide registers inderdaad betrekking hadden op Jozef. De voorzover bekend eerste onderzoeker van deze kwestie, Julius Africanus, hield de theorie, dat de beide grootvaders van Jozef, n.l. Matthan en Melchi (deze laatste naam is onjuist daar Julius zich van een corrupte tekst bediende) achtereenvolgens dezelfde vrouw trouwden. Als gevolg daarvan zouden de beide als zodanig genoemde vaders van Jozef, n.l. Heli en Jacob, halfbroers geweest zijn. Nog steeds volgens deze kerkvader zou Heli kinderloos zijn overleden, waarna Jacob bij de weduwe van zijn broer nageslacht verwekt zou hebben voor Heli. Het bekende zwagerhuwelijk dus. Op deze wijze zou Jozef zowel de zoon van Heli als van Jacob genoemd kunnen worden. Een nogal gekunstelde theorie zonder werkelijke Bijbelse grond. Elementair hierin is, dat beide registers betrekking zouden hebben op Jozef!
Een wat jongere theorie stelt, dat Heli en Jacob, de beide zogenaamde vaders van Jozef, beiden zonen waren van Matthan, uit het register van Lukas. Jacob zou als de oudste broer de erfgenaam van de troon geworden zijn, door het kinderloos overlijden van Matthan uit Mattheüs. Deze Jacob zou geen zoon hebben gehad, maar wel een dochter: Maria! Zij trouwde met Jozef, de zoon van haar oom Heli, en aangezien zij geen broers had, werd Jozef daardoor automatisch de erfgenaam van de troon. Deze theorie is eveneens wel erg ver gezocht! Het belangrijkste hierin is, dat Jozef beschouwd wordt als een kind van Heli uit Lukas 3, en dat Maria gezien wordt als de dochter van Jacob uit Mattheüs 1!
Na de reformatie heeft een nieuwe opvatting veel aanhang gekregen. Volgens deze lezing zou het register van Mattheüs direct betrekking hebben op de natuurlijke afstamming van Jozef. Niet Maria, maar Jozef zou geboren zijn uit Jacob. En Heli zou de natuurlijke vader zijn van Maria! In principe ligt de situatie hier weer precies andersom dan in de vorige opvatting! Deze gedachte, dat Lukas 3 het register is van Maria, en Mattheüs 1 dat van Jozef heeft zoveel terrein gewonnen, dat men het algemeen onnodig vindt, om hem met argumenten te verdedigen. Vermoedelijk vindt het zijn oorsprong in de onwil om nota bene een vrouw op te nemen in het koningsregister van Israël. Maar daarover later. In elk geval acht men het aannemelijk, dat Jozef een natuurlijke zoon is van de laatste troonpretendent in Mattheüs, n.l. Jacob.
Deze verschillende theorieën heb ik hier genoemd, om te laten zien, dat er in de loop der eeuwen nogal verschillend over deze problematiek gedacht werd. En bovendien was het niet de Bijbel, maar de menselijke fantasie, die voorzag in de benodigde argumenten! Het gevolg is dan ook, dat hierover bepaald geen eenstemmigheid bestaat! Beide registers worden beurtelings aan Jozef en Maria toegeschreven!
Is het dan niet mogelijk om de menselijke verbeeldingskracht aan de kant te schuiven ter wille van het Woord van God?
LUKAS
Wanneer we al het voorgaande in verband brengen met de werkelijke woorden van Lukas over Jozef, komen we tot een verrassend resultaat! Er valt helemaal geen puzzel op te lossen. Die puzzel is er helemaal niet. Lukas gebruikt in verband met Jozef nog steeds dezelfde woorden:
“….Jozef van Heli van Matthat …..” vs. 23, 24
Ook hier wordt het woord zoon nog steeds niet gebruikt. Een probleem is er daarom niet. Zoals in verband met alle voorgaande namen in Lukas 3, spreekt hij niet over erfrecht, maar over de natuurlijke voortplanting! Wanneer we dit register dus consequent interpreteren, moeten we zonder meer aannemen, dat Jozef het natuurlijke zaad van Heli was. En waarom ook niet? Omdat we misschien ooit eens anders gehoord hebben? Zolang er geen andere Bijbelse argumenten voorhanden zijn, hebben we geen enkele keus! En laten we toch vooral goed beseffen, dat de waarheid niet democratisch is, niet het aantal aanhangers van een bepaalde visie bepaalt de juistheid ervan, maar enkel en alleen het gezaghebbende Woord van God! Daarom dienen wij ons te houden aan de geïnspireerde woorden van Lukas, dat Heli de natuurlijke vader was van Jozef.
MATTHEÜS
Ook de woorden van Mattheüs laten aan duidelijkheid niets te wensen over:
“En Jacob gewon Jozef, de man van Maria” vs. 16
We houden consequent vast aan de tot nog toe gevolgde lijn. Zoals in alle voorgaande gevallen. In Mattheüs wordt er gesproken over het erfrecht en anders niets! Dit vers leert ons daarom, dat Jozef de erfgenaam was, of beter: werd, van Jacob. Dat kon natuurlijk op verscheidene manieren. De meest voor de hand liggende is, dat Jozef de lijfelijke zoon was van Jacob. Uit het voorgaande is echter reeds gebleken, dat in geval van ontbreken van natuurlijk zaad de kroon overging naar een ander familielid. B.v. de broer of de oom. We kunnen dus de vraag stellen op welke wijze Jozef de erfgenaam werd van Jacob. Een zeer gerechtvaardigde vraag dunkt me. En ook hier staan we onmiddellijk voor een verrassing. We hoeven geen beroep te doen op onze eigen verbeeldingskracht. Voordat de vraag eigenlijk in ons op kom komen, wordt hij in hetzelfde vers beantwoord:
“……de man van Maria …”
Wanneer we objectief blijven, moet het duidelijk zijn, dat het voor het register hoegenaamd niets uit maakt, met wie iemand getrouwd was. De toevoeging ”de man van Maria” is wat dat betreft volkomen buiten de orde. De tegenwerping, dat deze uitdrukking de verbindende schakel vormt tussen Jozef en Jezus, is niet gerechtvaardigd. In Lukas 3 wordt Maria toch ook niet genoemd? Nee, deze toevoeging is het antwoord op de vraag hoe Jozef de erfgenaam werd van Jacob. Namelijk door zijn huwelijk met Maria! En als dat niet de betekenis is, dan is die opmerking volmaakt overbodig! Aangezien alle woorden in dit register verband houden met het erfrecht, moet ook deze toevoeging daar mee te maken hebben. De zaak ligt daarom duidelijk: Jozef werd de erfgenaam van Jacob door zijn huwelijk met Maria. Daaruit volgen dan twee dingen. In de eerste plaats, dat Maria de dochter was van Jacob, en in de tweede plaats, dat Jacob geen zonen had!
Slechts op deze wijze doen wij recht aan alle woorden, die in dit verband door de evangelisten gebruikt worden. Bovendien maakt het het gebruik van onze fantasie volkomen overbodig. Een probleem is er dus niet. Althans niet in de Bijbel.
De kwestie van de afstamming van Jozef, die immers in beide registers genoemd wordt, kunnen we als volgt samenvatten:
Aangezien Lukas van Adam tot en met Jozef uitsluitend spreekt over de natuurlijke afstamming, moet Heli Jozefs natuurlijke vader zijn.
Aangezien Mattheüs slechts spreekt over het erfrecht, is Jacob niet noodzakelijk de natuurlijke vader van Jozef.
Het niet noemen van Maria in het register van Lukas, wijst op Jozef als de natuurlijke zoon van Heli.
Het noemen van Maria als de vrouw van Jozef in het register van Mattheüs, wijst op Maria als de natuurlijke dochter van Jacob.
Kortom, het register uit Mattheüs is dat van Maria en het register uit Lukas is dat van Jozef!
MARIA
Het feit, dat Mattheüs in wezen Maria noemt, als degene via wie de troon vererfd werd, heeft in het verleden geleld tot de veronderstelling, dat niet zij, maar Jozef een kind was van Jacob. Maar hoe moeilijk het met name voor de Jood ook is, om een vrouw als troonpretendent te aanvaarden, het Bijbelse erfrecht heeft er geen enkele moeite mee! Niet alleen wordt deze kwestie door de God van Israël zelf geregeld, maar er is bovendien ook jurisprudentie! In Numeri 27 vinden we de geschiedenis van “de dochteren van Zelafead”, wier vader zonder mannelijke stamhouder is overleden. In die situatie wenden zij zich tot Mozes met de woorden:
“Waarom zou de Naam onzes Vaders uit het midden van zijn geslacht weggenomen worden, omdat hij geen zoon heeft? Geef ons een bezitting in het midden der broederen van onze vader” Num. 27: 4.
Mozes wist zelf met deze vraag blijkbaar niets aan te vangen. Kon een vrouw dan ook erven? Hij was echter een verstandig man, en ging naar de Heer om raad. Hij krijgt een duidelijk antwoord:
“De dochteren van Zelafead spreken recht, gij zult haar ganselijk geven de bezitting ener erfenis…. en gij zult de erfenis haars vaders op haar doen komen”vs. 7.
Daarna geeft de Heere het erfrecht, zoals we dat reeds zovele malen in de registers in werking hebben gezien:
“Wanneer iemand sterft en geen zoon heeft, zo zult gij zijn erfenis op zijn dochter doen komen. En indien hij geen dochter heeft, zo zult gij zijn erfenis aan zijn broederen geven..Indien hij nu geen broederen heeft, zo zult gij zijn erfenis aan de broederen zijns vaders geven. Indien ook zijn vader geen broeders heeft, zo zult gij zijn erfenis geven aan zijn naastbestaande, die hem de naaste van zijn geslacht is, dat hij het erfelijk bezitte. Dat zal de kinderen Israëls tot een inzetting des rechts zijn, gelijk als de Heere Mozes geboden heeft” (vs. 8 t/M 11)
Dat is duidelijke taal. Bij gebrek aan een lijfelijke zoon, is de dochter de eerste rechthebbende. Daarna komen respectievelijk de broer en de oom. Dat laatste was b.v. het geval bij Zedekia! De allerlaatste rechthebbende is vervolgens de ”naastbestaande, die hem de naaste van zijn geslacht is”. Dit was het geval bij Sealthiel, toen de troon overging van de lijn van Salomo naar die van Nathan! Hoe het ook zij, bij afwezigheid van een zoon, is de dochter de eerste erfgenaam! Het is daarom heel goed mogelijk, dat een vrouw de rechten op de troon erft, vooropgesteld dat ze geen broers heeft! Dit nu was Blijkbaar het geval bij Maria!
JOZEF
Door haar huwelijk gingen de troonsrechten van Maria automatisch over op Jozef! Hij werd de erfgenaam van Jacob, die wij zijn schoonvader zouden noemen. De situatie is vergelijkbaar met de verhouding tussen Saul en David, die ik reeds genoemd heb. Zoals David als zijn schoonzoon Sauls zoon en erfgenaam werd, zo werd Jozef, als zijn schoonzoon de erfgenaam van Jacob. Het woord vader staat immers voor erflater en zoon staat voor erfgenaam! Daarom is schoonvader en schoonzoon in de Bijbel precies hetzelfde als vader en zoon! Jozef werd door zijn huwelijk de zoon van Jacob en daardoor de rechtmatige erfgenaam van de troon van Juda! En dat niet alleen! Als natuurlijke zoon van Heli was hij tevens uit het zaad van David. Niet uit de vervloekte lijn van Jechonias, zoals dikwijls gedacht wordt, maar uit de, lijn van Nathan en Sealthiel. Juridisch stonden zijn rechten volkomen vast. Zij worden trouwens bevestigd door de eerbiedige woorden van de engel, die hem aanspreekt met:
“Jozef, gij zone Davids…. ” Matt. 1: 20.
Dat is het wonder van de timmerman van Nazareth, die de ,,vorst van Juda” bleek te zijn, uit het huis en het geslacht van David.
DE ZOON VAN ADAM
We hebben er reeds op gewezen, dat het woord “zoon” in het register van Lukas slechts eenmaal voorkomt. Alle namen van Adam tot Jozef worden in de grondtekst slechts met elkaar verbonden door het woordje “van”. De enige uitzondering vinden we in de beschrijving van de relatie tussen Jozef en de Heere Jezus:
“Jezus…., zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef van Heli van Matthat … ” Luk. 3: 23.
De veranderde woordkeus geeft inderdaad een andere verhouding weer! Terwijl Jozef “zaad” van Heli was, was Jezus geen zaad van Jozef. Hij was echter wel degelijk zijn zoon! En dat niet “Alzo men meende”; hij was werkelijk de zoon, n.l. de erfgenaam van Jozef. De uitdrukking “Alzo men meende” moet hier doorgaan voor een vertaling van het Griekse woord “nomizo”, dat echter totaal iets anders betekent. Eigenlijk het tegenovergestelde!
“Nomizo” is afgeleld van “nomos” en “nomos” betekent “wet”! Het betekent dus feitelijk “in overeenstemming met de wet” of “wettig”. Men meende niet dat hij de zoon van Jozef was, men wist het. Hij was de wettige zoon van Jozef, Hij was zijn wettige erfgenaam! Niet omdat hij de natuurlijke zoon van Jozef was, maar omdat hij de natuurlijke zoon was van zijn wettige vrouw, Maria!
Zo zien wij dat het register van Lukas, wanneer we het lezen van Adam tot de Heere Jezus, in dit vers een heel andere wending neemt. Hoewel het steeds spreekt over de natuurlijke afstamming, blijkt het toch uit te komen op het erfrecht. De grote strekking van dit register is hier beslist niet, dat de Heer de erfgenaam was van Jozef. In overeenstemming met de strekking van het gehele evangelie van Lukas, wordt de Heere Jezus hier getoond als de Zoon van Adam! Hij is de Zoon en erfgenaam van Adam. Hij is de Zoon van de mens; de Zoon des mensen”. Deze laatste uitdrukking betekent immers veel meer,dan alleen dat hij uit het zaad van Adam is. Het betekent dat hij zijn erfgenaam is. We moeten daarbij goed voor ogen houden,dat de titel “Zoon des mensen” in het Nieuwe Testament, in feite de vertaling is van het Hebreeuwse “ben ha”Adam”. Het betekent ”erfgenaam van Adam”! Dat de Heere Jezus dat was is de strekking van dit register en dit evangelie! Daarmee gaat het om een zaak, die zeker zo belangrijk is, als het Messiasschap van Israël. Want terwijl David en zijn erfgenaam geroepen waren tot het eeuwige koningschap over Israël, werden Adam en zijn zoon geroepen om te regeren over de gehele aarde. Dus inclusief Israël Tot Adam, de stamvader zegt God:
“Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult de aarde en onderwerpt haar, en hebt heerschappij… .”“ Gen. 1: 28.
Adam heeft er niets van terecht kunnen brengen, en zijn afstammelingen evenmin. De opdracht rust daarom nog steeds op zijn erfgenaam! Of dacht u dat God het er na Adams falen bij liet zitten? Dacht u dat hij sindsdien zijn plannen gewijzigd heeft? Nee, de “eerste Adam”, de mens, faalde, maar de laatste Adam, de “Zoon des mensen” zal niet falen! Over deze Zoon des mensen zegt Psalm 8:
“Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de Zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt? Gij hebt Hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt Hem met eer en heerlijkheid gekroond. Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen, Gij hebt alles onder zijn voeten gezet… O Heere, onze Heere! Hoe heerlijk is Uw naam op de ganse aarde!” Psalm 8: 5-10
En de Hebreeënbrief vult daarbij aan:
“Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die een weinig minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor allen de dood smaken zou…” Hebr. 2: 6-9.
“De eerste mens is uit de aarde, aards, de tweede mens is de Heere uit de hemel 1 Kor. 15: 47.
Jezus, de wettige zoon van Jozef van Heli… van Adam is de laatste Adam, de erfgenaam van Adam, kortom, de Zoon des mensen. Hij kwam om te volbrengen waarin Adam faalde. Hij zal de aarde onderwerpen en over haar heersen. Hij zal als Koning over de schepping de wil van God volbrengen. Hij is de Zoon des mensen, die de schepping zal ontrukken aan de vorst dezer eeuw, en zal terugbrengen tot God, die haar Schepper is. Daarom mogen wij ook uitzien naar die dag
“……wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon Zijner heerlijkheid” Matt. 25:31.
Wat een geweldige toekomst!
DAVID, DE KONING
Evenals het laatste gedeelte van het register van Lukas, heeft dat van Mattheüs een verrassing in petto. We hebben reeds gezien dat Jozef door zijn huwelijk met Maria, de dochter van Jacob, de rechten op de troon van Israël verwierf. Het vervolg hierop hebben wij besproken in verband met Lukas 3: 23: Jezus was de wettige zoon van Jozef, door het huwelijk van zijn moeder, woorden van dezelfde strekking vinden we dan ook in Mattheüs 1 . 16:
“En Jacob gewon Jozef, de man van Maria, uit welke geboren is Jezus, gezegd Christus.”
In dit verband is het van geen enkel belang, of we de lijn van Jacob laten lopen via Jozef of via Maria, van belang is slechts, dat de rechten van Jacob op volkomen wettige wijze overgingen op de Heere Jezus! Hierdoor werd Hij niet alleen erfgenaam van Jacob, maar bovendien de Zoon van David en de Zoon van Abraham! Wat dat inhoudt hebben we al besproken in verband met het eerste vers van dit hoofdstuk. Op dit moment moeten we ons eerst bezighouden met vers 17:
“Al de geslachten Dan, van Abraham tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering, zijn veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus zijn veertien geslachten.”
Dit vers geeft ons eigenlijk een controletotaal van het register. En dat is niet voor niets! Alleen al het feit, dat men het tot op de huidige dag nooit eens is kunnen worden over de juiste wijze van tellen, bewijst dat het register als zodanig veelal niet begrepen wordt, maar laten we de proef eens op de som nemen.
De eerste groep van veertien generaties moet volgens vers 17 gerekend worden van Abraham tot David. Dat is nog helemaal probleemloos; David is hier inderdaad de veertiende van Abraham.
De tweede groep moet gerekend worden van David tot de Babylonische overvoering. En tenzij we ons strikt houden aan de letterlijke tekst van de Bijbel, komen hier de complicaties! Alweer volgens vers 17 moeten we dit veertiental tellen vanaf David. En let vooral op: als bij de groep “van Abraham tot David” Abraham de eerste in de reeks is, dan is bij de groep”Van David tot de Babylonische overvoering” David de eerste in de reeks. Het enige probleem is, dat David op deze wijze als veertiende gerekend wordt in reeks nr. 1 en als eerste in reeks nr. 2. Hij wordt dus twee keer geteld. Wanneer we de korte reeksen van veertien totaliseren komen we aan 42 generaties, we moeten daar dan echter wel bij bedenken, dat David dubbel geteld is! Maar zo staat het er nu eenmaal. En in plaats van af te wijken van de letterlijke tekst kunnen we ons beter afvragen waarom David dan wel dubbel geteld wordt.
Afhankelijk van onze denkwijze zijn daar verschillende antwoorden op te geven. De meest voor de hand liggende is, dat ook in het Oude Testament de geschiedenis van Davids koningschap wordt gesplitst in twee verschillende perioden! De eerste is die van zijn zevenjarig koningschap in Hebron over de stammen van Juda en Benjamin. De andere is die van zijn koningschap over alle twaalf stammen. Tot driemaal toe wordt zijn totale regeringsperiode vermeld en verdeeld met de woorden:
“De dagen nu, die David geregeerd heeft over Israël zijn veertig jaren, zeven jaren heeft hij geregeerd te Hebron en in Jeruzalem heeft hij drieëndertig Jaren geregeerd.” 2 Sam. 5: 4 en 5, 1 Kon. 2: 11, 1 Kron. 29: 27
David heeft dus eigenlijk twee min of meer verschillende tronen bezeten, hetgeen zijn dubbel tellen in Mattheüs 1 kan verklaren.
Een andere reden staat hier niet helemaal los van. Deze is, dat David niet alleen de stamvader maar ook een type is van de Heere Jezus. Denkt u maar eens aan zijn vele Messiaanse psalmen! En zoals het werk van David uiteenvalt in twee verschillende perioden, zo is dat het geval met het werk van de Zoon van David op aarde. De Bijbel spreekt toch over:
Het lijden dat op de Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende 1 Petr. 1 : 11.
Helaas moeten wij ons hier beperken tot enkele zeer algemene kenmerken van het typologisch verband tussen David en Jezus. Daarbij gaat het ons hier om het tweeledig karakter van hun werk! ook de Heere Jezus kwam om eerst vernederd en daarna verheerlijkt te worden. Die eerste komst in vernedering is inmiddels geschiedenis, een komst, die in direct verband stond met de reeds genoemde twee stammen van Juda en Benjamin, Maar straks zal Hij komen als de Messias Israëls. Dan zal Hij zitten op de troon van zijn vader David in Jeruzalem. En evenals Davids regering vanuit die plaats, zal Zijn Koningschap zich uitstrekken over alle twaalf stammen van Israël. Het tweemaal tellen van David houdt dus verband met de twee komsten van de Zone Davids! Maar laten we eerst verder tellen, want er komt nog meer!
JECHONIAS??
Nemen we David als eerste van de tweede reeks van veertien, dan komen we uit bij Josias als laatste van deze groep. Dit betekent, dat Jechonias “omtrent de Babylonische overvoering niet meegeteld wordt! Dikwijls wordt deze kwestie opgelost, door niet David als eerste te nemen, aangezien hij al geteld werd in de vorige groep. Men telt dan vanaf Salomo en komt dan bij Jechonias uit als veertiende. Leuk gevonden, maar het is inconsequent. Nogmaals: als Abraham de eerste is van de eerste groep, dan moet David de eerste zijn van de tweede groep, of vers 17 is onjuist geformuleerd! Wij tellen daarom vanaf David en constateren, dat Jechonias niet geteld wordt. In plaats van kritiek te leveren op Gods Woord vragen we ons gewoon af, waarom hij overgeslagen wordt! Daar zijn verschillende redenen voor.
De eerste is, dat het onafhankelijke koninkrijk van Juda reeds ten einde kwam in de dagen van Josias! Na Josias hebben achtereenvolgens nog Joahaz en Jojakim de troon bestegen, voordat Jechonias aan de beurt was! Maar zij werden in feite op de troon gezet door de Egyptische Farao! zie 2 kon. 23 : 31 tot 37).
De tweede reden is, dat juist Jechonias door Nebukadnezar werd weggevoerd naar Babel. Het is heel goed mogelijk, dat zijn regering niet meer meegeteld wordt, omdat de “Babylonische overvoering” juist tijdens zijn koninkrijk plaats vond.
De derde en meest belangrijke reden hebben wij reeds besproken, deze is, dat Jechonias behoort tot de categorie, wier namen werden”uitgedelgd van onder de hemel”. Het is gewoon zo, dat hij evenals vijf andere reeds genoemde koningen, niet thuishoort in dit register. De vraag is daarom helemaal niet waarom hij niet meegeteld wordt, maar waarom hij desondanks genoemd wordt! Vanwaar deze uitzondering?
Het antwoord ligt voor de hand. Door het noemen van de naam van Jechonias worden we direct verwezen naar de reeds aangehaalde profetie van Jeremia. Daardoor weten wij, dat hij kinderloos was, en dat niemand van zijn zaad op de troon zou zitten. Daaruit konden wij de door Lukas 3 : 27 bevestigde conclusie trekken, dat zijn erfgenaam Salathiel geen natuurlijk zaad van hem was, maar van Neri uit het geslacht van Nathan. Jechonias wordt dus genoemd omdat hij het definitieve eindpunt is van de natuurlijke lijn van Salomo. Dit betekent echter niet, dat Jechonias deel uitmaakt van het officiële register; dat zou immers in strijd zijn met de regel over het uitdelgen van de namen. Juist daarom krijgen we een telling van dit register in vers 17. Daaruit moet dan blijken, dat Jechonias weliswaar genoemd, maar toch overgeslagen wordt bij de telling van de erfgenamen van de troon. Hij wordt gewoon niet meegerekend!
JEZUS, GEZEGD CHRISTUS
Dan zijn we nu toe aan de derde groep van veertien geslachten uit Matth. 1 : 17
“……En van de Babylonische overvoering tot Christus zijn veertien geslachten.”
De kernvraag is ook hier: wie is in deze groep de eerste generatie? Wanneer we nog even niet kijken naar de veertiende generatie, is het antwoord niet moeilijk! Vers 12 zegt immers:
“En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiel…”
Volgens de normale betekenis van deze woorden moet Salathiel gerekend worden als eerste erfgenaam na de ballingschap. Het enige probleem dat zich hierbij voordoet is, dat het er dan op lijkt, dat deze groep uit slechts dertien namen bestaat! Om die reden heeft men in het verleden meestal Jechonias als eerste van deze groep gerekend, teneinde aan veertien namen te komen. Men heeft het dus weer eens kloppend proberen te maken. Deze “oplossing” leidt echter tot niets. Wanneer men namelijk Jechonias als eerste van de derde groep telt, mag men hem niet als laatste van de tweede groep tellen. En wanneer we dat niet doen, blijven we toch zitten met het dubbel voorkomen van de naam van David! De telling blijft zo, hoe dan ook, inconsequent. Nee, we hebben maar te nemen wat er staat, want elke eigen oplossing brengt een nieuw probleem met zich mee.
Wanneer we David niet dubbel willen rekenen, wordt Jechonias de laatste van de tweede groep. Vervolgens wordt Salathiel dan de eerste van de derde groep, en houden we twee vragen over: waarom wordt Jechonias ondanks de regel van het “uitdelgen van onder de hemel” meegerekend, en waarom hebben we in de laatste groep slechts dertien namen over, in plaats van veertien? Als we daarentegen David wel dubbel tellen en Jechonias rekenen als eerste van de laatste groep, komen we voor die groep inderdaad aan veertien generaties. Maar dan blijft de vraag hoe Jechonias de eerste van na de ballingschap kan zijn. terwijl die ballingschap juist in zijn dagen begon? Ook dit is geen oplossing!
Nee, Salathiel is de eerste van de derde groep van veertien, dat staat tenminste in Matth. 1 : 12, en daar houden wij ons aan. Jechonias kan niet de eerste zijn, omdat dat in strijd is met het genoemde vers en omdat de ballingschap niet in zijn dagen eindigde, maar juist begon. Wanneer we trouwens de bijbelse geschiedenis naslaan, zullen we zien, dat Salathiel slechts genoemd wordt als de,vader van Zerubbabel, onder wiens leiding de eerste ballingen terugkeerden naar Palestina. Zonder de gegevens uit dit register zouden we zelf kiezen voor Zerubbabel als eerste van deze groep, aangezien we over Salathiel hoegenaamd niets weten! Het zou daarom absurd zijn, om een nog oudere generatie, n.l. Jechonias als eerste geslacht van na de ballingschap te rekenen.
Salathiel is dus de eerste uit deze reeks van veertien. Welke consequenties heeft dit nu voor de rest van deze groep? Als we gewoon doortellen, komen we bij Jozef uit als twaalfde. De volgende is dan de Heere Jezus als dertiende! Is dat nu werkelijk in strijd met vers 17, dat veertien geslachten rekent? Zou Mattheüs niet hebben kunnen tellen? Moeten wij hem verbeteren of tellen wij niet goed? Het antwoord is weer even simpel als verrassend! Het gaat hier om het erfrecht. En erfrecht is van toepassing bij het overlijden van de vorige erfgenaam, de erflater! De volgende generatie komt pas aan de beurt bij het overlijden van de vorige! Jozef had pas recht op de troon na het overlijden van zijn schoonvader Jacob. En evenzo had Jezus pas recht op de troon na het overlijden van Jozef, zijn wettige vader! Uit de bijbelse geschiedenis valt dan ook heel eenvoudig de conclusie te trekken, dat Jozef al vroeg gestorven is. Na de jeugd van de Heere Jezus wordt hij niet meer genoemd! Erfrecht treedt dus in werking bij het overlijden van de huidige erfgenaam. Na Jozef was dat de Heere Jezus zelf. Tijdens zijn leven was Hij de bezitter van de rechten op de troon. Maar Hij stierf! Hij gaf zijn leven voor de zonden der wereld. Voor u en voor mij. Hij verloor zijn recht op de troon! Doden regeren niet! Daarop doelt Dan. 9 : 26, dat letterlijk zegt:
“En na die twee en zestig weken zal de Messias (de tot koning gezalfde) uitgeroeid worden, maar Hij zal niet hebben.”
Hij zou sterven zonder als Messias zijn koningschap te ontvangen. Dat ging volgens het erfrecht naar zijn erfgenaam. De voor de hand liggende vraag is nu: wie is de erfgenaam van de Heere Jezus, deze vraag behoort vanzelfsprekend beantwoord te worden in dit register van Matth. 1. En wat staat daar:
“En Jacob gewon Jozef, de man van Maria, uit welke geboren is Jezus……. gezegd Christus” vs. 12 !!
In het algemeen gaat de erfenis naar de meest nastaande, het meest naaste familielid. De vraag naar de meest nastaande van de Heere Jezus kan maar op een manier correct beantwoord worden. Is het niet Hij, die uit de dood opstond? Is de Christus, het hoofd van de nieuwe schepping, niet het naaste familielid van Hem, die leed en stierf op Golgotha? Natuurlijk, wij weten, dat Hij dezelfde is. Daarom betwisten wij zijn rechten op de troon niet. Wij weten, dat Hij, die opgewekt werd, de Zoon van Jozef en van David is. Maar dat neemt niet weg, dat door zijn sterven het erfrecht in werking trad. Wij mogen dat vergeten, God vergeet het niet! Toen Jezus stierf moest er volgens de wet worden uitgezien naar een erfgenaam. En die liet niet lang op zich wachten. Reeds drie dagen later diende hij zich aan in de persoon van de opgestane Heiland, die sindsdien met recht de naam “Christus” (Gezalfde, Messias) draagt. Want in het Bijbelse gebruik van de namen van de Heere Jezus Christus, is “Jezus” degene die geboren werd in Bethlehem, en is “Christus” degene die opgewekt is uit de doden!
En wat stond er nu in Mattheüs 1?
“En Jacob gewon Jozef de man van Maria, uit welke geboren is Jezus, gezegd Christus” vs. 16.
“En van de Babylonische overvoering tot Christus zijn veertien geslachten” vs. 17.
Tellen we dit nu keurig na, en beginnen wij bij Salathiel als eerste, dan is Jacob de elfde; Jozef de twaalfde; Jezus de dertiende en Christus de veertiende. Precies zoals vers 17 letterlijk zegt!
HET EERSTEGEBOORTERECHT
Op deze plaats moeten wij het dan ook nog hebben over de merkwaardige kwestie van het eerstgeboorterecht. Het woord alleen roept eigenlijk al vraagtekens op, zouden we niet beter kunnen spreken over het recht van de tweede? Vrijwel overal in de Schrift, waar het eerstgeboorterecht ter sprake komt, blijkt dit recht helemaal niet naar de eerstgeborene te gaan, maar juist naar de tweede. Dit fenomeen vinden we o.a. bij Kain en Seth, Jafeth en Sem, Nahor en Abraham, Ismaël en Isaac, Ezau en Jacob, Ruben en Jozef, Manasse en Efraim, enz. In de Bijbelse geschiedenis is dit verschijnsel eerder regel dan uitzondering! Het is een Bijbels, en daarom Goddelijk principe, dat het eerstgeboorterecht gaat naar hem, die als tweede verschijnt! En zoals steeds dienen wij ons niet af te vragen of dat wel rechtvaardig is, maar waarom het zo is!
Zoals alles in de Schrift houdt ook dit verband met de Heere Jezus Christus. In de eerste plaats, komt dit verschijnsel eveneens voor in het register van Mattheüs. Niet alleen in verband met de hiervoor genoemde gevallen, maar ook daarbuiten. De eerste, waarop we willen wijzen, is die van Salomo en Nathan. Nadat de troon oorspronkelijk naar de oudste zoon van David en Bathseba gegaan was, bleef hij gedurende ongeveer vijf eeuwen in het bezit van zijn afstammelingen. Doch na Jechonia stierf deze lijn uit, waardoor de troon alsnog naar de afstammelingen van Salomo’s jongere broer Nathan ging! Eigenlijk zou het ons moeten verbazen, wanneer dat niet zo was! Het eerstgeboorterecht gaat toch altijd naar de jongere broer?
De andere keer, dat dit verschijnsel in het geslachtsregister voorkomt is wat minder voor de hand liggend. Het is echter de vervulling van de profetie, die erin ligt opgesloten. Alles in de Schrift heeft immers een profetische betekenis? Om die betekenis te begrijpen, is het nodig om het verschijnsel als zodanig goed te definiëren. De zaak is namelijk, dat de hoogste rechten gaan naar degene, die als tweede (en laatste) in deze wereld verschijnt! Niet hij die als eerste komt, maar hij die als tweede komt is de grote erfgenaam. Wanneer we ons dit realiseren, is het niet moeilijk om hierin Christus te herkennen.
Het was de eerste Adam, die in deze wereld geplaatst werd, om de aarde te onderwerpen en over haar te heersen. Hij ontving in principe de kroon, doch hij kon hem niet dragen. Daarom gaat diezelfde kroon, zoals we gezien hebben, naar de tweede en laatste Adam! Niet de eerste, maar de tweede Adam ontvangt het eerstgeboorterecht. Waarom is dat zo? Is het niet omdat de Heere Jezus Christus reeds leefde van voor de grondlegging der wereld? Van voor de schepping van Adam? Heeft hij daarom niet de oudste rechten? Daar komt dan nog bij, dat de kroon feitelijk de kroon is van de nieuwe schepping, en niet primair van de oude! De Christus is ontegenzeggelijk het hoofd en de eersteling van de nieuwe schepping. Hij is immers in alles de eerste geworden!
“Hij, die het begin is, de eerstgeborene uit de doden, opdat hij in allen de eerste zou zijn” Kol. 1 : 18.
Maar hoewel hij de eerste was en is, verscheen hij als tweede in deze zichtbare wereld. Sprekend over deze materie geeft Paulus ons de volgende regel:
“Doch het geestelijke is niet eerst, maar het natuurlijke, daarna het geestelijke. De eerste mens is uit de aarde aards; de tweede mens is de Heere uit de Hemel.” 1 Kor. 15: 46,47
En omdat alles in de Schrift verband houdt met de tweede Adam, gaat het eerstgeboorterecht in de Bijbel naar de tweede zoon!
Een andere toepassing van dit principe vinden we in de verhouding tussen Israël en de gemeente. Deze beide uitverkoren volken hebben een speciale roeping ontvangen. Maar hoewel het volk van Israël als eerste van de twee in deze wereld verscheen, gaat het eerstgeboorterecht toch naar de gemeente, die in tegenstelling tot Israël immers een hemelse roeping heeft! Waarom? Omdat de gemeente als eerste van deze beiden is wedergeboren! Wat de nieuwe schepping betreft is de gemeente ouder dan Israël. Israël moet immers nog wedergeboren worden. Vandaar de uitspraak van de Heere Jezus. dat vele eersten (Israël) de laatsten zullen blijken te zijn, en vele laatsten (gelovigen uit de heidenen) de eersten! Ook deze verwisseling vindt zijn oorsprong in Christus. De gemeente is immers uit verkoren ”in Christus”, en Christus is uitverkoren van voor de grondlegging der wereld.
“Gelijk Hij ons (de gemeente) uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld….” Ef. 1: 4.
Daarom is de gemeente ouder dan Israël, hoewel zij als tweede in deze wereld verschijnt! En daarom ontvangt de gemeente het eerstgeboorterecht boven Israël
Een andere vervulling van dit principe is eveneens bijzonder belangrijk. Vooral gezien vanuit de Oudtestamentische profetieën. Deze vervulling heeft uiteraard ook betrekking op de persoon van de Heere Jezus Christus. Hoewel dit in de profetieën niet zo expliciet naar voren komt, is het toch duidelijk, dat de beloofde komst van de Messias in feite uiteenvalt in wat wij de eerste en de tweede- of wederkomst noemen. Zijn eerste komst was in vernedering om te lijden en te sterven; zijn tweede komst zal zijn om te zitten “op de troon zijner heerlijkheid”. De troon van zijn vader David. Niet zijn eerste, maar zijn tweede komst zal zijn als de zoon van David, de zoon van Abraham, de zoon des mensen (Adam). Eerst dan zal hij optreden als de wettige erfgenaam. Niet wat als eerste verschijnt, maar wat als tweede verschijnt, ontvangt de erfenis van het eerstgeboorterecht. Dit is de uiteindelijke en hoogste vervulling van dit principe, toegepast op de komende koning. We vinden het dan ook terug in het register van Mattheüs 1. Niet de eerste, maar de tweede. Niet Jezus, maar Christus! Niet hij, die kwam om te sterven, maar Hij die de dood overwon, is de uiteindelijke en definitieve erfgenaam van de troon der Schepping!
VEERTIEN
Het is natuurlijk niet voor niets, dat de geslachten in Mattheüs geteld worden als drie maal veertien! Behalve dat deze telling zondermeer duidelijk maakt, dat Jechonias feitelijk niet in dit register meegerekend mag worden, is er natuurlijk ook een typologische betekenis. Nu is het erg moeilijk, om de typologische betekenis van getallen in enkele woorden duidelijk te maken. Dit komt doordat getallen meestal samengesteld zijn uit andere, waardoor de werkelijke betekenis nogal gecompliceerd wordt. Bovendien zijn de grondbeginselen van de getallensymboliek nou niet bepaald gemeengoed. Daarom zal ik mij hier moeten beperken tot een vrij algemene benadering. Per slot maakt de typologische betekenis van deze getallen geen wezenlijk deel uit van de geslachtsregisters!
Het register van Mattheüs wordt geteld in drie groepen van veertien. Dit getal veertien heeft een bijzondere Messiaanse betekenis. Het is namelijk het getal van David! Dat zit zo: De letters van het Oudtestamentische Hebreeuws hebben namelijk een dubbele functie. Het zijn niet alleen letters, maar ook cijfers. Ongeveer zoals de door ons gebruikte “Romeinse cijfers”, die gevormd worden door letters. Elke Hebreeuwse letter is dus een cijfer, en heeft daarom een bepaalde getalswaarde. Nu wordt de naam David gespeld met de letters “Daleth”, “Waw”, “Daleth”. Deze spelling kunnen we echter ook weergeven als 4, 6, 4. Want een Daleth is het cijfer 4 en een Waw is het cijfer 6. Wanneer we de cijfers van de naam David optellen, komen we aan een “getalswaarde” of ”gematrium” van 14. Veertien staat dus (o.a.) voor David! Het verschijnen van het getal veertien in verband met de komst van de zoon en erfgenaam van David ligt daarom voor de hand. Daarbij moeten we natuurlijk wel bedenken, dat de verwantschap tussen de naam David en het getal veertien voor ons misschien wat ver gezocht lijkt, maar voor de Jood, die thuis is in het Hebreeuws en de letters inderdaad ook als cijfers gebruikt, zonneklaar is!
Daar komt dan nog bij, dat de genoemde combinatie van letters niet slechts de naam David weergeeft, maar ook een normaal Hebreeuws woord is. Het betekent “geliefde”. De naam David kan dus ook gewoon vertaald worden met “geliefde”. De man heette zo, omdat hij dat was. Hij heette David, omdat hij een man was ”naar Gods hart”. Hij was Gods “geliefde”. Het getal veertien houdt daarom niet alleen verband met David en de zoon van David, die immers in de profetieën met dezelfde naam wordt aangeduid, maar het houdt evengoed verband met het woord “geliefde”. Dat zijn geen twee verschillende zaken, maar het is hetzelfde. De zone Davids is immers de geliefde! Zo wordt hij bij voorkeur door zijn hemelse vader genoemd, en bedenk wel: wanneer wij dit woord geliefde opschrijven, schrijven wij de naam David. Tot zesmaal toe staat er geschreven, dat God zegt:
“Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Dewelke IK Mijn welbehagen heb” Matt. 1: 17; 17:5; Mark. 1: 11; 9: 7; Luk. 3:22; 9: 35.
Het getal veertien wijst dus op de zoon van David, de geliefde. Het getal drie is het getal van de “vormwording”, waarop ik hier niet nader in kan gaan. Daarom wijst driemaal veertien op de “vormwording”, de verschijning van de geliefde zoon. En dat is precies het onderwerp van dit hoofdstuk!
TWEE EN VEERTIG
Hoe hoger een getal, hoe meer omvattend de betekenis. Daarom zal ik mij hier beperken tot twee duidelijke toepassingen van dit getal. De eerste 42 die ik wil noemen zijn de 42 “kampplaatsen” van Israël gedurende de reis door de woestijn naar het land Kanaan, dat zij erfelijk zouden bezitten. Een opsomming van die plaatsen vinden we in Numeri 33. Deze 42 plaatsen markeren de weg naar het Beloofde Land. Deze weg wordt getekend met het getal 42. Op soortgelijke wijze zijn de 42 generaties van Mattheüs 1 de weg naar de verlossing, naar de Messias! Na de 42 haltes in de woestijn kwam de verlossing, de intocht in Kanaan. Na de 42 generaties kwam de verlossing in de persoon van de Messias, die als erfgenaam van David zijn koninkrijk zal oprichten. In beide gevallen komen de 42 uit bij de Verlosser! Beide verlossers dragen zelfs dezelfde naam. De eerste was Yehoshua, wiens naam via het Grieks (Septuagint) verbasterd werd tot Jozua. De laatste Verlosser, van wie de eerste natuurlijk een type was, heet eveneens Yehoshua. Zijn naam wordt ten onrechte verbasterd tot “Yeshua”, en in het Grieks kennen wij hem als Jezus!
Overigens wordt ook deze 42 verdeeld in groepen van veertien! De “twaalf verspieders” gaan op hun missie, nadat Israël is vertrokken uit Hazeroth en op weg is naar Paran (Num. 12: 6; 13 : 3). Uit vergelijking met Num. 33 blijkt, dat Hazeroth de veertiende kampplaats was! Men was tijdens de actie van de verspieders dus onderweg van de 14 naar de 15. In Matth. 1 valt dat gelijk met de periode van David, die immers als veertiende maar ook als vijftiende genoemd wordt. Het behoeft dan ook geen verbazing te wekken, dat juist de woestijn Paran zo’n grote rol speelde in de geschiedenis van David. Bovendien wordt datzelfde Paran herhaaldelijk genoemd in verband met de grote verdrukking. Daarover nu.
Na de 42 wordt de verlossing gebracht door “Yehoshua”! Dit geldt uiteraard ook voor de andere toepassing, die ik nog wil noemen. Dat zijn de 42 maanden uit zowel Daniël als Openbaring. Deze 42 maanden (31/2 jaar; 1260 dagen) zijn de duur van de grote verdrukking, die over Israël zal komen. Het is de laatste helft van de zeventig weken van Daniël 9. Het zijn daarom de laatste 31/2 jaar van de geschiedenis van Israël, voorafgaande aan de komst van de Heere Jezus Christus op de Olijfberg, om Zijn Koninkrijk over Israël op te richten! Onmiddellijk na deze 42 maanden verschijnt de Verlosser, de zoon van David, de zoon van Abraham. De analogie met Mattheüs 1 ligt er dik boven op: als de 42 kompleet is, volgt de Verlossing. De 42ste is de Verlosser, Yehoshua, Jezus, de Geliefde.
VIER EN ZEVENTIG
Hoewel het niet nadrukkelijk vermeld staat, wordt ook het register in Lukas gemerkt met een getal. Dat is trouwens niet alleen het geval met het register van de Heere Jezus, maar ook met andere registers. Zo wordt ook van Henoch gezegd, dat hij “de zevende van Adam” was (Jud. 14), hoewel dat er in Genesis niet bij vermeld wordt. Om het te weten, moeten we tellen!
Wanneer we de namen van het register van Lukas tellen, moeten we echter zeer zorgvuldig zijn. Wanneer we dat niet zijn, komen we tot 76. Een tamelijk nietszeggend getal. Belangrijk is in de eerste plaats, dat we Kainan, zoals we gezien hebben, niet mee mogen tellen, omdat hij ten onrechte in onze Bijbel terecht is gekomen. Wanneer we hem weglaten komen we tot 75, hetgeen eveneens tamelijk betekeningloos is. Het is in elk geval geen markant Bijbels getal.
Er is behalve de kwestie Kainan echter nog een moeilijkheid in verband met dit register. Dat is het voorkomen van de naam Rhesa als lijfelijke zoon van Zerubbabel! In de eerste plaats vinden we hem in het Oude Testament niet terug onder de afstammelingen van Zerubbabel. Op zichzelf terug zegt dat echter niet zoveel, aangezien we de volgende generaties ook niet terug kunnen vinden. Doch de mening bestaat, dat het woord “Rhesa” niet de naam is,van een lijfelijke zoon van Zerubbabel, maar een titel van Zerubbabel zelf!”Rhesa” komt namelijk van het Hebreeuwse “resh”, dat vertaald wordt met “hoofd” of “begin”. Het komt voor in de uitdrukking in Gen. 1 : 1 “bereshit”, dat vertaald wordt met ”in den beginne”. Doch het komt ook voor in de uitdrukking “resh-cohen”, dat vertaald wordt met “hogepriester”.”Resh” is dus wel degelijk een Hebreeuwse titel! Deze titel van “hoofd” of “eerste” is natuurlijk wel degelijk van toepassing op Zerubbabel. Hij was immers de erfgenaam van de troon van David, en de eerste (= voorste = vorst = resh) onder wiens leiding de Joodse ballingen terugkeerden naar Palestina! Niemand ontkent dit, de vraag is echter, of dit woord in het register als eigennaam of als titel moet worden opgevat. Het zou veel te ver voeren, om alle argumenten in deze zaak aan te voeren. Daarom Volsta ik met te zeggen, dat ik persoonlijk geloof, dat rhesa inderdaad de titel is van Zerubbabel. Deze rhesa mag daarom niet meegeteld worden in het register.
Op deze wijze komen we aan een totaal van 74 generaties. En dat is wel degelijk veelbetekenend. Naar orthodox Joodse traditie, bevindt zich aan de voordeur van de woning de zogenaamde “mezoezah”. Dit Hebreeuwse woord betekent eigenlijk gewoon “deurpost”, maar het is ook de aanduiding geworden van dat kleine kokertje met inhoud, dat aan de deurpost bevestigd is. In dit kokertje, de mezoezah, bevindt zich een stukje perkament, waarop de verzen Deut. 6: 4 t/m 9 en 11 : 3 t/m 30 geschreven zijn:
“Hoor, Israël, De Heere uw God is een enig Heere! Zo zult gij de Heere uw God liefhebben met uw ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen. En deze woorden, die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn… En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven.”
Dit wordt letterlijk toegepast. Deze woorden bevinden zich inderdaad in de mezoezah, aan de deur van ieder Joods orthodox huis. Bovendien bevindt deze tekst zich in de tefilim, de gebedsriemen. Deze verzen spelen dus een grote rol in het Joodse leven! Met het eerste vers, is echter iets bijzonders aan de hand. Van het vers:
“Hoor, Israël, de Heere uw God is een enig Heere”
worden de laatste letters van het eerste en het laatste woord extra groot geschreven. In een Hebreeuwse Bijbel vallen die letters dan ook onmiddellijk op. De laatste letter van het eerste woord is een “ajin”, dat tevens het cijfer 70 voorstelt. De laatste letter van het laatste woord is een “daleth”, die ook tweemaal voorkomt in de naam David. Hij heeft een cijferwaarde van 4. Wanneer dit vers in het Hebreeuws onder onze ogen komt, wordt het dus op zeer opvallende wijze gemarkeerd door het getal 74! Welnu, dit vers bevindt zich in deze bijzondere vorm niet alleen in de tekst van een Hebreeuwse Bijbel, maar eveneens in de mezoezah en de tefilim. Waarom deze bijzondere schrijfwijze? Waarom het getal 74?
Omdat het wijst op Christus! Hoe kan het ook anders. Deze twee cijfers of letters vormen namelijk ook het woord “ed”, dat vertaald wordt met ”getuige”. Het getal 74 is de getalswaarde van de “getuige”, die niemand anders is dan de Heere Jezus Christus. Het is een van Zijn vele namen en titels! Over Hem lezen we in Jes. 55: 3 en 4:
“Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort, en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een Eeuwig Verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David. Ziet, Ik heb hem tot een getuige der Volken gegeven, een Vorst en Gebieder der Volken.”
Is het niet frappant om te zien, dat de getuige hier in een adem genoemd wordt met David. Hij wordt een Vorst en Gebieder der Volken genoemd. Hij is de maker van het Nieuwe Verbond. Kortom, Hij is de Messias Israëls, de Christus, ja, de Koning der aarde. Of zoals Hij in Lukas 3 getekend wordt: de zoon van Adam, de Zoon des mensen! Woorden van gelijke strekking lezen we over hem in Op. 1 : 5:
“En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Vorst der Koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.”
Ook hier wordt gezegd, dat Jezus Christus de getrouwe Getuige is. De Getuige van de Vader. En opnieuw wordt Hij genoemd als de Vorst der Koningen der aarde. Maar tevens als Degene, die Zijn leven voor ons gaf. Gewoonlijk geven onderdanen hun leven voor hun koning, Maar Jezus Christus, de Zoon des mensen, de zoon van Abraham, de erfgenaam van David, de Zoon van God, gaf Zijn leven voor hen, die niet eens zijn onderdanen wilden zijn! Dat is slechts een klein deel van de wondere betekenis van dit eenvoudige getal.
Bij velen van u, zal het bovenstaande ongetwijfeld meer vragen opwerpen dan beantwoorden. Maar wie wilde nu eigenlijk de betekenis van deze getallen weten? Volledigheidshalve heb ik ze daarom, zij het zeer oppervlakkig, genoemd. Wat daarbij zonder meer vaststaat, is dat ze betrekking hebben op de komende Koning, de Verlosser Israëls. De rechtmatige erfgenaam van Adam, Abraham en David! Maar hij is ook mijn Verlosser! Hij was de Koning der Joden en der aarde, en werd onder die titel gekruisigd. Maar goddank, Hij stond op uit de dood, en zal over niet al te lange tijd inderdaad Zijn troon beërven.
Citerend uit Psalm 8 schrijft de apostel Paulus over Hem:
“Wat is de mens, dat Gij zijner bedenkt, of des mensen Zoon, dat Gij hem bezoekt. Gij hebt Hem een weinig minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt Gij Hem gekroond, en Gij hebt Hem gesteld over de werken Uwer handen; alle dingen hebt Gij zijn voeten onderworpen. Want daarin, dat Hij Hem alle dingen heeft onderworpen, heeft Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij, doch nu zien wij nog niet, dat Hem alle dingen onderworpen zijn; maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond….” Hebr. 2: 7-9.
0 notes